Peugeot 407 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 11 of 173

12 -
17-05-2004
13
-
17-05-2004
NAVIGATIEPANEEL
Het navigatiepaneel bevindt zich op het bedieningspa-
neel van de autoradio RD4. Met dit paneel kunnen func-
ties, bedieningen en parameters worden geselecteerd en
bevestigd.
Het paneel bevat:
- de pijltoetsen 5 (omhoog), 6 (omlaag), naar links ( 7)
en naar rechts ( 8), waarmee de cursor op het display
kan worden bewogen,
- de bevestigingstoets in het midden.
Als een functie is geselecteerd, maar nog niet is beves-
tigd, kan dit ongedaan worden gemaakt door op de toets
"ESC" (escape) te drukken.
RD4 : 70 Het navigatiepaneel bevindt zich op het bedieningspa-
neel van de autoradio/GPS RT3. Met dit paneel kunnen
functies, bedieningen en parameters worden geselec-
teerd en bevestigd.
Het paneel bevat:
- de pijltoetsen
5 (omhoog), 6 (omlaag), 7 (naar links)
en 8 (naar rechts), waarmee de cursor op het display
kan worden bewogen,
- de toets in het midden voor het verplaatsen van de cursor en het bevestigen.
Opmerking: Als een functie is geselecteerd, maar nog
niet is bevestigd, kan dit ongedaan worden gemaakt door
op de toets "ESC" (escape) te drukken. RT3 : 83
In een oogopslag

Page 12 of 173

12 -
17-05-2004
13
-
17-05-2004
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS
Monochroom
display C Monochroom
display CT Kleurendisplay DT
: 78 :
91
: 91
In een oogopslag

Page 13 of 173

14 -
17-05-2004
15
-
17-05-2004
AFMETINGEN (in mm)
In een oogopslag

Page 14 of 173

14 -
17-05-2004
15
-
17-05-2004
IDENTIFICATIE VAN UW 407
A - Constructeursplaatje.
B - Serienummer op de
carrosserie.
C - Serienummer op het
dashboard.
D - Sticker met de voorgeschreven
bandenspanning en de
kleurcode van de lak. De sticker
D op de middenstijl in de
opening van het bestuurdersportier
geeft de volgende informatie:
- de maat van de velgen en banden,
- de door de constructeur goedge- keurde bandenmerken,
- de bandenspanning (deze moet
ten minste eens per maand bij
koude banden gecontroleerd
worden) ,
- de kleurcode van de lak.Kentekenplaat vóór
Bij vervanging moet de nieuwe ken-
tekenplaat voldoen aan de huidige
regelgeving waarbij de hoogte niet
meer mag zijn dan 110 mm.
Raadpleeg een PEUGEOT service-
punt indien dit niet het geval is.
In een oogopslag

Page 15 of 173

18 -
17-05-2004
19
-
17-05-2004
TOEGANG TOT DE AUTO EN
STARTEN MET DE SLEUTEL
MET AFSTANDSBEDIENINGSleutels
Met behulp van de sleutel kunnen, als deze
in het slot van het bestuurdersportier is
geplaatst, de portieren vergrendeld of ont-
grendeld worden, kunnen de achterklep,
het dashboardkastje en de tankdop ver-
grendeld of ontgrendeld worden, kunnen
de buitenspiegels in- en uitgeklapt worden
en kan het contactslot worden bediend.
Als één van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de centrale vergrende-
ling niet.
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Druk op de knop
A om de sleutel uit te
klappen.
Duw de sleutel met de hand weer terug
in de afstandsbediening.
Afstandsbediening ( 0523)
Met de afstandsbediening kunnen de-
zelfde functies als met de sleutel wor-
den uitgevoerd.
Met de afstandsbediening, die is ge-
integreerd in de sleutel, kan de auto
op afstand worden vergrendeld en
ontgrendeld.
Vergrendelen
F Druk op de knop B.
De richtingaanwijzers gaan ongeveer
twee seconden branden en de buiten-
spiegels worden ingeklapt.
Druk lang op de knop B om ook de rui-
ten en het schuif-/kanteldak te sluiten. Ontgrendelen
F
Druk op de knop C.
De richtingaanwijzers knipperen snel
en
de buitenspiegels worden uitgeklapt.
De functie "Inklappen van de buiten-
spiegels" kan worden uitgeschakeld
door een PEUGEOT-servicepunt.
Opmerking: A ls de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgren-
deld zonder dat binnen 30 seconden
een van de portieren wordt geopend,
wordt de auto automatisch weer ver-
grendeld.
Ontgrendelen en op een kier
zetten van de achterklep
F Druk op de knop D.
Hierbij worden tevens de portieren
ontgrendeld.
Controle tijdens het rijden

Page 16 of 173

18 -
17-05-2004
19
-
17-05-2004
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het
van binnenuit en van buitenaf ope-
nen van de portieren.
Met de sleutel
F
Vergrendel de auto (de richting-
aanwijzers branden ongeveer
twee seconden).
F Als de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals in de stand vergren-
delen wordt gedraaid, wordt de
supervergrendeling ingeschakeld
(de richtingaanwijzers branden
ongeveer twee seconden).
Met de afstandsbediening
F Druk op de knop B om de auto
te vergrendelen (de richtingaan-
wijzers branden ongeveer twee
seconden).
F Als de knop binnen 5 seconden
nogmaals wordt ingedrukt, wordt
de supervergrendeling ingescha-
keld (de richtingaanwijzers bran-
den ongeveer twee seconden).
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT
F Druk op de knop om de portieren,
en het kofferdeksel te ver- of
ontgrendelen.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is de knop buiten werking.
Gebruik in dat geval de sleutel of de
afstandsbediening om de auto te ont-
grendelen.
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij
een snelheid hoger dan 10 km/h).
Druk lang op de knop om deze func-
tie te activeren of uit te schakelen.
WAARSCHUWINGSSIGNAAL
SLEUTEL
Als het bestuurdersportier wordt ge-
opend terwijl de sleutel nog in het con-
tact zit, klinkt er een geluidssignaal.
LOKALISEREN VAN DE AUTO
Als de auto is vergrendeld of als de
supervergrendeling is ingeschakeld,
kan deze op een parkeerplaats als
volgt gelokaliseerd worden:
F druk op de knop B van de
afstandsbediening, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten
knipperen gedurende enkele
seconden.
Controle tijdens het rijden

Page 17 of 173

20 -
17-05-2004
21
-
17-05-2004
BATTERIJ VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt dit aangegeven door een
geluidssignaal in combinatie met een
melding op het multifunctionele display
of door het
pictogram service .
SYNCHRONISEREN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING
F Zet het contact uit.
F Zet het contact weer aan.
F Druk direct gedurende enkele se-
conden op de vergrendelingsknop
van de afstandsbediening.
F Zet het contact uit en verwijder
de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het
motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo
het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een speciieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering, waarna de mo-
tor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem gaat het
volgende verklikkerlampje branden:
Wip om de batterij te vervangen het
huis met een muntstuk bij het oog los
om bij de batterij te komen (CR1620/
3 V).
Als de afstandsbediening na het
vervangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroni-
seerd worden. Pictogram
service
Pictogram
elektronische
startblokkering
of
Het pictogram verschijnt in combinatie
met een melding op het multifunctio-
nele display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Controle tijdens het rijden

Page 18 of 173

20 -
17-05-2004
21
-
17-05-2004
CODEKAART
De codekaart wordt u bij alevering
van de auto samen met de twee
sleutels overhandigd.
Bewaar de codekaart op een
veilige plaats buiten de auto.
Op deze kaart staat de identiicatie-
code die uw PEUGEOT-servicepunt
nodig heeft bij werkzaamheden aan
de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de ilm al-
leen als dit strikt noodzakelijk is.
KINDERSLOTEN
Handmatige bediening
Beide achterportieren zijn voorzien
van een kinderslot om het openen
van binnenuit te verhinderen.
F
Draai de knop een kwart omwen-
teling met de contactsleutel.
Er verschijnt een melding* op het
display om aan te geven dat de kin-
dersloten zijn ingeschakeld. Elektrische bediening
Het elektrisch bedienbare kinderslot
voorkomt dat beide achterportieren
van binnenuit kunnen worden
geopend.
Druk met het contact aan op de
knop.
Er verschijnt een melding op het
multifunctionele display.
Let op:
dit systeem werkt onafhan-
kelijk van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van de auto
altijd de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
* In de loop van het jaar.
Controle tijdens het rijden

Page 19 of 173

22 -
17-05-2004
23
-
17-05-2004
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode
is als streepjescode aan-
gegeven op het label bij de
sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij
verlies snel voor nieuwe sleutels
zorgen.
De radiograische afstandsbediening
is een gevoelig systeem; het is raad-
zaam om niet met de knop van de
afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de auto per ongeluk
ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet func-
tioneren als de sleutel in het contact-
slot zit, zelfs als het contact uitstaat,
behalve voor het synchroniseren.
Schakel de supervergrendeling niet
in als er nog iemand in de auto zit. Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel met
afstandsbediening mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden
gesynchroniseerd.
Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de
codekaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT- servicepunt in het elektronische
geheugen worden opgeslagen,
zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
Controle tijdens het rijden

Page 20 of 173

20 -
17-05-2004
21
-
17-05-2004
BATTERIJ VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt dit aangegeven door een
geluidssignaal in combinatie met een
melding op het multifunctionele display
of door het
pictogram service .
SYNCHRONISEREN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING
F Zet het contact uit.
F Zet het contact weer aan.
F Druk direct gedurende enkele se-
conden op de vergrendelingsknop
van de afstandsbediening.
F Zet het contact uit en verwijder
de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het
motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo
het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een speciieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering, waarna de mo-
tor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem gaat het
volgende verklikkerlampje branden:
Wip om de batterij te vervangen het
huis met een muntstuk bij het oog los
om bij de batterij te komen (CR1620/
3 V).
Als de afstandsbediening na het
vervangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroni-
seerd worden. Pictogram
service
Pictogram
elektronische
startblokkering
of
Het pictogram verschijnt in combinatie
met een melding op het multifunctio-
nele display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Controle tijdens het rijden

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 180 next >