Peugeot 407 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 200

110 -
14-02-2005
111
-
14-02-2005
Het aan de toepassing "Navigatie" ge-
koppelde snelmenu verschijnt in een
bovenliggend venster als deze toepas-
sing actief is in het basisscherm.
Het menu is beperkt tot de volgende
functies:
- wijzigen van de route*,
- weergave "selectie-verplaatsen op
kaart"**,
- opslaan van het huidige adres (indien mogelijk het postadres en
anders de GPS-coördinaten),
- wijzigen van de criteria voor de rou- teberekeningen,
- stoppen of hervatten van de navi- gatie (weergave van de melding af-
hankelijk van de uitgangssituatie).
- weergave van de kaart, gemaxima- liseerd op het scherm of verkleind
in het rechtergedeelte (weergave
van de melding afhankelijk van de
uitgangssituatie)**.
Snelmenu "Navigatie" Verkeersinformatie RDS TMC
(Trafic Message Channel)
Met behulp van deze functie kan toe-
gang worden verkregen tot de berich-
ten van de TMC verkeersinformatie die
via de FM-band worden uitgezonden.
Deze berichten kunnen tijdelijk verschij-
nen in een bovenliggend venster of kun-
nen worden afgeluisterd als de functie
gesproken berichten is geactiveerd.
De verkeersinformatie van de TMC-
zender kan ook worden weergegeven
als naar een andere zender wordt
geluisterd**.
Bij gebruik van de kaart**, worden
speciale TMC-symbolen weergegeven,
afhankelijk van het type informatie.
Selecteer in het menu "Telematica"
de functie "Vekeersinformatie TMC",
waarna u kunt kiezen uit:
- "Raadplegen berichten" om de lijst met beschikbare verkeersinforma-
tie weer te geven,
- "TMC-informatie ilteren" om één of meer soorten verkeersinformatie te
selecteren,
- "Spraaksynthese" om de ontvangen verkeersinformatie te beluisteren,
- "Inschakelen/uitschakelen verkeers- informatie" om de weergave van
ontvangen verkeersinformatie in of
uit te schakelen.
*
Uitsluitend monochroom display CT.
** Uitsluitend kleurendisplay 16/9.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 122 of 200

110 -
14-02-2005
111
-
14-02-2005
Het aan de toepassing "Navigatie" ge-
koppelde snelmenu verschijnt in een
bovenliggend venster als deze toepas-
sing actief is in het basisscherm.
Het menu is beperkt tot de volgende
functies:
- wijzigen van de route*,
- weergave "selectie-verplaatsen op
kaart"**,
- opslaan van het huidige adres (indien mogelijk het postadres en
anders de GPS-coördinaten),
- wijzigen van de criteria voor de rou- teberekeningen,
- stoppen of hervatten van de navi- gatie (weergave van de melding af-
hankelijk van de uitgangssituatie).
- weergave van de kaart, gemaxima- liseerd op het scherm of verkleind
in het rechtergedeelte (weergave
van de melding afhankelijk van de
uitgangssituatie)**.
Snelmenu "Navigatie" Verkeersinformatie RDS TMC
(Trafic Message Channel)
Met behulp van deze functie kan toe-
gang worden verkregen tot de berich-
ten van de TMC verkeersinformatie die
via de FM-band worden uitgezonden.
Deze berichten kunnen tijdelijk verschij-
nen in een bovenliggend venster of kun-
nen worden afgeluisterd als de functie
gesproken berichten is geactiveerd.
De verkeersinformatie van de TMC-
zender kan ook worden weergegeven
als naar een andere zender wordt
geluisterd**.
Bij gebruik van de kaart**, worden
speciale TMC-symbolen weergegeven,
afhankelijk van het type informatie.
Selecteer in het menu "Telematica"
de functie "Vekeersinformatie TMC",
waarna u kunt kiezen uit:
- "Raadplegen berichten" om de lijst met beschikbare verkeersinforma-
tie weer te geven,
- "TMC-informatie ilteren" om één of meer soorten verkeersinformatie te
selecteren,
- "Spraaksynthese" om de ontvangen verkeersinformatie te beluisteren,
- "Inschakelen/uitschakelen verkeers- informatie" om de weergave van
ontvangen verkeersinformatie in of
uit te schakelen.
*
Uitsluitend monochroom display CT.
** Uitsluitend kleurendisplay 16/9.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 123 of 200

112 -
14-02-2005
113
-
14-02-2005
TMC-informatie ilteren
Met de functie "Inzoomen" kan de
schaal van de kaart als volgt worden
aangepast:
- 50 m/cm, 100 m/cm, 150 m/cm,
200 m/cm, 500 m/cm.
- 1 km/cm, 2 km/cm.
- 10 km/cm, 20 km/cm, 50 km/cm.
- 100 km/cm, 200 km/cm.
Dit wordt uitgevoerd door aan de
draaiknop te draaien.
Met behulp van deze functie kan:
- de beweging van de auto over de ingestelde route worden weerge-
geven als de navigatie actief is,
- worden ingezoomd op de kaart volgens dertien voorgeprogram-
meerde schalen,
- het snelmenu "Navigatie" worden
weergegeven.
"Volgen auto op kaart"
** Uitsluitend kleurendisplay 16/9.
Algemene beschrijving
toepassing "Kaart"**
De toepassing "Kaart" kan op twee
manieren worden weergegeven:
- "Volgen auto op kaart", waarbij als
de navigatie actief is rechts op het
scherm de beweging van de auto
gevolgd kan worden en links op het
scherm wordt ingezoomd op het
eerstvolgende kruispunt.
- "Selecteren-verplaatsen op kaart", waarbij gemaximaliseerd op het
scherm of verkleind in het rechter-
gedeelte van het scherm de kaart
en links op het scherm een kompas
wordt weergegeven.
Druk kort op de draaiknop en selec-
teer vervolgens de functie "Kaart ver-
plaatsen" of "Verlaat kaart-modus".
Op de kaart kunnen symbolen wor-
den weergegeven, die onderver-
deeld kunnen worden in de volgende
categorieën:
- "Overheid en veiligheid" op een grijze achtergrond,
- "Hotels, cafés en restaurants" op een gele achtergrond,
- "Overige commerciële instellingen" op een zachtpaarse achtergrond,
- "Cultuur, toerisme en voorstellin- gen" op een witte achtergrond,
- "Sportcentra en recreatieparken" op een groene achtergrond,
- "Transport en auto" op een blauwe achtergrond.
Selecteer voor het ilteren van
TMC-informatie in het menu "Ver-
keersinformatie TMC"
de functie
"TMC-informatie ilteren", waarna u
kunt kiezen uit:
- "Filteren op route" om uitsluitend verkeersinformatie met betrekking
tot de ingestelde route van het na-
vigatiesysteem weer te geven,
- "Filteren op incidenten" om uit- sluitend verkeersinformatie met
betrekking tot ongevallen, iles e.d.
weer te geven,
- "Geograisch ilter" om uitsluitend de verkeersinformatie van het
gebied rondom de auto of een be-
paalde plaats weer te geven.
Het is mogelijk meerdere ilters tege-
lijk te gebruiken.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 124 of 200

112 -
14-02-2005
113
-
14-02-2005
Vanuit het algemene menu biedt het
hoofdmenu "Kaart" verschillende
mogelijkheden voor de navigatie:
- inschakelen van de weergave
"Selecteren-verplaatsen op kaart".
- oriëntatie van de kaart naar het Noorden of naar de rijrichting van
de auto.
- centreren van de auto in de kaart.
- openen van op de kaart zichtbare menu's voor het selecteren van
diensten, zoals hotels, servicesta-
tions, enz.
- weergave van het venster voor het invoeren van de omschrijving om
de huidige positie van de auto op te
slaan in een kaart van de index.
Kaart
Met behulp van deze functie kan:
- een willekeurig punt op de kaart worden geselecteerd om een na-
vigatie naar dit punt op te starten
of om adresgegevens van dit punt
te verkrijgen (indien mogelijk het
postadres of anders de GPS-coör-
dinaten).
- met behulp van de vier pijlen die de windrichtingen (Noord, Oost, Zuid,
West) aangeven, de kaart verscho-
ven worden.
- worden ingezoomd op de kaart volgens dertien voorgeprogram-
meerde schalen.
- het snelmenu "Kaart" worden weer-
gegeven.
"Selecteren-verplaatsen op kaart"
Het aan de toepassing "Kaart" en
de functie "Selecteren-verplaatsen
op kaart" gekoppelde snelmenu ver-
schijnt in een bovenliggend venster
als deze toepassing actief is in het
basisscherm.
Het menu is beperkt tot de volgende
functies:
- weergave van informatie over de op de kaart geselecteerde plaats.
- selecteren van een bestemming door een plaats op de kaart te
selecteren.
- opslaan van een geselecteerde plaats (indien mogelijk het post-
adres of anders de GPS-coördi-
naten om deze in te voeren in een
kaart van het geheugen).
- inschakelen van de weergave "Volgen auto op kaart".
Snelmenu "Kaart"
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 125 of 200

116 -
14-02-2005
117
-
14-02-2005
Gebruiksadviezen
Sluit voor een goede ventilatie het
ventilatierooster voor matige lucht-
verdeling
10 niet af.
Als de binnentemperatuur zeer hoog
blijft nadat de auto lang in de zon
heeft gestaan, kunt u het passagiers-
compartiment kort ventileren.
Let erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het in-
terieur de uitstroomopening onder
de voorruit, de ventilatieroosters, de
luchtkanalen onder de voorstoelen
en de ventilatieopeningen in de ba-
gageruimte vrij blijven.
Dek de sensoren 2 en 9 niet af.
Bij het trekken van een zware aan-
hanger of bij zeer warm weer kan
de airconditioning tijdelijk worden
uitgeschakeld voor extra koeling van
de motor.
Sluit bij een sterke straling van de
zon de zonneschermen van de
achterportieren en de achterruit.
Sluit alle ruiten, zodat de airconditio-
ning effectief kan werken. 1
. Ventilatieroosters
middenconsole.
2 . Temperatuur- en vochtsensor.
3 . Regeling luchttoevoer
dashboardkastje (zie hoofdstuk
"Indeling interieur").
4 . Uitstroomopening beenruimte.
5 . Twee uitstroomopeningen onder
aan de middenconsole voor de
achterzitplaatsen.
6 . Zijventilatieroosters.
7 . Uitstroomopeningen
zijruitontwaseming.
8 . Uitstroomopeningen
voorruitontwaseming.
9 . Zonnesensor.
10 . Ventilatierooster matige
luchtverdeling.
VOLAUTOMATISCHE
AIRCONDITIONING
Het is aan te raden de automatische
regeling van de airconditioning te
gebruiken. Hiermee worden de lucht-
hoeveelheid, de binnentemperatuur,
de luchtverdeling, de eco-mode en
de luchtrecirculatie automatisch en
optimaal geregeld aan de hand van
signalen van verschillende sensoren
(buitentemperatuur-, binnentempe-
ratuur- en zonnesensor), zodat u
de instelling niet handmatig hoeft te
wijzigen. Bovendien meet een sen-
sor de vochtigheidsgraad, hetgeen
voorkomt dat de ruiten beslaan als
de airconditioning in werking is.
Matige luchtverdeling
Het ventilatierooster voor de matige
luchtverdeling, boven in de midden-
console, zorgt voor een gelijkmatige
verdeling van de luchtstroom, zonder
dat tocht optreedt, en voor een opti-
male temperatuur in het interieur.
Bij een koude motor duurt
het enige tijd voordat de
ventilatie optimaal werkt, om
te voorkomen dat er te veel
koude lucht verspreid wordt.
Het kan zijn dat de temperatuur bij
het instappen veel hoger of lager is
dan de ingestelde temperatuur. Het
heeft geen zin om de ingestelde tem-
peratuur aan te passen om sneller
de gewenste binnentemperatuur te
bereiken.
De automatische regeling van de
airconditioning werkt zodanig dat de
ingestelde temperatuur zo snel mo-
gelijk wordt bereikt.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 126 of 200

116 -
14-02-2005
117
-
14-02-2005
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 127 of 200

118 -
14-02-2005
119
-
14-02-2005
AUTOMATISCHE
AIRCONDITIONING MET
CENTRALE REGELING
Centrale regeling:
De tempera-
tuur, de luchtverdeling en de lucht-
opbrengst worden voor het gehele
interieur geregeld.
De symbolen en meldingen van de
verschillende instellingen van de au-
tomatische airconditioning verschij-
nen op het multifunctionele display.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Dek de temperatuur- en vocht-
sensor links van het dashboard-
kastje niet af. Deze sensor wordt
gebruikt voor de regeling van de
airconditioning.
Laat de airconditioning minimaal één
keer per maand 5 tot 10 minuten
werken om het systeem in perfecte
staat te houden.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval controleren door uw
PEUGEOT-servicepunt.
Opmerking: Condensvorming in de
airconditioning kan ertoe leiden dat
er zich een klein plasje water onder
de auto vormt, dit is een normaal
verschijnsel. Automatische regeling (AUTO)
Automatisch
programma -
comfort (1)
Druk op de toets "AUTO". Het ver-
klikkerlampje gaat branden. Op het
multifunctionele display wordt het
symbool "AUTO" weergegeven.
De airconditioning stelt zichzelf
automatisch inop de weergegeven
waarde.
De luchtverdeling, -opbrengst, -tem-
peratuur en -toevoer worden door het
systeem bijgeregeld om het comfort
en de luchtcirculatie in het interi-
eur optimaal te houden. U hoeft het
systeem niet zelf meer bij te regelen.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 128 of 200

118 -
14-02-2005
119
-
14-02-2005
Temperatuurrege-
ling (2)
De op het display weergegeven
waarde heeft betrekking op een be-
paald comfortniveau en niet op een
temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit (afhankelijk van de instel-
ling van het display).
F Druk op een van de pijltoetsen
(links of rechts) om de tempera-
tuur in te stellen.
Instelling op een waarde van onge-
veer 21 biedt een optimaal comfort.
Desgewenst kunt u een andere tempe-
ratuur instellen, waarbij het raadzaam
is de temperatuur op niet lager dan 18
en niet hoger dan 24 in te stellen.
De automatische regeling van de
airconditioning zorgt voor een opti-
male ventilatie van het interieur van
de auto.
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies
van de airconditioning handmatig in
te stellen.
Het verklikkerlampje van de toets
"AUTO" gaat uit.
In de handbediende stand kunnen
onaangename verschijnselen op-
treden (temperatuur, vocht, stank,
beslagen ruiten) en is het comfort
niet optimaal.
Bij het indrukken van de toets
"AUTO" zal het systeem weer vol-
ledig automatisch functioneren. Aanjager (3)
Luchtopbrengst
F Draai de knop 3
rechtsom om de
l u c h t o p b r e n g s t
te vergroten of
linksom om deze
te verkleinen.
Het symbool van de luchtopbrengst
(propeller) geeft de ingestelde waar-
de (gedeeltelijk) aan.
Zorg om te voorkomen dat de ruiten
beslaan en de luchtkwaliteit in het
interieur minder wordt, dat de lucht-
opbrengst voldoende groot is.
Uitschakelen van de
airconditioning
F Draai de knop 3
naar links om de
luchttoevoer te on-
derbreken.
Op het multifunctionele display wordt
het symbool "OFF" weergegeven.
Er wordt niets meer weergegeven op
het display en de verklikkerlampjes
gaan uit.
Alle functies van het systeem worden
uitgeschakeld, met uitzondering van
de achterruitverwarming.
Het thermische comfort (tempera-
tuur, vocht, geur, ontwaseming)
wordt niet meer geregeld.
Om de airconditioning weer in te
schakelen:
F Druk op de toets 1 of 2. Regeling
luchtverdeling (4)
Druk herhaaldelijk op de toets 4 of
houd deze ingedrukt om de lucht-
stroom in de gewenste richting te
sturen.
De symbolen (pijlen) geven de inge-
stelde luchtstroom aan op het multi-
functionele display. 5 De voorruit en zijruiten.
3 Ventilatie voor en achter.
6 Beenruimte voor en achter.
AUTO Automatische luchtverdeling.
Programma "zicht"
voorzijde (5)
In sommige gevallen (bijv. regen, veel
inzittenden, vorst) is het programma
"comfort" niet toereikend om de ruiten
condens- en ijsvrij te houden.
F Selecteer de toets van het pro-
gramma "zicht" voorzijde om de
ruiten snel te ontwasemen of ont-
dooien. Het verklikkerlampje gaat
branden.
Het systeem regelt de luchtopbrengst
en stuurt de optimale luchtstroom
naar de voorruit en de voorportier-
ruiten.
Het symbool van het programma
"zicht" wordt weergegeven op het
multifunctionele display.
Druk als het zicht voldoende is op de
toets 1 om naar de instellingen van
het programma "comfort" te gaan.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 129 of 200

120 -
14-02-2005
121
-
14-02-2005
Toevoer van
buitenlucht/
luchtrecirculatie in
interieur (6)
Met deze functie kan de toevoer van
buitenlucht bij stank- en stofoverlast
worden afgesloten.
F Druk herhaaldelijk op de toets
6 om de lucht in het interieur te
recirculeren of de automatische
luchttoevoer weer in te schake-
len. Het desbetreffende verklik-
kerlampje gaat branden:
- toevoer van buitenlucht met ge- bruik van aanjager.
- luchtrecirculatie in het interieur. Als gedurende lange tijd de lucht in het
interieur recirculeert, kunnen de
ruiten beslaan en kan de luchtkwa-
liteit in het interieur achteruitgaan.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen
als het echt nodig is.
De ingeschakelde stand wordt te-
vens weergegeven met een melding
op het multifunctionele display. F Druk op de toets 6 om terug te
keren naar de automatische lucht-
toevoer.
Bij een volgende rit zullen de in-
stellingen hetzelfde zijn. Achterruitverwar-
ming (7)
De achterruitverwarming werkt onaf-
hankelijk van de airconditioning.
F Druk bij draaiende motor op de
toets 7 om de achterruit- en bui-
tenspiegelverwarming in te scha-
kelen. Het verklikkerlampje gaat
branden.
Afhankelijk van de buitentempera-
tuur wordt de achterruit- en buiten-
spiegelverwarming automatisch
uitgeschakeld.
Druk opnieuw op de toets 7 of zet de
motor af om de achterruit- en buiten-
spiegelverwarming uit te schakelen. Extra verwarming "Webasto"*
Auto's uitgerust met een HDI motor
kunnen worden voorzien van een ex-
tra automatische verwarming om het
comfort te verbeteren.
Het is normaal dat bij stationair draai-
ende of stilstaande motor een lichte
luittoon en rook- en geurvorming
merkbaar zijn.
* Volgens land van bestemming.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page 130 of 200

120 -
14-02-2005
121
-
14-02-2005
Menu "CLIM"
Druk op de toets
"MENU" om naar het
algemene menu te
gaan en bevestig.
Op het multifunctionele display ver-
schijnt het "Algemeen menu" .
Selecteer het symbool van de air-
conditioning met de toetsen van het
bedieningspaneel. Op het multifunctionele display ver-
schijnt op de voorgrond het hoofd-
menu
"Airconditioning" .
U kunt de automatische airconditio-
ning weer inschakelen door op de
toets "AUTO" of de toets 3 op het
bedieningspaneel van de airconditio-
ning te drukken. Uitschakelen van de
airconditioning (AC-OFF)
Op het multifunctionele display ver-
schijnt het symbool
"AC OFF".
Als de airconditioning is uitgescha-
keld, zou de ingestelde temperatuur
niet meer bereikt kunnen worden en
zouden de ruiten kunnen beslaan.
Comfort 407 Sedan en 407 SW

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 200 next >