Peugeot 407 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 195

3COMFORT
52
Elektrische verstelling
Verstelling in lengterichting
Druk de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste stand te
verkrijgen.Hoogte- en hoekverstelling van de
zitting van de bestuurdersstoel
Hoogte
: beweeg de achterzijde van
de schakelaar omhoog of omlaag.
Hoekverstelling : beweeg de voor-
zijde van de schakelaar omhoog of
omlaag. Rugleuningverstelling
Beweeg de schakelaar naar voren of
achteren om de gewenste stand te
verkrijgen.
De elektrische verstelling van de bestuurdersstoel werkt tot 1 min uut na het afzetten van het contact.
Open het portier of zet het contact aan om de stoel weer te kunnen verstellen.

Page 52 of 195

3COMFORT
53
Hoogte- en hoekverstelling
hoofdsteunActieve hoofdsteun van de
voorstoelen
Dit systeem is ontworpen om een
whiplash te voorkomen.
Bij een aanrijding van achteren wordt
het lichaam tegen de stoel gedrukt,
waardoor de hoofdsteun naar voren
en omhoog komt en wordt voorkomen
dat het hoofd naar achteren knikt.
Armleuning vóór
Verstelling lendensteun
bestuurdersstoel
Stoelverwarming
0
: Uit.
1 : Laag. 2
: Gemiddeld.
3 : Hoog.
De hoofdsteunen moeten zijn geplaatst
en correct zijn afgesteld. De stand van
de hoofdsteun is juist als de bovenzijde
van de hoofdsteun zich ter hoogte van
de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de
hoofdsteunen zijn verwijderd.
Dit is gevaarlijk, mede omdat
losliggende hoofdsteunen bij
een noodstop kunnen veranderen in
gevaarlijke projectielen. Armleuning in een andere stand
zetten:

duw de hendel 1 omhoog.
De armleuning kan naar voren en
omhoog worden geklapt.
Duw de armleuning naar achteren
en druk op de bovenzijde van de
armleuning om deze weer in de
oorspronkelijke stand te zetten en te
vergrendelen.
Bedien de hendel om de gewenste
stand te verkrijgen.
Trek de hoofdsteun naar voren en
schuif deze vervolgens naar wens om-
hoog of omlaag.
Kantel de onderzijde naar voren of naar
achteren om de hoek van de hoofd-
steun te verstellen.
Zet, om de hoofdsteun te verwijderen,
deze in de hoogste stand, druk de lip
met behulp van een muntstuk omhoog
en trek de hoofdsteun gelijktijdig naar
voren en omhoog.
Steek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen in de openingen van de rugleu-
ning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft.
Draai bij draaiende motor aan
de knop. De temperatuur van de
stoelverwarming wordt automatisch
geregeld.

Page 53 of 195

3COMFORT
54
Opslaan van zitposities in het
geheugen*Opslaan met behulp van
de schakelaars van het
bestuurdersportier
Opslaan in het geheugen:
 zet de contactsleutel in de stand
contact,
 verstel de stoel en de spiegels,
 Druk op de toets M en vervolgens
binnen 4 seconden op de toets 1
“eerste opgeslagen stand” of op
de toets 2 “tweede opgeslagen
stand”.
Het opslaan in het geheugen wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand
annuleert de vorige, in het geheugen
opgeslagen stand. Oproepen van een opgeslagen
stand van de bestuurdersstoel en
de buitenspiegels
Bij stilstaande motor

Druk kort op de toets 1 of 2 om de
opgeslagen stand op te roepen. De
instelling wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Als een opgeslagen stand een aantal
keer achter elkaar is opgeroepen, zal
de functie worden uitgeschakeld totdat
de motor wordt gestart.
* In de loop van het jaar.
Bij draaiende motor

Houd de toets 1 of 2 ingedrukt totdat
de instelling van de opgeslagen
stand wordt bevestigd door het
geluidssignaal.
In het geheugen wordt de stand van de
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel
en de buitenspiegels opgeslagen.
U kunt twee verschillende standen
opslaan in het geheugen met behulp
van de toetsen
M/1 en M/2.

Page 54 of 195

3COMFORT
55
ACHTERBANK (SEDAN)
Opmerking: de zitting 1 kan (voorzich-
tig) worden verwijderd om de laadruim-
te te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de zitting in
om deze uit de klemmen te verwijde-
ren.
Terugplaatsen:

zet de rugleuning 2 rechtop en ver-
grendel deze (het rode vlak van knop
3 mag niet meer zichtbaar zijn),
 klap de zitting 1 neer,
 plaats de hoofdsteunen terug indien
u ze heeft verwijderd. Vergrendelen/ontgrendelen van de
toegang tot de bagageruimte via
van de achterbank
De toegang tot de bagageruimte vanuit
het interieur kan worden vergrendeld.
Het rode vlak van de knop
3 mag niet
meer zichtbaar zijn. Is dit nog wel het
geval, druk dan de achterbank goed
vast.
Plaats de contactsleutel in het slot 4.
Let erop dat voordat de rugleu-
ning wordt neergeklapt de gor-
dels niet worden vastgeklemd
en dat de gespen van de vei-
ligheidsgordels in de juiste gordelslui-
tingen zijn gestoken. Dit zorgt ervoor
dat bij het terugzetten van de achter-
bank in de normale stand de gordels
op de juiste plek terechtkomen.
Kantel om het linkerdeel of het rech-
terdeel van de achterbank neer te
klappen altijd eerst de zitting omhoog
alvorens de rugleuning neer te klap-
pen (om beschadiging te voorkomen):
 schuif indien nodig de voorstoel(en)
naar voren,
 zet de hoofdsteunen van de achter-
bank in de laagste stand of verwij-
der ze indien nodig.
Controleer of de veiligheidsgordel
langs de rand van de rugleuning loopt.
Controleer of de gespen van de bui-
tenste veiligheidsgordels in de gordel-
sluitingen zijn gestoken (de middelste
veiligheidsgordel mag niet zijn vastge-
maakt).
 til de zitting 1 aan de voorzijde op,
 klap de zitting 1 tegen de rugleu-
ning van de voorstoel(en),
 trek de knop 3 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen,
 klap de rugleuning 2 neer.

Page 55 of 195

3COMFORT
56
ACHTERBANK (407 SW)
 trek de knop 3 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen,
 klap de rugleuning 2 neer.
Opmerking: de zitting 1 kan
(voorzichtig) worden verwijderd om de
laadruimte te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de
zitting in om deze uit de klemmen te
verwijderen.
Terugplaatsen:
 zet de rugleuning 2 rechtop en
vergrendel deze (het rode vlak van
knop 3 mag niet meer zichtbaar
zijn),
 klap de zitting 1 neer,
 plaats de hoofdsteunen terug indien
u ze heeft verwijderd. Let erop dat voordat de
rugleuning wordt neergeklapt
de gordels niet worden
vastgeklemd en dat de gespen
van de veiligheidsgordels in de juiste
gordelsluitingen zijn gestoken. Dit
zorgt ervoor dat bij het terugzetten
van de achterbank in de normale
stand de gordels op de juiste plek
terechtkomen.
Kantel om het linkerdeel of het
rechterdeel van de achterbank neer te
klappen altijd eerst de zitting omhoog
alvorens de rugleuning neer te klappen
(om beschadiging te voorkomen):

schuif indien nodig de voorstoel(en)
naar voren,
 zet de hoofdsteunen van de
achterbank in de laagste stand of
verwijder ze indien nodig.
Controleer of de veiligheidsgordel
langs de rand van de rugleuning
loopt.
Controleer of de gespen van de
buitenste veiligheidsgordels in de
gordelsluitingen zijn gestoken (de
middelste veiligheidsgordel mag niet
zijn vastgemaakt).
 til de zitting B aan de voorzijde op,
 klap de zitting 1 tegen de rugleuning
van de voorstoel(en),

Page 56 of 195

3COMFORT
57
VERVOER VAN LANGE
VOORWERPEN (407 SW)
Achterbank (zie het desbetreffende
hoofdstuk):
 Klap de zitting naar voren,
 Verwijder de hoofdsteunen,
 Klap de delen van de rugleuning
naar voren.Opmerking: controleer bij het
terugzetten in de oorspronke-
lijke stand of de rugleuning van
de voorstoel en de delen van de
achterbankleuning goed zijn vergrendeld.
Voorschriften
- Het lange voorwerp moet op de rand van de rugleuning
van de voorstoel en de
zitting van de achterbank
rusten.
- Plaats geen voorwerpen zwaarder dan 30 kg op de rugleuning.
- Plaats geen voorwerpen die de rugleuning (kaartentas) van de
voorstoel kunnen beschadigen.
Passagiersstoel vóór:

Zet de rugleuning in een hoek van
ongeveer 25° naar achteren met de
hendel van de rugleuningverstelling
(zie het desbetreffende hoofdstuk).
 Trek de hendel A omhoog om de
rugleuning te vergrendelen.
 Duw, zonder de hendel A los te
laten, op de bovenzijde van de
rugleuning tot deze is neergeklapt.

Page 57 of 195

3COMFORT
58
“Met het gezicht in de rijrichting”
BEVESTIGEN VAN
EEN KINDERZITJE
MET EEN DRIEPUNTS
VEILIGHEIDSGORDEL
ALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed
aan veiligheidsvoorzieningen voor uw
kinderen, is hun veiligheid natuurlijk
ook afhankelijk van u zelf.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Volgens uitvoering.Middelste stand
Wanneer een kinderzitje met
de rug in de rijrichting
op de
passagiersstoel voor wordt
geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde** zijn uitgeschakeld.
Anders kan het kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken. Wanneer een kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting
op de passagiersstoel
voor wordt geplaatst, moet de stoel
van de auto in de middelste stand met
de rugleuning rechtop worden gezet en
mag de airbag aan passagierszijde**
niet worden uitgeschakeld.
Volg voor een optimale vei-
ligheid de volgende adviezen
op:
- sinds 1992, en conform Richtlijn 2000/3 dienen kinderen jonger
dan 12 jaar in gehomologeerde*,
aan het lichaamsgewicht
aangepaste kinderzitjes op met
veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen** uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot
2 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting
vanaf 2 jaar. “Met de rug in de rijrichting”

Page 58 of 195

3COMFORT
59
Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
“BRITAX
Babysure”
(E11 0344117)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. L2
“RÖMER
Baby-Safe”
(E1 03301146)
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg L3
“KIDDY Life”
(E1 03301135)
Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de
gordelbeschermer te gebruiken.
Groupes 2 et 3 : de 15 à 36 kg
L4
“RECARO Start” (E1 03301108). L5
“KLIPPAN Optima”
(E17 030007) Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van
Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen
worden vastgemaakt:
** Volgens uitvoering.
Airbag aan passagierszijde OFF**

Page 59 of 195

3COMFORT
60
BEVESTIGEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen
met de veiligheidsgordel van een universeel (a) goedgekeurd kind erzitje afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats
in de auto.
Plaats Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie
Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar 9 - 18 kg
(groep 1)
Van 1 tot ± 3 jaar 15 - 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ± 6 jaar 22 - 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel
vóór (c)
- vast
- in hoogte verstelbaar (R) U
U(R) U
U(R) U
U(R) U
U(R)
Buitenste
zitplaatsen achter U U U U
Middelste
zitplaats achter X X X X
a: Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto’s met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
b: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
c: Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u uw kind o p deze zitplaats installeert.
U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel geho mologeerd kinderzitje met de veiligheidsgordel, met de rug
in de rijrichting en/of met het gezicht in de rijrichting.
U (R) : als “U”, waarbij bovendien de stoel van de auto in de hoogste st and moet staan.
X : zitplaats niet geschikt voor het bevestigen van een kinderzitj e.

Page 60 of 195

3COMFORT
63
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet
met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor worden vervoerd,
behalve als de achterzitplaatsen al
bezet zijn door andere kinderen of
als de achterbank niet bruikbaar,
neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszijde*
uit zodra een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel wordt
geplaatst. Het kind kan anders bij het
afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.* Volgens uitvoering.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de
schouder van het kind liggen zonder
de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over
de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een
stoelverhoger met rugleuning
te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de
schouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter
in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten
zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten* om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten*
niet verder dan voor 1/3 deel geopend
worden.
Plaats zonneschermen om uw
jonge kinderen tegen de zon te
beschermen.
De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van
het kind in gevaar in geval van een
botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de speling ten opzichte van het
lichaam van het kind zoveel mogelijk
moet worden beperkt.
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje “met het gezicht in
de rijrichting” voor dat de rugleuning
van het zitje tegen de rugleuning van
de stoel van de auto aandrukt en dat
de hoofdsteun geen belemmering
vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op
om te voorkomen dat de hoofdsteun
door de auto vliegt bij krachtig
afremmen.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 200 next >