Peugeot 407 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 195

3COMFORT
61
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst
tussen de rug en de zitting van de
stoel.
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen* zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen.Bij een onjuist geplaatst
kinderzitje kan het kind bij
een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
* Volgens uitvoering.
407 SEDAN
407 SW De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor
een betrouwbare, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw
auto.
De
ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan de
onderste ringen A kunnen worden
verankerd.

Page 62 of 195

3COMFORT
62
ISOFIX KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
KIDDY ISOFIX RÖMER Duo ISOFIX MAXI COSI CabrioFix
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg Groep 1: van 9 tot 18 kg Groep 1: van 9 tot 18 kg Groep 0+: vanaf de
geboorte tot 13 kg
Achterin
Wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst. Wordt met het gezicht in de
rijrichting geplaatst.
De passagiersstoel vóór moet
in de middelste stand worden
gezet, met de rugleuning
rechtop.Wordt met het gezicht in de
rijrichting geplaatst. Dit zitje
is
uitsluitend bestemd voor
gebruik op de achterbank .
Wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst.
Het ISOFIX-onderstel is
voorzien van een in hoogte
verstelbare steun.
Deze steun dient tegen de
vloer van de auto te steunen.
Voorin (407 SW*)
Zorg ervoor dat de airbag aan
passagierszijde is uitgescha-
keld en schuif de stoel in de
voorste stand om er voor te
zorgen dat de rugleuning van
het zitje tegen of zo dicht mo-
gelijk op het dashboard zit. Zet
de stoel in de laagste stand.Voorin (407 SW*)
Zet de stoel in de laagste
stand.
Zorg ervoor dat de airbag
aan passagierszijde is
uitgeschakeld. Wordt zonder de bovenste
riem bevestigd.
Het zitje kan in drie standen
worden gezet: rechtop,
slaapstand en verlengd.
Verstel de voorstoel van de
auto om te voorkomen dat
de voeten van het kind de
rugleuning raken.
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen di
e niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in
dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts vei ligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
* Volgens uitvoering.

Page 63 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
64
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het
van binnenuit en van buitenaf openen
van de portieren.
Schakel de supervergrendeling niet
in als er nog iemand in de auto zit.
TOEGANG TOT DE AUTO EN
STARTEN MET DE SLEUTEL
MET AFSTANDSBEDIENING
Sleutels
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
de portieren, de achterklep en de
brandstofvulklep vergrendeld of
ontgrendeld worden en kunnen de
buitenspiegels in- en uitgeklapt worden
en los hiervan kan het dashboardkastje
geopend of gesloten worden, kunnen
de achterbankleuningen vergrendeld
of ontgrendeld worden voor toegang
tot de bagageruimte (407 Sedan) en
kan het contactslot worden bediend.
Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.Ontgrendelen

Druk op de knop C.
De richtingaanwijzers knipperen
snel en de buitenspiegels worden
uitgeklapt.
De functie “Inklappen van de
buitenspiegels” kan worden
uitgeschakeld door een PEUGEOT-
servicepunt.
Uitklappen/inklappen van de
sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit of
in te klappen.
Afstandsbediening ( 0523)
Met de afstandsbediening kunnen de-
zelfde functies als met de sleutel wor-
den uitgevoerd en kan het kofferdek-
sel (sedan) of de achterruit (407 SW)
op een kier worden gezet.
Met de afstandsbediening, die is geïn-
tegreerd in de sleutel, kan de auto op
afstand worden vergrendeld en ont-
grendeld.
Vergrendelen
 Druk op de knop B.
De richtingaanwijzers gaan ongeveer
twee seconden branden en de
buitenspiegels worden ingeklapt.
Druk lang op de knop B om ook de rui-
ten en het schuif-/kanteldak te sluiten. Ontgrendelen en op een kier zetten
van het kofferdeksel (sedan) of de
achterruit (407 SW)

Druk op de knop D.
Hierbij worden tevens de portieren
ontgrendeld.
Permanente vergrendeling van het
kofferdeksel (sedan)
Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via
de menu’s “persoonlijke
instellingen-configuratie”
en “Parameters van de
auto definiëren” van het
multifunctionele display.
 Druk op de knop D van de
afstandsbediening om alleen het
kofferdeksel te ontgrendelen.
Met de sleutel
 Vergrendel de auto (de richtingaan-
wijzers branden ongeveer twee se-
conden).
 Als de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals in de stand vergrendelen
wordt gedraaid, wordt de
supervergrendeling ingeschakeld
(de richtingaanwijzers branden
ongeveer twee seconden).
Opmerking: Als de auto is
vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat
binnen 30 seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.

Page 64 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
65
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT
Met de afstandsbediening
 Druk op de knop B om de auto te
vergrendelen (de richtingaanwij-
zers branden ongeveer twee se-
conden).
 Als de knop binnen 5 seconden
nogmaals wordt ingedrukt, wordt de
supervergrendeling ingeschakeld
(de richtingaanwijzers branden
ongeveer twee seconden).
HANDMATIG VERGRENDELEN
(NOODPROGRAMMA)
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij
een snelheid hoger dan 10 km/h).
Druk lang op de knop om deze functie
te activeren of uit te schakelen. WAARSCHUWINGSSIGNAAL
SLEUTEL
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog
in het contact zit, klinkt er een
geluidssignaal.
LOKALISEREN VAN DE AUTO
Als de auto is vergrendeld of als de
supervergrendeling is ingeschakeld,
kan deze op een parkeerplaats als
volgt gelokaliseerd worden:
 druk op de knop B van de
afstandsbediening, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten
knipperen gedurende enkele
seconden.
Opmerking:
Het rijden met
vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot
de auto voor de hulpdiensten
belemmeren.
Gebruik in dat geval de sleutel
of de afstandsbediening om
de auto te ontgrendelen.


Druk op de knop om de portieren en de
bagageruimte te ver- of ontgrendelen.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is de knop buiten werking. Bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier
te vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
Steek, om het portier te vergrendelen,
de sleutel in de schakelaar aan de
zijkant van het portier en draai de
sleutel rechtsom.

Page 65 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
66
BATTERIJ VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt dit aangegeven door een
geluidssignaal in combinatie met een
melding op het multifunctionele display
of door het pictogram service .
SYNCHRONISEREN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING
 Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele
seconden op de vergrendelingsknop
van de afstandsbediening.
 Zet het contact uit en verwijder
de sleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
Wip om de batterij te vervangen
het huis met een muntstuk bij het
oog los om bij de batterij te komen
(CR1620/3 V).
Als de afstandsbediening na het
vervangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroniseerd
worden. Gooi de batterij van de
afstandsbediening niet weg,
de batterij bevat metalen die
schadelijk zijn voor het milieu.
Lever de batterij in bij een speciaal
afvalstoffendepot.

Page 66 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
67
CODEKAART
De codekaart wordt u bij aflevering van
de auto samen met de twee sleutels
overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatiecode
die uw PEUGEOT-servicepunt nodig
heeft bij werkzaamheden aan de
elektronische startblokkering. De code
is afgedekt, verwijder de film alleen als
dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een veilige
plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u
een verre reis maakt en bewaar de
kaart bij uw persoonlijke documenten.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het
motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt
zo het starten van de motor bij een
inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering, waarna de
motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem
gaat het volgende verklikkerlampje
branden:
Pictogram
service
Pictogram
elektronische
startblokkering
of
Het pictogram verschijnt in combinatie
met een melding op het multifunctionele
display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.

Page 67 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
68
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode
is als streepjescode
aangegeven op het label bij
de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij
verlies snel voor nieuwe sleutels
zorgen.
De radiografische afstandsbedie-
ning is een gevoelig systeem; het is
raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om
te voorkomen dat de auto per onge-
luk ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet
functioneren als de sleutel in
het contactslot zit, zelfs als het
contact uitstaat, behalve voor het
synchroniseren.
Schakel de supervergrendeling niet
in als er nog iemand in de auto zit. Het rijden met vergrendelde
portieren kan in geval van nood
de toegang tot het interieur
belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel
met afstandsbediening mee als u
de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden
gesynchroniseerd.
Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de
codekaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT- servicepunt in het elektronische
geheugen worden opgeslagen,
zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.

Page 68 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
65
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT
Met de afstandsbediening
 Druk op de knop B om de auto te
vergrendelen (de richtingaanwij-
zers branden ongeveer twee se-
conden).
 Als de knop binnen 5 seconden
nogmaals wordt ingedrukt, wordt de
supervergrendeling ingeschakeld
(de richtingaanwijzers branden
ongeveer twee seconden).
HANDMATIG VERGRENDELEN
(NOODPROGRAMMA)
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij
een snelheid hoger dan 10 km/h).
Druk lang op de knop om deze functie
te activeren of uit te schakelen. WAARSCHUWINGSSIGNAAL
SLEUTEL
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog
in het contact zit, klinkt er een
geluidssignaal.
LOKALISEREN VAN DE AUTO
Als de auto is vergrendeld of als de
supervergrendeling is ingeschakeld,
kan deze op een parkeerplaats als
volgt gelokaliseerd worden:
 druk op de knop B van de
afstandsbediening, de plafonniers
gaan branden en de knipperlichten
knipperen gedurende enkele
seconden.
Opmerking:
Het rijden met
vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot
de auto voor de hulpdiensten
belemmeren.
Gebruik in dat geval de sleutel
of de afstandsbediening om
de auto te ontgrendelen.


Druk op de knop om de portieren en de
bagageruimte te ver- of ontgrendelen.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is de knop buiten werking. Bestuurdersportier
Steek de sleutel in het slot om het portier
te vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
Steek, om het portier te vergrendelen,
de sleutel in de schakelaar aan de
zijkant van het portier en draai de
sleutel rechtsom.

Page 69 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
67
CODEKAART
De codekaart wordt u bij aflevering van
de auto samen met de twee sleutels
overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatiecode
die uw PEUGEOT-servicepunt nodig
heeft bij werkzaamheden aan de
elektronische startblokkering. De code
is afgedekt, verwijder de film alleen als
dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een veilige
plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u
een verre reis maakt en bewaar de
kaart bij uw persoonlijke documenten.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het
motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt
zo het starten van de motor bij een
inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet
de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering, waarna de
motor gestart kan worden.
Bij een storing in het systeem
gaat het volgende verklikkerlampje
branden:
Pictogram
service
Pictogram
elektronische
startblokkering
of
Het pictogram verschijnt in combinatie
met een melding op het multifunctionele
display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.

Page 70 of 195

4TOEGANG TOT DE AUTO
68
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode
is als streepjescode
aangegeven op het label bij
de sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij
verlies snel voor nieuwe sleutels
zorgen.
De radiografische afstandsbedie-
ning is een gevoelig systeem; het is
raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om
te voorkomen dat de auto per onge-
luk ontgrendeld wordt.
De afstandsbediening kan niet
functioneren als de sleutel in
het contactslot zit, zelfs als het
contact uitstaat, behalve voor het
synchroniseren.
Schakel de supervergrendeling niet
in als er nog iemand in de auto zit. Het rijden met vergrendelde
portieren kan in geval van nood
de toegang tot het interieur
belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel
met afstandsbediening mee als u
de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden en
moet in dat geval opnieuw worden
gesynchroniseerd.
Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de
codekaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT- servicepunt in het elektronische
geheugen worden opgeslagen,
zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de
enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 200 next >