Peugeot 407 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 241 of 247

224
11
22
11
22
33
22
11
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het verschijnen van een venster op het multifunctionele display. Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en de auto. Deze procedure kan gestart worden via het telefoonmenu van de auto of via het toetsenbord van de telefoon, zie hiervoor de eerder beschreven stappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te koppelen telefoon. Het audiosysteem wordt automatisch verbonden met d e zojuist gekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op de toets OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gespr ekken of Adresboek.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om toegang te krijgen tot uw adresboek. Of Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
BELLEN
STREAMING BLUETOOTH-AUDIO
(IN DE LOOP VAN HET JAAR BESCHIKBAAR)
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de te lefoon naar het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteune n.
* In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het toetsenbord worden geactiveerd. ** Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron Streaming door op de toets SOURCE * te drukken. Via de toetsen op het bedieningspaneel van de radio en de bediening op het stuurwiel kunt u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken aansturen ** . De informatie over de muziekstukken kan op het display worden weergegeven.
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH

Page 242 of 247

225
1
22
33
44
5
66
77
88
07 CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pijltoetsen de functie PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE. Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie CONFIGURATIE BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Druk op de toets om de selectie te bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie DATUM EN TIJD INSTELLEN.
Stel de parameters één voor één in door deze te bevestigen met de toets OK. Selecteer vervolgens de knop OK op het scherm om de instellingen te bevestigen.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY C

Page 243 of 247

226
9
08
Al Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar meermaals wordt ingedrukt, worden de verschillende functies van de boordcomputer achtereenvolgend weergegeven op het display.
- het tabblad “ auto ” met: 

Page 244 of 247

227
123
23
1
2
3
4
3
4
3
4
2
3
4
3
4
3
3
3
2
1
2
2
1
2
3
2
3
4
4
4
4
4
4
09
3
3
3
2
3
3
3
3
3
datum en tijd instellen
dag/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze cyclus 12u/24u
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
BOORDCOMPUTER
BASISFUNCTIE
* De parameters variëren afhankelijk van de auto (zie hoofdstuk “Multifunctionele displays”).
KEUZE A keuze A1 keuze A2 KEUZE B...
RDM-functie (random)
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE FM
RDS-functie
inschakelen/uitschakelen
REG-functie
inschakelen/uitschakelen
weergave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE CD-AUDIO
RPT-functie (CD herhalen)
inschakelen/uitschakelen
VOER AFSTAND TOT BESTEMMING IN
afstand: ... km
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
diagnose
regeling weergave
normale weergave
omgekeerde weergave
regeling helderheid (- +)
STATUS VAN FUNCTIES *
functies ingeschakeld of uitgeschakeld
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
TAALKEUZE
deutsch
english
español
français
italiano
nederlands
portugais
portugais-brasil
display C display C

Page 245 of 247

228
1
2
3
2
1
2
3
3
1
2
2
2
2
1
2
1
2
2
AIRCONDITIONING
UITSCHAKELEN AIRCONDITIONING (A/C OFF)
TELEFOON
BLUETOOTH CONFIGURATIE
TOESTEL KOPPELEN/AFKOPPELEN
Telefoonfunctie
Audio streaming functie
RAADPLEGEN GEKOPPELDE APPARATEN
VERWIJDEREN GEKOPPELD TOESTEL
ZOEKEN VIA BLUETOOTH
BEHEER VAN EEN GESPREK
HUIDIGE GESPREK BEËINDIGEN
INSCHAKELEN MUTEFUNCTIE
BELLEN
LOGBOEK VAN OPROEPEN
INDEX
CENTRALE REGELING Li-Re
activeren/deactiveren

Page 246 of 247

229
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer “Geen” te selecteren en de functie Loudness in de stand “Actief” te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand “Inactief” te zetten als de radio is geselecteerd.
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-ins tellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor el ke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluid skwaliteit hoorbaar zijn.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst. - Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd. - Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio. - De CD-speler van de autoradio kan geen DVD’s afspelen. - De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD’s is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afsp elen.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden d ie niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
Op het display wordt de melding “Storing USB-randapparatuur” weergegeven.
Laad de batterij van de randapparatuur op. De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag.
De USB-stick wordt niet herkend. De stick is misschien defect. Formateer de stick opnieuw.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
VEELGESTELDE VRAGEN
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD’s van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op. ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluids sfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.

Page 247 of 247

230
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen verkeersinformatie te horen.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzende n.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergar ages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoor beeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat. Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco -modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de a uto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De melding “het audiosysteem is oververhit” verschijnt op het display.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hog e omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250