PEUGEOT 5008 2013 Instructieboekje (in Dutch)
Page 31 of 364
29
CO
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen * :
- inschakelen van de ruitenwisser ach-
ter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie hoofdstuk "Zicht"),
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd-
stuk "Openen"),
- follow me home-verlichting en instap-
verlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk "Zicht"),
- bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- elektrische parkeerrem of handrem
(zie hoofdstuk "Rijden").
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portu-
gues, Türkçe * .
Het algemene menu en de
bijbehorende functies zijn uit-
sluitend toegankelijk bij stil-
staande auto, via de toetsen
1
tot en met 4
.
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer
is uitsluitend toegankelijk bij rijdende
auto, via de toetsen 2
en 3
(zie para-
graaf "Boordcomputer").
Algemeen menu
)
Druk op toets 1
voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".
)
Druk op toets 2
of 3
om op het
scherm te verplaatsen.
)
Druk opnieuw op toets 1
om de keu-
ze te bevestigen.
*
Volgens land van bestemming.
VERKLIKKERLAMPJES
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen
gaan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen con-
stant branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes
heeft beide mogelijkheden. Of het
constant branden of knipperen van
een verklikkerlampje duidt op een
storing, is afhankelijk van de wer-
kingsfase van de auto.
De verklikkerlampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Page 32 of 364
30
CO
Voorgloeien
dieselmotor
permanent. Het contactslot staat in de
tweede stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje is gedoofd.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar
omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar
omhoog beweegt.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Parkeerlichten
permanent. De lichtschakelaar staat in
de stand "Parkeerlichten".
Dimlicht
permanent. De lichtschakelaar staat in
de stand "Dimlicht".
Grootlicht
permanent. Als u de lichtschakelaar naar
u toe trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen
vóór
permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om
de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen.
Elektrisch
bediende
handrem
permanent. De elektrisch bediende
handrem is aangetrokken.
Zet de elektrisch bediende handrem vrij zodat het
controlelampje uitgaat: trap het rempedaal in en trek
aan de hendel van de elektrisch bediende handrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrisch bediende handrem.
Page 33 of 364
31
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent. De functies "automatisch
aantrekken" (bij het
afzetten van de motor) en
"automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van bestemming) via het confi guratiemenu van
de auto of raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt aangetrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor de noodontgrendeling
handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de
desbetreffende rubriek.
Voet op het
rempedaal
permanent. Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap het rempedaal in om de motor te
starten (bij de gestuurde handgeschakelde
zesversnellingsbak met de selectiehendel in
stand N , en bij de automatische transmissie de
selectiehendel in stand P ).
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal
in te trappen, blijft dit verklikkerlampje branden.
knippert.
Als u de auto met een
gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak op een helling te
lang probeert tegen te houden
door het gaspedaal in te trappen,
raakt de koppeling oververhit.
Gebruik het rempedaal en/of de elektrische
parkeerrem.
Parkeerplaatsassistent
permanent. De parkeerplaatsassistent is
geactiveerd. Druk op de desbetreffende toets om de functie
uit te schakelen.
knippert. Het systeem meet de
beschikbare ruimte. Als de meting is gedaan, gaat het lampje
constant branden.
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand
gezet (verkeerslicht, stopbord,
opstopping, enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt
automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert
enkele
seconden
en gaat dan
uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch
in de START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand
de rubriek "Stop & Start".
Page 34 of 364
32
CO
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " OFF
".
De frontairbag aan
passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een
kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de
frontairbag aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen
kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(
CDS/ASR
)
permanent. De toets linksonder op
het dashboard wordt
ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat
branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.
CDS: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt
het automatisch opnieuw ingeschakeld bij
snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 35 of 364
CO
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing
in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een
melding op het multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
STOP
permanent, alleen of in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en een
melding op het display.
Dit waarschuwingslampje
brandt bij een ernstige
storing in het remsysteem,
de stuurbekrachtiging, het
motoroliecircuit, het koelcircuit
en bij een lekke band. Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil, want de motor kan
onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats
Service
brandt tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek controlelampje gaat
branden.
Identifi ceer de storing met behulp van de melding
op het display, bijvoorbeeld:
- het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap,
- het motorolieniveau,
- het niveau van de ruitensproeiervloeistof,
- de batterij van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- vervuiling van het roetfi lter (diesel),
- ...
Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen
specifi ek controlelampje gaat
branden. Identifi ceer de storing met behulp van
de melding op het display en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
FAP:
roetfi lter
dieselauto
permanent, enige tijd
in combinatie met
de melding "Kans op
verstopping roetfi lter". Geeft aan dat het roetfi lter
verstopt begint te raken. Regenereer het roetfi lter, als de
verkeersomstandigheden het toelaten, door
met een snelheid van minimaal 60 km/h te
rijden tot het verklikkerlampje Service dooft.
permanent.
Geeft aan dat het minimumniveau
van het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir zo snel mogelijk bijvullen door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 36 of 364
34
CO
Elektrische
parkeerrem
knippert. Het aantrekken van de
elektrische parkeerrem is
onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten
werkt niet.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizonale
ondergrond, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Storing
elektrische
parkeerrem
permanent. Storing in de elektrische
parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
De rem kan handmatig worden
vrijgezet volgens de procedure voor de
noodontgrendeling.
Raadpleeg voor meer informatie
over de elektrische parkeerrem de
desbetreffende rubriek.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Remsysteem
permanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te
laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door PEUGEOT voorgeschreven
remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met
het storingslampje
van de elektrische
parkeerrem, indien
deze is vrijgezet. Er is een storing in het
remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in
veilige omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats
+
permanent, in combinatie
met het STOP-LAMPJE en
het ABS-lampje.
Er is een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid
en raadpleeg zo snel mogelijk
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 37 of 364
35
CO
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem.
Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling.
Het verklikkerlampje moet doven als de motor
wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden
zit er nog ongeveer 6 liter
brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de
tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te
voorkomen dat u met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het
aanzetten van het contact branden zolang
er niet voldoende brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter .
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem
en het injectiesysteem beschadigd raken.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuur
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de
koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen,
raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Motoroliedruk
permanent. Er is een storing in de
motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent.
Storing in het CDS-/ASR-systeem,
tenzij deze is uitgeschakeld (toets
ingedrukt en verklikkerlampje van
de toets brandt). Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 38 of 364
36
CO
Laadstroom
accu
permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor
uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het
geval is.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie met
een in volume toenemend
geluidssignaal.
De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast
in de gesphouder.
Veiligheidsgordel
achter niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.
Eén of meerdere
achterpassagiers hebben
de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Een of meer
portier e
n
geopend
permanent, bij een snelheid
lager dan 10 km/h.
Een portier, de achterklep,
het onderste deel van de
achterklep of de motorkap
(uitsluitend met alarm) is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in
een van de airbags
of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Aanwezigheid
water in
brandstof
permanent. Er bevindt zich water in het
brandstoffi lter.
Risico van beschadiging van het inspuitsysteem bij
dieselmotoren.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 39 of 364
37
CO
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
- zone A
, is de temperatuur in orde,
- zone B
, is de temperatuur te hoog.
Het waarschuwingslampje te hoge
koelvloeistoftemperatuur 1
gaat
branden in combinatie met het
waarschuwingslampje STOP
, een
geluidssignaal en een melding op
het display. De temperatuur en de druk in het koel-
circuit beginnen na enkele minuten rij-
den te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
)
wacht tot de motor is afgekoeld,
)
draai de dop twee omwentelingen
los om de druk te laten dalen,
)
verwijder vervolgens de dop,
)
vul bij tot aan het merkteken
"MAXI".
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de mo-
tor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
permanent. De bandenspanning van een
of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude
banden te worden uitgevoerd.
Page 40 of 364
38
CO
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoe-
veel kilometer u nog verwijderd bent
van de eerstvolgende onderhoudscon-
trole volgens het onderhoudsschema
van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend op ba-
sis van het aantal afgelegde kilometers
vanaf de laatste nulstelling van de on-
derhoudsindicator.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhouds-
sleutel branden. De kilometerteller geeft
de resterende kilometers tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel
; de tel-
ler geeft weer de kilometerstand en de
stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkort on-
derhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, ver-
schijnt er geen onderhoudsinformatie
op het display.