PEUGEOT 5008 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 404

1
Controle tijdens het rijden
29

Parameters van de auto

In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen * :


- inschakelen van de ruitenwisser achter als
de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
(zie de rubriek "Zicht"),

- selectieve ontgrendeling (zie de rubriek
"Toegang tot de auto"),

- follow me home-verlichting en
instapverlichting (zie de rubriek "Zicht"),

- sfeer verlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),

- bochtverlichting (zie de rubriek "Zicht"),

- automatische parkeerrem (zie de rubriek
"Rijden").



Keuze van de eenheden

In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit) en
verbruik (l/100 km, mpg of km/l).





Ta a l k e u z e

In dit menu kunt u de weergave van de taal
kiezen.


Algemeen menu



)
Druk op toets 1
voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:


- "Parameters van de auto",

- "Taalkeuze",

- "Keuze van de eenheden".

)
Druk op toets 2
of 3
om op het scherm te
verplaatsen.

)
Druk opnieuw op toets 1
om de keuze te
bevestigen.



Het algemene menu en de bijbehorende
functies zijn uitsluitend toegankelijk bij
stilstaande auto, via de toetsen 1
tot en
met 4
.
Boven een bepaalde snelheid verschijnt
een melding op het display die aangeeft
dat toegang tot het algemene menu
onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer is
uitsluitend toegankelijk bij rijdende auto,
via de toetsen 2
en 3
(zie paragraaf
"Boordcomputer").

*
Volgens land van bestemming.

Page 32 of 404

Controle tijdens het rijden
30






Richtingaanwijzer
links


knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.







Richtingaanwijzer
rechts


knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.



Verklikkerlampjes ingeschakelde functies

De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.



Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen








Parkeerlichten


permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".








Verklikkerlampjes


Bij het aanzetten van het contact

Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.


Bijbehorende waarschuwingen

Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele display.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem
(ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing
(waarschuwingslampje).
Verklikkerlampjes kunnen constant
branden of knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes heeft
beide mogelijkheden. Of het constant
branden of knipperen van een
verklikkerlampje duidt op een storing,
is afhankelijk van de werkingsfase van
de auto.

Page 33 of 404

1
Controle tijdens het rijden
31






Voorgloeien
dieselmotor

permanent. Het contactslot staat in de tweede
stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje is gedoofd.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.






Dimlicht

permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht".







Grootlicht

permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.






Mistlampen vóór

permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.






Mistachterlichten


permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.




Elektrisch
bediende
handrem


permanent. De elektrisch bediende handrem is
aangetrokken. Zet de elektrisch bediende handrem vrij zodat het
controlelampje uitgaat: trap het rempedaal in en trek
aan de hendel van de elektrisch bediende handrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrisch bediende handrem.

Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen

Page 34 of 404

Controle tijdens het rijden
32


Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen






Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem


permanent. De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als de parkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken of vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem de desbetreffende rubriek.




Voet op het
rempedaal


permanent. Het rempedaal is niet ingetrapt. Trap het rempedaal in om de motor te starten (bij
de elektronisch gestuurde versnellingsbak met de
selectiehendel in stand N
, en bij de automatische
transmissie de selectiehendel in stand P
).
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, blijft dit verklikkerlampje branden.

knippert. Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert tegen te
houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling over verhit . Gebruik het rempedaal en/of de elektrische
parkeerrem.


Parkeerplaatsassistent



permanent. De parkeerplaatsassistent is
geactiveerd. Druk op de desbetreffende toets om de functie uit te
schakelen.

knippert. Het systeem meet de beschikbare
ruimte. Als de meting is gedaan, gaat het lampje constant
branden.




Stop & Start


permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.

knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "Stop & Start".

Page 35 of 404

1
Controle tijdens het rijden
33








Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies

De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.



Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen








Passagiersairbag


permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " OFF
".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de
"rug in de rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".

Page 36 of 404

Controle tijdens het rijden
34








Waarschuwingslampjes

Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende
systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het
multifunctionele display wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.



Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen





STOP




permanent, alleen
of in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding op het
display.
Dit waarschuwingslampje brandt
bij een ernstige storing in het
remsysteem, de stuurbekrachtiging,
het motoroliecircuit of het koelcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil,
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats




Service


brandt tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display, bijvoorbeeld:


- het geopend zijn van de portieren, de achterklep
of de motorkap,

- een laag motorolieniveau,

- een laag ruitensproeiervloeistofniveau,

- een lege batterij van de afstandsbediening,

- vervuiling van het roetfilter (diesel),
Ga om het roetfilter te regenereren, als de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van meer dan 60 km/h rijden tot het lampje dooft.

- een storing in het controlesysteem voor de
bandenspanning,

- ...
Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.

permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.

Page 37 of 404

1
Controle tijdens het rijden
35



Elektrische
parkeerrem
knippert. Het aantrekken van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizontale ondergrond,
schakel een versnelling in (auto met automatische
transmissie: zet de selectiehendel in de stand P
), zet
het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.



Storing
elektrische
parkeerrem
permanent. Storing in de elektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem de desbetreffende rubriek.

Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen








Remsysteem


permanent, in
combinatie met het
STOP-lampje. Het remvloeistofniveau is te laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden.
Vul het niveau bij met de door PEUGEOT
voorgeschreven remvloeistof.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.

+
permanent, in
combinatie met
het storingslampje
van de elektrische
parkeerrem, indien
deze is vrijgezet. Er is een storing in het remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats

+
permanent, in
combinatie met het
STOP-LAMPJE en het
ABS-lampje. Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige
omstandigheden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.






Antiblokkeersysteem
(ABS)


permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.

Page 38 of 404

Controle tijdens het rijden
36


Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen






Zelfdiagnose
motor


knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.

permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.






Laag
brandstofniveau

permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 6 liter brandstof in de
tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter .
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.






Te h o g e
koelvloeistoftemperatuur



permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.





Dynamische
stabiliteitscontrole



(CDS/ASR)


knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.

permanent. Storing in het CDS-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Page 39 of 404

1
Controle tijdens het rijden
37






Motoroliedruk


permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.






Laadstroom
accu


permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.

Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen








Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt

permanent, en
knippert vervolgens
in combinatie met een
in volume toenemend
geluidssignaal. De bestuurder en/of de voorpassagier
heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.


Veiligheidsgordel
achter niet
vastgemaakt /
losgemaakt



permanent, en knippert
ver volgens in
combinatie met een
in volume toenemend
geluidssignaal.
Eén of meerdere achterpassagiers
hebben de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.






Een of meer
portier e
n
geopend

permanent, bij een
snelheid lager dan
10 km/h. Een portier, de achterklep, het
onderste deel van de achterklep of
de motorkap (uitsluitend met alarm) is
niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.

permanent in
combinatie met een
geluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan
10 km/h.

Page 40 of 404

Controle tijdens het rijden
38


Controlelampje


brandt


Oorzaak


Acties / Opmerkingen








Bochtverlichting


knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.




Bandenspanning
te laag


permanent. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.

+
knipperend
en vervolgens
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service. Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.






Airbags


tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.

permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.






Aanwezigheid
water in
brandstof


permanent. Er bevindt zich water in het
brandstoffilter. Risico van beschadiging van het inspuitsysteem bij
dieselmotoren.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 410 next >