Peugeot 508 Hybrid 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 340

4
109
Rijden
SituatiesGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
) parkeer de auto en zet het contact uit,
)
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,
)
zet het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de elektrische parkeerrem
gaan branden.

Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.

Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
) zet het contact aan,
)
houd de hendel ongeveer 3 seconden ingedrukt en laat de hendel weer los.
Als het controlelamp
je van de elektrische parkeerrem knippert of als de verklikkerlampjes niet
gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze procedures niet. Parkeerde auto op r
een vlakke ondergrond en laat het systeem controleren door het PEUGEOT- net wer k of
door een
gekwalificeerde werkplaats.
en/of

knipperend.

Weergave van de melding " Storing parkeerrem " en branden van devolgende verklikkerlampjes:

- Alleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de
motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.

- Het handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is nietbeschikbaar.
en
/of
knipperend.
Weer
gave van de melding "Storing accu"
.

- Zet de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige
verkeer
) en beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een
wielblok achter een wiel).

- Trek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.

Page 112 of 340

110
Rijden





Handbediende parkeerrem
)Trek de hefboom van de parkeerrem aanom uw auto stil te zetten.


Vrijzetten
)
Trek de hefboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag.
Draai bij het parkeren van de auto op een helling de wielen vast tegen hettrottoir, trek de parkeerrem aan, schakel een versnelling in bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak of zet de selectiehendel in de standP
bij auto's met een automatische transmissie, en zet het contact uit.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP branden
in combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het
instrumentenpaneel, geeft dit aan dat de
parkeerrem nog (iets) is aangetrokken.

Page 113 of 340

4
111
Rijden
Schakel de achteruitversnelling alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het star tenvan de motor te vergemakkelijken:- zet de versnellingshendel altijd inde neutraalstand,- trap het koppelingspedaal in.









Handgeschakelde
6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5 eof de
6 eversnelling
) Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5 eof de 6e versnelling in te schakelen.

Schakel de achteruitversnelling alleenin als de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van de motor te vergemakkelijken:


- zet de versnellingshendel altijd in de neutraalstand,

- trap het koppelingspedaal in.








Handgeschakelde
5-versnellingsbak
)Beweeg de versnellingshendel naar rechtsen vervolgens naar achteren.


Inschakelen van de
achteruitversnelling
Inschakelen van de
achteruitversnelling
)
Trek de ring onder de pookknop omhoogen beweeg de versnellingshendel eerst
n
aar links en dan naar voren.

Page 114 of 340

112
Rijden











Opschakelindicator *
Werking
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u rustig rijdt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op teschakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale versnelling hangtnamelijk altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor hetal dan niet opvolgen van een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
*
Afhankeli
jk van de motoruitvoering.

- U ri
jdt in de derde versnelling.
V
oorbeeld:

- U trapt het
gaspedaal geleidelijk in.
- Het s
ysteem kan u in dit geval adviseren een hogere versnelling in te schakelen.

De informatie wordt in de vorm van een pi
jl
op het instrumentenpaneel weergegeven, incombinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling.

In rijsituaties waarin veel van de motor wordt gevraagd (diep intrappen van hetgaspedaal, bijvoorbeeld tijdens eeninhaalmanoeuvre...) zal het systeem geen schakeladvies geven. Het systeem zal u nooit adviseren om:


- de eerste versnelling in teschakelen,


- de achteruitversnelling in te schakelen,

- terug te schakelen.

Page 115 of 340

4
113
Rijden

Bij deze automatische transmissie met 6 versnellingen kunt u kiezen voor automatischschakelen, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw, of voor handmatig schakelen.
Deze transmissie heeft dus vier gebruiksmogelijkheden:

-
automatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,

- programma Sport
: dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijlmogelijk,-programma Sneeuw
: dit schakelprogramma vereenvoudigt het rijden op een ondergrond met weinig grip, -handmatig schakelen
: deze stand maakthet zelf schakelen met de selectiehendelmogelijk.
















Automatische transmissie "TipTronic - System Porsche"
1.
Toets programma "S"(Sport).2.Toets programma "7
" (Sneeuw) .




Selectiehendel Schakel
patroon
P.Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
-
Starten van de motor.
R. Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.N.Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
- Starten van de motor.D.
Automatische werking.


Flippers aan de stuurkolom
+.
Flipper om op te schakelen, rechts achter het stuurwiel. )
Beweeg de flipper "+"
naar u toe om op teschakelen. -.
Flipper om terug te schakelen, links achter het stuurwiel. )
Beweeg de flipper "-"
naar u toe om terugte schakelen.


Met de flippers is het niet mogelijk deneutraalstand en de achteruitversnelling
in te schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen.
M.+ / -
Zelf schakelen tussen de zes
versnellingen.
) Beweeg de selectiehendel kor t naar
achteren om op te schakelen.
of )
Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om terug te schakelen.

Page 116 of 340

114
Rijden
Weergave op het
instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnthet desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. P. Parking (parkeerstand)R
. Reverse (achteruitversnelling)N.
Neutral (neutraalstand)D.
Drive (automatisch schakelen)
S.Programma Sport7
. Programma Sneeuw1 t /m 6.
Ingeschakelde versnelling bijhandmatig schakelen-.Ongeldige waarde bij handmatig schakelen
)
Trap het rempedaal in en selecteer destand Pof N.)
Star t de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van hetinstrumentenpaneel.) Trap bij draaiende motor het rempedaal in.)
Zet de parkeerrem vrij als deze niet in deautomatische stand staat.)
Selecteer de stand R
, D
of M,)
Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.


Wegrijden

Als de motor stationair draait, hetrempedaal is losgelaten en de stand R
, D
of Mis geselecteerd, zet de auto zich zelfs al in beweging als het gaspedaalniet is ingetrapt.

Laat bij draaiende motor daarom geenkinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en selecteer de stand Pindien er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.


Als tijdens het rijden per ongeluk destand N
wordt geselecteerd, laat hetmotortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in destand D
en trap het gaspedaal weer in.

Page 117 of 340

4
115
Rijden

Zet de selectiehendel nooit in de standN
als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de standP
of R
als de auto niet volledig stilstaat.


Automatisch
schakelpro
gramma
)Selecteer de stand D om automatischte laten schakelen tussen de zes
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellin
gsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de wegen de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzigen, moet het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het maximumtoerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat.
Programma's Sport en
Sneeuw
g
Sport "S"
) Druk op de toets "S"
als de motor isgestart.
Het schakelprogramma maakt dan automatisch
een d
ynamische rijstijl mogelijk.

Op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding S.
Sneeuw " 7 "
)
Druk op de toets "7" als de motor is gestart.
De transmissie past zich aan voor het rijden opgladde wegen. Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weinig grip.

Op het instrumentenpaneel verschijnt
de aanduiding 7 .
Terugkeren naar hetautomatische programma
)
Om terug te keren naar het automatische
programma kunt u het programma Sport
of Sneeuw op elk gewenst momentuitschakelen door opnieuw op de
desbetreffende toets (S of " 7
") te drukken.

Deze twee specifieke pro
gramma's vullen deautomatische werking aan onder bijzondere rijomstandigheden.

Kruipfunctie (rijden zonder
gasgeven)


Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage snelheid soepeler (inparkeren, filerijden, ...).
Als de motor draait, de parkeerrem is vrijgezeten de stand D, Mof R
is geselecteerd, zet de auto zich langzaam in bewegingzodra uhet rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het
gaspedaal bedient).
Uit veiligheidsoverwegingen wordt deze functie
alleen geactiveerd als u het rempedaal intrapt
tijdens het inschakelen van de stand D , de stand M
of de stand R.
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra het
bestuurdersportier wordt geopend. Sluit om de functie weer in te schakelen het portier en trap
het rempedaal of gaspedaal in.
Laat bij draaiende motor nooit kinderenalleen in de auto achter.

Page 118 of 340

116
Rijden
Handmatig schakelen
)Selecteer de stand M om sequentieel
te
schakelen in de zes versnellingen. )Trek de selectiehendel naar het symbool +
om één versnelling op te schakelen. )Duw de selectiehendel naar het symbool -om één versnelling terug te schakelen.Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto enhet toerental van de motor dit toestaan,anders wordt er tijdelijk overgegaan op de automatische bediening.

Op het instrumentenpaneel verdwijnt
de aanduiding Den verschijnen
achtereenvolgens de ingeschakelde
versnellingen.

Onjuiste waarde bij handmatigebediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).



Parkeren van de auto

Voordat u de motor afzet, kunt u de selectiehendel in de stand P
of N
bewegen om de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om
de auto te blokkeren (als de parkeerrem niet in
de automatische stand staat).

Storing
Bij aangezet contact wordt eenmelding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven die duidt op eenstoring in de transmissie.
In dit geval werkt de transmissie met een
noodpro
gramma en blijft de 3e versnellingingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
waarnemen bij het selecteren van R vanuit de stand RP , of PPR vanuit de stand RN . Dit is niet gevaarlijk voor de transmissie.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en ver volgens wordt de werkelijk
in
geschakelde versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van de stand D (rijden in deautomatische stand) naar de stand M
(rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest deautomatische transmissie automatisch de stand M1.De programma's Sport en Sneeuw kunnenniet worden ingeschakeld in de handbediende stand.
De automatische transmissie kan beschadigd raken:


- als u het gaspedaal en hetrempedaal gelijktijdig intrapt,

- als u, indien de accu geen stroomlever t, de selectiehendel vanuit de stand P
geforceerd naar een andere stand schakelt.

Als de selectiehendel niet in de standP
staat, klinkt bij het openen van hetbestuurdersportier of na ongeveer 45 seconden een geluidssignaal en verschijnt een melding op het display.)Zet de selectiehendel in de stand P
; het geluidssignaal stopt en de melding verdwijnt.




Zet, om het brandstofverbruik tijdenslangdurig stilstaan met draaiende motor (file...) te beperken, de selectiehendel in de stand Nen trek de parkeerrem aan, behalve als deze in de automatische stand staat.

Page 119 of 340

4
117
Rijden














2Tronic versnellingsbak met 6 versnellingen


Bij de 2Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak met6 versnellingen kunt u kiezen tussen
automatisch schakelen en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft tweegebruiksmogelijkheden: -automatischebediening, waarbij het
op- en terugschakelen volledig automatisch
wordt
geregeld,

- handmatige
bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
Bi
j de automatische bediening blijft het altijd mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen.
In combinatie met deze versnellingsbak beschikt uw auto over een aantal aanvullendefuncties:


- de Hill Holder,

- de kruipfunctie
(de auto zet zich bij het
loslaten van het rempedaal lan
gzaam
in beweging), als de automatische
bediening is geselecteerd of tijdens hetachteruitrijden.R
. Achteruit.)
Trap het rempedaal in, trek de selectiehendel omhoog en duw deze naar
voren. N.Neutraalstand. )
Trap het rempedaal in en selecteer dezestand om de motor te kunnen starten.A.
Automatische bediening.)
Duw de selectiehendel naar achteren om deze stand te selecteren.M.Handmatig, sequentieel schakelen. )
Duw de selectiehendel naar links om deze stand te selecteren en schakel ver volgens
met behulp van de flippers achter het
stuurwiel.

Selectiehendel
+.Opschakelen (rechts van het stuur wiel). )
Trek de flipper aan de rechterzijde achter het stuurwiel "+"
een keer naar u toe om
op te schakelen.
-.
Te r ugschakelen (links van het stuur wiel).)
Tr e k d e flipper aan de linkerzijde achter hetstuurwiel "-"een keer naar u toe om terug
te schakelen.

Flippers achter het
stuurwiel

Met de flippers is het niet mogelijk deneutraalstand of de achteruitversnellingin te schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen.

Page 120 of 340

118
Rijden
Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.
De aanduiding N
op het display knippertals u de motor probeert te startenzonder dat de selectiehendel in destand N
staat.
Als bij het star ten het rempedaal niet wordt ingetrapt, knippert op het instrumentenpaneel de aanduiding voet op het rempedaalin combinatie met een geluidssignaal en een melding ophet display van het instrumentenpaneel.
Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor eeninhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.

Weergave op het
instrumentenpaneel
Standen van de selectiehendel
N.
Neutral (neutraalstand).R.Reverse (achteruitversnelling). 1, 2, 3, 4, 5, 6.Ver snellingen bij handmatigschakelen. A.
Gaat branden als u kiest voor automatische bediening en gaat uit als u kiest voor handmatige bediening.
)Trap het rempedaal in
als eenmelding wordt weergegeven
op het display van het
instrumentenpaneel.



Starten van de auto
)
Selecteer de stand N . )
Houd het rempedaal ingetrapt.
)
Start de motor.
Op het displa
y van het instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding N.
) Selecteer de eerste versnelling (stand Mof A
) of de achteruitversnelling (stand AR
).R)
Zet de parkeerrem vrij als deze nietautomatisch wordt bediend.)
Neem uw voet van het rempedaal en geef gas.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidingen Aen 1 of R.

Automatische bediening
)Star t de auto en selecteer de stand Aom de automatische bediening van de
versnellin
gsbak te activeren.
Op het displa
y van het instrumentenpaneel verschijnen de aanduiding Aen de ingeschakelde
versnelling.

De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- de rijstijl,

- het profiel van de weg.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 340 next >