Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)
Page 211 of 332
209
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
12V- ac c u
Deze sticker geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden bij het PEUGEOT-netwerk
of bij een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:
F
o
pen de motorkap via de hendel in
het interieur en gebruik vervolgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde,
F v erwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool,
F
m
aak indien nodig de zekeringkast los om
de accu te kunnen verwijderen.
Toegang tot de accu
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje
Ready uit) als u werkzaamheden aan
de auto wilt uitvoeren, om letsel door
het automatisch starten van de motor te
voorkomen.
Uw auto is naast de tractiebatterij van
het hybridesysteem voorzien van een
conventionele 12V-accu. Deze accu bevindt
zich onder de motorkap.
In bepaalde omstandigheden, als de 12V-accu
te ver ontladen is om het hybridesysteem in te
schakelen, kan de 12V-accu via een hulpaccu
worden opgeladen.
Laad de 12V-accu niet op als het
verklikkerlampje Ready
brandt.
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
F
T
rek de hendel D zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem E te ontgrendelen.
Loskoppelen van de pluspool (+)
Weer aansluiten van de pluspool (+)
F Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem E om
hem goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de
hendel
D omlaag te duwen.
Forceer de hendel niet bij het
omlaagduwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.
8
Praktische informatie
Page 212 of 332
210
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
F Verwijder, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de pluspool (+).
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B .
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van de
auto met de lege accu (of op de motorsteun).
F
S
tart de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze gedurende enkele minuten
draaien. Controleer eerst of de nominale spanning
van de hulpaccu 12 V bedraagt en of
de capaciteit van de hulpaccu minimaal
gelijk is aan die van de ontladen accu.
Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.
F S tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+). Koppel de kabels niet te snel los, maar
laat ze enkele minuten (tot de motor
weer stationair draait) aangesloten om
te voorkomen dat de accu te weinig
opgeladen wordt en de handeling dus
opnieuw uitgevoerd moet worden.
Bij het starten van de auto waarvan de
accu defect is, moet de elektronische
sleutel zich in het interieur bevinden,
moet het bestuurdersportier gesloten
zijn en moet de veiligheidsgordel aan
bestuurderszijde zijn vastgemaakt.
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
Praktische informatie
Page 213 of 332
211
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor
t e starten, zodat de elektronische systemen geïnitialiseerd
kunnen worden. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf
opnieuw initialiseren van de elektronische systemen
(afhankelijk van de uitvoering):
-
de sleutel met afstandsbediening,- het elektrische zonnescherm / de elektrische
zonneschermen,
- ...
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
c ontact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in
een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om
elk risico van brand- of explosiegevaar uit te
sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op te laden:
de accu moet eerst worden ontdooid om
explosiegevaar uit te sluiten. Als de accu
bevroren is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat opladen
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Zij controleren of
de inwendige componenten zijn beschadigd
en of de behuizing scheuren vertoont,
waardoor giftige en corrosie-veroorzakende
accuzuren zouden kunnen weglekken.
Het aanduwen van de auto om de motor
te starten, is niet toegestaan. Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot. Laad de tractiebatterij niet op.
Na het monteren van de accu
kan het, afhankelijk van de
weersomstandigheden en de
laadtoestand van de accu, enkele uren
(tot ongeveer 8
uur) duren voordat het
Stop & Start-systeem weer zal werken.
Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
F
Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen en klemmen
.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
8
Praktische informatie
Page 214 of 332
212
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Accu verwijderen - plaatsen
Met deze procedure kunt u de accu veilig
verwijderen zodat u de gloeilampen van de
desbetreffende koplamp kunt vervangen.U kunt het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats vragen
deze procedure uit te voeren.Vóór het verwijderen
- Als uw auto is voorzien van een elektrisch bedienbare achterklep, kan
deze niet geopend worden als de accu is
losgekoppeld.
-
Z
et het contact uit en haal de sleutel uit het
contactslot.
-
H
oud bij een auto met het Keyless entry
and start-systeem de afstandsbediening op
minimaal ongeveer 3 meter van de auto.
-
W
acht ongeveer 6 minuten alvorens de
accu los te koppelen.
-
P
arkeer de auto in een vrij toegankelijke en
geventileerde ruimte, bij voorkeur op een
vlakke ondergrond.
-
T
rek de parkeerrem aan.
-
Z
et de selectiehendel in de stand N .
-
L
aat als de auto is voorzien van een
inbraakalarm de motorkap open om te
voorkomen dat het alarm afgaat.
-
L
aat als u de auto op een beveiligde plaats
hebt geparkeerd minimaal één ruit iets
open. Zo niet, vergrendel dan alle portieren
en de achterklep.
Praktische informatie
Page 215 of 332
213
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Verwijderen
- Koppel de pluspool (+) van de accu los.
-
V
er wijder de luchtgeleider 1 .-
M aak de slang 2 los.
- V erwijder de luchthoeveelheidsmeter 3 met
het luchtfilterhuis.
-
B
eweeg de koelslang 4 opzij (indien
aanwezig).
-
V
erwijder de afdekkap 5 van de accu.-
Draai
6 los en koppel vervolgens de
minpool ( -) van de accu los.
-
M
aak de draadbundels 7 los.
-
M
aak de draadbundel 8 los en beweeg
deze opzij.
-
V
er wijder de bout van de
hoofdzekeringkast 9 .
-
V
er wijder de moer 10 van de pluskabel (+).
-
B
eweeg de draadbundel 11 opzij.
8
Praktische informatie
Page 216 of 332
214
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
- Maak met een schroevendraaier de klemmen 12 en 13 los.
-
K
antel de eenheid bescherming elektrische
voedingen 14 omhoog.
-
K
antel de eenheid naar voren en leg hem
opzij. -
M aak de klemmen los.
- V erwijder de afdekkap 15 van de accu.-
G ebruik de schroevendraaier als hefboom
om de bevestiging 16 opzij te bewegen en
verwijder de accu.
Praktische informatie
Page 217 of 332
215
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Monteren
Voer bij het plaatsen de handelingen voor het
ver wijderen in tegenovergestelde richting uit en
sluit als laatste de pluspool (+) aan.
Na het plaatsen
- Controleer de accupolen.
- Z et het contact aan, maar start de motor
niet.
-
C
ontroleer of er geen storingsmeldingen
worden weergegeven en er geen
verklikkerlampjes gaan branden. Is dit wel
het geval, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te resetten.
-
C
ontroleer of de portieren en ruiten
normaal functioneren.
-
W
acht na het plaatsen ongeveer 2 minuten.
-
S
tart de motor.
-
C
ontroleer of de antiklemvoorzieningen
van de ruiten en het panoramadak correct
werken. Na het loskoppelen van de accu kunnen
bepaalde functies - airconditioning,
navigatie - tijdelijk zijn uitgeschakeld.
Neem in geval van een storing altijd
contact op met het PEUGEOT of een
gekwalificeerde werkplaats.
-
C
ontroleer of de elektrische parkeerrem
goed werkt door de parkeerrem aan te
trekken en vervolgens vrij te zetten.
-
Z
et het contact uit.
-
V
erlaat de auto en controleer of de
afstandsbediening correct werkt.
-
S
tel de tijd en de radiozenders in en
configureer de autoradio.
8
Praktische informatie
Page 218 of 332
216
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 40 minuten
gebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de eco-
mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen
gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden (zie de rubriek "Accu").
Als de eco-mode is geactiveerd, kan het
bij het inschakelen van het hybridesysteem
enkele seconden duren tot het
controlelampje Ready gaat branden.
Praktische informatie
Page 219 of 332
217
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
8
Praktische informatie
Page 220 of 332
218
508RXH_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2014
Slepen - bergen met een bergingsauto
Sleep de auto nooit met alle vier wielen (noch met de twee voor wielen of de twee achter wielen) op de grond: kans op beschadiging van de aandrijving.
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de selectiehendel in de stand N en schakel vervolgens het
hybridesysteem uit (verklikkerlampje Ready uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel bergingsbedrijf om uw auto met een bergingsauto of trailer te bergen.
Gebruik de sleepogen uitsluitend om de auto
op een bergingsauto te vervoeren.
Praktische informatie