Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)
Page 231 of 332
229
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren
van de verschillende vloeistofniveaus, het
vervangen van bepaalde onderdelen en het
ontluchten van het brandstofcircuit.
Dieselmotor
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
3.
R
eservoir koelvloeistof.
4.
R
eservoir remvloeistof.
5.
Accu/zekeringen.
6.
Zekeringkast.
7.
Luchtfilter.
8.
Oliepeilstok.
9.
M
otorolie (bij)vullen.
10.
Handopvoerpomp.
11.
Ontluchtnippel.Zet het contact altijd af (verklikkerlampje
Ready
uit) als u werkzaamheden onder
de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door
het automatisch starten van de motor te
voorkomen.
9
Onderhoud
Page 232 of 332
230
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Niveaus controleren
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje
Ready uit) als u werkzaamheden onder
de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door
het automatisch starten van de motor te
voorkomen.
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet
contact worden gecontroleerd
via de motorolieniveaumeter op
het instrumentenpaneel (volgens
uitvoering) of met de oliepeilstok.
De controle van het motorolieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
horizontale ondergrond staat en de motor
ten minste 30 minuten niet heeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten
door olie moet bijvullen. PEUGEOT adviseert u om
elke 5000 km het olieniveau te controleren en, indien
nodig, olie bij te vullen.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voorwaarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Controle met de oliepeilstok
Raadpleeg de rubriek "Dieselmotor" om te
zien waar de oliepeilstok zich bevindt in de
motorruimte van uw auto.
F
T
rek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F
V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
S
teek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt.
A = MA XI
B = MINI Als u ziet dat het oliepeil boven het
merkteken
A of onder het merkteken B ligt,
star t de motor dan niet .
-
A
ls het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
-
A
ls het oliepeil lager is dan het
merkteken
MINI, vul dan altijd motorolie bij.
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Onderhoud
Page 233 of 332
231
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Het remvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden.
Controleer indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje
voor het voorgeschreven verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeistofniveau dient
zich zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden. Draai bij koude motor
de dop open om het niveau te controleren.
Motorolie bijvullen
Raadpleeg de rubriek "Dieselmotor" om te
zien waar de olievuldop zich bevindt in de
motorruimte van uw auto.
F
D
raai de dop van de vulopening.
F
G
iet de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F
W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F
V
ul indien nodig nog olie bij.
F
D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het
dashboard bij het aanzetten van het contact na
30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje
voor het verversingsinterval voor uw auto.
Om een verminderde betrouwbaarheid van de
motor en de emissieregeling te voorkomen, is
het gebruik van additieven in de motorolie niet
toegestaan.
9
Onderhoud
Page 234 of 332
232
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water of
op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor
bestemde containers bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aangegeven
door het verklikkerlampje Service in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te
bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te worden.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen is
het (bij)vullen van het reservoir met water niet
toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, wordt een te laag vloeistofniveau
van de ruiten- en koplampsproeiers aangegeven
door een geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de
koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het
koelsysteem uit te voeren ten minste 1 uur nadat de motor
gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst
2 omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul
koelvloeistof bij.
Vul bij de eerstvolgende gelegenheid het
reservoir bij.
De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voor werpen en kleding
uit de buur t van de ventilator. Onder winterse omstandigheden is het
raadzaam ruitensproeiervloeistof op basis
van ethanol of methanol te gebruiken.
Onderhoud
Page 235 of 332
233
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het garantie- en
onderhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens
het oliefilter vervangen.
Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Oliefilter
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zet het contact altijd af (verklikkerlampje
Ready uit) als u werkzaamheden onder
de motorkap wilt uitvoeren, om letsel
door het automatisch starten van de
motor te voorkomen.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
9
Onderhoud
Page 236 of 332
234
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor het interval
van de niveaucontrole.
De slijtage van de remblokken
is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel korte
ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
Remblokken
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot het
lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg
de paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Tijdens de regeneratie van het roetfilter
is 100% elektrisch rijden niet mogelijk. blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Onderhoud
Page 237 of 332
235
508RXH_nl_Chap09_verifications_ed01-2014
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
voor informatie over het controleren
van de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijven Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd
te worden. Als er zich toch een
probleem voordoet, laat het systeem dan
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT
specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek
"Elektrische parkeerrem - § Storingen".
9
Onderhoud
Page 238 of 332
236
508RXH_nl_Chap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
Elektromotor en tractiebatterij
De actieradius is afhankelijk van de weersomstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van de elektrische uitrustingen van de auto en de
leeftijd van de batterij.Elektromotor
-
Techniek Synchroon met permanente magneten.
Max. vermogen: ECE-norm (kW)* 27
Toerental bij max. vermogen (t/min) 2 500
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 200
Toerental bij max. koppel (t /min) 1 250
Rendement (%) 80 - 90
Tractiebatterij Ni-MH
(Nikkel-metaalhydride)
Spanning (V~) 200
Energieopslagcapaciteit (kWh / Ah) 1,1 / 5,5
Actieradius (km) 2
(ongeveer)
*
H
et maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de
Europese regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
Technische gegevens
Page 239 of 332
237
508RXH_nl_Chap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
Dieselmotor2.0 HDi
163 pk
Versnellingsbak Elektronisch gestuurd
(6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering 8URHC8/P
Cilinderinhoud (cm
3) 1 997
Boring x slag (mm) 85 x 88
Max. vermogen: ECE-norm (kW)* 120
Toerental bij max. vermogen (t/min) 3 850
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 300
Toerental bij max. koppel (t /min) 1 750
Brandstof Diesel
Katalysator Ja
Roetfilter Ja
Inhoud car ter (in liter)
Motor (met vervangen filter) 5
Motor en versnellingsbak
* Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde, onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in de Europese
regelgeving (richtlijn 1999/99/CE).
10
Technische gegevens
Page 240 of 332
238
508RXH_nl_Chap10_caracteristiques-techniques_ed01-2014
Gewichten en aanhangergewichten (in kg)
Het maximaal toegestane treingewicht en de aanhangergewichten gelden tot een hoogte van maximaal 1000 meter; het opgegeven aanhangergewicht dient
voor elke extra 1000 meter met 10% te worden verminderd.
Bij het trekken van een aanhanger mag niet harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatselijk geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk 90 km/h).
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om de motor te beschermen. Als de buitentemperatuur meer dan 37°C
bedraagt, moet het treingewicht worden verminderd. * Het gewicht rijklaar staat gelijk aan het ledig gewicht + bestuurder (75 kg).
**
H
et totale gewicht van de aanhanger kan, binnen het maximaal toegestane treingewicht, worden verhoogd indien de belading van de auto wordt verminderd.
Houd er in dat geval rekening mee dat het trekken van een aanhanger met een licht beladen auto een negatieve invloed heeft op het weggedrag.
Dieselmotoren
2,0 l HDi
163 pk
Versnellingsbak Elektronisch gestuurd
(6 versnellingen)
Type Variant Uitvoering 8URHC8/P
-
L
edig gewicht
1 770
-
G
ewicht rijklaar*
1 845
-
M
aximaal technisch toegestane massa
totaal 2 325
-
M
aximaal toegestaan treingewicht
h
elling max. 12%
3 125
-
Aanhanger geremd (binnen max. toegestaan treingewicht) helling max. 10% of 12%800
-
Aanhanger geremd** (met verminderde belading
auto, binnen max. toegestaan treingewicht)1 10 0
-
A
anhanger ongeremd 750
-
A
anbevolen kogeldruk 75
Technische gegevens