sensor Peugeot Boxer 2003 Handleiding (in Dutch)

Page 130 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL127
P
ARKEERHULP
Dit systeem bestaat uit ultrasoon- sensoren die zijn aangebracht in deachterbumper en een speciale luid-spreker in het dashboard. Het systeem waarschuwt de be- stuurder voor elk obstakel (persoon,auto, boom, hek É) dat zich achterde auto bevindt. Het systeem detec-teert echter geen obstakels die zichvlak onder de bumper bevinden. Eenpaaltje, een pylon of een gelijksoor-tig voorwerp wordt bij het begin vande manoeuvre wel waargenomen,maar niet meer als de auto dichterbijhet voorwerp komt. Opmerking: Deze functie zal auto-
matisch worden uitgeschakeld bij het trekken van een aanhangwagen. Zorg ervoor dat de sensoren bij slecht weer of onder winterseomstandigheden niet bedekt zijn met
modder, ijs of sneeuw. Inschakelen Het systeem wordt ingeschakeld zodra de achteruit is ingeschakeld;een geluidssignaal geeft aan dat hetsysteem is ingeschakeld. De geluidssignalen geven de afstand tot het obstakel aan. Hoe dichter deauto bij het obstakel komt, hoe korterde tijd tussen de geluidssignalen is. Als de auto minder dan 20 centimeter van het obstakel verwijderd is, is het
geluidssignaal continu hoorbaar.Uitschakelen ☞
Het systeem wordt uitgeschakeld als de achteruit wordt uitgescha-keld.
Detectiezone
Als er een storing is opgetreden, zal er bij het
achteruitrijden een kortpiepje te horen zijn,
gevolgd door een langere
piep.

Page 131 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL
128
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen de inzittenden van deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irrite- ren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneelgaat branden, raadpleeg
dan een PEUGEOT-servi-cepunt om het systeem te
laten controleren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Als uw auto is voorzien van een airbag aan passagierszijde, moetdeze altijd uitgeschakeld wordenals u een kinderzitje met de rug inde rijrichting op de voorstoelplaatst. ☞
Neem de sleutel uit het contact en steek deze in de schakelaar 1
die zich tussen de voorstoelenbevindt en draai deze in de stand"OFF" .
☞ Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandt zolangde airbag is uitgeschakeld.
* Volgens land van bestemming.