Peugeot Boxer 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 118

4
PRESENTATIE
De indeling van dit instructieboekje is eenvoudig:
1
e niveau: een rubriek, aangegeven met een nummer en een
kleur. Deze kleur wordt ook gebruikt voor de randen van de
bladzijden en de achtergrond van de afbeeldingen.
2
e niveau: een kop aan de bovenzijde van elke bladzijde waarop
de functie wordt beschreven.
3
e niveau: de functie met meestal een visuele weergave van de
tekst.
Achter in het boekje: visuele index . Op een afbeelding van de
contouren van de auto staan de bladzijden van de desbetreff ende
functies aangegeven.
De visuele index bestaat uit de volgende onderwerpen: exteri eur, cockpit, interieur, technische gegevens en onderhoud.
In de rubrieken kunt u de volgende symbolen aantref
fen:
Dit symbool verwijst naar de rubriek waar meer info rmatie over
de desbetreffende functie is te vinden.
Dit symbool vraagt uw aandacht voor aanvullende inf ormatie
die u helpt de gebruiksmogelijkheden van uw auto op timaal te
benutten.
Dit symbool geeft een waarschuwing met betrekking t ot de veiligheid
van de inzittenden en de voorzieningen aan boord va n de Boxer.
COMMUNICATIE
BEZOEK DE WEBSITE VAN PEUGEOT
De technische gegevens, uitrusting en accessoires k unnen in
de loop van het jaar gewijzigd worden. Raadpleeg vo or meer
informatie over deze wijzigingen de pagina "Laatste informatie"
op de website INFOTEC.
Door middel van een eenvoudige registratie kunt u t oegang
krijgen tot de site en de boorddocumentatie gratis raadplegen.Surf naar
http://public.infotec.peugeot.com en selecteer:
- de rubriek boorddocumentatie/gebruiksaanwijzingen ,
- het model van uw auto,
- de carrosserievariant van uw auto: 3-/5-deurs, se dan, CC, SW,
Break, gesloten bestelwagen, ...,
- de periode die overeenkomt met de eerste tenaamst elling van
uw auto,
- het hoofdstuk "Laatste informatie".
Visuele rondleiding door de Boxer

Page 2 of 118

5
Visuele rondleiding door de Boxer
INSTAPPEN OPENEN
2. SLEUTELS 2. PORTIER7. BRANDSTOF-
VULKLEP 2. SCHUIFDEUR2.
ACHTER-
DEUR8. RESERVEWIEL
7. NIVEAUS
MOTOR
3. STOELEN 2. STUURWIEL 3. SPIEGELS 5. VEILIGHEIDS-
GORDELS
VISUELE RONDLEIDING DOOR DE BOXER
1
IN EEN OOGOPSLAG

Page 3 of 118

13
4
5
6
7
8
9
2
6
Visuele rondleiding door de Boxer
ONTDEKKEN
Cockpit
1 - Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers.
2 - Instrumentenpaneel met display.
3 - Schakelaar ruitenwissers/ ruitensproeiers/boordcomputer. 4 - Versnellingshendel.
5 - Contact.
6 - Airbag bestuurder/claxon.
7 - Schakelaar snelheidsregelaar.
8 - MODE, configuratie en
persoonlijke instellingen/dimmer
dashboardverlichting/koplampverstelling.
9 - Programmeerbare verwarming.

Page 4 of 118

2345613178
9
10
12
11
7
Visuele rondleiding door de Boxer
Middenconsole
1 - Schakelaar achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels.
2 - Schakelaar mistlampen vóór.
3 - Schakelaar mistachterlicht.
4 - Schakelaar alarmknipperlichten. 5 - Schakelaar centrale vergrendeling/
verklikkerlampje alarm.
6 - Schakelaar centrale ontgrendeling portieren en laadruimte.
7 - 12 V-aansluiting (max. 180 W).
8 - Aansteker. 9 - Verplaatsbare asbak.
10 - Handbediende airconditioning.
11 - Autoradio.
12 - Opbergvak tussen 2 verstelbare
ventilatieroosters.
13 - Schakelaar ASR.
1
IN EEN OOGOPSLAG

Page 5 of 118


8
Visuele rondleiding door de Boxer2. INSTRUMEN-
TENPANEEL 2.
BRANDSTOF-
METER
2. VERKLIKKER-
LAMPJES
3. VERLICHTING
3. RUITEN-
WISSERS 3.
RUITBEDIE-
NING
BEDIENEN STARTEN
2. STARTEN EN
STOPPEN
3. VENTILATIE

Page 6 of 118

9
Visuele rondleiding door de Boxer
VERVOERENCONFIGUREREN
4. BOORD-
COMPUTER3. SNELHEIDS-
REGELAAR4. MODE4. PARKEERHULP
3. SJOROGEN3. TWEEZITS-
BANK
1
IN EEN OOGOPSLAG

Page 7 of 118

10
AFSTANDSBEDIENING
Ontgrendelen van de cabine
Druk op deze knop om de cabine
van uw auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het twee keer knipperen van
de richtingaanwijzers.
Ontgrendelen van de achterdeuren
Druk op deze knop om de
schuifdeur en de achterdeuren te
ontgrendelen. Centrale vergrendeling
Druk kort op deze knop om
de cabine, schuifdeuren en
achterdeuren van uw auto te
vergrendelen.
Als één van de portieren of deuren is
geopend of niet goed is gesloten, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Dit wordt bevestigd door het één keer
knipperen van de richtingaanwijzers. Uitklappen/inklappen van de sleutel
Druk op deze knop om de sleutel
uit te klappen.
Druk om de sleutel in te klappen op de knop
en duw de sleutel in de houder.
Wanneer u bij het inklappen niet op de knop
drukt, kan het mechanisme beschadigd
raken.
Toegang tot de auto
TOEGANG TOT DE AUTO

Page 8 of 118

3
2
1
11
2
SLEUTEL
Met de sleutel kunnen alle sloten van de
auto vergrendeld en ontgrendeld worden en
kan de motor worden gestart.
BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING
Als bij het indrukken van een knop op de
afstandsbediening het lampje knippert, moet
de batterij worden vervangen.
Referentie: CR 2032/3 V.
Batterij van afstandsbediening
vervangen
- druk op de knop om de sleutel uit te
klappen,
- draai de schroef 1 van het gesloten
hangslot in de richting van het geopende
hangslot met een kleine schroevendraaier, - wip met de schroevendraaier de
batterijhouder 2 los,
- verwijder de batterij 3 en plaats de nieuwe
batterij op de juiste manier,
- plaats de batterijhouder 2 in de sleutel en
draai de schroef 1 vast.
Wanneer niet de voorgeschreven
batterij gebruikt wordt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend de door PEUGEOT
voorgeschreven batterij of een batterij met
gelijkwaardige eigenschappen. Lever de
batterij in bij een speciaal inzamelpunt.
VOORDAT U GAAT RIJDEN
2
Toegang tot de auto

Page 9 of 118

3
2
1
11
2
SLEUTEL
Met de sleutel kunnen alle sloten van de
auto vergrendeld en ontgrendeld worden en
kan de motor worden gestart.
BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING
Als bij het indrukken van een knop op de
afstandsbediening het lampje knippert, moet
de batterij worden vervangen.
Referentie: CR 2032/3 V.
Batterij van afstandsbediening
vervangen
- druk op de knop om de sleutel uit te
klappen,
- draai de schroef 1 van het gesloten
hangslot in de richting van het geopende
hangslot met een kleine schroevendraaier, - wip met de schroevendraaier de
batterijhouder 2 los,
- verwijder de batterij 3 en plaats de nieuwe
batterij op de juiste manier,
- plaats de batterijhouder 2 in de sleutel en
draai de schroef 1 vast.
Wanneer niet de voorgeschreven
batterij gebruikt wordt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend de door PEUGEOT
voorgeschreven batterij of een batterij met
gelijkwaardige eigenschappen. Lever de
batterij in bij een speciaal inzamelpunt.
VOORDAT U GAAT RIJDEN
2
Toegang tot de auto

Page 10 of 118

12
Toegang tot de auto
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Alle sleutels zijn voorzien van een chip voor
de elektronische startblokkering.
Dit systeem blokkeert het brandstofsysteem
van de motor en wordt automatisch
ingeschakeld zodra de sleutel uit het contact
wordt verwijderd.
Bij het aanzetten van het contact moet de
code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Als de sleutel wordt herkend,
gaat dit verklikkerlampje uit en
kan de motor worden gestart.
Als de sleutel niet wordt herkend,
kan de motor niet worden gestart. Start
de auto met een andere sleutel en laat
de defecte sleutel controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Let op: speel niet met de knop van de
afstandsbediening, om te voorkomen dat de
portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Mocht dit echter toch gebeuren en er is
na ongeveer 30 seconden geen portier
geopend, dan worden de portieren
automatisch weer vergrendeld.
Als zich in de buurt van de
afstandsbediening andere apparaten
bevinden die in hetzelfde frequentiegebied
werken (mobiele telefoons, alarmsystemen
van gebouwen), kan de werking van de
afstandsbediening tijdelijk verstoord worden.
De afstandsbediening werkt niet als de
sleutel zich in het contact bevindt, ook al is
het contact afgezet.
Let er bij het aanschaffen van een
tweedehands auto op dat:
- u in het bezit bent van een codekaart,
- uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt
in het elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn
dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige
zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur.
ALARM
Het INBRAAKALARM van uw auto (volgens
uitvoering) bestaat uit:
- een omtrekbeveiliging met sensoren op de
portieren, deuren en motorkap en op de
elektrische voeding,
- een beveiliging tegen opkrikken en wegslepen.
Het systeem bevat bovendien een
sirene en een van buitenaf zichtbaar
verklikkerlampje, dat de drie
werkingsfasen van het alarm aangeeft:
- alarm aan (in waakfase): het rode lampje knippert,
- alarm uit (niet in waakfase): het lampje is uit,
- alarm is afgegaan (inbraak gedetecteerd): het rode lampje knippert snel bij het
ontgrendelen van de auto.
Inschakelen van het alarm
Controleer eerst of alle portieren goed
zijn gesloten.
Druk op het hangslot om het
alarm in te schakelen. De
beveiliging wordt na enkele
seconden ingeschakeld.
Als het alarm in de waakfase is, wordt
bij een inbraak gedurende ongeveer
Gebruiksvoorschrift
Noteer het sleutelnummer zorgvuldig.
Een PEUGEOT-servicepunt kan dan bij
verlies snel voor een nieuwe sleutel zorgen
wanneer u dit nummer en de codekaart
meebrengt.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 120 next >