stop start Peugeot Boxer 2015.5 Handleiding (in Dutch)

Page 4 of 276

2
boxer_nl_Chap00a_Sommaire_ed01-2015
3. 44-86eR g O n OMI e
en COMFORT
Lichtschakelaar 45
Ruitenwissers 48
Snelheidsregelaars

49
Snelheidsbegrenzers


55
Ontdooien en


ontwasemen
59
Verwarming/ handbediende
airconditioning
61
Automatische airconditioning
63
Extra verwarmingssystemen
65
Verwarming/ airconditioning achter

65
Programmeerbare standkachel

67
Voorstoelen
71
Voorbank
73
Achterstoelen
74
Indeling vóór

76
V

oorzieningen achter
81
V

oorzieningen aan de buitenzijde

84
Spiegels

85
Elektrisch bedienbare ruiten
86
Presentatie

4
Exterieur

6
Interieur

7
Cockpit

8
Technische gegevens - Onderhoud

10
Milieu

11
Eco-rijden

12
1. 4-13
OV e RZICHT
4.
87-97
T
e CH n O l O g I e
aan BOOR d
Configuratie van de auto 87
Boordcomputer 92
Tachograaf
93
Parkeerhulp achter

94
Achteruitrijcamera


95
Luchtvering

96
2.
14-43
VOOR
d AT u g
AAT RIJ den
Afstandsbediening 14
Sleutel 16
Alarm
19
Voorportieren, schuifdeuren en
achterdeuren

20
Laadruimte

22
Instrumentenpaneel
23
Verklikkerlampjes
24
Brandstofniveaumeter

32
T

emperatuurmeter 32
Controlesysteem bandenspanning

33
Onderhoudsindicator

35
Versnellingsbak en stuurwiel
36
Schakelindicator
36
Starten en stoppen

38
W

egrijden op een helling
39
Stop & Start-systeem


40
Rijadviezen

43
Dit pictogram wijst
u op de specifieke
uitrustingen van de
Combi/Minibus. Kinderbeveiliging.Verwarming/
airconditioning achter.
Achterstoelen/-
banken. Leeslampjes.
Zijschuifruiten.
Inhoud

Page 10 of 276

8
boxer_nl_Chap01_Vue-ensemble_ed01-2015
COCkPIT
Instrumentenpaneel, displays, tellers 23
Verklikkerlampjes

24-31
Meters


32, 35
Opschakelindicator


36-37
Lichtschakelaar


45-47
Automatische verlichting


46
Follow me home-verlichting


46
Parkeerlichten


47
Motorkap openen


127
Zekeringen dashboard


145-146
Configuratie van de auto


87-89
T

ijd instellen

88
Koplampverstelling


47
Mistlampen voor

, mistachterlicht
45
Luchtvering

96-97
Stop & Start-systeem

40-42 Ruitenwissers voor/achter


48
Ruiten-/koplampsproeiers


48
Boordcomputer - MODE


92
Starten, contactslot


38
Hill

Start Assist
39
Snelheidsregelaars


49-51, 52-54
Snelheidsbegrenzer


55-57
V

aste snelheidsbegrenzer
58
Cockpit

4-5
Stuurwiel in diepte verstellen 37
Claxon

99
Stuurkolomschakelaars autoradio


186, 233
Buitenspiegels, ruitbediening


85-86
V

ergrendeling laadruimte
22
Aanvullende verwarmingssystemen,
airconditioning achter


65-66
Programmeerbare standkachel


6
7-70
Lokalisatie

Page 21 of 276

19
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
Storing in de afstandsbediening
Ontgrendel de portieren met de sleutel in het
portierslot: het alarm gaat af.
Zet het contact aan; de identificatie van de
sleutelcode zorgt ervoor dat de sirene stopt.Als de portieren worden vergrendeld
met de sleutel in het portierslot, wordt
het alarm niet ingeschakeld.
Uitschakelen met de afstandsbediening
Druk op deze knop. Het
alarmsysteem wordt
uitgeschakeld op het moment dat
de auto wordt ontgrendeld.
Uitschakelen van de
wegsleepbeveiliging*
Druk op deze knop om de
bescherming uit te schakelen
(bijvoorbeeld als de auto met
ingeschakeld alarm wordt
gesleept).
De bescherming blijft ingeschakeld tot de
portieren centraal worden ontgrendeld.
AlARM
Uw auto is afhankelijk van de uitvoering
voorzien van een inbraakalarm.
Dit systeem zorgt voor:
-

een omtrekbeveiliging, dankzij sensoren

op de portieren, deuren en motorkap en
op de elektrische voeding,
-

een wegsleepbeveiliging*.
Inschakelen van het alarm
Controleer eerst of de portieren, deuren en
motorkap goed zijn gesloten.
* Volgens motoruitvoering.
gebruiksvoorschrift
Snel uitschakelen van de sirene als deze
per ongeluk is afgegaan:
-
zet het contact aan, de identificatie

van de sleutelcode zorgt ervoor dat de
sirene stopt,
-

druk op de ontgrendelknop (cabine en

sleutel) van de afstandsbediening.
Als u de auto wilt vergrendelen zonder het
alarmsysteem in te schakelen, bijvoorbeeld
om de auto te wassen, vergrendel de auto
dan met de sleutel in het slot.
Bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening wordt de sirene
automatisch uitgeschakeld.
Druk op dit hangslot om het alarm in
te schakelen. De beveiliging wordt
na enkele seconden ingeschakeld.
Als het alarm in de waakfase is,
wordt bij een inbraak gedurende ongeveer
30

seconden de sirene geactiveerd,
waarbij tevens de richtingaanwijzers gaan
knipperen.
Het alarm komt vervolgens terug
in de waakfase, maar het systeem
geeft op het moment dat het
contact wordt aangezet aan dat
het alarm is afgegaan door het gedurende
10

seconden branden van het verklikkerlampje
van de elektronische startblokkering.
Het alarm gaat tevens af nadat de elektrische
voeding is onderbroken en weer wordt
aangesloten.
2
Toegang tot de auto
VOORdAT U gAAT RIJden

Page 25 of 276

23
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
1. Snelheidsmeter (kilometers/mijlen).
2. Display.
3.
Brandstofniveaumeter.
4.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
5.
Toerenteller.
InSTRUMenTenPAneel
d
isplay
In het onderste gedeelte:
-
Tijd,
-
Buitentemperatuur,
-

Afgelegde afstand in kilometers/mijlen,
-


Boordcomputer (actieradius,

brandstofverbruik enz.),
-

Stand van de hoogteverstelling van de

koplampen,
-

Programmeerbare waarschuwing te

hoge snelheid,
-

Snelheidsregelaar of

snelheidsbegrenzer,
-
Opschakelindicator,
-

Stop & Start-systeem.
In het bovenste gedeelte:
-

Datum,
-
Onderhoudsindicator,
-
Waarschuwingsmeldingen,
-

Meldingen over de status van functies,
-


Configuratie van de auto.
Cockpit
2
VOORdAT U gAAT RIJden

Page 26 of 276



24
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
VeRklIkkeRlAMPJeS
Bij het starten van de motor wordt een automatische controle van een aan\
tal verklikkerlampjes uitgevoerd. Deze
verklikkerlampjes blijven kort branden.
Als bij draaiende motor een verklikkerlampje gaat branden of knipperen i\
n combinatie met een geluidssignaal en een melding op het
display, is dit een teken dat het desbetreffende onderdeel of systeem niet goed werkt. Volg in dat geval altijd de desbetreffende instructies.
Verklikkerlampje statussignaleert Wat te doen
Service blijft kort
branden.
een kleine storing. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
blijft branden in
combinatie met
een melding op
het display. een ernstige storing.
Noteer de waarschuwingsmelding en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handrem -
Remvloeistofniveau
brandt.
dat de handrem (nog iets) is
aangetrokken. Zet de handrem vrij; het verklikkerlampje zal uitgaan.
brandt. een te laag remvloeistofniveau. Vul bij met door PEUGEOT voorgeschreven
remvloeistof.
blijft branden,
terwijl het niveau
correct is. Stop onmiddellijk, zet het contact af en neem
contact op met het P
e U ge OT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ Elektronische
remdrukregelaar brandt.
een storing in het systeem. Stop onmiddellijk en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokeersysteem
(ABS)brandt.
een storing in het systeem.
Het remsysteem van de auto blijft werken, maar het antiblokkeersysteem
werkt niet meer. Toch adviseren wij u de auto stil te zetten en contact op
te nemen met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Cockpit

Page 32 of 276


30
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
displaygeeft weersignaleert W at te doen
Temperatuur/
Gladheid het
verklikkerlampje
voor gladheid en
de temperatuur
die knippert in
combinatie met
een melding op
het display.weersomstandigheden met
kans op gladheid.
Wees extra waakzaam en rem niet abrupt.
Rubriek "Veiligheid - Veilig rijden".
Datum/tijd een instelling:
datum, tijd.een instelling via het menu
"MODE". Rubriek "Technologie aan boord - Configuratie van de
auto".
Hoogte van de
koplampverstelling een verstelling
van de
koplampen.stand 0
t/m 3, afhankelijk van
de belading van de auto. Verstel de koplampen met de toetsen van het
bedieningspaneel MODE.
Rubriek "Ergonomie en comfort -
Stuurkolomschakelaars".
Onderhoudssleutelde sleutel die
blijft branden.
een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Raadpleeg het overzicht van controles in het
garantie- en onderhoudsboekje en laat vervolgens de
onderhoudsbeurt uitvoeren.
Stop & Start-
systeem brandt.
het in de STOP-stand zetten
van de motor nadat de auto tot
stilstand is gekomen. Zodra u wilt verder rijden, wordt de motor automatisch
weer gestart en gaat het verklikkerlampje uit.
knippert enkele
seconden en
gaat vervolgens
uit. het feit dat de STOP-stand
tijdelijk niet beschikbaar is of de
de START-stand automatisch is
geactiveerd.
Bijzondere gevallen van de STOP- en de START-stand.
Rubriek "Voordat u gaat rijden - Motor starten en
afzetten".
Cockpit

Page 40 of 276

38
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
COnTACTSlOT
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet.
Stand MAR: contact AAN.
Verschillende accessoires functioneren.
Stand AV V (Avviemento): startmotor.
De startmotor wordt in werking gezet.
Starten van de motor
Verklikkerlampje startblokkering
Gebruik als dit lampje brandt een
andere sleutel en laat de defecte
sleutel controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor
Zet het contact in de stand
MAR terwijl de handrem
is aangetrokken en de
versnellingsbak in de neutraalstand staat.
Wacht tot dit lampje uitgaat en zet
vervolgens de startmotor in werking (stand
AV V ) tot de motor aanslaat.
Hoe lang het lampje brandt, is afhankelijk
van de weersomstandigheden. Verklikkerlampje geopend
portier
Controleer als dit lampje brandt
of de portieren, achterdeuren,
schuifdeuren en motorkap goed zijn
gesloten.
Afzetten van de motor
Zet de auto stil en draai, terwijl de motor
stationair draait, de contactsleutel in de
stand STOP.
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden
wordt aanbevolen zogenaamde "winter"
brandstof te tanken die speciaal geschikt is
voor (zeer) lage temperaturen.
Hang geen zware voorwerpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit
kan namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
Bovendien kunnen deze voorwerpen bij
het activeren van de airbag vóór ernstige
verwondingen veroorzaken. Als de motor warm is, brandt het lampje
slechts een kort ogenblik en kunt u de motor
direct starten.
Laat de sleutel los zodra de motor draait.
Starten en stoppen

Page 41 of 276

39
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
HIll START ASSIST
Deze aan de dynamische stabiliteitscontrole
gekoppelde functie (ook bekend onder
de naam HHC (Hill Holder Control))
vereenvoudigt het wegrijden op een helling.
Het systeem wordt geactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
-
de auto moet stilstaan met draaiende

motor en het rempedaal ingetrapt,
-

de helling moet steiler zijn dan 5%,
-


bij het omhoog rijden op een helling

moet de versnellingsbak in de
neutraalstand staan of moet een andere
versnelling dan de achteruitversnelling
zijn ingeschakeld,
-

bij het afdalen van een helling moet de

achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Start Assist is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2
seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen. Gedurende
deze fase is het mogelijk dat de remmen
hoorbaar zijn, het teken dat de auto in
beweging komt.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding ter
bevestiging op het display. Laat het systeem
controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. De Hill Start Assist wordt gedeactiveerd
onder de volgende omstandigheden:
-

als u het koppelingspedaal laat

opkomen,
-

als de handrem wordt aangetrokken,
-


als de motor wordt afgezet,
-


als de motor afslaat.
Starten en stoppen
2
VOORdAT U gAAT RIJden

Page 42 of 276

40
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood
licht, opstoppingen, enz.). De motor wordt
automatisch gestart (START-stand) als u
weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt
direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem, dat perfect is
aangepast aan het stadsverkeer, zorgt voor
een lager brandstofverbruik, minder uitstoot
van schadelijke stoffen en het comfort
van totale stilte in het interieur tijdens het
wachten.
STOP & START- S y ST ee M
W

erking
Overgang naar de STOP-stand van de
motor
Zet, terwijl de auto stilstaat, de versnellingsbak in
de neutraalstand en laat het koppelingspedaal los. -

Dit verklikkerlampje op het

instrumentenpaneel gaat
branden en de motor wordt
afgezet. Om te voorkomen dat de motor te
vaak wordt uitgezet als u langzaam
rijdt, wordt de motor uitsluitend automatisch
afgezet als de auto een snelheid van
minimaal 10 km/h heeft bereikt.
Verlaat nooit de auto zonder eerst
het contact met de sleutel te hebben
afgezet.
Tank nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem is afgezet; zet in dat
geval altijd het contact af en neem de sleutel
uit het contactslot. Bijzonderheden: geen overgang naar de
STOP-stand
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
-

het systeem wordt geïnitialiseerd,
-

het bestuurderportier geopend is,
-

de veiligheidsgordel van de bestuurder

losgemaakt is,
-
de airconditioning in werking is,
-

de
achterruitverwarming is ingeschakeld,
-
de ruitenwissers vóór in de stand hoge

snelheid werken,
-
de achteruitversnelling is ingeschakeld,

tijdens het inparkeren,
-
bepaalde bijzondere omstandigheden

(laadtoestand accu, motortemperatuur,
regeneratie van het roetfilter,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dat niet toelaten.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knippert
enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
d

it is volkomen normaal.
Starten en stoppen

Page 43 of 276

41
boxer_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
Overgang naar de START-stand van de motor-
Dit verklikkerlampje gaat uit

en de motor wordt gestart.
Als de motor automatisch is gestart
(START-stand) en de bestuurder gedurende
de daaropvolgende drie minuten de auto niet
bedient, zet het systeem de motor definitief
af. De motor kan dan uitsluitend weer met
de contactsleutel worden gestart. Bijzonderheden: automatisch activeren
van de START-stand
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd als:
-

de auto wegrolt op een helling,
-


de ruitenwissers vóór in de stand hoge

snelheid werken,
-

de airconditioning in werking is,
-


de motor ongeveer drie minuten geleden

is afgezet door het Stop & Start-
systeem,
-

bepaalde bijzondere omstandigheden

(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dit niet toelaten.
In dat geval wordt een melding
weergegeven op het display van
het instrumentenpaneel en gaat
dit verklikkerlampje gedurende
enkele seconden knipperen om
vervolgens te doven.gebruiksvoorschrift
Als u bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak in de STOP-stand een
versnelling inschakelt, maar daarbij het
koppelingspedaal niet helemaal intrapt, wordt
de motor in sommige gevallen niet weer gestart.
Er gaat dan een verklikkerlampje branden en/of
er wordt een melding weergegeven die aangeeft
dat u het koppelingspedaal volledig moet
intrappen om de motor weer te laten starten.
d

it is volkomen normaal.
Als een versnelling is ingeschakeld, wordt
de motor alleen automatisch opnieuw
gestart als het koppelingspedaal volledig
wordt ingetrapt.
Als de motor automatisch is
afgezet (STOP-stand) en de
bestuurder zijn veiligheidsgordel
losmaakt en een voorportier
opent, dan kan de motor uitsluitend weer
met de contactsleutel worden gestart. Er
klinkt een geluidssignaal in combinatie met
het knipperen van dit verklikkerlampje en
een melding op het display.
Starten en stoppen
2
VOORdAT U gAAT RIJden

Page:   1-10 11-20 21-30 next >