stop start Peugeot Expert 2003 Handleiding (in Dutch)
Page 52 of 148
Luchtfilter
Volg de instructies in het onderhoudsboekje op.
B
CONTROLES*75IV-1Let op:Tijdens verrichtingen onder de motorkap bij warme motor kan,
zelfs bij afgezet contact, de ventilator elk moment in werking treden. Controleer tussen de voorgeschreven periodieke onderhoudsbeurten door regelmatig het oliepeil van de motor en doe dit tevens systematisch vooriedere lange rit.
Koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de merkte-kens min. en max. op het
reservoir bevinden.
Wacht, indien de motor warm is,
15 minuten. Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Voer geen ingrepen aan het koel-
circuit uit bij warme motor. (zie
Ç Niveaus È).
Vloeistof ruitensproeiervoor en achter enkoplampsproeiers Gebruik bij voorkeur de
door de constructeur goedgekeurde producten.
Accu: 12 volt Zie Ç Starten met een hulp-accu È. Motorolie Controleer het niveau op een horizontale en vlakkeondergrond, nadat de
motor minstens 10 minuten tevorenis afgezet. Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Neem de oliepeilstok uit. Het niveau moet zich tus- sen de maatstreepjesMIN. en MAX. op de olie-peilstok bevinden.
Het niveau mag nim-mer boven het maxi- mum uitkomen. Remvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de merkte-kens min. en max. op het
reservoir bevinden. Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Stop onmiddellijk indien het lampje brandt.
Stuurbekrachtigings- vloeistof Controleer het niveau met
afgezette motor.
Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
max. min.
* Afhankelijk van uitvoering of land
22-04-2003
Page 54 of 148
Brandstofopvoerpomp Zie Ç Brandstofcircuit die- selmotorÈ. Luchtfilter
Volg de instructies in het onderhoudsboekje op.
A
B
CONTROLES*77IV-2Let op:Tijdens verrichtingen onder de motorkap bij warme motor kan,
zelfs bij afgezet contact, de ventilator elk moment in werking treden. Controleer tussen de voorgeschreven periodieke onderhoudsbeurten door regelmatig het oliepeil van de motor en doe dit tevens systematisch vooriedere lange rit.
Koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de merkte-kens min. en max. op het
reservoir bevinden.
Wacht, indien de motor warm is,
15 minuten. Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Voer geen ingrepen aan het koel-
circuit uit bij warme motor. (zie Ç
Niveaus È).
Vloeistof ruitensproeiervoor en achter enkoplampsproeiers Gebruik bij voorkeur de
door de constructeur goedgekeurde producten.
Accu: 12 volt Zie Ç Starten met een hulp-accu È. Motorolie Controleer het niveau op een horizontale en vlakkeondergrond, nadat de
motor minstens 10 minuten tevorenis afgezet. Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Neem de oliepeilstok uit. Het niveau moet zich tus- sen de maatstreepjesMIN. en MAX. op de olie-peilstok bevinden.
Het niveau mag nim-mer boven het maxi- mum uitkomen. Remvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de merkte-kens min. en max. op het
reservoir bevinden. Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Stop onmiddellijk indien het lampje brandt.
Stuurbekrachtigings- vloeistof Controleer het niveau met
afgezette motor.
Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
max. min.
* Afhankelijk van uitvoering of land
22-04-2003
Page 56 of 148
Luchtfilter
Volg de instructies in het onderhoudsboekje op.
B
CONTROLES*79IV-2Let op:Tijdens verrichtingen onder de motorkap bij warme motor kan,
zelfs bij afgezet contact, de ventilator elk moment in werking treden. Controleer tussen de voorgeschreven periodieke onderhoudsbeurten door regelmatig het oliepeil van de motor en doe dit tevens systematisch vooriedere lange rit.
Koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de merkte-kens min. en max. op het
reservoir bevinden.
Wacht, indien de motor warm is,
15 minuten. Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Voer geen ingrepen aan het koel-
circuit uit bij warme motor. (zie Ç
Niveaus È).
Vloeistof ruitensproeiervoor en achter enkoplampsproeiers Gebruik bij voorkeur de
door de constructeur goedgekeurde producten.
Accu: 12 volt Zie Ç Starten met een hulp-accu È. Motorolie Controleer het niveau op een horizontale en vlakkeondergrond, nadat de
motor minstens 10 minuten tevorenis afgezet. Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Neem de oliepeilstok uit. Het niveau moet zich tus- sen de maatstreepjesMIN. en MAX. op de olie-peilstok bevinden.
Het niveau mag nim-mer boven het maxi- mum uitkomen. Remvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de merkte-kens min. en max. op het
reservoir bevinden. Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
Stop onmiddellijk indien het lampje brandt.
Stuurbekrachtigings- vloeistof Controleer het niveau met
afgezette motor.
Niveau: zie Ç Niveaus È.
Oliesoort: zie Ç Smeermiddelen en
vloeistoffen È.
max. min.
* Afhankelijk van uitvoering of land
22-04-2003
Page 63 of 148
22-04-2003
STUURSLOT - CONTACT - STARTMOTORII-1
50
¥ S : Contactslot Om de stuurinrichting van het slot te halen, dient u het stuurwiel te verdraaien terwijl u zonder te forceren de sleutel in het contact omdraait.
¥ A : Accessoires In deze stand kunnen bepaalde elektrische accessoires gebruikt worden. Het laadstroomlampje brandt in deze stand.
¥ M : Contact aan De lampjes laadstroom, handrem, oliedruk en koelvloeistoftemperatuur moe-
ten gaan branden. Afhankelijk van de uitvoering van uw auto, moeten de vol-
gende lampjes eveneens oplichten: Stop, ABS, Autodiagnose motor,
Voorgloeien (Diesel), airbag voor. Als ŽŽn van deze lampen niet brandt, is er sprake van een defect. ¥ D : Startmotor Laat de sleutel los, zodra de motor aanslaat. Start nooit als de motor al draait.
De werking van onderstaande lampjes wordt getest, wanneer de sleutel in de contactstand staat