Peugeot Expert Tepee 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 141 of 184

134
Kinderen aan boord
a: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
b: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een un iverseel gehomologeerd kinderzitje met een veilighe idsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als
met het "gezicht in de rijrichting".
BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Conform de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) ge eft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een
veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Plaats Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Van 9 tot 18 kg Van 15 tot 25 kg Van
22 tot 36 kg
Minder dan 13 kg
(Groep 1) (Groep 2) (Groep 3)
(Groep 0 (a) en 0+)
Van 1 tot ongeveer 3 jaarVan 3 tot ongeveer 6 jaarVan 6 tot ongeveer 10 jaarTot ongeveer 1 jaar
1
e zitrij (b) U U U U
Tweezitsbank,
buitenste zitplaats U U U U
Tweezitsbank,
middelste zitplaats L2, L3 L4 L4, L5, L6 L4, L5, L6
Losse stoel
2e zitrij U U U U
Middelste zitplaats U U U UBuitenste zitplaatsen
3e zitrij U U U U
Middelste zitplaats U U U UBuitenste zitplaatsen

Page 142 of 184

135
5
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
voor dat de rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel van de auto aandrukt
en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden,
berg deze dan zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet
met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor worden vervoerd,
behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn
door andere kinderen of als de achterbank
niet bruikbaar, neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszijde
(volgens uitvoering) uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel
wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en
de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten (volgens uitvoering) om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten (volgens uitvoe ring)
niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden.
Kinderen aan boord
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
VEILIGHEID

Page 143 of 184

136
Raadpleeg voor meer informatie over de
aanhangergewichten de documenten van de
auto (kentekenbewijs, ...) of in rubriek 9 het
gedeelte "Gewichten".
Adviezen
Bij het slepen van een auto dienen de wielen
van de gesleepte auto vrij rond te draaien; de
versnellingsbak moet in de neutraalstand staan.
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN, EEN BOOT...Verdeling gewicht:
verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u aan de
toegestane kogeldruk.Koeling:
het trekken van een aanhanger op een
helling veroorzaakt een hogere koelvloeistof
temperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend
en is niet afhankelijk van het motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog mogelijke
versnelling om het toerental te beperken en
Trekken van een aanhanger

Page 144 of 184

137
ACCESSOIRES
6
pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van
de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Gebruiksvoorschrift
Onder zeer zware gebruiksomstandigheden
(het trekken van het maximale
aanhangergewicht op een steile helling bij
hoge temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de
prestaties van de motor weer kunnen
worden verhoogd.
Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af. Banden: controleer de bandenspanning
van de auto (zie rubriek 9 in het
gedeelte "Identificatie") en de aanhanger
en breng deze indien nodig op de juiste
waarde.
Remmen:
het trekken van een aanhanger vergroot de
remweg. Rijd met matige snelheid, schakel
tijdig terug, rem geleidelijk.
Zijwind:
de zijwindgevoeligheid van de auto is groter.
Rijd daarom soepel en met matige snelheid.
ABS:
dit systeem werkt uitsluitend op de auto en
niet op de aanhanger.
Parkeerhulp achter:
bij het trekken van een aanhanger is de
parkeerhulp uitgeschakeld. Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van een
originele PEUGEOT-trekhaak en -kabelset,
die tijdens de ontwikkeling van uw auto
uitgebreid zijn getest.
De trekhaak moet worden gemonteerd
volgens de aanwijzingen van de fabrikant,
waarbij rekening moet worden gehouden
met het maximum toegestane trein- en
getrokken gewicht, de kogeldruk en de
elektrische aansluitingen. Het is daarom
raadzaam de trekhaak te laten monteren bij
een PEUGEOT-servicepunt.
Conform de algemene voorschriften die
hierboven zijn vermeld, attenderen wij u
op het risico dat het monteren van een
trekhaak of elektrisch accessoire zonder
artikelnummer van PEUGEOT met zich
meebrengt. Hierdoor kunnen storingen
in het elektrisch systeem van uw auto
ontstaan. Raadpleeg eerst een PEUGEOT-
servicepunt.
Zie in de rubriek 7 het gedeelte
"Niveaus".
Trekken van een aanhanger

Page 145 of 184

138OVERIGE ACCESSOIRES
Al deze accessoires en onderdelen zijn, na
getest en goedgekeurd te zijn ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid, aangepast
aan uw Expert Tepee. "La Boutique" biedt u
een ruime keuze aan accessoires en originele
onderdelen voorzien van een artikelnummer
van PEUGEOT aan, die u bij een PEUGEOT-
servicepunt zowel uit de catalogus als online
kunt bestellen.
Boutique
Een ander aanbod van accessoires vindt u bij
PEUGEOT Boutique en is onderverdeeld in
5 groepen:"Protect": inbraakalarm,
graveren van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek, ...
"Confort": stoelhoezen geschikt
voor voorstoelen met zij-airbags,
banken, rubber mat, moquette
mat, kunststof bak laadruimte,
dakstangen, zonneschermen opzij.
Om te voorkomen dat de werking
van de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt,
- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
Sneeuwkettingen. "Audio":
autoradio’s, handsfree-
sets, luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt
gemonteerd, moet aan de
hand van de specificaties altijd worden
gecontroleerd of deze kan worden
gecombineerd met de standaarduitrusting
van de auto en of het elektrische systeem
van de auto er niet door wordt overbelast.
Raadpleeg eerst een PEUGEOT-
servicepunt.
"Design": wieldoppen, spatlappen
vóór, spatlappen achter,
windgeleiders, treeplank, ...
"Tecnic": ruitensproeiervloeistof,
reinigings-/onderhoudsmiddelen
voor interieur en exterieur,
lampen, ...
Raadpleeg voor meer informatie de site
http://public.infotec.peugeot.com.Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires zonder
artikelnummer van PEUGEOT, kan storingen
in het elektronisch systeem van uw auto
veroorzaken. Houd rekening met deze
bijzonderheid en wij raden u aan contact
op te nemen met een vertegenwoordiger
van het merk PEUGEOT om u te laten
informeren over het assortiment uitrustingen
en accessoires voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Afhankelijk van het land van bestemming is
de aanwezigheid van een veiligheidsvest,
een gevarendriehoek en een lampenset in
de auto verplicht.
Uitrusting

Page 146 of 184

139
7
MOTORKAP OPENEN
Binnenzijde:

- open het afdekkapje aan de linkerzijde in de beenruimte voor de bestuurder.
- trek de handgreep omhoog. Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen. Controleer of de motorkap goed
vergrendeld is.
Waarschuwing "Motorkap open"
Deze waarschuwing is alleen beschikbaar in
combinatie met de alarmoptie.
Als de motorkap niet goed gesloten
is terwijl de motor draait of de auto
rijdt, wordt u hiervoor gewaarschuwd
door een pictogram en een afbeelding op het
display in combinatie met een geluidssignaal.
Buitenzijde:
zet de motorkap op een kier,
druk de veiligheidshaak omhoog en til de
motorkap op.
Motorkapsteun
Plaats de stang in een van de twee
uitsparingen (afhankelijk van de gewenste
hoogte) om de motorkap te ondersteunen.
Druk de stang in de houder alvorens de
motorkap te sluiten. Motorkap openen
ONDERHOUD

Page 147 of 184

4
3
7
1
2
5
6
8
9
11
10b
10a
140
Onder de motorkap
DIESELMOTOREN 4 - Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5 - Luchtfilter.
6 - Motoroliepeilstok.
7 - Motorolie (bij)vullen. 8 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
9 - Afneembaar sleepoog.
10 - Handopvoerpomp
( a: 1,6 L HDi; b: 2 L HDi).
11 - Trechter voor het bijvullen van motorolie
(2 L HDI).
ONDER DE MOTORKAP
1 -
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
2 - Zekeringkast.
3 - Reservoir koelvloeistof.

Page 148 of 184

4
3
7
1
2
5
8
9
6
141
7
BENZINEMOTOR 4 - Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5 - Luchtfilter.
6 - Motoroliepeilstok. 7 -
Motorolie (bij)vullen.
8 - Reservoir stuurbekrachtiging.
9 - Afneembaar sleepoog.
1 -
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
2 - Zekeringkast.
3 - Reservoir koelvloeistof. Onder de motorkap
ONDERHOUD

Page 149 of 184

A
B
142
Niveaus
NIVEAUS
Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede staat
te houden. Raadpleeg de voorschriften in de
PEUGEOT-verkoop-en serviceorganisatie, op
de site Infotec of in het onderhoudsboekje dat
bij dit instructieboekje zit.
Let erop dat u bij het eventueel
verwijderen en monteren van de
afdekkap van de motor, de bevestigingsclips
niet beschadigt.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen
(maximum olieverbruik: 0,5 liter per 1 000 km).
De controle dient bij koude motor en
horizontaal geplaatste auto te geschieden,
met behulp van de oliepeilstok. Oliepeilstok
2 merktekens op de
peilstok:
A = maxi.
Raadpleeg een PEUGEOT-
servicepunt als het oliepeil
boven dit merkteken uitkomt.
B = mini.
Laat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen.
Voor het behoud van de
bedrijfszekerheid van de motoren en de emissieregelsystemen mogen
in geen geval additieven aan de motorolie
worden toegevoegd.Olie verversen
Dit dient volgens het onderhoudsschema van de
constructeur te worden uitgevoerd. Het is verplicht

uitsluitend olieën te gebruiken met de door de
constructeur voorgeschreven viscositeit. Raadpleeg
de voorschriften in de PEUGEOT-verkoop-en
serviceorganisatie of op de site Infotec.
Neem voordat u olie bijvult de peilstok uit de houd er.
Gebruik bij de 2 liter HDi-motor de bijgeleverde
trechter om olie bij te vullen via de vulopening va n
het carter.
Controleer na het bijvullen het motorolieniveau (he t
niveau mag niet boven het bovenste merkteken
uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de
motorkap te sluiten.
Keuze van de viscositeitsgraad
De olie dient in ieder geval aan de door de
constructeur voorgeschreven normen te voldoen.
Remvloeistof verversen
De remvloeistof dient volgens de door de
constructeur voorgeschreven intervallen te
worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en aan de
DOT4-normen voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het reservoir
te staan.
Raadpleeg als het reservoir vaak bijgevuld
moet worden zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjes
Zie in de rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie over de
verklikkerlampjes.

Page 150 of 184

143
7
Niveaus
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade te
voorkomen uitsluitend door de constructeur
aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator. Wacht voor werkzaamheden
aan het koelsysteem ten minste 1 uur
nadat de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken als de
sleutel uit het contactslot is verwijderd en
het koelsysteem onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart omwenteling
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof uit
het koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak koelvloeistof
moet worden bijgevuld, zo snel mogelijk
controleren door een PEUGEOT-
servicepunt. Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI
en MAXI van het
expansievat te staan. Laat het koelsysteem,
als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld,
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de stuurbekrach-
tigingsvloeistof als de auto op een vlakke
ondergrond staat en de motor koud is.
Draai de dop met geïntegreerde peilstok
los en controleer of het niveau tussen de
merktekens MINI en MAXI staat.
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid de producten uit
de groep "Tecnic PEUGEOT" te gebruiken.
Inhoud reservoir ruitensproeiers: ongeveer
4,5 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud van
het reservoir 7,5 liter. Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje service in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door een PEUGEOT-servicepunt.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid en is een erg bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het water
of op de grond, maar deponeer deze in
de daarvoor bestemde containers bij een
PEUGEOT-servicepunt.
ONDERHOUD

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 ... 190 next >