ESP Peugeot Expert Tepee 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 140 of 237

130
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD (RECHTERZIJDE)
- Kantel het opbergvak omlaag en trek het met kracht naar buiten om bij de
zekeringen te komen.
Zekering A (Ampère) Functie

1 15 Ruitenwisser achter

2 - Vrij

3 5 Elektronische eenheid airbags

4 10 Sensor verdraaiing stuurwiel, diagnoseaansluitin g, sensor
ESP, handbediende ventilatie, schakelaar koppelings pedaal,
koplampverstelling, pomp roetfilter

5 30 Elektrisch verstelbare buitenspiegels, motor rui tbediening
passagierszijde

6 30 Voeding ruitbediening vóór

7 5 Plafonniers en verlichting dashboardkastje

8 20 Multifunctioneel display, sirene inbraakalarm, a utoradio,
CD-wisselaar, autoradio/telefoon, servicecentrale
trekhaakaansluiting (montage achteraf)

9 10 Diagnoseaansluiting 2e zitrij

10 30 Niveauregeling achter, stuurkolomschakelaars,
instrumentenpaneel

11 15 Diagnoseaansluiting, contact-/stuurslot

12 15 Handsfree set, elektronische eenheid airbags, el ektronische
eenheid parkeerhulp

13 5 Servicecentrale motor, servicecentrale trekhaaka ansluiting

14 15 Regensensor, ventilatie achter, automatische air conditioning,
instrumentenpaneel

15 30
Vergrendeling/ontgrendeling/supervergrendeling te openen carrosseriedelen

16 - Vrij

17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming

Page 142 of 237

132
Zekering vervangen
ZEKERINGEN ONDER DE MOTORKAP
- Open de motorkap en schuif de steun van het reservoir van de
ruitensproeiervloeistof weg om
gemakkelijker bij de zekeringen te
kunnen komen.
- Maak de zekeringkast los en kantel deze omlaag om bij de zekeringen te komen.
Zekering A (Ampère) Functie

1 20 Elektronische eenheid motor, brandstof-en luchti nlaatsysteem,
motorventilateurgroep

2 15 Claxon

3 10 Pomp ruitensproeiers voor en achter

4 20 Pomp koplampsproeiers

5 15 Brandstofsysteem

6 10 Stuurbekrachtiging, extra schakelaar rempedaal

7 10 Remsysteem (ABS/ESP)

8 20 Bediening startmotor

9 10 Hoofdschakelaar rempedaal

10 30 Brandstof- en luchtinlaatsysteem, emissieregelin g

11 40 Ventilatie vóór

12 30 Ruitenwissers vóór

13 40 Intelligente servicecentrale (BSI)

14 30 Vrij

Page 168 of 237

66
88
77
55
11
22
33
44
03
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
INSTELLEN GESPROKEN BERICHTEN
UITSCHAKELEN
OK
Selecteer de functie INSTELLEN GESPROKEN BERICHTEN en druk op de knop om te bevestigen.
Druk op de knop en stel vervolgens het volume van de gesproken berichten in of selecteer de functie UITSCHAKELEN en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
GESPROKEN NAVIGATIEBERICHTEN
Tijdens de gesproken berichten kan door middel van de volumeknop direct het volume van de verschillende berichttypen worden ingesteld (navigatie, verkeersinformatie...).
GPS
Druk op de toets MENU.
Draai aan de knop om de functie NAVIGATIE te selecteren.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de knop om de functie NAVIGATIEMOGELIJKHEDEN te Draai aan de knop om de functie Draai aan de knop om de functie
selecteren.
NAVIGATIEMOGELIJKHEDEN

Page 176 of 237

11
22
05
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm. Bepaalde beveiligingssystemen op de originele CD of zelfgebrande CD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van de CD-speler. Plaats de audio- of MP3-CD in de speler. De CD-spe ler zal de CD automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-speler als geluidsbron te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een nummer van de CD te selecteren. Druk op de toets LIST om de lijst met nummers van de CD of de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Het afspelen of weergeven van een MP3-speellijst kan worden beïnvloed door het gebruikte programma voor de CD e n/of de instellingen. Wij raden u aan een CD te gebruiken die aan de ISO-norm 9660 voldoet.
EEN CD OF MP3-CD AFSPELEN
CD
AUDIO/VIDEO
INFORMATIE EN TIPS
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid die de mo gelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één CD te plaatsen.
Selecteer bij het branden van een CD-R/DVD-R of CD -RW/DVD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen. Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan daard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit. Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend audio-bestanden met de extensie “.mp3” en een sampling frequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af. Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp 4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwijder speciale tekens (bijv.: “, ?, ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
CD MP3
9.21

Page 177 of 237

9.22
22
33
11
55
66
44
CD-KOPIE OP DE JUKEBOX
COMPLETE CD
KOPIËREN STOPPEN
OK
Selecteer CD-KOPIE OP DE JUKEBOX en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer COMPLETE CD om de volledige inhoud van de CD te kopiëren en druk op de knop om te bevestigen.
Herhaal, om het kopiëren te stoppen, de punten 2 en 3. Selecteer KOPIËREN STOPPEN en druk op de knop om te bevestigen.
De optie AUTOMATISCH CREËREN kopieert de CD automatisch naar een album van het type “album nr. ...”.
De audio- of MP3-CD wordt naar de harde schijf gekopieerd. Afhankelijk van de speelduur van de CD duurt het ko piëren tot 20 minuten. Tijdens het kopiëren kunnen de reeds op de harde schijf opgeslagen albums en CD’s niet worden afgespeeld.
Selecteer de letters één voor één en selecteer OK om te bevestigen.
Als het geen CD met MP3-bestanden betreft, comprim eert de Jukebox de nummers van de CD automatisch naar MP3-f ormaat. Afhankelijk van de speelduur van de CD duurt het comprimeren ongeveer 20 minuten. Tijdens het comprimeren kunnen de CD en de reeds op de harde schijf opgeslagen albums worden afgespeeld.
Druk lang op de toets SOURCE om met het kopiëren v an de CD te beginnen.
Het kopiëren van bestanden van de Jukebox naar een CD is niet mogelijk. De functie KOPIE STOPPEN verwijdert niet de bestan den die al naar de harde schijf van de jukebox gekopieerd zijn.
Selecteer AUDIOFUNCTIES, selecteer CD en druk op de knop om te bevestigen.
Plaats een audio- of MP3-CD in de speler en druk op de toets MENU.
JUKEBOX
EEN CD NAAR DE HARDE SCHIJF KOPIËREN
CD

Page 185 of 237

9.30
06
Herhaal, om de toegangscode te wijzigen, stap 2, selecteer TOEGANGSCODE en sla de code van uw keuze op.
BLUETOOTH TELEFOON
EEN BLUETOOTH TELEFOON
KOPPELEN
Herhaal, om de gekoppelde telefoon te wijzigen, stap 2, selecteer LIJST GEKOPPELDE TELEFOONS en druk op ok om te beve stigen. De lijst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 10) verschijnt. Selecteer de telefoon van uw keuze, bevestig, selecteer KOPPELEN en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Als de telefoon is gekoppeld kan het systeem het adres adresboek en de gesprekkenlijst synchroniseren. Herhaal stap 2 en s elec selecteer WIJZE VAN SYNCHRONISEREN INDEX. Selecteer de synchrynchronisatie van uw keuze en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De synchronisatie kan enkele minuten duren.
De gesprekkenlijst bevat uitsluitend gesprekken die zijn gevoerd met de radiotelefoon vanuit de auto.

Page 186 of 237

11
22
33
55
66
44
06
9.31
NUMMER KIEZEN
BELLEN
BELLEN MET EEN CONTACTPERSOON
Draai aan de knop om de functie NUMMER KIEZEN te selecteren.
Druk op de toets OPNEMEN om het snelmenu van de telefoon weer te geven.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Toets het nummer van uw contactpersoon in op het alfanumerieke toetsenbord.
Druk op de toets OPNEMEN om naar het gekozen nummer te bellen.
Druk op de toets OPHANGEN om het gesprek te beëindigen.
EEN GESPREK ACCEPTEREN OF
WEIGEREN
Druk op de toets OPNEMEN om een gesprek te accepteren.
Druk op de toets OPHANGEN om een gesprek te weigeren.
Druk langer dan 2 seconden op het uiteinde van de stuurkolomschakelaar om het menu van de telefoon weer te geven: logboek gesprekken, index, voicemail.
Druk op MENU om de gebruikte telefoon te kiezen, selecteer achtereenvolgens TELEMATICA, BLUETOOTH FUNCTIES, WIJZE VAN ACTIVEREN BLUETOOTH. Naar keuze: - NIET ACTIEF: gebruik van de interne telefoon, - ACTIEF EN ZICHTBAAR: gebruik van de bluetooth telefoon, zichtbaar vanaf alle telefoons, - ACTIEF EN NIET ZICHTBAAR: gebruik van de bluet ooth telefoon, onzichtbaar vanaf de andere telefoons, aansluiten van een nieuwe telefoon niet mogelijk.
Selecteer LIJST GESPREKKEN of INDEX en druk op OK. Kies het gewenste nummer en bevestig om te bellen.

Page 189 of 237

11
22
33
44
55
66
77
88
09
9.35
CONFIGURATIE
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Druk op de toets MENU.
Draai aan de draaiknop om de functie CONFIGURATIE te selecteren.
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de draaiknop om de functie CONFIGURATIE BEELDSCHERM te selecteren. Stel de parameters één voor één in door deze te bevestigen met de draaiknop. Selecteer vervolgens de tab OK op het scherm om de instellingen te bevestigen.
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
CONFIGURATIE BEELDSCHERM
DATUM EN TIJD INSTELLEN
OK
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de draaiknop om de functie DATUM EN TIJD INSTELLEN te selecteren.
Met de functie CONFIGURATIE kunnen de instellingen voor kleur, helderheid, eenheden en gesproken commando’s worden gewijzigd.

Page 195 of 237

9.82
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende geluidsbronnen (radio, CD, CD-wisselaar...).
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de muziekstijl "Geen" te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elk e geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere geluidsbron (radio, CD, CD-wisselaar...) verschille n in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst. - Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd. - Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio. - De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen. - De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen. - CD's met MP3-bestanden kunnen niet worden afgespeeld door de CD-wisselaar.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden d ie niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muzieks tijl) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een muziekstijl te selecteren.
In de onderstaande tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over de Peugeot Connect Co m, Peugeot Connect Nav en uw Peugeot Connect Sound.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
VEELGESTELDE VRAGEN

Page 200 of 237

9.42
1
5
10
01
2
346
13
11
9
1415
7812
16
1. Motor afgezet - Kort indrukken: aan/uit - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave rad
io onderbreken. Draaiende motor - Kort indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. - Lang indrukken: resetten van het systeem.
2. Volumeregeling.
3. Toegang tot het Menu "Radio". Weergave van het zend eroverzicht.
4. Toegang tot het Menu "Muziek". Weergave van t racks.
6. Toegang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.
7. Toegang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergeven van: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon (tijdens een gesprek). Lang indrukken: Black Panel-functie (DARK).
8. Toegang tot het Menu "Navigatie". Weergave van de laatst gekozen bestemmingen.
9. Toegang tot het Menu "Verkeer". Weergave van de actuele verkeersinformatie.
10. ESC: huidige bewerking afbreken.
11. CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het overzicht. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst . Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagen radiozender. Selecteren van een CD in de CD-wisselaar. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de hui dige radiozender.
15. SD-kaartlezer.
16. Selectieknop voor de weergave op het display, afhankelijk van de context van het menu. Kort indrukken: bevestigen.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL Peugeot Connect Nav
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness, automatische volumecorrectie, standaardinstellingen .
5. Toegang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik en de d emo-mode.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 next >