airbag Peugeot Expert VU 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 89 of 225

84
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, raadpleeg hiervoor het
PEUGEOT -netwerk.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen. Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met de
goedgekeurde stoelhoezen. Deze
belemmeren het activeren van de zij-airbags
niet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Zorg ervoor dat de passagier zijn voeten niet
op het dashboard laat rusten, hij kan anders
ernstig letsel oplopen als de airbag wordt
opgeblazen.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.

Page 90 of 225

85
Airbags
VEILIGHEID
4
Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
op het display, raadpleeg dan het
PEUGEOT -netwerk om het systeem te laten
controleren. De kans bestaat dat de airbags
bij een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Zij-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering)
beschermen de bestuurder en voorpassagier
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de zijde van de
portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht. Registratiezones voor een aanrijding

A. Impactzone vóór

B. Impactzone opzij
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan, kan het zijn dat
de airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd. Storing
Activering
De zij-airbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij ( B ), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting
de binnenzijde van de auto, die zich op een
horizontale ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het desbetreffende
portierpaneel.

Page 91 of 225

87
Kinderen aan boord
VEILIGHEID
4
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter tot
2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. "Met het gezicht in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter vanaf
2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting op de passagiersstoel
vóór wordt geplaatst, mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS
VEILIGHEIDSGORDEL
De regels voor het vervoeren van kinderen
zijn per land verschillend. Raadpleeg
hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een
plaats op de achterbank van uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot van een passagier worden vervoerd.

Page 92 of 225

88
Kinderen aan boord DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN UNIVERSELE KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Peugeot die
met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:

Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg


L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.

Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg


L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht vo or het
vervoeren van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg).

Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg

L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet kan
worden uitgeschakeld, is het absoluut verboden
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op
de zitplaatsen voor te bevestigen.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".

Page 93 of 225

88
Kinderen aan boord DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN UNIVERSELE KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Peugeot die
met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:

Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg


L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.

Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg


L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht vo or het
vervoeren van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg).

Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg

L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet kan
worden uitgeschakeld, is het absoluut verboden
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op
de zitplaatsen voor te bevestigen.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".

Page 95 of 225

90
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of
het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte
ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam van
het kind zoveel mogelijk moet worden
beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje tegen de rugleuning van de stoel van
de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden,
berg deze dan zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet
met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor worden vervoerd,
behalve als de achterzitplaatsen al bezet
zijn door andere kinderen of als de
achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of
niet aanwezig is.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk worden
geopend.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet
verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen. Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.

Page 98 of 225

93
Uitrusting
ACCESSOIRES
5
OVERIGE ACCESSOIRES
Al deze accessoires en onderdelen zijn,
na getest en goedgekeurd te zijn ten
aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid,
aangepast aan uw auto. U hebt een
ruime keuze aan accessoires en originele
onderdelen met een artikelnummer . Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp achter,
gevarendriehoek, ...
Daarnaast is een ander gamma van
accessoires opgebouwd rond de thema's
comfort, vrijetijdsbesteding en onderhoud:
Autoradio's, handsfree-sets,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/of telematica-
apparatuur wordt gemonteerd, moet
aan de hand van de specificaties altijd
worden gecontroleerd of deze kan worden
gecombineerd met de standaarduitrusting
van de auto en of het elektrische systeem
van de auto er niet door wordt overbelast.
Raadpleeg eerst het PEUGEOT -netwerk. Monteren van zenders voor
radiocommunicatie
Alvorens achteraf een zender voor
radiocommunicatie in te bouwen met externe
antenne op uw auto, adviseren wij u contact
op te nemen met een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT .
Het PEUGEOT-netwerk zal u informeren
over de gegevens van de zenders
(frequentie, maximum vermogen, stand
antenne, specifieke montagevoorschriften)
die kunnen worden gemonteerd, conform de
Richtlijn Elektromagnetische compatibiliteit
automobielen (2004/104/EG).
Gamma professionele uitrusting
In de door Informations Techniques Pièces
et Services uitgegeven catalogus met
accessoires vindt u verschillende
uitrustings- en indelingsmogelijkheden,
zoals:
Imperiaal voor uitvoeringen met korte,
middellange of lange wielbasis
(alle typen laadstop).
Loopplank, laadrol, treeplank.
Trekhaak, kabelset: deze trekhaak moet bij
het PEUGEOT -netwerk worden gemonteerd.
Imperiaals voor verschillende dakhoogten,
dakstangen, ladder.
Scheidingswanden en -roosters,
vloerbeschermingsplaten van gelakt hout en
met antisliplaag.
Beschermingsroosters, multimedia.
Stoelhoezen geschikt voor voorstoelen
met zij-airbags, passagiersbank,
rubber mat, moquettestoffen mat,
sneeuwkettingen.
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed bevestigd is,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.

Page 122 of 225

117
Zekering vervangen
SNEL WEER OP WEG
7
ZEKERINGEN DASHBOARD (RECHTS)
- Kantel het opbergvak omlaag en trek het met kracht naar buiten om bij de
zekeringen te komen.
Zekering A (Ampère) Functie

1 15 Ruitenwisser achter

2 - Vrij

3 5 Elektronische eenheid airbags

4 10 Sensor verdraaiing stuurwiel, diagnoseaansluiting,

sensor ESP, handbediende ventilatie, schakelaar
koppelingspedaal, koplampverstelling, pomp roetfilt er

5 30 Elektrisch verstelbare buitenspiegels, motor ruitb
ediening
passagierszijde

6 30 Voeding ruitbediening vóór

7 5 Plafonniers en verlichting dashboardkastje

8 20 Multifunctioneel display, sirene inbraakalarm, aut
oradio,
CD-wisselaar, autoradio/telefoon, servicecentrale
trekhaakaansluiting (montage achteraf), aansluiting en
carrosserieopbouw (plancher cabine)

9 10 Diagnoseaansluiting laadruimte

10 30 Niveauregeling achter, stuurkolomschakelaars,
instrumentenpaneel

11 15 Diagnoseaansluiting, contact-/stuurslot

12 15 Handsfree set, elektronische eenheid airbags, elek
tronische
eenheid parkeerhulp

13 5 Servicecentrale motor, servicecentrale trekhaak aansluiting

14 15 Regensensor, automatische airconditioning, inst rumentenpaneel

15 30
Vergrendeling/ontgrendeling/supervergrendeling te openen carrosseriedelen

16 - Vrij

17 40 Achterruitverwarming, verwarming buitenspiegels

17 10 Alleen verwarming buitenspiegels

Page:   < prev 1-10 11-20