bluetooth Peugeot Partner 2020 Handleiding (in Dutch)

Page 230 of 260

228
PEUGEOT Connect Nav
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer het gewenste stekkertype.
Druk op "OK" om op te slaan.
Het weerbericht weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op deze toets om de lijst van
beschikbare diensten weer te geven.
Selecteer "Kaart raadplegen".
Selecteer "Weer".
Druk op deze toets om
standaardinformatie weer te geven.
Druk op deze toets om een uitgebreid
weerbericht weer te geven.
De temperatuur die om 6 uur 's ochtends
wordt weergegeven, is de
maximumtemperatuur van de dag.
De temperatuur die om 6 uur 's avonds wordt
weergegeven, is de minimumtemperatuur van
de nacht.
Applicaties
USB-poorten
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het
gedeelte "Ergonomie en comfort" voor meer
informatie over de USB-poorten die compatibel
zijn met de apps CarPlay
®, MirrorLinkTM of
Android Auto.
Ga naar de landelijke website van het
merk voor een overzicht van geschikte
smartphones.
Door een smartphone te synchroniseren,
kunnen gebruikers apps op het scherm
van de auto zien die de MirrorLinkCarPlay
®-, TM- of Android Auto-technologie van de
smartphone ondersteunen. Om CarPlay®-
technologie te kunnen gebruiken, moet de
functie CarPlay
® eerst op de smartphone
worden geactiveerd.
In alle gevallen moet de smartphone worden
ontgrendeld, anders is er geen communicatie
mogelijk tussen de smartphone en het
systeem.
Omdat technologie niet stilstaat, raden wij
aan om het besturingssysteem van de
smartphone en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date
te houden .
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functies
CarPlay
®, MirrorLinkTM, of Android Auto te
openen.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Of
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-
functie te openen.
Druk op "CarPlay " om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt
aangesloten, schakelt de functie
CarPlay
® de Bluetooth®-modus van het
systeem uit.
Wanneer de USBkabel wordt ontkoppeld
en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.
MirrorLinkTM-verbinding
voor smartphones
De functie "MirrorLinkTM" werkt alleen in
combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
U kunt op de website van het merk ( diensten)
controleren of uw telefoon compatibel is.
Wanneer u een smartphone aansluit op
het systeem, raden wij u aan om
Bluetooth
® op de smartphone in te schakelen.Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "MirrorLink
TM"-
functie te openen.
Druk op "MirrorLinkTM" om de app in het
systeem te starten.
Bij bepaalde smartphones moet de functie
"MirrorLink
TM" worden geactiveerd.

Page 231 of 260

229
PEUGEOT Connect Nav
12Wanneer de USBkabel wordt ontkoppeld
en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.
MirrorLinkTM-verbinding
voor smartphones
De functie "MirrorLinkTM" werkt alleen in
combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
U kunt op de website van het merk ( diensten)
controleren of uw telefoon compatibel is.
Wanneer u een smartphone aansluit op
het systeem, raden wij u aan om
Bluetooth
® op de smartphone in te schakelen.Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "MirrorLink
TM"-
functie te openen.
Druk op "MirrorLinkTM" om de app in het
systeem te starten.
Bij bepaalde smartphones moet de functie
"MirrorLink
TM" worden geactiveerd.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt
een scherm weergegeven met daarop de reeds
op uw smartphone gedownloade apps die
compatibel zijn met de MirrorLink
TM-technologie.
Tijdens de MirrorLinkTM-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk, kan het zijn dat het even duurt
voordat de apps beschikbaar zijn.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Installeer, via "Google Play", de app
"Android Auto" op de smartphone.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone
en compatibele apps.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-
functie te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het
systeem te starten.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
In de Android Auto-modus wordt de
functie die uitklapmenu's weergeeft door
met drie vingers op het scherm te drukken,
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk, kan het zijn dat het even duurt
voordat de apps beschikbaar zijn.
Voertuig-apps
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.

Page 232 of 260

230
PEUGEOT Connect Nav
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van
de apps te openen.
Internet-browser
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie
"Connected-apps" te openen.
Druk op "Connected-apps" om de startpagina
van de browser te openen.
Selecteer het land waar u woont.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan
en de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via
een van de netwerkverbindingen van de
auto of van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de smartphone om
te kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de smartphone moet
zijn ingesteld op "zichtbaar voor alle
apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het
systeem weergegeven code identiek zijn om het
koppelen, met wat voor methode dan ook (via de
smartphone of via het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de smartphone de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de smartphone te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding ".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
smartphones weergegeven.
Selecteer in de lijst de naam van de
gekozen smartphone.
Afhankelijk van het type smartphone, wordt u gevraagd om de overdracht van
uw contacten en berichten goed te keuren.
Verbinding delen
De smartphone kan via 3 verschillende profielen
via het systeem worden verbonden:

"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),

"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de smartphone afspelen),

"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
navigatie (wanneer voor de auto geen
"noodoproep of pechhulpoproep"-diensten
beschikbaar zijn), nadat eerst het delen van
de verbinding van de smartphone is
geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad " Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand
te brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding
delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen ".
Selecteer het tabblad " Activering" om Wi-Fi-
verbinding delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad " Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het
systeem te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze
zo goed mogelijk te beveiligen, wordt het

Page 235 of 260

233
PEUGEOT Connect Nav
12Schakel "FM-DAB" in of uit.
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is geactiveerd, kan er een onderbreking
van een paar seconden zijn wanneer het
systeem schakelt naar "FM"-analoge radio,
en in sommige gevallen kan het volume
veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is als
FM-zender (de optie " FM-DAB" wordt grijs
weergegeven), of als "DAB/FM automatisch
volgen" niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de
USB-poort, of sluit het USB-apparaat via
een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort
aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
lijsten kan enkele seconden of soms enkele
minuten duren nadat het apparaat voor de eerste
keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt
ingeschakeld of wanneer er een USB-
geheugenstick wordt ingestoken, worden de
afspeellijsten bijgewerkt. Het audiosysteem
slaat deze lijsten op, zodat deze sneller worden
geladen wanneer ze niet gewijzigd zijn.
AUX-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-
speler, enz.) met een audiokabel (niet
meegeleverd) aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau). Stel
dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN ".
Selecteer de geluidsbron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen
worden bediend.
Druk op Radio Media om het
beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN ".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te
verwijderen op de pauzetoets om de
video te stoppen en verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de
indelingen MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-
1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo
afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar
audio luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.

Page 236 of 260

234
PEUGEOT Connect Nav
Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het
audiosysteem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het
zijn dat u het afspelen van de audio moet starten
via de smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of
via de aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in
de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums
/ genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per
artiest. Om dit te veranderen moet u terug
naar het eerste niveau in de structuur en
kiest u een andere indeling (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig uw keuze voordat u
in de structuur weer afzakt naar het gewenste
nummer. De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten en Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel
wordt niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de
bedieningstoetsen van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet
door het systeem worden herkend, moeten met
een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug
worden aangesloten of via Bluetooth-streaming
worden gekoppeld (indien compatibel).
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wma", ".aac",
".flac", ".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen
32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.)
kunnen niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen
te kiezen van maximaal 20 tekens die geen
speciale tekens bevatten (zoals, " ? .

; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel
voor het draagbare apparaat te
gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de telefoon om te
kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de telefoon moet zijn
ingesteld op "zichtbaar voor alle apparaten"
(in de telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit
vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan:
controleer of de door de telefoon en het systeem
weergegeven code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de telefoon de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
– "Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online

Page 237 of 260

235
PEUGEOT Connect Nav
12Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de
lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:

"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend
telefoon),

"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),

"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet"
moet worden geactiveerd voor online
navigatie nadat eerst verbinding delen via de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u
gevraagd om de overdracht van uw contacten en
berichten goed te keuren.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af
van de telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle
drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in
de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.

Page 243 of 260

241
PEUGEOT Connect Nav
12Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).

Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken.



Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.



Start het afspelen via het apparaat.
T

itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.


Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.



Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.



Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.



U kunt op de website van het merk (
diensten) controleren of uw telefoon compatibel
is.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar

.
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.


V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.


Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor

. U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
SIM-kaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.


Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.

Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.


V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen geen SMS-
berichten naar het systeem worden verzonden.
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.


Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.

Page 245 of 260

243
Trefwoordenregister
12V-accu 154, 175–176
A
Aanhanger 81, 146
Aanhangergewichten
185–187
Aansluiten MirrorLink

208–209, 229
Aansluiting 12 V

49–50
Aansluiting 220 V

51
ABS

79
Accessoires

75, 99
Accu

149, 175, 177
Accu laden

176–177
Achterbank

48
Achterdeuren

29–31
Achterklep

29–30, 32
Achterlichten

171
Achterportierruiten

41
Achterruitverwarming

45, 63
Achteruitrijcamera

113, 137
Achteruitrijlicht

171
Actief dodehoekbewakingssysteem

134
Actieradius AdBlue

153
Active Safety Brake

126–128
Adaptieve cruise control met Stop-functie

11 6
Adaptieve snelheidsregelaar

122
AdBlue®

155
AdBlue® bijvullen

157
AdBlue®-reservoir

157
Advanced Grip Control

81–82
Afmetingen

181
Afstandsbediening 24–29, 31, 96
Afstellen van de koplamphoogte
71
Afzetten van de motor

97, 99
Airbags

86, 88–89, 91
Airbags vóór

87–88, 91
Airconditioning

58, 61
Airconditioning (handbediend)

59, 62
Airconditioning met gescheiden regeling

62
Alarmknipperlichten

79
Alarmsysteem

38–40
Algemeen menu

190
Allesdragers

149–150
Android Auto verbinding

229
Antiblokkeersysteem (ABS)

79–80
Antidiefstalsysteem/Startblokkering

25
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling

80, 82
Apple®-speler

195, 207, 234
Apple CarPlay verbinding

209, 228
Apps

229
Armleuning

43
Armleuning vóór

49
Audiokabel

233
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling

60
Automatische ruitenwissers

72, 74
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische

100, 104–108, 110, 155
Automatisch inschakelen verlichting

68, 70
Automatisch noodremsysteem

126–128
AUX-aansluiting

194, 207, 233B
Banden 155, 188
Banden oppompen
155, 188
Bandenreparatieset

161
Bandenspanning

155, 163, 167, 188
Bandenspanningscontrole (met set)

161, 163
Bandenspanning te laag (detectie)

11 0
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij

32–33, 65
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen

32
Bediening autoradio aan
stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen
aan stuurkolom

190, 202, 217
Bekerhouder

49
Beladen

53, 149
Benzinemotor

151, 185
Bijvullen AdBlue®

153, 157
Binnenspiegel

46
BlueHDi

153, 160
Bluetooth
(handsfree set)

196–197, 210–211, 234–235
Bluetooth (telefoon)

210–211, 234–236
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning

199
Bluetooth-
verbinding

197, 210–211, 230, 234–236
Boordcomputer

22–23
Boordgereedschap

160–161
Brandstof

7, 143
Brandstofadditief

153–154
Brandstofniveaumeter

143–144

Page 249 of 260

247
Trefwoordenregister
R
Radar (waarschuwingen) 11 2
Radio
191–192, 205, 207, 231–232
Radiozender

191, 205, 231–232
RDS

205, 232
Regeling luchtopbrengst ~
Aanjager, regeling

60
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling

60
Regelmatige controles ~ Controles

154–155
Regelmatig onderhoud

113, 154
Regeneratie roetfilter

154
Reinigen (adviezen)

158–159
Rembekrachtigingsysteem

79–80
Remblokken

155
Remlichten

171
Remmen

155
Remschijven

155
Remvloeistof

153
Reservewiel

111, 155, 160–161, 164–165, 167
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir

153
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem

111
Richtingaanwijzers

68, 68–69, 68–69,
168, 170–171, 171
Rijadviezen

7, 95
Rijden


95
Rijhulpcamera (waarschuwingen)

11 2
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)

11 2
Rijstrookcontrolesystemen

79–80
Rijverlichting

67
Roetfilter 153–154
Ruitensproeier achter
72
Ruitensproeiers vóór

72
Ruitenwisser achter

72
Ruitenwisserbladen (vervangen)

73
Ruitenwisserbladen vervangen

73
Ruitenwissers

71, 74
Ruitenwisserschakelaar

71–72, 74
Ruitenwissers vóór

72
S
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars
44
Schakel sneeuwketting

145
Schuifdeuren

36
SCR (Selective Catalytic Reduction)

155
SCR-systeem

155
Selectiehendel automatische
transmissie ~ Schakelen
automatische versnellingsbak

105–108
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak

104–105
Selectieve ontgrendeling

26, 28
Sensoren (waarschuwingen)

11 3
Serienummer auto

188
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset

160–164
Sierdeel

167
Signalering onoplettendheid

134–135
Sjorogen 52
Sleepoog
179
Slepen

178
Slepen van een auto

178–180
Sleutel

24–25, 27–29, 31
Sleutel met afstandsbediening

29–30
SMS

237
Sneeuwkettingen

111, 145
Snelheidsbegrenzer

116–119, 126
Snelheidslimietherkenning

114–115
Snelheidsregelaar

116, 119, 121–122, 125–126
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning

11 6
Soort lamp

168
Spaarfase

149
Sproeiers, verwarmd

62
Starten

175
Starten dieselmotor ~
Dieselmotor starten

143
Starten van de auto

98, 100, 105–108
Starten van de motor

97
Steunstang voor lange voorwerpen

37
Stickers

159
Stickerset

159
Stilzetten van de auto

99–100, 105–108
Stoelen achter ~ Achterbank

42, 46, 48, 90
Stoelen verstellen

43
Stoelverwarming

44
Stop & Start

23, 59, 62, 109–110,
143, 150, 154, 175, 178
Streaming audio Bluetooth

195, 207, 233
Stuurwiel (verstellen)

45

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40