Peugeot Partner Tepee 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 211 of 268

9.39
08RADIO

Alfabetisch
Druk op
RADIO,kies de gewenstezender en bevestig uw keuze.

Automatisch zoeken
Druk op
 off


om automatisch naar
lagere of hogere frequenties te zoeken.

Of draai het knopje van de bediening ophet stuur.

Handmati
g zoeken
Druk op 
of om stapsgewijs naar een andere frequentie te zoeken.
SELECTEREN VAN EEN ZENDER


Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als deRDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.

De kwaliteit van de ontvan
gst wordt aangegeven door
het aantal actieve golven in dit symbool.

Druk op RADI
Oof druk op "OK" om het contextmenu weer te geven.
VERANDEREN VAN
FREQUENTIEBAND

Selecteer " Veranderen van frequentieband".

Selecteer "AM / FM" en bevestig uw keuze.

Page 212 of 268

9.40
08
Druk op een van de toetsen van het numerieke
toetsenbord om de onder dat nummer opgeslagen
zender op te vragen.
Of druk en draai aan het knopje op het stuur.



EEN ZENDER OPSLAAN


Houd, nadat u een zender hebt geselecteerd, een
van de toetsen van het numerieke toetsenbord gedurende 2 seconden ingedrukt om deze zender op te slaan in het geheugen.
Er klinkt een piep
je ter bevestiging. Druk op
RADIO .






RDS INSCHAKELEN EN
UITSCHAKELEN


Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar gg
kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te qq,
wijzigen. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele landjqjq
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele jg g jjg g j
land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kangqgq
wegvallen.
Selecteer " Opties
" en bevestig uwkeuze.
Schakel "RDS-volgsysteem" in of uit en
bevestig uw keuze.
RADIO

Page 213 of 268

9.41

Page 214 of 268

9.42
09





Naar het menu "MUZIEK-MEDIA"
""""""""MEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIA""""""""
Wisselen van de lijst in het menu (links/rechts).
of



Druk op MUSIC.

Page 215 of 268

9.43
09MULTIMEDIASPELERS

CD, MP3-CD, USB-SPELER


De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac, .flac,.ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af. pp

Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen wordenafgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m3u, ...) kunnenniet worden afgespeeld.
WMA-bestanden moeten van het type WMA9 Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.


Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.

Selecteer bi
j het branden van een CD-R of CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.

Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
H
et is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor het
branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal
4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
INFORMATIE EN ADVIEZEN
Het s
ysteem is geschikt voor externe geluidsdragers(USB of iPod via USB-kabel - niet meegeleverd).
Indien een USB-stick die verscheidene
partities bevat
wordt aangesloten op het systeem, wordt alleen de eerste partitie herkend.

U kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de auto.
Het aantal tracks is beperkt tot een maximum van
2000, 999 tracks per map.

Als het stroomverbruik op de USB-poort boven
de 500 mA uitkomt, wordt het systeem in de
beschermmodus geschakeld en uitgezet.

Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de Jack-plug worden aangesloten.
Een U
SB-stick moet geformatteerd zijn naar FAT 16 of 32 om te
kunnen worden afgespeeld.



Als te
gelijkertijd een Apple®
-speler en een USB-stick zijn aangesloten, ®
werkt het systeem niet.
Gebruik voor een goede werking bij voorkeur originele Apple ®
USB-kabels.

Page 216 of 268

9.44
09MULTIMEDIASPELERS

Plaats de CD in de speler, steek de USB-stick
in de USB-poort of sluit de USB-apparatuur via een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poortaan.
Het s
ysteem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van
deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren nadat het apparaat voor
de eerste keer is aangesloten.
Het verwi
jderen van alle andere danmuziekbestanden en het verminderen van het
aantal afspeellijsten zal het aanmaken van deze
afspeellijsten versnellen.
De a
fspeellijsten worden iedere keer na hetopnieuw aanzetten van het contact of het aansluiten van een USB-stick vernieuwd. Deautoradio slaat de lijsten echter wel op en als ze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter. Het
afspelen volgt na een korte tijd, afhankelijk van
de capaciteit van de USB-stick.


GELUIDSBRON KIEZEN
Vi
a de toets SOURCE
op het stuur kunt u van de ene naar de
andere geluidsbron overschakelen.
" CD/CD MP
3
"
"
USB, IPod"
"AUX " "STREAMING "
"RADIO "

Druk op MUSIC
voor het menu" MEDIA
".

Selecteer " Volgende medium
" enbevestig uw keuze.

Herhaal deze handelin
gen tot u de gewenste geluidsbron
tegenkomt (de radio kan geselecteerd worden met SOURCE
of
RADIO).

AUDIOBRONNEN

Page 217 of 268

9.45
09
/
/
//
//
/
+/
/
/
MULTIMEDIASPELERS


EEN TRACK SELECTEREN
Vorige track.
Volgende track.
Vori
ge afspeellijst.
Vo l
gende afspeellijst.
Snel vooruit.
Snel achteruit.
Pauze: SRCeven ingedrukthouden. MUSIC: Overzicht van tracks en
afspeellijsten op USB of CD

Omhoog en omlaag in de lijst.
Bevesti
gen, verder in de menustructuur.

Terug in de menustructuur.
Even ingedrukt houden

Even ingedrukthouden

Page 218 of 268

9.46
09
STREAMING AUDIO
Streaming audio biedt de mogelijkheid om muziekbestanden op de
telefoon via de audio-installatie in de auto af te spelen.
Maak een verbindin
g met de telefoon: zie het hoofdstuk "TELEFONEREN".
Kies het profiel " Audi
o" of " Alle".


Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de telefoon.
Het bedienen is mo
gelijk via de randapparatuur of met de toetsen vande autoradio.

Als de streamin
g audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als eengeluidsbron beschouwd.
Wij adviseren de
functie " Herhalen" voor Bluetooth-apparatuur in te schakelen.
MULTIMEDIASPELERS


APPLE®-SPELER AANSLUITEN
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen be
gint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indelin
g is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums / genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De standaardindelin
g is de indeling per artiest. Om dit te veranderen
moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgenseen andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer afzakt naar de gewenste track.
De modus "
Shuffle tracks" bij de iPod®correspondeert met de modus ®
"Random" bij de autoradio.
De modus "Shuffle album" bi
j de iPod® correspondeert met de modus®
"Random all" bij de autoradio.
De modus "
Shuffle tracks" wordt standaard weergegeven bij
aansluiten van het apparaat.
De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zi
jn met de generatie van uw Apple®-speler.
De li
jst van compatibele uitrusting en een update voor de software zijn
verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk.

Page 219 of 268

9.47
09MULTIMEDIASPELERS











AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL
(JACK/USB) NIET
MEEGELEVERD
Sluit het externe apparaat (MP3-/WMA-speler) met een geschikte
audiokabel aan op de AUX-ingang (JACK of USB).
Druk o
p MUSIC
voor weergave van het
menu " MUSIC".
Selecteer "AUX-ingang inschakelen/uitschakelen" en bevestig uw keuze.

Stel eerst het volume van het externe
apparaat in (luid). Regel daarna het
volume van de audio-installatie in de auto.

De bediening gebeurt via het externe apparaat.

Page 220 of 268

9.48
10CONFIGURATIE
Druk op SETUPvoor het menu "Configuratie".
Selecteer " Kies de kleur
" en bevestig ruw keuze om de weergave van dekleuren en de kaart op het scherm in testellen:
- stand "Da
g",
- stand "Nacht",
- automatische da
g/nacht-stand,
op basis van het branden van de
verlichting.
Selecteer " Lichtsterkte instellen
" enbevestig uw keuze om de lichtsterkte in
te stellen.
Druk op " OK
" om de wi
jzigingen op teslaan.
De instellin
gen voor dag en nacht zijn
onafhankelijk van elkaar.

Selecteer " Configuratie weergave"en bevestig uw keuze.


WEERGAVE INSTELLEN

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 270 next >