Peugeot Partner Tepee 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 11 of 292
9
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
Binnenspiegel 111Spiegel naar achterpassagiers 111
Displays,menu's
28, 207, 268
Datum en tijd instellen
30-31
Schakelaars -
centrale vergrendeling
27
-
elektrische
kinderbeveiliging
147
-
ruitbediening
1
12
-
alarmknipperlichten
1
14 Verwarming, ventilatie:
-
verwarming
70-71, 74
-
airconditioning
70-71, 74
Automatische
airconditioning
72-73, 74o
ntdooien/ontwasemen 75-76
Plafonniers
103, 184
V
oorzieningen vóór
94-95
-
opbergvakken,
-
dashboardkastje,
-
flessenhouder
,
-
tashouder
,
-
middenconsole,
-
dakconsole,
-
zonneklep,
-
opbergruimte onder de stoelen.
touchscreen
203-263
Peugeot Connect Sound 265-282
Achteruitrijcamera
1 17
u
itschakelen frontairbag passagierszijde
132, 136
Handgeschakelde
versnellingsbak
49
"
g
rip control"
120-121
1
oVeRZICHt
Lokalisatie
Page 12 of 292
10
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
COCkPIT
Zekeringen dashboard, interieur 187-189
Motorkapontgrendeling
154
V
oorzieningen vóór
94-95
-
opbergvakken,
-
dashboardkastje,
-
flessenhouder
,
-
tashouder
,
-
middenconsole,
-
dakconsole,
-
zonneklep,
-
opbergruimte onder de stoelen.
Binnenspiegel
111
Spiegel naar achterpassagiers 111
Handgeschakelde versnellingsbak 49
touchscreen
203-263
Peugeot Connect Sound 265-282
Achteruitrijcamera
1 17
Schakelaars -
centrale vergrendeling
27
-
elektrische
kinderbeveiliging
147
-
ruitbediening
1
12
-
alarmknipperlichten
1
14
"
g
rip control"
120-121
V
erwarming, ventilatie:
-
verwarming
70-71, 74
-
airconditioning
70-71, 74
Automatische
airconditioning
72-73, 74o
ntdooien/ontwasemen 75-76
Plafonniers
103, 184
Displays,menu's
28, 207, 268
Datum en tijd instellen
30-31
Lokalisatie
Page 13 of 292
11
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
Snelheidsregelaar 64-66
Snelheidsbegrenzer 67-69
Verlichting
58-60
Mistlampen
59
L e D-dagrijverlichting
59
Automatische
verlichting 59-60
Handrem 114Instrumentenpanelen,
klokken, displays, tellers
28-29
Klok instellen via instrumentenpaneel
29
V
erklikkerlampjes 32-39
Meters, display
40, 47-48
Dimmer
dashboardverlichting 48
Schakelindicator 50
Stuurwiel verstellen
49
Claxon
114 Contactslot
55
Ruitenwissers 61-62
Automatische ruitenwissers
61
Ruitensproeiers
62, 158
Boordcomputer
63
Bediening aan de stuurkolom: -
t
ouchscreen
206
-
P
eugeot
Connect Sound
267
u
itschakelen frontairbag
passagierszijde
132, 136
ASR-
e SP
1
19
Parkeerhulp
115-116
elektrisch verstelbare buitenspiegels 11 0
Koplampverstelling
60
Stop & Start
53-55
e
lektronisch gestuurde
6-versnellingsbak
51-52
1
oVeRZICHt
Lokalisatie
Page 14 of 292
12
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
TECHNISCHE GEGEVENS - ONDERHOUD
Identificatie, serienummer, kleurcode lak,
bandenspanning
201
Niveau ruitensproeiervloeistof
158
Lampen vervangen,
verlichting
181-186 Controles
159-160
-
accu,
-
remblokken,
-
remtrommels, remschijven,
-
handrem,
-
koolstoffilter/interieurfilter
,
-
oliefilter
,
-
roetfilter
,
-
versnellingsbak.e
missieregelsysteem 41
Zekeringen motorruimte
187, 190
Motorkapontgrendeling, motorkapsteun
154 Niveaus
157-158
-
oliepeilstok,
-
remvloeistof,
-
koelvloeistof,
-
stuurbekrachtigingsvloeistof,
-
brandstofadditief.
Brandstoffilter aftappen 160
V erklikkerlampjes 32-39
o
nder de motorkap
-
diesel
156
-
benzine
155o
nderbreking brandstoftoevoer,
ontluchten brandstofsysteem
(diesel)
163
AdBlue
® 164-169
Afmetingen
193-196
Motoren/gewichten
(benzine)
197-198
Motoren/gewichten (diesel)
197, 199-200
Lokalisatie
Page 15 of 292
13
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
COCkPIT
1. Schakelaar verlichting/
richtingaanwijzers.
2.
Instrumentenpaneel met display
.
3.
Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer
.
4.
Contact.
5.
Bediening autoradio.
6.
Frontairbag bestuurderszijde/claxon.
7.
Hendel stuurwielverstelling.
8.
Bediening snelheidsregelaar/-
begrenzer
.
9.
Bedieningspaneel: parkeerhulp,
koplampverstelling,
e SP, Stop &
Start.
10.
Hendel motorkapontgrendeling.
11
.
Schakelaars elektrisch verstelbare
buitenspiegels.
12.
Schakelaars ruitbediening vóór
.
13.
Bedieningspaneel:
alarmknipperlichten, centrale
vergrendeling, kinderbeveiliging.
14.
Aansteker.
15.
Bediening verwarming/ventilatie.
16.
Bediening elektronisch gestuurde
versnellingsbak of
g rip Control.
17.
t
ouchscreen.
18.
u SB-aansluiting
(met elektronisch gestuurde
versnellingsbak).
19.
u SB-aansluiting
(met handgeschakelde
versnellingsbak).
1
oVeRZICHt
Presentatie
Page 16 of 292
14
Partner2VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed02-2016
COCkPIT
1. Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
2.
Instrumentenpaneel met display
.
3.
Schakelaar ruitenwissers,
ruitensproeiers, boordcomputer
.
4.
Contact.
5.
Bediening autoradio.
6.
Frontairbag bestuurderszijde, claxon.
7.
Hoogte- en diepteverstelling
stuurwiel.
8.
Schakelaars snelheidsregelaar/-
begrenzer
.
9.
Bedieningspaneel: parkeerhulp,
koplampverstelling, e SP, Stop & Start,
alarmsysteem.
10. Hendel motorkapontgrendeling.
11 . e lektrische bediening buitenspiegels.
12.
Schakelaars ruitbediening vóór
.
13.
Bedieningspaneel:
alarmknipperlichten, centrale
vergrendeling, kinderbeveiliging.
14.
Aansteker.
15.
Bediening verwarming-ventilatie.
16.
Bediening elektronisch gestuurde
versnellingsbak of
g rip Control.
17.
t
ouchscreen.
18.
u SB-aansluiting
(met elektronisch gestuurde
versnellingsbak).
19.
u SB-aansluiting
(met handgeschakelde
versnellingsbak).
Presentatie
Page 17 of 292
15
Partner2VP_nl_Chap02_eco-conduite_ed02-2016
Milieu
Samen met u draagt Peugeot zorg
voor de bescherming van het milie u.
Raadpleeg de site www.peugeot.com.u kunt zelf ook een bijdrage leveren
aan de bescherming van het milieu
door de volgende gebruiksadviezen op
te volgen:
-
hanteer een anticiperende rijstijl en
vermijd onnodig snel optrekken en
plotseling afremmen,
-
laat het onderhoud volgens het
onderhoudsschema uitvoeren
door het P
eugeot
-netwerk waar
accu's en afgewerkte vloeistof
fen
ingezameld kunnen worden,
-
gebruik geen additieven in de
motorolie. Deze kunnen schade
toebrengen aan de motor en de
emissieregeling. Raadpleeg de adviezen over het
eco-rijden aan het einde van deze
rubriek.
2
eCo-RIJDeN
Auto & Milieu
Page 18 of 292
16
Partner2VP_nl_Chap02_eco-conduite_ed02-2016
Door in de dagelijkse praktijk een
aantal aanwijzingen op te volgen kunt
u het brandstofverbruik en de Co
2-
uitstoot van uw auto verminderen.
Eco-rijden
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een
handgeschakelde versnellingsbak, rijd
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in en schakel bij
het accelereren bij voorkeur relatief snel
over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische
transmissie of een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal
niet bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u
de versnelling in te schakelen
die het best geschikt is voor de
rijomstandigheden: volg het op het
instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of een
automatische transmissie wordt de
schakelindicator uitsluitend in de
handmatige stand weergegeven.
kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u,
rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken
en trap het gaspedaal geleidelijk in. Als
u deze aanwijzingen naleeft, neemt het
brandstofverbruik en de C
o
2-uitstoot
af en wordt de geluidsoverlast door het
verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt,
gebruik dan vanaf een snelheid
van ongeveer 40
km/h de
snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen
Schakel de achterruitverwarming
en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet
automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel
mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de
mistlampen uit als het zicht
voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het
starten niet stationair warmdraaien,
maar rijd zo snel mogelijk weg: uw
auto warmt sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3-speler, spelcomputer,
enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u
de auto verlaat.
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur
in de auto hoog is opgelopen, open dan alle
ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50
km/h de
ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
g
ebruik de voorzieningen in het interieur
die de temperatuurstijging kunnen beperken
(blinderingspaneel van het panoramadak,
zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de
gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij
auto's met een automatische airconditioning).
Auto & Milieu
Page 19 of 292
17
Partner2VP_nl_Chap02_eco-conduite_ed02-2016
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig
over de auto: plaats de zwaarste
voorwerpen in de bagageruimte, zo
dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de
luchtweerstand (dakdragers,
imperiaal, fietsendrager, aanhanger,
enz.) van uw auto. g ebruik liever een
dakkoffer.
Verwijder na gebruik de dakdragers
en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk
de winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de
bandenspanning (bij koude banden),
houd u daarbij aan de bandenspanning
die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met
name:
-
voor een lange rit,
-
bij de wisseling van de seizoenen,
-
als de auto gedurende langere tijd
niet is gebruikt.
V
ergeet niet de bandenspanning van
het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te
controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden
(olie verversen, oliefilter, luchtfilter
en interieurfilter vervangen, enz.) en
houd u daarbij aan het aan uw situatie
aangepaste onderhoudsschema van
de fabrikant.
u
itvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor: bij een storing in het SCR-
systeem stoot de auto schadelijke
stoffen uit.
g a zo spoedig mogelijk
naar het P
eugeot
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de
uitstoot van stikstofoxiden terug
te brengen tot onder de wettelijke
normen. Laat bij het tanken het vulpistool
niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank
stroomt.
u
zult bij een nieuwe auto merken
dat pas na 3000
km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
2
eCo-RIJDeN
Auto & Milieu
Page 20 of 292
18
Partner2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Met de sleutel kunt u de sloten van de
auto vergrendelen en ontgrendelen, de
tankdop openen en sluiten en de motor
starten en afzetten.
SLEUTELAFSTANDSBEDIENING
Ontgrendelen
V
ergrendelen
Druk op deze knop om uw
auto te vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het één keer
knipperen van de richtingaanwijzers.
Als één van de portieren of deuren is
geopend of niet goed is gesloten, werkt
de centrale vergrendeling niet.
Supervergrendeling
Door binnen vijf seconden na het
inschakelen van de vergrendeling
nogmaals op het gesloten hangslot te
drukken wordt de supervergrendeling
ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
De supervergrendeling blokkeert
het van binnenuit en van buitenaf
openen van de portieren. Laat daarom
niemand in de auto achter als de
supervergrendeling is ingeschakeld.
Als de supervergrendeling van
binnenuit is ingeschakeld met de
afstandsbediening, wordt zodra
de auto wordt gestart de normale
vergrendeling weer ingeschakeld.
Druk op deze knop om uw
auto te ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het twee keer
knipperen van de richtingaanwijzers.
toegang tot de auto