Peugeot Partner VP 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 127

24 -
Druk op de knop 1 om over te schake-
len van kilometerteller naar dagteller
en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen ver-
schijnen om de dagteller op nul te
zetten.
Kilometerteller
Druk, tijdens het branden van de verlich-
ting, op de knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te veranderen. Als
de verlichting de zwakste (of felste) stand
heeft bereikt, laat dan de knop los en druk
deze vervolgens opnieuw in om de ver-
lichting weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Dimmer dashboardverlichting
KLOKJE DISPLAY A
Knop 1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen. Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portieren
(bijv.: "portier links voor geopend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening leeg")
en de status van de functies van de
auto (bijv.: "eco-mode actief"), kort
weergegeven.
Controle tijdens het rijden, displays

Page 22 of 127

24 -
Druk op de knop 1 om over te schake-
len van kilometerteller naar dagteller
en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen ver-
schijnen om de dagteller op nul te
zetten.
Kilometerteller
Druk, tijdens het branden van de verlich-
ting, op de knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te veranderen. Als
de verlichting de zwakste (of felste) stand
heeft bereikt, laat dan de knop los en druk
deze vervolgens opnieuw in om de ver-
lichting weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Dimmer dashboardverlichting
KLOKJE DISPLAY A
Knop 1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen. Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portieren
(bijv.: "portier links voor geopend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening leeg")
en de status van de functies van de
auto (bijv.: "eco-mode actief"), kort
weergegeven.
Controle tijdens het rijden, displays

Page 23 of 127

25Controle tijdens het rijden, displays-
Instellen van de parameters
display A
Houd de knop A gedurende twee se-
conden ingedrukt om de gegevens
in te stellen. Zodra een gegeven
knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-
ken van de knop A in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag.
Door de knop B in te drukken kan de
waarde van het geselecteerde ge-
geven aangepast worden. Houd de
knop ingedrukt om de instelling in een
hoger tempo te wijzigen (terug naar
het begin na de laatste waarde).
Als de knop gedurende 7 secon-
den niet wordt ingedrukt, geeft het
display het oorspronkelijke scherm
weer en zijn de gewijzigde gegevens
opgeslagen.MONOCHROOM DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert in combinatie met de melding "kans
op gladheid"),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.:
"brandstofniveau laag") die tijdelijk
worden weergegeven, kunnen wor-
den gewist door op de knop C of D
te drukken,
- de boordcomputer. Instellen van de gegevens display B
Druk de knop
C in en houd deze ge-
durende 2 seconden ingedrukt. Het
eerste gegeven knippert en kan wor-
den veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van de knop C achtereenvolgens
de verschillende gegevens geselec-
teerd worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van de knop D
kan het geselecteerde gegeven wor-
den gewijzigd. Houd de knop inge-
drukt om de gegevens in een hoger
tempo in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.

Page 24 of 127

25Controle tijdens het rijden, displays-
Instellen van de parameters
display A
Houd de knop A gedurende twee se-
conden ingedrukt om de gegevens
in te stellen. Zodra een gegeven
knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-
ken van de knop A in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag.
Door de knop B in te drukken kan de
waarde van het geselecteerde ge-
geven aangepast worden. Houd de
knop ingedrukt om de instelling in een
hoger tempo te wijzigen (terug naar
het begin na de laatste waarde).
Als de knop gedurende 7 secon-
den niet wordt ingedrukt, geeft het
display het oorspronkelijke scherm
weer en zijn de gewijzigde gegevens
opgeslagen.MONOCHROOM DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert in combinatie met de melding "kans
op gladheid"),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.:
"brandstofniveau laag") die tijdelijk
worden weergegeven, kunnen wor-
den gewist door op de knop C of D
te drukken,
- de boordcomputer. Instellen van de gegevens display B
Druk de knop
C in en houd deze ge-
durende 2 seconden ingedrukt. Het
eerste gegeven knippert en kan wor-
den veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van de knop C achtereenvolgens
de verschillende gegevens geselec-
teerd worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van de knop D
kan het geselecteerde gegeven wor-
den gewijzigd. Houd de knop inge-
drukt om de gegevens in een hoger
tempo in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.

Page 25 of 127

Audio26 -
AUTORADIO RB3
HendelFunctie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequenti e (radio)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (rad io)
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/ cassette)
6 - Draaien
(rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio)
7 - Draaien
(linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio)

Page 26 of 127

27Audio-
ToetsFunctie
A In-/uitschakelen van de radio .
B - Verlagen van het volume.
C + Verhogen van het volume.
D RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de region
ale functie.
E TA Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
F Lang indrukken: snel terugspoelen van cassette.
G Lang indrukken: snel vooruitspoelen van cassette.
F + G   Kort indrukken: omkeren afspeelrichting van de cassette.
Lang indrukken: uitwerpen van de cassette.
H Selecteren van lage tonen, hoge tonen, loudness, de gelui
dsverdeling en de automatische
volumeregeling.
I Hoger instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies
J Lager instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
K SRC Selecteren van radiofunctie: radio of cassette.
L Handmatig en automatisch zoeken van zenders in oplopende frequ
entie.
M MAN Handmatige/automatische functie van de toetsen L en N voor de radio.
N Handmatig en automatisch zoeken van zenders in aflopende frequent
ie.
O BND
AST Selectie van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuze
zenders (autostore).
1 t/m 6 1 2 3 4 5 6 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.

Page 27 of 127

Audio30 -
ALGEMENE FUNCTIESAUDIO-INSTELLINGEN
Loudness-functie
Met deze functie kunnen de bassen
en hoge tonen bij een gering volume
versterkt worden.
Druk op de toetsen I of J om de func-
tie in of uit te schakelen.
Aan/uit
Druk, als het contact
AAN is of in de stand
ACCESSOIRES staat,
op de knop
A om de
radio aan of uit te
zetten.
De radio kan gedurende 30 minu-
ten werken zonder dat het contact
aanstaat.
Diefstalbeveiliging
De radio is zodanig gecodeerd dat
deze alleen in uw auto functioneert.
Het heeft geen enkele zin de radio in
een andere auto te monteren.
De diefstalbeveiliging is volledig
automatisch en behoeft daarom
niet te worden ingeschakeld of in-
gesteld.
REGELING VAN HET VOLUME
Bassen
Toonregeling
Druk, als er "TREB" op het display
wordt weergegeven, op de toets I of
J om de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling bas-
sen,
- "TREB 0" normale stand,
- "TREB +9" maximum instelling
bassen.
Druk herhaaldelijk op
de toets
H om achter-
eenvolgens de bassen
(BASS) , de hoge to-
nen (TREB) , de loud-
ness-functie (LOUD),
de fader (FAD), de
balans (BAL) en de
automatische aanpassing van het
volume te kiezen.
Deze functie wordt na enkele secon-
den automatisch weer uitgeschakeld
als er geen instellingen gewijzigd
worden of door de toets H na het be-
reiken van de functie voor de auto-
matische aanpassing van het volume
nogmaals in te drukken.
Opmerking: de instellingen voor de
bassen en de hoge tonen zijn ge-
koppeld aan de op dat moment in-
geschakelde geluidsbron. Zo kan de
toonhoogte voor de radio, cassette
(RB3) , CD (RD3) verschillend wor-
den ingesteld. Druk, als er
"BASS"
op het display wordt
weergegeven, op de
toets I of J om de bas-
sen in te stellen.
- "BASS -9" minimum
instelling bassen,
- "BASS 0" normale stand,
- "BASS +9" maximum instelling
bassen.
Druk herhaaldelijk op
de toets C om het vo-
lume te verhogen en
op de toets B om het
te verlagen.
Door de toetsen C en
B ingedrukt te hou-
den wordt het volume
sneller geregeld.

Page 28 of 127

31Audio-
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de
radio-ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de reflectie van het
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst.Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het ge-
luidsniveau ten gevolge van de snel-
heid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Autoradio RB3:
druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Selecteren van de radiofunctie
Autoradio RD3: druk
op de toets R.
Autoradio RB3: druk
steeds kort op de
toets "BND/AST" om
de golflengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.
Autoradio RD3: druk
steeds kort op de toets
R om de golflengte
FM1, FM2, FMast of
AM te kiezen.

Page 29 of 127

31Audio-
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de
radio-ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder via-
ducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de reflectie van het
signaal door grote obstakels (ber-
gen, gebouwen, enz.) en het zender-
bereik oorzaak zijn van een mindere
ontvangst.Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume ach-
ter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display wordt
weergegeven, op de toets I of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het ge-
luidsniveau ten gevolge van de snel-
heid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Autoradio RB3:
druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Selecteren van de radiofunctie
Autoradio RD3: druk
op de toets R.
Autoradio RB3: druk
steeds kort op de
toets "BND/AST" om
de golflengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.
Autoradio RD3: druk
steeds kort op de toets
R om de golflengte
FM1, FM2, FMast of
AM te kiezen.

Page 30 of 127

Audio32 -
Druk kort op één van de toetsen L
of N om respectievelijk de volgende
of vorige zender te selecteren. Als
deze toets wordt vastgehouden, blijft
de radio in de gekozen volgorde fre-
quenties afzoeken.
De radio stopt bij de eerste zender
die na het loslaten van de toets wordt
gevonden.
Als de functie TA is ingeschakeld,
wordt alleen afgestemd op zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders
afgezocht in de stand "LO". Daarna
wordt in de stand "DX" ook naar
zwakkere zenders gezocht.
Druk twee keer kort op de toets L
of N om direct in de stand "DX" op
de zwakkere zenders af te kunnen
stemmen. Handmatig afstemmen
Druk op de toets
"MAN".
Druk kort op de toets L of N om res-
pectievelijk de volgende of vorige
zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
Het zoeken stopt zodra de toets
wordt losgelaten.
Als de toets "MAN" opnieuw wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar
het automatisch afstemmen op een
zender.
Handmatig opslaan van zenders
Kies het gewenste station.
Houd één van de voorkeuzetoetsen
"1" t/m "6" langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer te-
rug: de desbetreffende zender is nu
opgeslagen.
Automatisch afstemmen
Automatisch opslaan van
FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: houd
de toets "BND/AST"
langer dan twee se-
conden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd
de toets "R” langer
dan twee seconden
ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6
sterkste FM-zenders op. Deze zen-
ders worden op de FMast-band op-
geslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden
gevonden, blijven de resterende ge-
heugens ongewijzigd.
Oproepen van opgeslagen
zenders
Telkens als een van de toetsen "1"
t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de des-
betreffende zender weergegeven.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 130 next >