PEUGEOT PARTNER VP 2007 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 127

68 -
Ruitenwissers vóór
2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1
Normale snelheid (matige regenval).
I Interval.
0 Uit.
 Eén keer wissen (omlaag duwen).
RUITENWISSERSCHAKELAARRuitensproeiers en
koplampsproeiers
Trek de ruitenwisserschakelaar naar
u toe. De ruitensproeiers treden in
werking, waarna enige tijd de ruiten-
wissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.
Als de dim-/grootlichten branden ,
worden tegelijk ook de koplamp-
sproeiers geactiveerd. Ruitensproeier achter
Draai de ring
A voorbij de
eerste stand, zodat de rui-
tensproeier in werking treedt
en vervolgens de ruitenwisser enige
tijd wordt ingeschakeld.
Ruitenwisser achter
Draai de ring A voorbij de
eerste stand voor de inter-
valschakeling. Het interval
wordt aangepast aan de rijsnelheid.
Wacht ‘s winters, als de ruit
met sneeuw of ijs bedekt
is, met het inschakelen van
de ruitenwisser achter. Zet
eerst de achterruitverwarming aan,
wacht tot de sneeuw of het ijs begint
te smelten en veeg de ruitenwisser
achter schoon. Zet dan pas de rui-
tenwisser achter aan.
Werking
In de stand
1 of 2 wordt, als de auto
stopt, de wissnelheid lager en zo-
dra weer wordt weggereden, wordt
de oorspronkelijke wissnelheid weer
aangenomen.
In de Intervalstand wordt de snelheid
van de wissers aangepast aan de rij-
snelheid. Automatische ruitenwisser achter

Zet de schakelaar van de ruiten-
wisser voor in een andere positie
dan 0.
 Schakel de ruitenwisser achter in.
 De ruitenwisser achter werkt in de
intervalstand.
Opmerking: Raadpleeg bij gebruik van
een fietsendrager een PEUGEOT-ser-
vicepunt om deze functie uit te schake-
len.
Zicht

Page 72 of 127

69
-
Bij de uitvoeringen met automatische
bediening werken de ruitenwissers
automatisch als de schakelaar in de
stand AUTO staat. De wissnelheid
wordt afgestemd op de hoeveel-
heid neerslag.
Zie "Ruitenwissers vóór" voor meer
informatie over de andere standen.
Langer dan 1 minuut nadat
het contact is afgezet dient de
schakelaar weer geactiveerd te
worden:
- zet de schakelaar in een willekeu- rige stand.
- zet de schakelaar vervolgens in de gewenste stand.
Controle van de werking
Inschakelen
Bij het inschakelen van de automati-
sche ruitenwissers verschijnt een mel-
ding op het multifunctionele display.
In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd met
een geluidssignaal.
Als de schakelaar in de stand AUTO
staat, werken de ruitenwissers dan in
de intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt om het systeem te laten contro-
leren.
Dek de regensensor, op de
voorruit achter de binnen-
spiegel, niet af.
Zet het contact uit als de auto
gewassen wordt in een wasstraat of
zorg ervoor dat de schakelaar niet in
de stand AUTO staat.
Wacht ‘s winters met het inschakelen
van het automatisch wissen tot de
voorruit ontdooid is.
Uitvoeringen met
automatische bediening van
de ruitenwissers
Zicht

Page 73 of 127

70 -
BOORDCOMPUTER
Als de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar meermaals
wordt ingedrukt, worden achtereen-
volgens aangegeven:
Display B
- de actieradius,
- de afgelegde afstand,
- het gemiddelde verbruik,
- het momentele verbruik,
- de gemiddelde snelheid,
- terug naar weergave van de da- tum.
Op 0 zetten
Druk meer dan 2 seconden op de
knop. Actieradius
In deze stand geeft de computer aan
hoeveel kilometer u nog met de res-
terende hoeveelheid brandstof kunt
rijden.
Opmerking:
Dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de
rijstijl of van het landschap, die een
aanzienlijke verlaging van het mo-
mentele verbruik tot gevolg heeft.
Als de actieradius minder dan 30 km
bedraagt, worden drie streepjes weer-
gegeven. Na het tanken wordt de ac-
tieradius weer weergegeven zodra
deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt wanneer er tijdens het rijden
horizontale streepjes in plaats van
cijfers op het display verschijnen. Momenteel verbruik
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik dat
geregistreerd is tijdens de laatste seconden.
Deze informatie verschijnt alleen als
er met een snelheid van meer dan
30 km/h wordt gereden.
Gemiddeld verbruik
Dit is het gemiddelde brandstofver-
bruik sinds de laatse nulstelling van
de boordcomputer. Afgelegde afstand
In deze stand geeft de boordcom-
puter de afgelegde afstand sinds de
laatste nulstelling aan.
Gemiddelde snelheid
Dit is de gemiddelde snelheid sinds
de laatste nulstelling van de boord-
computer (contact aan).
Zicht

Page 74 of 127

71
-
ELEKTRISCH BEDIENBARE
PORTIERRUITEN
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
U heeft 2 mogelijkheden:
- Handbediening:
Druk op de schakelaar 1. De ruit stopt
zodra de toets wordt losgelaten.
- Automatische bediening
(bestuurderszijde):
Druk lang op de schakelaar 1. De
ruit opent of sluit volledig.
Het automatisch sluiten werkt alleen
als de motor draait. Haal de sleutel altijd uit het
contact als u de auto verlaat,
al is het maar voor even.
Wanneer er een beknelling
optreedt tijdens het bedienen van de
ruiten, dient u de beweging van de
ruit om te keren.
Druk hiervoor op de desbetreffende
schakelaar.
Voordat de bestuurder de ruiten van
de passagiers bedient, moet hij er
zeker van zijn dat niemand het cor-
rect sluiten van de ruiten verhindert.
De bestuurder dient er tevens op toe
te zien dat de passagiers de ruiten
correct gebruiken.
Let goed op de kinderen tijdens het
bedienen van de ruiten.
ZIJRUITEN ACHTER
Kantel de hendel en druk deze he-
lemaal naar buiten om de geopende
ruit vast te zetten.
Zicht

Page 75 of 127

72 -
Handmatig verstelbare
buitenspiegels
Stel de spiegel met behulp van de
hendel in de gewenste stand.
Tijdens het parkeren kunnen de bui-
tenspiegels handmatig ingeklapt
worden.Elektrisch verstelbare
buitenspiegel aan
passagierszijde
Beweeg vanaf de bestuurdersstoel
de knop 1 in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel kent 2 standen:
- dagstand (normaal),
- nachtstand (antiverblinding).
De spiegel kan in de dag- en nacht-
stand gezet worden met behulp van
het hendeltje aan de onderzijde.
Zicht

Page 76 of 127

73Praktische voorzieningen-
KOPLAMPEN VERSTELLEN
Afhankelijk van de belading van de
auto wordt aanbevolen de koplam-
pen te verstellen.
0. 1 of 2 personen op
de voorstoelen.
-. 3 personen.
1. 5 personen.
2. 5 personen + maximaal toege-
stane belading.
3. Bestuurder + maximaal toege-
stane belading.
Stand 0: basisinstelling.
STUURWIEL IN HOOGTE
VERSTELLEN
Druk bij stilstaande auto de hendel
naar beneden om het stuurwiel te
ontgrendelen.
Zet het stuurwiel in de gewenste
stand en trek aan de hendel om het
stuurwiel te vergrendelen.
CLAXON
ALARMKNIPPERLICHTENDruk de knop in, de richtingaanwij-
zers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook
als het contact is afgezet. Druk op een van de spaken
of in het midden van het
stuurwiel.

Page 77 of 127

Praktische voorzieningen74 -

Page 78 of 127

75Praktische voorzieningen-
INDELING
VOORCOMPARTIMENT
1. Portiervakken
A. Flessenhouder.
B. Houder voor klein flesje.
C. Opbergvak.
2. Opbergvak boven voorruit
Maximale belading: 5 kg.
Kaartleeslampjes
Draai de knop naar rechts of
naar links om de lampjes aan te
doen.
Zet de draaiknop in de midden-
stand om ze uit te doen. 3. Plafonniers 4. Zonneklep
5. Dashboardkastje
6. Aansteker
7. Uitneembare asbak
Trek aan het deksel om de as-
bak te openen.
Trek, om de asbak te legen, deze na het openen omhoog.
8. 12 V-aansluiting
Deze bevindt zich aan de onder- zijde van de middenconsole.
De 12 V-aansluiting biedt de mogelijkheid voor de aansluiting
van een telefoonoplader, een
flessenwarmer, enz.
9. Opberglade
Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om hem te ope-
nen.
Permanent uit.
Bij instappen in de auto :
- de plafonniers gaan bran-
den zodra de auto wordt
ontgrendeld of een portier
wordt geopend,
- de plafonniers gaan na ongeveer 30 seconden uit als de portieren ge-
sloten zijn of bij het aanzetten van
het contact.
Bij verlaten van de auto :
- de plafonniers gaan branden zo- dra de sleutel uit het contact wordt
verwijderd (geleidelijk in ongeveer
30 seconden) of zodra een portier
wordt geopend,
- de plafonniers gaan na ongeveer 30 seconden uit als alle portieren
gesloten zijn of meteen na het ver-
grendelen van de auto.
In deze stand kan de plafonnier tij-
dens het rijden gaan knipperen als
een portier niet goed gesloten is.
Bij geopend portier zal deze na onge-
veer 10 minuten of bij het aanzetten
van het contact automatisch uit gaan. Permanent aan, sleutel in de
stand accessoires of contact
aan.

Page 79 of 127

Praktische voorzieningen76 -

Page 80 of 127

77Praktische voorzieningen-
INDELING
ACHTERCOMPARTIMENT
1. Opbergvakken tussen de voorstoelen en de achterbank
2. Bagageafdekking
Bevestigen:- plaats de voorste uiteinden van de
bagageafdekking op de steun en
druk ze licht vast,
-
vouw de bagageafdekking volledig uit,- plaats de achterste uiteinden van de bagageafdekking op de steun
en druk ze licht vast.
Verwijderen: - neem de achterste uiteinden los,
-
vouw de bagageafdekking volledig op,- neem de voorste uiteinden los en
verwijder de bagageafdekking.
Vouw de bagageafdekking op om
deze op te bergen. Niet oprollen.
3. Sjorogen 4. Bagagenet voor hoge
belading
Het bagagenet voor hoge belading
kan achter de voorstoelen of achter
de achterbank worden bevestigd.
Open de afdekplaatjes A van de des-
betreffende bovenste bevestigingen.
Plaats de uiteinden van de metalen
staaf in deze bevestigingen.
Bevestig de haken van de riemen
van het net achter de voorstoelen,
achter de neergeklapte achterbank
of aan de sjorogen B op de vloer.
Deze sjorogen bevinden zich lood-
recht onder de desbetreffende
bovenste bevestigingen.
Trek de twee riemen C aan.
5. Portiervak
6. Muntenvakje
7. Opbergnet

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 130 next >