ESP Peugeot Partner VU 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 46 of 117

CD-SPELER: AUTORADIO RD3 Selecteren van de CD-spelerZodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets Q.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Som de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Lom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Lof Nlang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Qlanger dan 2 seconden ingedrukt. De num-
mers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Qopnieuw langer dan 2 seconden in om
weer op normaal spelen over te schakelen. De random-functie wordt uitgeschakeld zodra de radio wordt uitgezet.
UW PARTNER IN DETAIL 45
22-12-2003
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.

Page 61 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
60
22-12-2003
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel
Verlagen of verhogen: Schuif de knop omlaag of omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels met pyrotechnische gordelspanners Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners isde veiligheid bij frontale aanrijdingennog verder verbeterd. De gordelspanners dienen om, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordelspan- ners werken alleen als het contact isaangezet.
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.

Page 68 of 117

UW PARTNER IN DETAIL65
22-12-2003
Vergrendelen van binnenuit Beweeg de knop
Comlaag of
omhoog om de auto van binnenuit te vergrendelen respectievelijk teontgrendelen. Vergrendelen van binnenuit De centrale vergrendeling kan wor- den ingeschakeld door op de toetsD
te drukken, mits de portieren,
schuif- en achterdeuren geslotenzijn. Ontgrendelen van binnenuit Druk op de toets D.
Ontgrendelen van binnenuit is onder alle omstandighedenmogelijk. Opmerking:
Ð portieren vergrendeld en contact uit: het controlelampje knippert,
Ð portieren vergrendeld en contact aan: het controlelampje blijft branden.
Automatische centrale vergrendeling De centrale vergrendeling treedt automatisch in werking tijdens het rij-
den (bij snelheden boven 10 km/h).U kunt deze functie naar wens in- ofuitschakelen. Inschakelen Houd de toets Denige tijd ingedrukt.
Het inschakelen van de functie wordt aangegeven door eengeluidssignaal. Uitschakelen Houd de toets Denige tijd ingedrukt.
Het uitschakelen van de functie wordt aangegeven door eengeluidssignaal.

Page 101 of 117

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard
Verwijder de afdekplaat om bij de zekeringen te komen. De reservezekeringen en de tang B
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel A.
PRAKTISCHE INFORMATIE
96
22-12-2003
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringenkast. Gebruik de tang
B.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Klem B
Defect

Page 104 of 117

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard
Verwijder de afdekplaat om bij de zekeringen te komen. De reservezekeringen en de tang B
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel A.
PRAKTISCHE INFORMATIE
96
22-12-2003
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringenkast. Gebruik de tang
B.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Klem B
Defect

Page 109 of 117

PRAKTISCHE INFORMATIE103
22-12-2003
TREKKEN VAN EEN AANHANGER Gebruik uitsluitend een door
PEUGEOT goedgekeurde trekhaak.Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen enbagage, maar is tevens geschikt
voor het trekken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aan-
dacht van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven dezeespiegel komt.
Trek boven de 1.000 m 10 % van het maximum aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke volgende 1.000 m.Adviezen Gewichtsverdeling:
verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de toege-stane kogeldruk. Koeling: het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt
een hogere koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk vanhet motortoerental. Gebruik daarom een zo hoog moge- lijke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentageen de temperatuur van de buitenlucht. Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koel- vloeistoftemperatuur gaat branden,stop dan zo snel mogelijk en zet demotor af. Banden:
controleer de banden-
spanning van de auto en de aan-hanger en breng deze indien nodigop de juiste waarde. Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting
van de aanhanger. Zijwind: houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.

Page:   < prev 1-10 11-20