Peugeot Partner VU 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 114

Controle tijdens het rijden, displays24 -
01-02-2005
25Controle tijdens het rijden, displays-
01-02-2005
DISPLAY A
Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende por-tieren (bijv.: "portier links voor
geopend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening leeg")
en de status van de functies van de
auto (bijv.: "eco-mode actief"), kort
weergegeven.
Druk op de knop
1 om over te
schakelen van kilometerteller naar
dagteller en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen
verschijnen om de dagteller op nul
te zetten.
Kilometerteller
Druk, tijdens het branden van de verlich-
ting, op de knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te veranderen. Als
de verlichting de zwakste (of felste) stand
heeft bereikt, laat dan de knop los en druk
deze vervolgens opnieuw in om de verlich-
ting weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Dimmer dashboardverlichting
KLOKJE
Knop 1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen.

Page 22 of 114

Controle tijdens het rijden, displays24 -
01-02-2005
25Controle tijdens het rijden, displays-
01-02-2005
DISPLAY A
Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende por-tieren (bijv.: "portier links voor
geopend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening leeg")
en de status van de functies van de
auto (bijv.: "eco-mode actief"), kort
weergegeven.
Druk op de knop
1 om over te
schakelen van kilometerteller naar
dagteller en terug.
Druk, als de dagteller is ingescha-
keld, op de knop 1 tot de nullen
verschijnen om de dagteller op nul
te zetten.
Kilometerteller
Druk, tijdens het branden van de verlich-
ting, op de knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te veranderen. Als
de verlichting de zwakste (of felste) stand
heeft bereikt, laat dan de knop los en druk
deze vervolgens opnieuw in om de verlich-
ting weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Dimmer dashboardverlichting
KLOKJE
Knop 1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen.

Page 23 of 114

Controle tijdens het rijden, displays24 -
01-02-2005
25Controle tijdens het rijden, displays-
01-02-2005
Instellen van de parameters
display A
Houd de knop A gedurende twee
seconden ingedrukt om de gegevens
in te stellen. Zodra een gegeven
knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-
ken van de knop A in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag.
Door de knop B in te drukken kan
de waarde van het geselecteerde
gegeven aangepast worden. Houd
de knop ingedrukt om de instelling
in een hoger tempo te wijzigen
(terug naar het begin na de laatste
waarde).
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het
display het oorspronkelijke scherm
weer en zijn de gewijzigde gegevens
opgeslagen.MONOCHROOM DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert in combinatie met de melding “kans
op gladheid”),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: “storing laden accu”) of berichten (bijv.:
“brandstofniveau laag”) die tijdelijk
worden weergegeven, kunnen
worden gewist door op de knop C
of D te drukken,
- de boordcomputer. Instellen van de gegevens

display B
Druk de knop C in en houd deze
gedurende 2 seconden ingedrukt.
Het eerste gegeven knippert en kan
worden veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van de knop C achtereenvolgens
de verschillende gegevens geselec-
teerd worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
-
de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van de knop D
kan het geselecteerde gegeven
worden gewijzigd. Houd de knop
ingedrukt om de gegevens in een
hoger tempo in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.

Page 24 of 114

Controle tijdens het rijden, displays24 -
01-02-2005
25Controle tijdens het rijden, displays-
01-02-2005
Instellen van de parameters
display A
Houd de knop A gedurende twee
seconden ingedrukt om de gegevens
in te stellen. Zodra een gegeven
knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indruk-
ken van de knop A in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag.
Door de knop B in te drukken kan
de waarde van het geselecteerde
gegeven aangepast worden. Houd
de knop ingedrukt om de instelling
in een hoger tempo te wijzigen
(terug naar het begin na de laatste
waarde).
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het
display het oorspronkelijke scherm
weer en zijn de gewijzigde gegevens
opgeslagen.MONOCHROOM DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert in combinatie met de melding “kans
op gladheid”),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: “storing laden accu”) of berichten (bijv.:
“brandstofniveau laag”) die tijdelijk
worden weergegeven, kunnen
worden gewist door op de knop C
of D te drukken,
- de boordcomputer. Instellen van de gegevens

display B
Druk de knop C in en houd deze
gedurende 2 seconden ingedrukt.
Het eerste gegeven knippert en kan
worden veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van de knop C achtereenvolgens
de verschillende gegevens geselec-
teerd worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
-
de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van de knop D
kan het geselecteerde gegeven
worden gewijzigd. Houd de knop
ingedrukt om de gegevens in een
hoger tempo in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.

Page 25 of 114

Audio26 -
01-02-2005
27Audio-
01-02-2005
AUTORADIO RB3
HendelFunctie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequenti e (radio)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in alopende frequentie (radio)
5 - Op het uiteinde drukken Wijzigen van de geluidsbron (radio/ cassette)
6 - Draaien (rechtsom) Selecteren van volgende opgeslagen zender (rad io)
7 - Draaien (linksom) Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio)

Page 26 of 114

Audio26 -
01-02-2005
27Audio-
01-02-2005
ToetsFunctie
A In-/uitschakelen van de radio .
B - Verlagen van de geluidssterkte.
C + Verhogen van de geluidssterkte.
D RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de region
ale functie.
E TA Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
F Lang indrukken: snel terugspoelen van cassette.
G Lang indrukken: snel vooruitspoelen van cassette.
F + G 3 47 8Kort indrukken: omkeren afspeelrichting van de cassette.
Lang indrukken: uitwerpen van de cassette.
H ¯Selecteren van lage tonen, hoge tonen, loudness, de gelui
dsverdeling en de automatische
volumeregeling.
I 5Hoger instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
J 6Lager instellen van de aan de toets
H gekoppelde functies.
K SRC Selecteren van radiofunctie: radio of cassette.
L 8Handmatig en automatisch zoeken van zenders in oplopende frequ
entie.
M MAN Handmatige/automatische functie van de toetsen L en N voor de radio.
N 7Handmatig en automatisch zoeken van zenders in alopende freque
ntie.
O BND
AST Selectie van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuze
zenders (autostore).
1 t/m 6 123456 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.

Page 27 of 114

Audio30 -
01-02-2005
31Audio-
01-02-2005
ALGEMENE FUNCTIESAUDIO-INSTELLINGEN
Loudness-functie
Met deze functie kunnen de bassen
en hoge tonen bij een gering volume
versterkt worden. Druk op de
toetsen I of J om de functie in of uit
te schakelen.
Aan/uit
Druk, als het contact
AAN is of in de stand
A C C E S S O I R E S
staat, op de knop
A
om de radio aan of uit
te zetten.
De radio kan gedurende 30 minu-
ten werken zonder dat het contact
aanstaat.
Diefstalbeveiliging
De radio is zodanig gecodeerd dat
deze alleen in uw auto functioneert.
Het heeft geen enkele zin de radio in
een andere auto te monteren.
De diefstalbeveiliging is volledig
automatisch en behoeft daarom
niet te worden ingeschakeld of
ingesteld.REGELING VAN HET VOLUME
Bassen
Toonregeling
Druk, als er "TREB" op het display
wordt weergegeven, op de toets I of
J om de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling
bassen,
- "TREB 0" normale stand,
- "TREB +9" maximum instelling
bassen.
Druk herhaaldelijk
op de toets
H om
achtereenvolgens de
bassen (BASS), de
hoge tonen (TREB),
de loudness-functie
(LOUD) , de fader
(FAD) , de balans
(BAL) en de automatische volume-
regeling te kiezen.
Deze functie wordt na enkele secon-
den automatisch weer uitgeschakeld
als er geen instellingen gewijzigd
worden of door de toets H na het
bereiken van de functie voor de auto-
matische volumeregeling nogmaals
in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de
bassen en de hoge tonen zijn gekop-
peld aan de op dat moment inge-
schakelde geluidsbron. Zo kan de
toonhoogte voor de radio, cassette
(RB3) , CD (RD3) of CD-wisselaar
verschillend worden ingesteld. Druk, als er
"BASS"
op het display wordt
weergegeven, op de
toets I of J om de
bassen in te stellen.
- "BASS -9" minimum
instelling bassen,
- "BASS 0" normale stand,
- "BASS +9" maximum instelling
bassen.
Druk herhaaldelijk
op de toets C om het
volume te verhogen
en op de toets B om
het te verlagen.
Door de toetsen C en
B ingedrukt te houden
wordt het volume
sneller geregeld.

Page 28 of 114

Audio30 -
01-02-2005
31Audio-
01-02-2005
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de radio-
ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder
viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de relectie van
het signaal door grote obstakels
(bergen, gebouwen, enz.) en het
zenderbereik oorzaak zijn van een
mindere ontvangst.Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume
achter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het
geluidsniveau ten gevolge van de
snelheid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Autoradio RB3:
druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Selecteren van de radiofunctie
Autoradio RD3: druk
op de toets R.
Autoradio RB3: druk
steeds kort op de
toets “BND/AST” om
de gollengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.
Autoradio RD3:
druk steeds kort
op de toets R om
de gollengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.

Page 29 of 114

Audio30 -
01-02-2005
31Audio-
01-02-2005
RADIOFUNCTIE
Opmerkingen over de radio-
ontvangst
De ontvangst van uw autoradio wijkt
af van de ontvangst van uw radio
thuis. De ontvangst van langegolf,
middengolf en FM-zenders (frequen-
tiemodulatie) kan door diverse oorza-
ken worden gestoord. Dit ligt niet aan
de kwaliteit van het apparaat, maar
aan de opbouw van de radiosignalen
en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen
optreden als er onder hoogspan-
ningskabels, in tunnels of onder
viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand
van de zender, de relectie van
het signaal door grote obstakels
(bergen, gebouwen, enz.) en het
zenderbereik oorzaak zijn van een
mindere ontvangst.Selecteren van het golfbereik
Faderregeling
Druk, als er
"FAD" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume vóór
versterkt.
Met de toets J wordt het volume
achter versterkt.
Balansregeling
Druk, als er "BAL" op het display
wordt weergegeven, op de toets I
of J.
Met de toets I wordt het volume
rechts versterkt.
Met de toets J wordt het volume links
versterkt.
Automatische volumeregeling
Met deze functie wordt het volume
automatisch aangepast aan het
geluidsniveau ten gevolge van de
snelheid van de auto.
Druk op de toets I of J om de functie
in- of uit te schakelen. Autoradio RB3:
druk
herhaaldelijk op de
toets "SRC" .
Selecteren van de radiofunctie
Autoradio RD3: druk
op de toets R.
Autoradio RB3: druk
steeds kort op de
toets “BND/AST” om
de gollengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.
Autoradio RD3:
druk steeds kort
op de toets R om
de gollengte FM1,
FM2, FMast of AM te
kiezen.

Page 30 of 114

Audio32 -
01-02-2005
33Audio-
01-02-2005
Druk kort op één van de toetsen L
of N om respectievelijk de volgende
of vorige zender te selecteren. Als
deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
De radio stopt bij de eerste zender
die na het loslaten van de toets wordt
gevonden.
Als de functie TA is ingeschakeld,
wordt alleen afgestemd op zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders
afgezocht in de stand "LO". Daarna
wordt in de stand "DX" ook naar
zwakkere zenders gezocht.
Druk twee keer kort op de toets L
of N om direct in de stand "DX" op
de zwakkere zenders af te kunnen
stemmen. Handmatig afstemmen
Druk op de toets
"MAN".
Druk kort op de toets L of N om
respectievelijk de volgende of vorige
zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden,
blijft de radio in de gekozen volgorde
frequenties afzoeken.
Het zoeken stopt zodra de toets
wordt losgelaten.
Als de toets "MAN" opnieuw wordt
ingedrukt, wordt teruggekeerd naar
het automatisch afstemmen op een
zender.
Handmatig opslaan van zenders
Kies het gewenste station.
Houd één van de voorkeuzetoetsen
"1" t/m "6" langer dan twee secon-
den ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer
terug: de desbetreffende zender is
nu opgeslagen.
Automatisch afstemmen
Automatisch opslaan van
FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: houd
de toets "BND/AST"
langer dan twee
seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd
de toets R langer
dan twee seconden
ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de
6 sterkste FM-zenders op. Deze
zenders worden op de FMast-band
opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden
gevonden, blijven de resterende
geheugens ongewijzigd.
Oproepen van opgeslagen
zenders
Telkens als een van de toetsen "1"
t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de
desbetreffende zender weergege-
ven.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 120 next >