Peugeot Partner VU 2007 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 115

53
-Stoelen
Zorg ervoor dat alle inzitten-
den tijdens het rijden hun vei-
ligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Draai de gespen van de vei-
ligheidsgordels niet om; de gordels
zijn dan niet voldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van
armsteunen*, moet de heupgordel
altijd onder de armsteun door wor-
den geleid.
De veiligheidsgordels zijn voorzien
van een oprolautomaat die ervoor
zorgt dat de lengte van de gordel
automatisch wordt aangepast aan
uw lichaamsbouw. De gordel wordt
automatisch opgerold als deze niet
wordt gebruikt.
Controleer zowel voor als na het ge-
bruik van de gordel of deze goed is
opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk
op het bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het
holle gedeelte van de schouder wor-
den geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting
die in werking treedt bij een aanrij-
ding of een noodstop. U kunt de blok-
keerinrichting deblokkeren door kort
aan de riem te trekken en deze weer
los te laten. Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
- dient deze strak om het lichaam te
worden gedragen,
- mag deze door niet meer dan één volwassen persoon worden gedra-
gen,
- mag deze geen beschadigingen of rafels vertonen,
- moet deze in een vloeiende bewe- ging naar voren worden getrokken,
om te voorkomen dat de gordel ge-
draaid raakt,
- mag er om te voorkomen dat de gordel niet goed werkt niets aan
worden gewijzigd.
Vanwege de wettelijke veiligheids-
voorschriften moeten werkzaamhe-
den en controles aan de veiligheids-
gordels worden uitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt, die tevens
voor de garantie zorgt en de werk-
zaamheden volgens de voorschriften
uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw
auto regelmatig controleren door een
PEUGEOT-servicepunt, met name
op beschadigingen van de riem.
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel voor
textiel, verkrijgbaar bij een PEUGEOT-
servicepunt.
* Volgens uitvoering.
Voorschriften voor kinderen:
- Maak voor kinderen tot 12 jaar of
kleiner dan 1,50 m gebruik van een
geschikt kinderzitje,
- Gebruik geen gordelgeleider* wan- neer een kinderzitje is geïnstal-
leerd,
- De veiligheidsgordel mag door niet meer dan één persoon gedragen
worden,
- Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens het rijden.
De gordelspanners kunnen, afhan-
kelijk van de aard en de kracht van
de aanrijding , vóór en onafhankelijk
van de airbags afgaan.
Het verklikkerlampje van de airbag
gaat in ieder geval branden.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren en eventueel vervangen
door een PEUGEOT-servicepunt.

Page 52 of 115

54 -Toegang tot de auto en starten
SLEUTELS
Met behulp van de sleutel kunnen de
portieren en de tankdop vergrendeld
of ontgrendeld worden, kan de pas-
sagiersairbag worden uitgeschakeld
en wordt het contactslot bediend.Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te
lokaliseren op een parkeerplaats:
 Druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperlich-
ten knipperen gedurende enkele
seconden.
Batterij van afstandsbediening
vervangen
Als de batterij van de afstandsbedie-
ning leeg is, wordt dit aangegeven
door een geluidssignaal in combinatie
met de melding "Batterij afstands-
bediening leeg" op het display.
Wip om de batterij te vervangen
het huis met een muntstuk bij het
oog los om bij de batterij te komen
(CR 2016/3 V).
Als de afstandsbediening na het ver-
vangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroni-
seerd worden.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
 Zet het contact uit.
 Zet het contact weer aan.
 Druk direct gedurende enkele
seconden op de knop A.
 Zet het contact uit en verwijder de
sleutel uit het contactslot. De af-
standsbediening werkt nu weer.
Afstandsbediening
Vergrendelen
Druk op de knop A om de auto te
vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Centrale vergrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot
van een van de voorportieren kun-
nen de portieren en de achterdeuren
gelijktijdig vergrendeld of ontgren-
deld worden.
Als één van de portieren of de
achterdeuren geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Met de afstandsbediening kunnen
dezelfde functies worden uitge-
voerd. Ontgrendelen
Druk op de knop
B om de auto te ont-
grendelen.
Dit wordt bevestigd door het snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Opmerking: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgren-
deld zonder dat binnen 30 seconden
een van de portieren wordt geopend,
wordt de auto automatisch weer ver-
grendeld.

Page 53 of 115

55
-Toegang tot de auto en starten
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zo-
dra het contact wordt afgezet en
voorkomt zo het starten van de motor
bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aange-
bracht die over een specifieke code
beschikt. Bij het aanzetten van het
contact moet de code van de sleutel
worden herkend door de startblok-
kering, waarna de motor gestart kan
worden.
Bij een storing in het systeem
zal, als het contact wordt aangezet
(2
e stand van de sleutel), het verklik-
kerlampje van de centrale vergren-
delingsschakelaar op het middelste
gedeelte van het dashboard snel
gaan knipperen in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt ge-
opend terwijl de sleutel nog in het
contact steekt, klinkt er een geluids-
signaal.
CODEKAART
De codekaart wordt u bij aflever-
ing van de auto samen met de twee
sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepunt
nodig heeft bij werkzaamheden aan
de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de film al-
leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-
lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u
een verre reis maakt en bewaar de
kaart bij uw persoonlijke documenten.
Indien u het PEUGEOT-servicepunt
deze codekaart overhandigt, kunnen
bepaalde werkzaamheden efficiënter
en sneller worden uitgevoerd:
- bij verlies van de sleutels wanneer u het codenummer op het label bij
de sleutel hebt genoteerd.
- bij verlies van de sleutel voor de slotbouten (lichtmetalen velgen)
wanneer u de in de bovenzijde van
de sleutel gegraveerde code hebt
genoteerd.

Page 54 of 115

56 -Toegang tot de auto en starten
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode
is als streepjescode aan-
gegeven op het label bij de
sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij
verlies snel voor nieuwe sleutels
zorgen.
De radiografische afstandsbediening
is een systeem met een groot bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop
van de afstandsbediening te spelen
om te voorkomen dat de portieren
per ongeluk ontgrendeld worden.
De afstandsbediening kan niet func-
tioneren als de sleutel in het contact-
slot zit, zelfs als het contact uitstaat,
behalve voor het herprogrammeren.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel met
afstandsbediening mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto.
De afstandsbediening kan dan on-
bruikbaar worden en moet in dat
geval opnieuw worden geprogram-
meerd.
Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de code-
kaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT- servicepunt in het elektronische
geheugen worden opgeslagen, zo-
dat u er zeker van kunt zijn dat de
in uw bezit zijnde sleutels de enige
zijn waarmee de auto kan worden
gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.

Page 55 of 115

55
-Toegang tot de auto en starten
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zo-
dra het contact wordt afgezet en
voorkomt zo het starten van de motor
bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aange-
bracht die over een specifieke code
beschikt. Bij het aanzetten van het
contact moet de code van de sleutel
worden herkend door de startblok-
kering, waarna de motor gestart kan
worden.
Bij een storing in het systeem
zal, als het contact wordt aangezet
(2
e stand van de sleutel), het verklik-
kerlampje van de centrale vergren-
delingsschakelaar op het middelste
gedeelte van het dashboard snel
gaan knipperen in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt ge-
opend terwijl de sleutel nog in het
contact steekt, klinkt er een geluids-
signaal.
CODEKAART
De codekaart wordt u bij aflever-
ing van de auto samen met de twee
sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepunt
nodig heeft bij werkzaamheden aan
de elektronische startblokkering. De
code is afgedekt, verwijder de film al-
leen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een vei-
lige plaats buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u
een verre reis maakt en bewaar de
kaart bij uw persoonlijke documenten.
Indien u het PEUGEOT-servicepunt
deze codekaart overhandigt, kunnen
bepaalde werkzaamheden efficiënter
en sneller worden uitgevoerd:
- bij verlies van de sleutels wanneer u het codenummer op het label bij
de sleutel hebt genoteerd.
- bij verlies van de sleutel voor de slotbouten (lichtmetalen velgen)
wanneer u de in de bovenzijde van
de sleutel gegraveerde code hebt
genoteerd.

Page 56 of 115

56 -Toegang tot de auto en starten
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode
is als streepjescode aan-
gegeven op het label bij de
sleutel.
Een PEUGEOT-servicepunt kan bij
verlies snel voor nieuwe sleutels
zorgen.
De radiografische afstandsbediening
is een systeem met een groot bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop
van de afstandsbediening te spelen
om te voorkomen dat de portieren
per ongeluk ontgrendeld worden.
De afstandsbediening kan niet func-
tioneren als de sleutel in het contact-
slot zit, zelfs als het contact uitstaat,
behalve voor het herprogrammeren.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel met
afstandsbediening mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto.
De afstandsbediening kan dan on-
bruikbaar worden en moet in dat
geval opnieuw worden geprogram-
meerd.
Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat:
- u in het bezit bent van de code-
kaart;
- uw sleutels door een PEUGEOT- servicepunt in het elektronische
geheugen worden opgeslagen, zo-
dat u er zeker van kunt zijn dat de
in uw bezit zijnde sleutels de enige
zijn waarmee de auto kan worden
gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.

Page 57 of 115

57
-Toegang tot de auto en starten
VOORPORTIEREN EN
SCHUIFDEUREN
Voorportieren
Schuifdeuren Voorportieren Schuifdeuren
Met de portiergreep van het bestuur-
dersportier kunnen gelijktijdig ook de
schuifdeur en de achterdeuren wor-
den ontgrendeld.
Vergrendelen/ontgrendelen van
binnenuit
Voorportieren
Druk de knop
A omlaag om het por-
tier te vergrendelen.
Door een van de voorportieren te
vergrendelen, kunnen gelijktijdig ook
de schuifdeur en de achterdeuren
worden vergrendeld.
Trek de knop A omhoog en trek de
hendel naar u toe om het portier te
ontgrendelen en te openen.
Door het bestuurdersportier te ope-
nen, kan gelijktijdig ook de auto vol-
ledig worden ontgrendeld.
Openen van binnenuit
Openen van buitenaf
Schuifdeuren
Door de schuifdeuren te openen/slui-
ten wordt alleen het slot van de des-
betreffende schuifdeur bediend.
Duw de knop B naar voren om de
deur te sluiten.
Duw de knop B naar achteren om de
deur te openen.
Als de tankdop is verwijderd,
kan de schuifdeur rechts niet
worden geopend.

Page 58 of 115

58 -Toegang tot de auto en starten
Vergrendelen van binnenuit
Beweeg de knop C omlaag of omhoog
om de auto van binnenuit te vergren-
delen respectievelijk te ontgrendelen.
Vergrendelen van binnenuit
De centrale vergrendeling kan worden
ingeschakeld door op de toets D te
drukken, mits de portieren, schuif- en
achterdeuren gesloten zijn.
Automatische centrale
vergrendeling
De centrale vergrendeling treedt auto-
matisch in werking tijdens het rijden (bij
snelheden boven 10 km/h). U kunt deze
functie naar wens in- of uitschakelen.
Ontgrendelen van binnenuit
Druk op de toets D.
Ontgrendelen van binnenuit is onder
alle omstandigheden mogelijk.Inschakelen
Houd de toets
D enige tijd ingedrukt.
Het inschakelen van de functie wordt
aangegeven door een geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display.
Uitschakelen
Houd de toets D enige tijd ingedrukt.
Het uitschakelen van de functie
wordt aangegeven door een geluids-
signaal.
Opmerkingen:
- portieren vergrendeld en contact uit: het controlelampje knippert,
-
portieren vergrendeld en contact aan:
het controlelampje blijft branden.

Page 59 of 115

59
-Toegang tot de auto en starten
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN
ACHTERKLEP
Trek aan de handgreep A om de
achterklep te openen.
U kunt de achterklep vergrendelen
met de sleutel in het slot B.
ACHTERDEUREN
Openen van buitenaf
Trek om de achterdeuren te openen
de hendel C van de rechterdeur naar
u toe en open de linkerdeur door aan
de hendel D aan de binnenzijde te
trekken.
U kunt de achterdeuren vergrende-
len met de sleutel in het slot E.

Page 60 of 115

59
-Toegang tot de auto en starten
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN
ACHTERKLEP
Trek aan de handgreep A om de
achterklep te openen.
U kunt de achterklep vergrendelen
met de sleutel in het slot B.
ACHTERDEUREN
Openen van buitenaf
Trek om de achterdeuren te openen
de hendel C van de rechterdeur naar
u toe en open de linkerdeur door aan
de hendel D aan de binnenzijde te
trekken.
U kunt de achterdeuren vergrende-
len met de sleutel in het slot E.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 120 next >