Peugeot RCZ 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 171 of 276

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE


1.
Richtingaanwijzers (PY21W SV zilverkleurig).


2.
Dimlicht/grootlicht (bochtverlichting) (D1S-35W).


3.
Extra grootlicht (H1-55W).


4.
Verlichting overdag/parkeerlicht (P21/5W).


5.
Mistlamp (H8-35W).
































Uitvoering met xenonlampen en bochtverlichting

Elektrocutiegevaar

Het vervangen van een xenonlamp (D1S-35W) moet
worden uitgevoerd door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.




Lamp van richtingaanwijzer vervangen



)
Draai de lamphouder een kwart omwenteling en verwijder het geheel.

)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Voer het monteren in de omgekeerde volgorde uit.
De amber- of zilverkleurige lampen, zoals die van de
richtingaanwijzers, moeten worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en eigenschappen.
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldig de beschermkap om
ervoor te zorgen dat de lamp goed wordt afgedicht.

Page 172 of 276

170







Lampen dimlicht vervangen



)
Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.

)
Neem de stekker van de lamp los.

)
Druk de veren uit elkaar om de lamp te kunnen verwijderen.

)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.

















Lampen grootlicht vervangen



)
Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.

)
Neem de stekker van de lamp los.

)
Druk de veren in om de lamp te kunnen verwijderen.

)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.


Lampen verlichting overdag/parkeerlicht vervangen



)
Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.

)
Neem de stekker van de lamp los.

)
Draai de lamphouder een kwart omwenteling en verwijder het
geheel.

)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.

Page 173 of 276

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE

Lampen geïntegreerde zijknipperlichten vervangen







Lampen van mistlampen vervangen































ACHTERLICHTEN



1.
Achterlichten (LED's).


2.
Richtingaanwijzers (LED's).


3.
Remlichten/parkeerlichten (P21/5W).


4.
Achteruitrijlichten (P21W).


5.
Mistachterlicht (P21W).


Raadpleeg voor het vervangen van deze lampen het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
voor het vervangen van deze lampen.

Page 174 of 276

172

Lamp van de remlichten/parkeerlichten vervangen

Deze lamp wordt van buiten af vervangen:


)
open het kofferdeksel,

)
klik het desbetreffende klepje in de bekleding aan de zijkant los en
verwijder het,

)
klik de lampunit vanaf de onderzijde los en kantel deze,

)
draai de lamphouder een kwartslag en neem deze los,

)
draai de lamp een kwartslag en vervang deze.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
)
neem de stekker van de lampunit los,

)
verwijder de twee schroeven van de lampunit,

Page 175 of 276

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE

Lamp van de achteruitrijlichten en het mistachterlicht
vervangen
Deze twee lampen kunnen vanaf de buitenzijde van de achterbumper
worden vervangen:


)
klik het beschermkapje via de achterzijde los en kantel het,

)
verwijder het kapje volledig om toegang te krijgen tot de
twee schroeven van de lampunit,

Let op: raak om brandwonden te voorkomen de uitlaatpijp
niet aan bij het vervangen van een lamp, meteen na het
afzetten van het contact, aan de linkerzijde van de auto.


)
draai deze twee schroeven een kwartslag en verwijder ze,

)
duw de lampunit richting het interieur van de auto om deze los te
klikken en kantel de unit vervolgens,

)
trek de lampunit naar buiten om toegang te krijgen tot de
verschillende lamphouders.


- Voor de achteruitrijlichten: trek aan de desbetreffende
lamphouder,

- draai de lamp een kwartslag en vervang deze.


- Voor het mistachterlicht: draai de lamphouder een kwartslag en
verwijder deze,

- draai de lamp een kwartslag en vervang deze.

Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.

Page 176 of 276

174

Lamp van de parkeerlichten en de richtingaanwijzers
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Wassen met een hogedrukspuit

Richt bij het verwijderen van hardnekkig vuil met een
hogedrukspuit niet direct op de koplampen, de verlichting en
omringende delen, anders kunnen de lak en de afdichting
beschadigd raken.


Lamp van de kentekenplaatverlichting vervangen (W5W)



)
Steek het uiteinde van de autosleutel in het gat in het transparante
kapje.

)
Duw deze naar buiten om het kapje los te maken.

)
Verwijder het transparante kapje.

)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.



Lamp van het derde remlicht vervangen (LED's)

Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 177 of 276

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
ZEKERINGEN VERVANGEN

TOEGANG TOT HET GEREEDSCHAP

De tang voor het verwijderen van zekeringen is zich aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast dashboard bevestigd:




)
draai de schroef een kwart omwenteling naar links,

)
trek het deksel rechts boven los,

)
maak het deksel helemaal los en draai het om,

)
haal de houder met de tang uit de binnenzijde van het deksel.



VERVANGEN VAN EEN ZEKERING

Voordat u een zekering vervangt, dient u:


)
de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen,

)
alle stroomverbruikers uit te schakelen,

)
de auto stil te zetten en het contact af te zetten,

)
de defecte zekering op te sporen met behulp van de op de
volgende pagina's vermelde tabellen en overzichten.
Bij het vervangen van een zekering moet u:


- de speciale tang gebruiken om de zekering uit de zekeringkast te
verwijderen en de staat van de draad controleren,

- een defecte zekering altijd vervangen door een zekering met
dezelfde stroomsterkte (dezelfde kleur); het gebruik van een
zekering met een andere stroomsterkte kan tot storingen (of zelfs
brand) leiden.

Goed

Defect


Tang
Wanneer de storing kort na het vervangen van de zekering weer
optreedt, moet u de elektrische uitrusting laten controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

Page 178 of 276

176

Montage van elektrische accessoires

Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde
werkplaats voordat u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires
die niet door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden, en niet
volgens de voorschriften van zijn gemonteerd. Dit geldt met name
als het gezamenlijke stroomverbruik van de extra accessoires
meer dan 10 milliampère bedraagt.

Page 179 of 276

8/
F2
F15F11
F9 F6 F5 F1 F7 F4 F3 F10 F8 F13 F12 F14F17 SH
PRAKTISCHE INFORMATIE


ZEKERINGEN DASHBOARD

De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard
(linkerzijde) en bevat twee houders.

Toegang tot de zekeringen



)
Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".



Overzicht zekeringen



Zekering



Ampère


Functies



F1



-

Niet gebruikt.


F2



30 A



Massa vergrendeling en supervergrendeling.



F3



5 A


Elektronische eenheid airbags, actieve
motorkap en pyrotechnische gordelspanners.


F4



10 A

Schakelaar koppelingspedaal,
elektrochromatische binnenspiegel,
automatische transmissie, eenheid
veiligheidsschakeling.


F5



30 A

Eentraps elektrische ruitbediening,
voeding inklapbare buitenspiegels.


F6


- Niet gebruikt.


F7



5 A

Plafonniers voor en achter,
kaartleeslampjes, verlichting zonneklep,
verlichting dashboardkastje.


F8



20 A

Autoradio, autoradio/telefoon,
multifunctioneel display, detectie te lage
bandenspanning, klokje.


F9



30 A

12V-aansluiting.


F10



15 A

Stuurkolomschakelaars.


F11



15 A

Contactslot met circuit lage stroomsterkte.


F12



15 A

Instrumentenpaneel, airconditioning,
geheugeneenheid bestuurdersstoel,
regen-/lichtsensor, airbags.

Houder 1

Page 180 of 276

F2
F15F11
F9 F6 F5 F1 F7 F4 F3 F10 F8 F13 F12 F14F17 SH
G36
G37
G38
G39
G40
178


Zekering



Ampère


Functies



F13



5 A

Servicecentrale motor, actieve motorkap.


F14



15 A



Multifunctioneel display, pictogrammendisplay
veiligheidsgordels en airbag voorpassagier,
display instrumentenpaneel, versterker,
handsfree set, elektronische eenheid
parkeerhulp, USB Box.


F15



30 A

Vergrendeling en supervergrendeling.


F17



40 A

Achterruit- en buitenspiegelverwarming.


SH



-

Shunt tijdens opslag.


Zekering



Ampère


Functies



G36



30 A

Hifi-versterker.


G37



30 A

Geheugeneenheid passagiersstoel vóór.


G38



30 A

Geheugeneenheid bestuurdersstoel.


G39



5 A

Geheugeneenheid verlichting.


G40



30 A

Stoelverwarming bestuurder en
voorpassagier.
Houder 2


Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 280 next >