Peugeot RCZ 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 276

2/
TOEGANG TOT DE AUTO
PORTIEREN

OPENEN


Van buitenaf



)
Ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel en trek
aan de portiergreep.
De ruit gaat automatisch enkele millimeters omlaag, zodat het
portier geopend kan worden.

Bij vorst kan ijsafzetting er voor zorgen dat het automatisch op een kier
zetten van de ruiten niet mogelijk is; verwijder het ijs dat zich langs het
ruitrubber aan de onderzijde van de ruit heeft vastgezet.

Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening wordt gedrukt, kan
alleen het bestuurdersportier worden geopend.


Van binnenuit



)
Trek aan de portiergreep van het voorportier om het te openen; de
auto wordt dan volledig ontgrendeld.
De ruit gaat automatisch enkele millimeters omlaag, zodat het
portier geopend kan worden.


Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd:


- met de portiergreep van het bestuurdersportier worden alleen
het bestuurdersportier en de brandstofvulklep ontgrendeld.

- met de portiergreep van het passagiersportier worden het
passagiersportier en het kofferdeksel ontgrendeld.
De portieren kunnen niet van binnenuit worden geopend als de
supervergrendeling is ingeschakeld. Als het portier meer dan een minuut geopend blijft, zal de ruit
weer omhoog gaan.
Trek nogmaals aan de portiergreep om het systeem weer te activeren.

Page 62 of 276

60

SLUITEN

Bij het sluiten van het portier wordt de ruit na enkele seconden
automatisch weer gesloten en afgesteld voor een optimale afdichting.


- bij draaiende motor
, gaat dit lampje branden in
combinatie met een melding die enkele seconden op het
display verschijnt,









KNOP CENTRALE VERGRENDELING

Met deze knop kunnen de portieren, het kofferdeksel en de
brandstofvulklep van binnenuit vergrendeld of ontgrendeld worden.

Vergrendelen



)
Druk op de knop om de auto te vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat branden.
Als één van de portieren of het kofferdeksel is geopend, werkt de
centrale vergrendeling van binnenuit niet.


Ontgrendelen



)
Druk nogmaals op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.


Als de auto van buitenaf is vergrendeld of als de
supervergrendeling is ingeschakeld
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de supervergrendeling is
ingeschakeld, knippert het rode lampje en is de knop inactief.


)

Als de auto vergrendeld is, trek dan aan de binnenportiergreep om de
auto te ontgrendelen.

)
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, moet u de
afstandsbediening of de sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.



Bij het wassen van de auto:


- vergrendel vooraf de auto met de afstandsbediening of de
sleutel,

- richt de sproeier van de hogedrukreiniger niet op het bovenste
gedeelte van de ruiten,

- houd de sproeier van de hogedrukreiniger op een afstand van
minimaal 1 meter van de ruiten en de portierrubbers.
Als een portier niet goed is gesloten: Let op dat er niets klem komt te zitten als de ruit automatisch sluit
bij het sluiten van het portier.

- tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10 km/h), gaat dit lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding die
gedurende enkele seconden op het display verschijnt.

Page 63 of 276

2/
TOEGANG TOT DE AUTO

De auto kan worden ontgrendeld door op de knop van de centrale
vergrendeling te drukken.
Ook door het openen van een portier van binnenuit, bij stilstaande
auto, kan de auto worden ontgrendeld, maar de auto wordt opnieuw
vergrendeld zodra de snelheid hoger is dan 10 km/h.


Inschakelen/Uitschakelen

U kunt de functie desgewenst inschakelen of uitschakelen.


)
Druk bij aangezet contact langer dan 2 seconden op de knop.
Op het display verschijnt een melding ter bevestiging.

De portieren van de auto worden automatisch ontgrendeld bij een
aanrijding waarbij de airbags afgaan, zodat de inzittenden de auto
kunnen verlaten.









NOODVERGRENDELING

Om de portieren mechanisch te vergrendelen en ontgrendelen in het
geval van een storing in de centrale vergrendeling of van de accu.

Vergrendelen van het bestuurdersportier



)
Steek de sleutel in het slot en draai deze rechtsom.



Ontgrendelen van het bestuurdersportier



)
Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.



Vergrendelen van het passagiersportier



)
Verwijder de zwarte dop aan de zijkant van het portier, met behulp
van de sleutel.

)
Steek de sleutel zonder te forceren in de uitholling en schuif de
klink, zonder te draaien, naar de binnenzijde van het portier.

)
Verwijder de sleutel en plaats de dop.



Ontgrendelen van het passagiersportier



)
Trek aan de portiergreep aan de binnenzijde.




ANTI-OVERVALSYSTEEM

Deze functie zorgt ervoor dat de portieren, het kofferdeksel en de
brandstofvulklep tijdens het rijden met een snelheid hoger dan 10 km/h
automatisch en tegelijkertijd worden vergrendeld.

Werking

De automatische centrale vergrendeling werkt niet als een van de
portieren is geopend.
Als het kofferdeksel is geopend, is de automatische centrale
vergrendeling van de portieren actief.

Page 64 of 276

62












KOFFERDEKSEL


OPENEN



)
Druk langer dan twee seconden op deze knop om het
kofferdeksel te ontgrendelen. Het kofferdeksel wordt op
een kier gezet.

)
Til het kofferdeksel op.
Bij deze handeling worden ook de portieren en de brandstofvulklep
ontgrendeld.




Met de handmatige bediening; auto ontgrendeld



)
Druk op de ontgrendelingsknop boven de kentekenplaat.

)
Til het kofferdeksel op.




SLUITEN



)
Trek het kofferdeksel omlaag aan een van de handgrepen aan de
binnenzijde van het kofferdeksel.

)
Druk als het nodig is op de bovenzijde van het kofferdeksel om het
volledig te sluiten.
Als het kofferdeksel niet goed is gesloten:


- bij draaiende motor
gaat het verklikkerlampje branden
in combinatie met een melding op het display gedurende
enkele seconden,
Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd, kan de
achterklep worden geopend nadat de ontgrendelknop op de
afstandsbediening voor de tweede keer is ingedrukt.

Met de afstandsbediening


Noodvergrendeling

Bij een storing van de centrale vergrendeling (zwakke accu), wordt
geadviseerd de accu los te koppelen.

- tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10 km/h) gaat het
verklikkerlampje branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display gedurende enkele seconden.

Page 65 of 276

3/
ERGONOMIE EN COMFORT
VOORSTOELEN
Stoel met geïntegreerde hoofdsteun, waarvan de zitting en de
rugleuning verstelbaar zijn voor een optimale zitpositie.

HANDMATIG VERSTELLEN


Verstelling in lengterichting
Hoogteverstelling bestuurders- en passagiersstoel

Rugleuningverstelling



)
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.


)
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand
bereikt is.



)
Draai aan de knop om de gewenste stand in te stellen.

Page 66 of 276

64
VOORSTOELEN
De zitting en de rugleuning met geïntegreerde hoofdsteun zijn
verstelbaar voor een optimale zitpositie.


ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN


Verstellen in lengterichting
Hoogteverstelling van de zitting



)
Duw de schakelaar naar voren of naar achteren om de gewenste
stand te verkrijgen.


)
Duw de achterzijde van de schakelaar omhoog of omlaag om de
gewenste hoogte te verkrijgen.

De elektrische instellingen kunnen tot 1 minuut na het afzetten
van het contact worden uitgevoerd.
Zet het contact aan om de elektrische verstelling weer te activeren.



Rugleuningverstelling



)
Duw de schakelaar naar voren of naar achteren om de gewenste
hoek te verkrijgen.

Page 67 of 276

3/
ERGONOMIE EN COMFORT


Lendensteun verstellen



)
Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te
zetten.













Bediening stoelverwarming

Bij draaiende motor is de stoelverwarming voor beide voorstoelen
afzonderlijk regelbaar.


)
Met de draaiknop naast de voorstoel kan de stoelverwarming
ingeschakeld worden en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd:

0
: Uit.

1
: Laag.

2
: Gemiddeld.

3
: Hoog.

Page 68 of 276

1
2
M66
OPSLAAN VAN ZITPOSITIES
Dit systeem slaat de elektrische instellingen van de bestuurdersstoel en
de buitenspiegels op. U kunt twee standen opslaan met de toetsen aan
de zijkant van de bestuurdersstoel.

OPSLAAN VAN EEN POSITIE IN HET GEHEUGEN


Met de toetsen M / 1 / 2



)
Zet het contact aan.

)
Zet uw stoel en de buitenspiegels in de gewenste stand.

)
Druk op de toets M
en vervolgens binnen vier seconden op de
toets 1
of 2
.
Een geluidssignaal geeft aan dat de zitpositie is opgeslagen.


OPROEPEN VAN EEN OPGESLAGEN ZITPOSITIE

Het opslaan van een andere stand annuleert de vorige, in het
geheugen opgeslagen stand.



Met de toetsen 1 of 2



)
Houd de toets 1
of 2
ingedrukt tot het geluidssignaal aangeeft dat
de zitpositie is ingenomen.
Als bij afgezet contact een opgeslagen stand een aantal keer
achter elkaar is opgeroepen, zal om het ontladen van de accu te
voorkomen de functie worden uitgeschakeld totdat de motor wordt
gestart.

Page 69 of 276

3/
5
090
1
3001/2
1
CH
E
CK/
00
0
ERGONOMIE EN COMFORT
STUURWIELVERSTELLING



)
Zorg dat de auto stilstaat
en trek aan de hendel om het stuurwiel
te ontgrendelen.

)
Verstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor een optimale
zithouding.

)
Druk de hendel goed vast om het stuurwiel te vergrendelen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.

Page 70 of 276

68
SPIEGELS

BUITENSPIEGELS

De verstelbare buitenspiegels zorgen voor het benodigde zicht naar
achteren bij een inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels worden elektrisch in- en uitgeklapt.

Ontwaseming - ontdooiing

De ontwaseming - ontdooiing van de buitenspiegels kan
worden ingeschakeld door bij draaiende motor op de toets
van de achterruitverwarming te drukken (zie paragraaf
"Ontwaseming - ontdooiing achterruit").


Verstellen



)
Zet de knop A
naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te
selecteren.

)
Duw de knop B
in de 4 richtingen om de spiegel af te stellen.

)
Zet de knop A
weer in het midden.
De weergegeven objecten in de buitenspiegels lijken verder af
dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand ten
opzichte van achteropkomend verkeer goed in te schatten.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 280 next >