Peugeot Traveller 2016 Handleiding (in Dutch)
Page 241 of 528
239
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Waarschuwing kans op aanrijding en
Active Safety BrakeWerkingsvoorwaarden
Het systeem Active Safety Brake werkt:
- w anneer de wagensnelheid tussen 5 en
140 km/h ligt bij rijdende voertuigen,
-
w
anneer de wagensnelheid lager is dan
80
km/h bij stilstaande voertuigen,
-
w
anneer de wagensnelheid lager is dan
60
km/h bij een voetganger,
-
i
ndien de passagiers hun veiligheidsgordel
hebben omgedaan,
-
i
ndien de auto niet snel accelereert,
-
i
ndien de auto geen scherpe bocht maakt.
Het systeem
Waarschuwing kans op
aanrijding waarschuwt de bestuurder
wanneer er een risico bestaat op een
aanrijding met een voorligger of een
voetganger op de rijstrook.
Het systeem Active Safety Brake treedt
in werking wanneer de bestuurder, na de
waarschuwing, niet snel genoeg reageer t
en niet remt.
Dit systeem helpt, zonder ingrijpen van de
bestuurder, een aanrijding te voorkomen
of de zwaar te van de aanrijding te
beperken door de snelheid van de auto te
verminderen. Deze systemen maken gebruik van een radar
in de voorbumper en een camera boven aan de
voorruit.
Deze systeem zijn ontwikkeld om de veiligheid te
verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het verkeer in de
gaten blijven houden en zich aan de verkeersregels
houden.
Deze systemen zijn een hulpmiddel voor de
bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven.
Het systeem Waarschuwing kans op
aanrijding
werkt:
-
b
ij een van een kentekenplaat voorzien
voertuig dat in dezelfde rijrichting rijdt of
staat,
-
b
ij voetgangers,
-
a
ls de wagensnelheid minimaal 7 km/h
is (de functie wordt uitgeschakeld als de
snelheid daalt tot 5 km/h).
6
Rijden
Page 242 of 528
240
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Het systeem Active Safety Brake werkt niet:
- a ls de voorbumper van de auto is
beschadigd,
-
b
innen 10 seconden na de laatste keer dat
het systeem in werking is getreden,
-
b
ij een storing in het elektronische
stabiliteitsprogramma,Werkingslimieten
In de volgende gevallen is het raadzaam
de functie uit te schakelen via het
configuratiemenu van de auto:
-
b
ij een schok op de voorruit ter hoogte van
de detectiecamera,
-
a
ls de auto een aanhanger of caravan
trekt,
-
a
ls lading op de imperiaal boven de
voorruit uitsteekt (bijvoorbeeld een ladder),
-
a
ls de auto wordt gesleept bij draaiende
motor,
-
a
ls het noodreservewiel (indien aanwezig)
is gemonteerd,
-
a
ls de auto tijdens onderhoud in de
werkplaats op een rollenbank wordt getest,
-
a
ls de auto in een automatische wasstraat
wordt gewassen,
-
a
ls de remlichten niet werken.
Na een aanrijding wordt de functie
automatisch uitgeschakeld. Neem
contact op met het P
e
ugeo
T
-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwing kans op
aanrijding
Afhankelijk van de door het systeem gedetecteerde
kans op een aanrijding en de geselecteerde
stand voor de waarschuwing kunnen meerdere
waarschuwingsniveaus worden geactiveerd en
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de
afstand in tijd tussen uw auto en de voorligger. Niveau 1
: waarschuwing door middel
van visuele signalen die aangeeft dat de
afstand tot de voorligger zeer klein is.
Wanneer de auto de voorligger nadert,
wordt een melding weergegeven om de
bestuurder aan te sporen op te letten.
Deze informatie wordt tevens
weergegeven op het head-up display.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het head-up
display
.
Rijden
Page 243 of 528
241
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op
de tijd vóór de aanrijding. Daarbij wordt
rekening gehouden met de beweging van
de auto, de snelheid van uw auto en die van
de voorligger, de weersomstandigheden, de
rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het
meest geschikte moment wordt geactiveerd.Niveau 2
: waarschuwing door
middel van visuele signalen en
geluidssignalen die aangeeft dat een
aanrijding dreigt.
er
wordt een melding weergegeven om
de bestuurder aan te sporen te remmen.
Als uw auto een voorligger te snel nadert,
wordt het eerste waarschuwingsniveau
mogelijk niet weergegeven: in dat geval
wordt waarschuwingsniveau 2 direct
weergegeven.
Bovendien wordt waarschuwingsniveau
1
nooit weergegeven als de stand " Dichtb."
is geselecteerd.
Slechte weersomstandigheden (zeer
zware regenval, opgehoopte sneeuw
voor de radar en de camera) kunnen
de werking van het systeem verstoren.
In dat geval wordt een storingsmelding
weergegeven. De functie is niet
beschikbaar zolang deze melding wordt
weergegeven.
Instellen van de stand voor de
activering van de waarschuwing
De stand voor de activering van de
waarschuwing is bepalend voor de manier
waarop u wordt gewaarschuwd voor een
rijdende of stilstaande voorligger, of een
voetganger op uw rijstrook.
u
kunt uit drie standen kiezen:
-
"Ver " om vroeg gewaarschuwd te worden
(voorzichtige rijstijl).
-
"Normaal ".
-
"Dichtb. " om later gewaarschuwd te
worden.
op
en het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen ".
Met touchscreen Met autoradio
open het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie ".
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Druk op " Bevestigen " om de wijziging op te
slaan.
6
Rijden
Page 244 of 528
242
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Dit systeem, ook wel automatisch
noodremsysteem genoemd, is bedoeld om
de snelheid van de aanrijding te beperken
of de frontale aanrijding met de voorligger te
voorkomen (bij snelheden tussen 5 km/h en
140 km/h) wanneer de bestuurder niet ingrijpt.
op b
asis van informatie van de radar en de
camera activeert het systeem de remmen van
de auto.
Active Safety Brake
De bestuurder kan op elk gewenst moment de
controle over de auto weer overnemen door
een ferme stuurbeweging te maken en/of het
gaspedaal in te trappen. Als het systeem in werking is, kunnen
er lichte trillingen voelbaar zijn in het
rempedaal.
Als de auto volledig tot stilstand
is gekomen, blijven de remmen
automatisch
1 tot 2 seconden geactiveerd.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan de motor afslaan
als de auto door het automatische
noodremsysteem tot stilstand wordt
gebracht.
Bij auto's met een automatische
transmissie begint de auto weer te
rijden nadat hij door het automatische
noodremsysteem tot stilstand is gebracht.
Trap het rempedaal in als u dit wilt
voorkomen.
Als het automatische noodremsysteem
niet is ingeschakeld, wordt u hiervoor
gewaarschuwd door het permanent
branden van dit verklikkerlampje in
combinatie met een melding.
Als de radar en de camera de aanwezigheid
van een voertuig of een voetganger hebben
bevestigd, knippert dit verklikkerlampje als
het systeem wordt geactiveerd.
Belangrijk : als het automatische
noodremsysteem in werking treedt,
moet u de controle over uw auto weer
overnemen door met het rempedaal
te remmen en zo de automatische
remactie aan te vullen en te
voltooien.
Rijden
Page 245 of 528
243
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Uitschakelen / inschakelen
van de waarschuwing en
het remmen
Standaard wordt de functie automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
De functie kan worden uit- of ingeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
Met autoradio
open het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie ".
Intelligente
noodremassistentie (AFUi)
Wanneer de bestuurder onvoldoende
afremt om de aanrijding te voorkomen,
zorgt het systeem voor voldoende
remkracht.
Dit gebeurt alleen als de bestuurder zelf
het rempedaal intrapt.
Met touchscreen
open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen ".In het geval van een storing wordt u
gewaarschuwd door het branden van
dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding.
Raadpleeg het P
e
ugeo
T
-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
onder de volgende omstandigheden
werkt de camera mogelijk minder goed
of helemaal niet:
-
s
lecht zicht (slecht verlichte weg,
sneeuwval of regen, mist, enz.),
-
v
erblinding (verlichting van een
tegenligger, laagstaande zon,
reflectie op nat wegdek, uitrijden
van een tunnel, sterke afwisseling
van schaduw en licht, ...),
-
a
ls het gedeelte van de voorruit
voor de camera vuil, dichtgevroren
of beschadigd is of is bedekt met
modder, sneeuw of een sticker.
ond
er bepaalde weersomstandigheden
van de werking van de in de
voorbumper geplaatste radar verstoord
raken, zoals bij opeenhoping van
sneeuw, ijs, modder, enz.
6
Rijden
Page 246 of 528
244
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Ver wijder in dat geval de sneeuw,
modder enz. van de voorbumper.
Als een van de twee sensoren (camera
of radar) is afgedekt of een beperkt
bereik heeft terwijl de andere normaal
werkt, blijft het systeem werken maar
minder nauwkeurig dan normaal.
u
wordt hier niet over geïnformeerd door
een melding of een verklikkerlampje.
om s
toringen in de werking van de
radar te voorkomen, mag de bumper
niet worden gespoten. Reinig het gedeelte van de voorruit voor
de camera regelmatig.
Laat geen sneeuw op de motorkap
of op het dak liggen, omdat de
detectiecamera erdoor kan worden
afgedekt.
Rijden
Page 247 of 528
245
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Lane Departure Warning System (LDWS)
Met autoradio
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan gaat branden;
het systeem is ingeschakeld.
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje ervan dooft; het
systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
ui
tschakelen van het systeem:
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Dit systeem signaleert, met behulp van een
camera die doorgetrokken of onderbroken
strepen herkent, het onvrijwillig overschrijden
van een rijstrookmarkering en waarschuwt in
dat geval de bestuurder.
De waarschuwing wordt geactiveerd als bij
een wagensnelheid hoger dan 60 km/h een
rijstrookmarkering wordt overschreden zonder
dat de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld.
Dit systeem werkt het meest effectief op
autowegen en snelwegen.
Detectie - Waarschuwing
u wordt gewaarschuwd door het
k nipperen van dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal.
Het systeem waarschuwt niet als de
richtingaanwijzer is ingeschakeld en
gedurende ongeveer 20 seconden
nadat deze is uitgeschakeld.
Het Lane Departure Warning System is een
hulpmiddel voor de bestuurder, die desondanks
waakzaam moet blijven en verantwoordelijk is.
De bestuurder dient zich altijd aan de
verkeersregels te houden en niet langer dan
twee uur aaneengeschakeld achter het stuur
te zitten.
6
Rijden
Page 248 of 528
246
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Storing
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
Met touchscreen
open het menu Rijden en activeer/deactiveer
" Lane Departure Warning ".
Raadpleeg het P
e
ugeo
T
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Het lampje van deze knop knippert.
De toets knippert en er wordt een storing weergegeven.
er kunnen storingen in de signalering
optreden:
-
als de rijstrookmarkeringen
weggesleten zijn en er weinig contrast is
tussen het wegdek en de markeringen,
-
a
ls de voorruit vuil is,
-
o
nder bepaalde extreme
weersomstandigheden: mist, zware
regenval, sneeuw, schaduwen, sterke
zonnestraling en direct zonlicht (zeer
laagstaande zon, uitrijden van een
tunnel, ...).
of
Rijden
Page 249 of 528
247
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Detectie verslapping aandacht
Het systeem wordt gereset als aan een van de
volgende woorwaarden is voldaan:
-
d
e auto staat gedurende meer dan
15
minuten stil met draaiende motor,
-
s
inds het afzetten van het contact zijn
enkele minuten verstreken,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h,
gaat het systeem over in de wachtstand.
De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra
de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.
ga n
iet rijden als u moe bent.
Het systeem geeft een waarschuwing
zodra het detecteert dat de bestuurder
langer dan twee uur heeft gereden met
een snelheid van meer dan 65 km/h
zonder dat hij een pauze heeft genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen
wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval
elke twee uur.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de
functie alleen het systeem " Waarschuwing
overschrijding rijtijd" of daarnaast ook het
systeem "Waarschuwing verslapping aandacht
bestuurder".
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Met autoradio
open het menu "
Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Detectie
verslapping aandacht ".
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Deze waarschuwing bestaat uit een melding
die de bestuurder adviseert een pauze te
nemen, en een geluidssignaal.
Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt
de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor
wordt afgezet.
op
en het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Detectie verslapping
aandacht ".
Met touchscreen
6
Rijden
Page 250 of 528
248
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Met behulp van een boven aan de voorruit
geplaatste camera beoordeelt het systeem
de waakzaamheid van de bestuurder door
afwijkingen in de koers van de auto ten
opzichte van de wegmarkeringen te signaleren.
Deze functie is bijzonder geschikt voor
auto(snel)wegen (snelheid hoger dan 65 km/h).
Waarschuwing verslapping aandacht bestuurder
Afhankelijk van de uitvoering wordt het systeem
" Waarschuwing overschrijding rijtijd" aangevuld met het
systeem "Waarschuwing verslapping aandacht bestuurder".
ondanks de aanwezigheid van dit
systeem dient de bestuurder altijd
waakzaam te blijven.
ga n
iet rijden als u vermoeid bent
of medicijnen hebt gebruikt die de
rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
Zodra het systeem heeft bepaald dat de koers van
de auto op een zekere mate van vermoeidheid of
aandachtsverslapping van de bestuurder wijst, wordt
het eerste waarschuwingsniveau geactiveerd.
Na drie waarschuwingen van het eerste
niveau, activeert het systeem een nieuwe
waarschuwing met de melding " Las een
rustpauze in! ", in combinatie met een luider
klinkend geluidssignaal.
ond
er bepaalde omstandigheden
(slecht wegdek of harde windstoten)
kan het systeem waarschuwingen
geven zonder dat er sprake is van
vermoeidheid bij de bestuurder.
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk minder goed of
helemaal niet:
-
s
lecht zicht (onvoldoende
verlichting van het wegdek,
sneeuwval, harde regen, dichte
mist enz.),
-
v
erblinding (koplampen van
tegenliggers, laagstaande zon,
reflecties op nat wegdek, uitrijden
van een tunnel, snelle overgangen
tussen schaduw en licht enz.),
- g edeelte van de voorruit voor de
camera vuil, beslagen, bevroren,
bedekt door sneeuw, beschadigd of
bedekt door een sticker,
-
w
egmarkeringen afwezig,
versleten, niet zichtbaar door
sneeuw of modder, of meerdere
wegmarkeringen (weggedeelte met
werkzaamheden enz.),
-
g
eringe afstand tot de
voorligger (geen detectie van
wegmarkeringen),
-
s
malle, bochtige wegen, ...
De bestuurder wordt dan gewaarschuwd door
de melding "
Voorzichtig! ", in combinatie met
een geluidssignaal.
Rijden