ESP TESLA MODEL S 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 24 of 214

Attentie: Plaa
ts niets tussen de riem en
uw lichaam om de klap van een aanrijding
op te vangen.
Gordelspanners
De v
eiligheidsgordels voorin zijn voorzien van
gordelspanners die bij een zware frontale
aanrijding tegelijk met de airbags geactiveerd
worden. De gordelspanner trekt het heup- en
schoudergedeelte van de gordel automatisch
strak tegen het lichaam zodat de inzittende
niet naar voren schiet.
De buitenste zitplaatsen achter zijn uitgerust
met gordelspanners om de gordel naar binnen
te trekken en voorwaartse beweging van de
inzittende te beperken. Als de gordelspanners en airbags bij een
aanrijding niet geactiv
eerd werden, wil dat
nog niet zeggen dat het systeem defect is. In
de meeste gevallen betekent het dat de kracht
of de aard van de aanrijding geen aanleiding
gaf om deze systemen te activeren. Attentie: E

en gordelspanner die eenmaal
is geactiveerd, moet daarna vervangen
worden. Laat na een aanrijding de
airbags, de gordelspanners en alle
bijbehorende onderdelen controleren en
zo nodig vervangen.
Veiligheidsgordels testen U k
unt op eenvoudige wijze controleren of de
veiligheidsgordels hun werk goed doen.
1. Maak de gordel vast en geef ter hoogte
van de sluiting een korte, felle ruk aan de
riem. De gordel moet netjes vast blijven
zitten.
2. Neem de losse gordel en trek de riem
helemaal uit. Controleer of het afrollen
soepel en zonder haperingen verloopt en
controleer de riem op sporen van slijtage.
Laat de gordel oprollen, controleer of de
riem soepel en zonder haperingen
helemaal oprolt.
3. Rol de riem half uit en trek dan de gesp
snel naar voren. De oprolautomaat moet
de riem nu blokkeren.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als
een veiligheidsgordel niet werkt zoals
hierboven is beschreven.
Zie Veiligheidsgordels op pagina 170 voor
informatie over het reinigen van
veiligheidsgordels.
Waarschuwingen
veiligheidsgordels Attentie: Alle inzitt

enden moeten op elk
moment hun veiligheidsgordel dragen,
zelfs bij een bijzonder korte afstand. Het
negeren van deze aanwijzing kan bij een
aanrijding leiden tot ernstig letsel, in
sommige gevallen zelfs met dodelijke
afloop. Attentie: Z

et kleine kinderen altijd in een
geschikt kinderzitje (zie Kinderzitjes op
pagina 25). Volg bij het plaatsen van
een kinderzitje in de auto altijd de
aanwijzingen van de fabrikant van het
zitje. Attentie: Z

org ervoor dat de
veiligheidsgordels op de juiste manier
gedragen worden. Het negeren van deze
aanwijzing kan bij een aanrijding leiden
tot ernstig letsel, in sommige gevallen
zelfs met dodelijke
afloop. Veiligheidsgordels
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
23

Page 25 of 214

Attentie: L
eg de gordel niet over harde,
kwetsbare of scherpe voorwerpen in uw
kleding zoals pennen, sleutels, een bril
enz. Deze kunnen verwondingen
veroorzaken als de gordel gespannen
wordt. Attentie: Z

org dat de riem op geen
enkele plaats gedraaid is. Attentie: Elk

e veiligheidsgordel mag maar
door

Page 35 of 214

Zorg er altijd voor dat een kind zijn hoofd niet
k
an stoten en dat het comfortabel kan zitten
met de gordels op de juiste maat. Het bekken
van het kind moet stevig op zijn plaats
gehouden worden door het heupgedeelte van
de gordel. Volg alle aanwijzingen en plaats
nooit een extra zitje of zitverhoging op deze
stoelen.
Opmerking: Als een kind in het ingebouwde,
tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitje
van Tesla zit, wordt aanbevolen de climate
control buitenlucht te laten aanzuigen in de
Model S, in plaats van de lucht in de auto te
laten recirculeren. Zo wordt er meer lucht naar
achteren gevoerd. Zie Climate control instellen
op pagina 122.
1. Plaats het kind op de bank en steek de
armen achter de gordels door.
2. Leg de gespen van de beide gordels op
elkaar.
3. Steek de gespen in de sluiting en
controleer of de riem goed vastzit. 4.
S
tel de schoudergordels zo af dat ze over
de bovenkant van de schouders lopen en
niet in het gezicht kunnen komen.
5. Pas de lengte van de heupgordels aan
zodat deze op het bekken en niet op de
buik van het kind rusten. Het bekken van
het kind moet stevig op zijn plaats
gehouden worden.
6. Trek de onderste riemen strak tot het kind
stevig in het zitje vastzit. 7.
V
erschuif de schoudergeleiders zodanig
dat ze het bovenste gedeelte van de
gordels in het midden boven de schouders
van het kind houden. Maak de riem los door de knop op de
gor

delsluiting in te drukken en de beide
gespen los van elkaar te nemen. Ingebouwde naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla
34 Handleiding Model S

Page 58 of 214

7.
Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt u
aanvullende informatie opvragen door het pictogram (uitroepteken) op de statusbalk aan de
bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
8. Gebruik de rechterknoppen op het stuur om te wijzigen wat er rechts op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven op het moment dat geen telefoongesprek actief is
(zie Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 44).
9. Beschikbare, geschatte actieradius (of energie). In plaats van de rijafstand kan hier ook de
resterende hoeveelheid energie van de batterij worden weergegeven. Tik daartoe op
Controls > Settings > Language & Units > Energy & Charging (zie Instellingen op pagina
115).
Opmerking: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te
vinden wanneer u de Model S moet opladen.
Opmerking: Bij koud weer is bepaalde energie in de batterij mogelijk niet beschikbaar tijdens
de rit omdat de batterij te koud is. Wanneer dit gebeurt, is een deel van de batterijmeter
blauw en verschijnt er een sneeuwvlokje naast de rijafstand. Als de Model S is aangesloten,
kunt u uw batterij opwarmen via de netvoeding door Climate control in te schakelen met de
mobiele app. Wanneer de batterij opgewarmd is, worden het blauwe deel van de meter en het
sneeuwvlokje niet meer weergegeven.
10. De maximumsnelheid (indien beschikbaar) die momenteel wordt gedetecteerd door
Snelheidslimietherkenning (zie Snelheidslimietherkenning op pagina 105).
11. De auto voor u (indien van toepassing).
12. Let goed op belangrijke mededelingen over het rijden die in het midden onder op het
instrumentenpaneel worden weergegeven.
13. Uw Model S.
14. Wanneer Autosteer actief is en de rijstrook detecteert, wordt de rijstrook blauw gemarkeerd
(zie Autosteer op pagina 87).
15. Huidige versnelling: Park, Reverse, Neutral of Drive. Instrumentenpaneel
Rijden
57

Page 65 of 214

Vul de ruitensproeiervloeistof regelmatig bij
(zie Ruit ensproeiervloeistof bijvullen op
pagina 176).
Ruitensproeiers ontdooien
Als de Model S is uitgerust met het optionele
Cold Weather-pakket, zijn de ruitensproeiers
voorzien van een verwarming die wordt
ingeschakeld wanneer de
omgevingstemperatuur het vriespunt nadert
of wanneer u de verwarmde ruitenwissers
inschakelt (Controls > Cold Weather > Heated
Wipers). De sproeierverwarming schakelt uit
als de ruitenwisserverwarming wordt
uitgeschakeld (na 15 minuten), mits de
omgevingstemperatuur hoog genoeg is. Ruitenwissers en -sproeiers
64 Handleiding Model S

Page 76 of 214

Rijtips om actieradius te vergroten
U k unt uw actieradius vergroten door op
dezelfde manier zuinig te rijden als u deed om
benzine te besparen. Het energieverbruik is
naast de rijstijl afhankelijk van externe
omstandigheden (zoals extreem lage of hoge
temperaturen en het beklimmen van steile
hellingen). U kunt als volgt het maximum
aantal kilometers uit een lading halen:

Page 84 of 214

plus een marge die u in Speed Assist hebt
inges
teld, welke van de twee het grootst is
(zie Snelheidslimiet als cruisesnelheid op
pagina 84).
Opmerking: Als
Traffic-aware cruise control
de Model S actief afremt om de gekozen
afstand tot de voorligger te behouden, gaan
de remlichten branden om het
achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Wellicht bemerkt u ook een lichte beweging
van het rempedaal. Als Traffic-aware cruise
c

ontrol er echter voor zorgt dat de Model S
accelereert, beweegt het gaspedaal niet. Attentie: V

anwege inherente beperkingen
van het boord-GPS, ondervindt u mogelijk
situaties waarin
Traffic-aware cruise
control de auto afremt, met name bij
snelwegafritten waar een bocht wordt
gedetecteerd en/of wanneer u actief naar
een bestemming navigeert en niet de
route volgt. Attentie:
Traffic-aware cruise control kan
niet elk object detecteren. Daarom kan
het gebeuren dat het systeem niet remt/
vertraagt voor voertuigen of objecten die
stilstaan, met name in situaties waarin u
sneller rijdt dan 80 km/h en in situaties
waarin uw voorligger van rijbaan wisselt
waarna er zich voor u plotseling een
stilstaand voertuig of object op de
rijstrook bevindt. Let altijd op de weg
voor u en zorg ervoor dat u onmiddellijk
kunt ingrijpen. Als u volledig vertrouwt op
Traffic-aware
cruise control om een
botsing te voorkomen, kan dit tot ernstig
letsel of de dood leiden. Bovendien kan
Traffic-aware
cruise control reageren op
voertuigen of objecten die ofwel niet
bestaan of zich niet op uw rijstrook
bevinden. Hierdoor kan het gebeuren dat
de Model S onnodig afremt. Attentie:
Traffic-aware cruise control is
mogelijk niet in staat de snelheid
voldoende te regelen door onvoldoende
remvermogen of door hellingen. Het kan
ook gebeuren dat het systeem de afstand
tot een voorligger verkeerd inschat.
Tijdens afdalingen kan de snelheid
toenemen, waardoor de Model S de
ingestelde snelheid (en mogelijk de
toegestane maximumsnelheid)
overschrijdt. Vertrouw nooit alleen op
Traffic-aware cruise control om de auto
v

oldoende af te remmen om een botsing
te voorkomen. Houd uw ogen altijd op de
weg gericht terwijl u rijdt en wees erop
voorbereid dat u mogelijk moet ingrijpen.
Als u volledig vertrouwt op Traffic-aware cruise control om de auto voldoende af te
r

emmen en een botsing te voorkomen,
kan dit tot ernstig letsel of de dood
leiden. Attentie:
Traffic-Aware cruise control kan
er in sommige gevallen toe leiden dat de
Model S onnodig of onverwachts afremt.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een
voorligger op korte afstand wordt
gevolgd of wanneer voertuigen of
objecten op naastgelegen rijstroken (met
name in bochten) worden gedetecteerd.
De afstand tot de voorligger
ins
tellen
Om de afstand aan te passen die u wilt
handhaven tussen uw Model S en een
voorligger, draait u aan de cruise control-
hendel om een instelling te kiezen van 1 (de
kortste afstand tot de voorligger) tot 7 (de
langste afstand tot de voorligger). Elke
instelling correspondeert met een
tijdgerelateerde afstand die aangeeft hoelang
het duurt voordat de Model S, vanaf de
huidige locatie, de locatie van de
achterbumper van de voorligger heeft bereikt. Terwijl u aan de cruise control-hendel draait,
w
ordt op het instrumentenpaneel de huidige
instelling weergegeven. Laat de hendel los
zodra de gewenste instelling wordt
weergegeven. Opmerking: De ins

telling wordt bewaard tot u
deze handmatig wijzigt. Attentie: Het is de v

erantwoordelijkheid
van de bestuurder om te allen tijde een
veilige afstand tot voorliggers te bewaren.
Vertrouw niet alleen op
Traffic-aware
cruise control om de juiste afstand tot
v oorliggers te bewaren. Attentie: V

ertrouw nooit alleen op Traffic-
aware cruise control om de Model S Traffic-aware cruise control
Driver Assistance
83

Page 85 of 214

voldoende af te remmen om een
aanrijding t e voorkomen. Houd altijd de
weg voor u in de gaten en zorg ervoor
dat u indien nodig onmiddellijk kunt
ingrijpen.
Snelheidslimiet als cruisesnelheid
Met
Traffic-aware cruise control kan
eenvoudig de snelheidslimiet als
cruisesnelheid worden gebruikt. U kunt de
cruisesnelheid instellen op de
maximumsnelheid die wordt vastgesteld door
Snelheidslimietherkenning (zie
Snelheidslimietherkenning op pagina 105). Dit
doet u door de cruise control-hendel naar u
toe te trekken. Als u de hendel loslaat, wordt
de cruisesnelheid ingesteld op de snelheid die
wordt vastgesteld door
Snelheidslimietherkenning. Hierbij wordt
rekening gehouden met een eventuele
verschuiving die u misschien hebt
gespecificeerd.
Wanneer u op het moment dat
u de hendel naar u toe trekt al sneller rijdt dan
de snelheidslimiet, verandert de ingestelde
snelheid niet in de maximumsnelheid, naar in
de huidige rijsnelheid.
Opmerking: Wanneer u de cruisesnelheid
aanpast aan de maximumsnelheid, verandert
de ingestelde snelheid niet als de
maximumsnelheid verandert. U moet de cruise
control-hendel opnieuw naar u toetrekken om
de nieuwe snelheidslimiet als cruisesnelheid te
gebruiken. U kunt uw cruisesnelheid op elk
gewenst moment ook handmatig aanpassen
(zie De ingestelde snelheid wijzigen op pagina
84).
Opmerking: Als u de cruise control-hendel
omhoog of omlaag beweegt wordt de huidige
rijsnelheid ingesteld als cruisesnelheid
gebruikt.
Opmerking: Als Snelheidslimietherkenning
geen maximumsnelheid kan vaststellen,
verandert de ingestelde snelheid niet wanneer
u de cruise control-hendel naar u toetrekt. Attentie: V

ertrouw niet alleen op
Snelheidslimietherkenning of Traffic-
aware cruise control om de juiste of een
geschikte cruisesnelheid te bepalen. Kies
altijd een veilige snelheid op basis van de
rijomstandigheden en de geldende
maximumsnelheid. De ingestelde snelheid wijzigen
Als u de inges
telde snelheid wilt veranderen
bij gebruik van Traffic-aware cruise control,
be

weegt u de cruise control-hendel omhoog
(sneller) of omlaag (langzamer) totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven. Duw de hendel omhoog of omlaag naar de
eers

te stand en laat deze dan los om de
snelheid resp. met 1 km/h te verhogen/
verlagen. Duw de hendel omhoog of omlaag
naar de tweede stand en laat deze dan los om
de snelheid resp. te verhogen/verlagen tot de
eerstvolgende door 5 km/h) deelbare
snelheid. Als u bijvoorbeeld 83 km/h rijdt en
de hendel naar de tweede stand omhoog
duwt en dan loslaat, neemt de snelheid van de
auto toe tot 85 km/h. U kunt de snelheid ook
verhogen/verlagen door de hendel resp. in de
hoogste/laagste stand te houden en los te
laten wanneer de gewenste snelheid onder het
pictogram van de cruise control wordt
weergegeven.
Om de snelheidslimiet die momenteel wordt
bepaald door Snelheidslimietherkenning
(inclusief eventuele marges die u hebt
ingesteld) te gebruiken als cruisesnelheid,
trekt u de cruise control-hendel naar u toe Zie
Snelheidslimietherkenning op pagina 105.
Opmerking: Het kan enkele seconden duren
voordat de Model S de nieuwe cruisesnelheid
heeft bereikt, aangenomen dat de Model S
geen voorligger detecteert die langzamer rijdt
dan de door u ingestelde snelheid. Traffic-aware cruise control
84 Handleiding Model S

Page 123 of 214

Climate control instellen
Het s ysteem zorgt volledig automatisch voor een optimaal comfort onder alle normale
omstandigheden. U hoeft alleen de gewenste temperatuur in te stellen, en het systeem past
automatisch de airconditioning, de luchtcirculatie, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid aan
om uw geselecteerde temperatuur te bereiken en aan te houden. U kunt het climate control-
systeem zelfs ingeschakeld laten wanneer u de verlaat, zodat de geselecteerde temperatuur wordt
gehandhaafd.
Tik op AUTO om de automatische instelling uit te schakelen en de individuele instellingen aan te
passen. Tik vervolgens op de instelling die u wilt veranderen. Wanneer u een instelling wijzigt,
verandert het pictogram AUTO van blauw in grijs en wordt RESET AUTO weergegeven. Tik op
RESET AUTO om alle instellingen op het scherm weer te veranderen in hun standaardwaarden. U
kunt ook tikken op AUTO in combinatie met een individuele instelling om deze weer te veranderen
in zijn standaardwaarde. Naast de vijf instellingen die hierboven worden weergegeven (en hieronder beschreven), wordt
een clima
te-timer in de bovenstaande pop-up weergegeven (zie Keep Climate On op pagina 125)
als Model S in de stand P (Park) staat.
1. Tik op RESET AUTO om alle instellingen weer te veranderen in hun standaardwaarden.
2. Tik op A/C ON of A/C OFF om de airconditioning aan of uit te zetten. Als u de airconditioning
uitschakelt, neemt het koelen af, maar bespaart u energie.
Omdat de Model S veel stiller is dan een auto met een gewone verbrandingsmotor, kan het
zijn dat u de AC-compressor hoort werken. Verlaag de aanjagersnelheid of om het geluid te
beperken. Climate control
122 Handleiding Model S

Page 131 of 214

Overzicht
T ik op de applicatie Media Player om naar
internetradio te luisteren, muziek of podcasts
(indien beschikbaar) te streamen of
audiobestanden vanaf een verbonden
Bluetooth-apparaat of aangesloten USB-
apparaat af te spelen. U kunt luisteren naar
AM- (indien aanwezig), FM- (indien aanwezig)
en DAB-radio (indien uw auto is uitgerust met
het optionele Sound-pakket).
De beschikbare bronnen worden boven in
Media Player weergegeven: Radio, Spotify,
TuneIn en Phone. Een extra bron, USB, wordt
getoond wanneer u een USB-stick aanbrengt
in de USB-aansluiting (zie USB-poorten op
pagina 133). U kunt door de beschikbare
inhoud in Media Player bladeren door op een
bron te tikken of met de functie Search naar
specifieke
inhoud zoeken (zie Zoeken in Media
Player op pagina 130).
Met de weergave Now Playing onder in Media
Player kunt u de media bedienen die op dat
moment wordt afgespeeld (bijvoorbeeld
pauzeren/afspelen, naar het volgende
nummer/de volgende zender gaan, etc.). In de
weergave Now Playing kunt u ook media die
op dat moment wordt afgespeeld markeren
als favoriet (zie Favorieten en recente media
op pagina 132) en recent afgespeelde en
favoriete zenders, muziek en podcasts kiezen.
De weergave Now Playing wordt in combinatie
met iedere bron (Radio, Spotify, TuneIn,
Phone, en USB) die u kiest in Media Player
getoond. U kunt de weergave Now Playing
gemakkelijk maximaliseren en minimaliseren
door erop te tikken.
Opmerking: Verkeersinformatie kan alleen
worden ontvangen via AM- (indien aanwezig),
FM- (indien aanwezig) of DAB-radio. Om de
verkeersinformatie in of uit te schakelen, tikt u
op de toets TP in de weergave Now Playing.
Volumeregeling Draai het scrollwiel links op het stuur omhoog
of omlaag om het volume van Media Player te
regelen. Druk op het linker scrollwiel om het
volume te dempen. Met het scrollwiel regelt u het volume voor
media, na

vigatie-aanwijzingen of
telefoongesprekken, afhankelijk van wat op
dat moment via de luidsprekers wordt
weergegeven. Als u naar een nummer,
audiobestand of podcast luistert terwijl u
wordt gebeld of de Model S een
navigatieaanwijzing via de luidsprekers
weergeeft, wordt het geluid van het nummer,
het audiobestand of de podcast tijdelijk
uitgeschakeld.
Opmerking: Als u tijdens een telefoongesprek
op het linker scrollwiel drukt, worden zowel
het geluid als uw microfoon gedempt.
Audio-instellingen
U kunt naar eigen smaak de fade (voor/
achter) en balans (links/rechts) voor het
audiosysteem instellen of de sterkte van de
audiofrequenties aanpassen. Druk op het
equalizer-pictogram in de rechterbovenhoek
van Media Player om naar de audio-
instellingen te gaan.
Regel de fade en balans links in het scherm
door de cirkel in het midden van het
dradenkruis naar de locatie in de Model S te
bewegen waarop u het geluid wilt richten. Stel
elk van de vijf frequentiebanden(Bass, Bass/
Mid, Mid, Mid/Treble, en Treble) rechts in het
scherm af door de overeenkomstige
schuifregelaar langs de decibelbalk (dB)
omhoog of omlaag te bewegen.
Tik op het selectievakje Dolby om Dolby
Surround in te schakelen (indien aanwezig).
Zoeken in Media Player
Zoeken is beschikbaar in de hele Media Player
U kunt in alle mediacategorie

Page:   1-10 11-20 next >