TOYOTA 86 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 151 of 504

151
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)

Plaatsen van een baby- of kinderzitje (zonder blokkering) met e en
veiligheidsgordel
Voor het plaatsen van een baby- of kinderzitje met een veiligheidsgordel is
een speciale blokkeerclip nodig. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet over een blokkeerclip beschikt, kunt
u deze kopen bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara teur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
■ Plaatsen van een baby- of kinderzitje met ISOfix-bevestigingspu nten
en een bovenste gordel
Als het baby- of kinderzitje eerst aan de stangen wordt bevesti gd, is het -
afhankelijk van de grootte en de vorm van het baby- of kinderzi tje - wellicht
niet mogelijk om de bovenste gordel vast te maken aan de bevest igings-
steun.
Maak in dat geval de bovenste gordel eerst tijdelijk vast aan d e bevesti-
gingssteun, plaats het baby- of kinderzitje met de ISOfix-bevestigingen en
trek dan de bovenste gordel aan.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 151 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 152 of 504

152
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast.
Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een
andere passagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een onge-
val ernstig letsel oplopen.
● Als het baby- of kinderzitje niet goed
gemonteerd kan worden omdat de
bestuurdersstoel in de weg zit, moet
het kinderzitje rechts achterin worden
gemonteerd.
● Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.
● Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren
worden geschoven.
Als dat niet gedaan wordt, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 152 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 153 of 504

153
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. ( →Blz. 155)
Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.
● Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 153 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 154 of 504

154
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kin derzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller /repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schou dergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schou der van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een ongeval erns tig letsel
oplopen.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de gord el om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt , knip de
gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en na ar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■ Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de beve sti-
gingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten o f er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controlee r of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind o f een andere pas-
sagier bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval ernstig letsel oplopen.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 154 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 155 of 504

155
1
1-7. Veiligheidsinformatie
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbags alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel gebruikt wordt.
Controlelampje aan/uit-
schakelaar airbag
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Het controlelampje gaat bran-
den als het airbagsysteem is
ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop
Het controlelampje gaat bran-
den als het airbagsysteem is
ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 155 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 156 of 504

156
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
Voorpassagiersairbag uitschakelen
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Steek de sleutel in de slotcilinder
en zet de slotcilinder in stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat
branden (alleen als het contact
AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop
Steek de mechanische sleutel in
de slotcilinder en draai deze in
de stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat
branden (alleen als het contact
AAN staat).
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 156 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 157 of 504

157
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18071E)

Informatie controlelampje aan/uit-schakelaar airbag
● De controlelampjes voorpassagiersairbag ON of OFF geven de stat us
van de voorpassagiersairbag aan. Als het contact AAN wordt gezet,
gaan de controlelampjes ON en OFF branden terwijl het systeem w ordt
gecontroleerd, waarna beide controlelampjes uitgaan. Vervolgens gaat
het controlelampje ON of OFF branden overeenkomstig de stand va n de
aan/uit-schakelaar van de airbag.
● Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een sto-
ring in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een er kende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• ON noch OFF gaat branden.
• Het controlelampje reageert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de
airbag van ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje altijd op een
achterstoel. Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag d e voorstoel
worden gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand OFF
wordt gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staa n, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard g aat, ernstig
letsel veroorzaken.
■ Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is g eplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON s taat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval va n een onge-
val niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontsta an.
86_OM_Europe_OM18071E.book Page 157 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 158 of 504

158
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18071E)
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag
e 158 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 159 of 504

2Tijdens het rijden
159
86_EE (OM18071E)
2-1. RijproceduresRijden met de auto ........... 160
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) .................. 174
Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ....................... 183
Automatische transmissie ..................... 186
Handgeschakelde transmissie ..................... 193
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 197
Parkeerrem ....................... 198
Claxon .............................. 199
2-2. Instrumentenpaneel Meters en tellers ............... 200
Controlelampjes en waarschuwingslampjes... 204
Multi-informatiedisplay (monochroomdisplay) ..... 210
Multi-informatiedisplay (kleurendisplay) .............. 215 2-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar ................. 231
Schakelaar mistlampen .... 237
Ruitenwissers en -sproeiers................... 238
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
Cruise control.................... 241
Ondersteunende systemen ........................ 246
Hill Start Assist Control ..... 253
2-5. Rij-informatie Lading en bagage ............. 257
Rijden in de winter ............ 259
Rijden met een aanhangwagen ............... 263
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 159 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page 160 of 504

160
86_EE (OM18071E)
2-1. Rijprocedures
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
■Starten van de motor
→Blz. 174, 183
■ Rijden
Auto's met automatische transmissie Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
(→ Blz. 186)
Deactiveer de parkeerrem. ( →Blz. 198)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam
het gaspedaal in om de auto in beweging te brengen.
Auto's met handgeschakelde transmissie Zet met ingetrapt koppelingspedaal de selectiehendel in de
1e versnelling. ( →Blz. 193)
Deactiveer de parkeerrem. ( →Blz. 198)
Laat het koppelingspedaal geleidelijk opkomen. Trap tege-
lijkertijd het gaspedaal langz aam in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■ Tot stilstand brengen van de auto
Auto's met automatische transmissie Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempe-
daal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P of N als de auto langdurig sti l zal
staan. ( →Blz. 186)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppeli ngspedaal het rempedaal in.
Activeer indien nod ig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectie-
hendel in stand N. (
→Blz. 193)
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP1
STAP2
86_OM_Europe_OM18071E.book Pag e 160 Friday, August 26, 2016 9:44 AM

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 510 next >