TOYOTA AURIS HYBRID 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 211 of 592

211
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
Rijden
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het mu lti-informatiedisplay weergegev en.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet wor den
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het contro lelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitv oert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 211 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 212 of 592

2124-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (→Blz. 228)
Druk op de schakelaar stand P.
( → Blz. 221)
Controleer of de positie-indicator
op het instrumentenpaneel P aan-
geeft. ( →Blz. 98)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding “Power ON.”
(contact AAN) op het multi-i nformatiedisplay uit is.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 212 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 213 of 592

2134-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
Rijden
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert ied ere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Wijzigen van de standen van het contact
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 213 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 214 of 592

2144-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer da n een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl stand P is geselecteerd,
wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel
uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende lan-
gere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem niet in werking
is.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
→Blz. 74
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 122
■ Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelamp je READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje RE ADY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan ko men.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 137, 157
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
→Blz. 138
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( →Blz. 82)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als op het multi-informatiedis play “Check entry & start system.” (Con-
troleer Smart entry-systeem met startknop.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw aut o direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
→Blz. 459
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 214 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 215 of 592

2154-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
Rijden
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de s tand van het
contact mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
● Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nad at het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
■ Functie automatisch selecteren van stand P
●Als een andere schakelstand dan stand P is geselecteerd, wordt stand P
automatisch ingeschakeld als u op de startknop drukt wanneer de auto vol-
ledig tot stilstand is gekomen, waarna het contact UIT gaat.
● Wanneer u het contact uit zet terwijl de selectiehendel niet in stand P staat:
Trap het rempedaal goed in en controleer of de schakelstand* ge wijzigd is
naar stand P voordat u het rempedaal langzaam loslaat.
*: Zelfs nadat het display van het dashboard uitgezet is, wordt de positie-indi-
cator gedurende enkele seconden weergegeven.
■ Als het regelsysteem voor stand P defect is
Het contact kan niet worden uitgezet. In dergelijke gevallen ka n de knop uit-
gezet worden door de parkeerrem te activeren.
Laat de auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer een storing in het systeem optreedt.
■ Als het Smart entry-systeem met s tartknop of de startknopfunctie is uit-
geschakeld via persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 536
WAARSCHUWING
■ Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesys teem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten
van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij erns tig letsel kan
ontstaan.
■ Uitschakelen van het hybri desysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wi lt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. ( →Blz. 483)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve i n geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaar der gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 215 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 216 of 592

2164-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
● Laat het contact niet gedurende langere tijd in de stand ACC of AAN staan
wanneer het hybridesysteem niet in werking is.
● Als het hybridesysteem uitgeschakeld is maar het controlelampje in de
startknop nog brandt, geeft dit aan dat het contact nog AAN is. Controleer
voordat u uitstapt altijd of het contact UIT is.
■ Starten van het hybridesysteem
● Trap het gaspedaal niet onnodig in.
● Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmi ddellijk
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara teur of
een andere naar behoren gekwalificeer de en uitgeruste deskundige.
■ Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbee ld als de
knop iets blijft hangen, kan de startknop defect zijn. Neem dir ect contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 216 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 217 of 592

2174-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
Rijden
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje EV
MODE branden. Door in de EV-
modus de schakelaar in te druk-
ken, wordt teruggekeerd naar nor-
maal rijden (aandrijving door de
benzinemotor en de elektromotor
[tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-mod us niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden in gescha-
keld. Als de stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en ver-
schijnt er een melding op het multi-informatiedisplay.
● De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het
rijden met hoge snelheid, enz.
● De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een tempera tuur lager
dan ongeveer 0
°C gestaan.
● De benzinemotor is aan het opwarmen.
● Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energ iemonitor
wordt aangegeven, is laag. ( →Blz. 115)
● Rijsnelheid is hoog.
● Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een he lling, enz.
● De voorruitverwarming is ingeschakeld.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elektri sch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en wordt alleen de elektromoto r
(tractiemotor) gebruikt voor de aandrijving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het ' s nachts of in de vroege mor-
gen door woonwijken rijden of het rijden in een parkeergarage,
enz. zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over geluidsover-
last of uitlaatgassen.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 217 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 218 of 592

2184-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)■
De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt ges tart, wordt
automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan
komen. In dat geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY
brandt en voordat de benzinemotor start op de schakelaar EV MOD E om de
EV-modus in te schakelen.
■ Automatische uitschakeling van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch
de benzinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgescha keld,
klinkt er een zoemer, knippert het controlelampje EV MODE en ga at het ver-
volgens uit en wordt er een melding weergegeven op het multi-in formatiedis-
play.
● Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
● Rijsnelheid is hoog.
● Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een he lling, enz.
■ Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar hon derd meter
tot ongeveer 2 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden va n de auto
echter situaties waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batte-
rijpakket [tractiebatterij] en de rijomstandigheden.)
■ Wijzigen van de rijmodus vanuit de EV-modus
De EV-modus kan worden gebruikt in combinatie met de ECO-modus en de
POWER-modus.
De EV-modus kan echter automatisch uitgeschakeld worden wanneer deze
gebruikt wordt in combinatie met de POWER-modus.
■ Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brand stofver-
bruik onder normale rijomstandigheden (aandrijving door benzine motor en
elektromotor [tractiemotor]). Als de EV-modus vaker wordt gebru ikt dan nodig
is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
WAARSCHUWING
■ Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omge ving van
de auto. Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of
andere verkeersdeelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat
de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rijden ext ra alert.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 218 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 219 of 592

2194-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
RijdenBedien de selectiehendel soepel en op de juiste manier.
Laat de selectiehendel na het s chakelen steeds los, zodat hij kan
terugkeren naar positie .
Beweeg de selectiehendel bij het schakelen naar stand D of R
door de schakelcoulisse.
Beweeg de selectiehendel naar links en houd de hendel in
deze positie om stand N in te schakelen. De schakelstand wij-
zigt naar N.
Beweeg de selectiehendel naar achteren door de schakelcou-
lisse om stand B in te schakel en. Schakelen naar stand B is
alleen mogelijk wanneer schak elstand D geselecteerd is.
Zorg bij het schakelen van P naar N, D of R, van D naar R of va n R
naar D dat het rempedaal ingetrap t is en dat de auto stilstaat.
Hybridetransmissie
Bedienen van de selectiehendel
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 219 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page 220 of 592

2204-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
De positie van het frame op de positie-indicator wijzigt op basis van
de actuele schakelstand.
Controleer bij het selecteren van een schakelstand de positie-i ndica-
tor op het dashboard om na te gaan of de gewenste stand ingesch a-
keld is.
Wanneer een andere schakelstand dan D of B geselecteerd wordt,
verdwijnt de pijl die naar B w ijst uit de positie-indicator.
*: Zet de selectiehendel onder normale rijomstandigheden in stand D voor
een zo laag mogelijk brandstofverbruik en een zo laag mogelijke geluids-
productie.
Doel van de schakelstanden
SchakelstandFunctie
PParkeren van de auto of starten van het hybride- systeem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden*
BMotorremwerking op een gemiddeld niveau bij het afrijden van heuvels of op steile hellingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 220 Monday, October 24, 2016 4:06 PM

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 600 next >