display TOYOTA AYGO X 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 198 of 494

196
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken
*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.
*3: Wordt weergegeven wanneer het sys-teem signaleert dat op een op-/afrit wordt
gereden.
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
 Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven verkeers-
bord met de maximaal toegestane
snelheid overschrijdt, wordt het ver-
keersbord duidelijker zichtbaar
gemaakt en klinkt er een zoemer.
 Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van
het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
QInstellen
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk vervolgens
op .
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken aanwe-
zig
*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
Waarschuwingsfunctie
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 196 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 199 of 494

197
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
QAutomatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
OEr wordt over een bepaalde afstand geen
verkeersbord herkend.
ODe weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
QOmstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
ODe camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
OEr zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
OOnder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
OLicht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
OHet verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
OHet elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
OHet verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
OHet verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
ODe omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
OWanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook
net voordat rijstroken samenkomen.
OEr zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
OEr wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
OMogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
OMogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
ODe voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
ODe helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
OWanneer een verkeersbord voor vrachtwa-
gens, enz. wordt herkend.
OEr wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
QWeergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt
datzelfde verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
QAls “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
QPersoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor pers oonlijke voorkeursin-
stellingen: → Blz. 359)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 197 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 203 of 494

201
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
OAls de motorkap wordt gesloten nadat de
motor is gestart terwijl de motorkap was
geopend, werkt het Stop & Start-systeem
niet. Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
QAirconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning:
Als de airconditioning in de automatische
modus staat en de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
OAls de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in.
( → Blz. 221, 225)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem uit te schakelen.
OAls het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
• Auto's met een handmatig bediende air- conditioning
Als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Extended” (verlengd), wijzig de
instelling dan in “Standard” (standaard). Als
er een onaangename geur verspreid wordt
terwijl de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Standard” (standaard), druk dan
op de uitschakeltoets voor het Stop & Start-
systeem om het Stop & Start-systeem te
deactiveren.
• Auto's met automatische airconditioning
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
QWijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( → Blz. 87) worden gewijzigd. (De werkings-
duur van het Stop & Start-systeem als de air-
conditioning is uitgeschakeld, kan niet wor-
den gewijzigd.)
QWeergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
→ Blz. 88
QMeldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
OWanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Press Brake Harder to Activate” (trap
het rempedaal verder in om te activeren)
*
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg inge- trapt.
→ Als het rempedaal verder wordt ingetrapt,
werkt het systeem.
*: Auto's met Multidrive CVT
“Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke
batterij)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor- pen voor gebruik met een Stop & Start-sys-
teem.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 201 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 205 of 494

203
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
OHet audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
QBatterij vervangen
→ Blz. 338
QAls het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
QAls “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
QAls het Stop & Start-systeem is inge-
schakeld
Zorg ervoor dat het Stop & Start-systeem
uitgeschakeld is als de auto zich in een
slecht geventileerde ruimte bevindt.
Als het niet is uitge schakeld, kan de motor
onverwacht automatisch weer worden
gestart, waardoor er uitlaatgassen in de
auto terecht kunnen komen, hetgeen tot
de dood kan leiden of zeer schadelijk kan
zijn voor de gezondheid.
OVerlaat de auto niet als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje van het Stop
& Start-systeem brandt). Anders kan
door de automatische motorstartfunctie
een ongeval ontstaan.
OTrap het rempedaal in en activeer indien
nodig de parkeerrem als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(het controlelampje van het Stop &
Start-systeem brandt).
OPMERKING
QErvoor zorgen dat het systeem goed
werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop &
Start-systeem mogelijk niet goed. Laat uw
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OHet waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier knippert, terwijl de veilig-
heidsgordel van de bestuurder is vast-
gemaakt.
OZelfs wanneer de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet is vastgemaakt, gaat
het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier niet branden.
OZelfs wanneer het bestuurdersportier is
gesloten, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep branden
of gaat de interieurverlichting branden
wanneer de schakelaar van de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat.
OZelfs wanneer het bestuurdersportier is
geopend, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet
branden of gaat de interieurverlichting
niet branden wanneer de schakelaar
van de interieurverlichting de schake-
laar van de interieurverlichting in de
stand DOOR staat.
QAls de motor afslaat (auto's met
handgeschakelde transmissie)
Als de werking van het Stop & Start-sys-
teem is toegestaan en het koppelingspe-
daal snel wordt ingetrapt, kan de motor
herstart worden.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 203 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 206 of 494

204
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
QLocatie en soorten sensorenHoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
QDisplay
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
(Als de afstand tot het object klein
wordt, gaan de afstandssegmenten
mogelijk knipperen.) Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
Gebruik de bedienin gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( →Blz. 84)
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren en
druk vervolgens op .
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking Assist-sen-
sor OFF ( →Blz. 77) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
Toyota Parking
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het multi-
informatiedisplay en een zoemer.
Controleer bij gebruik van dit sys-
teem ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 204 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 207 of 494

205
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervolgens “On” (aan).
Als het systeem door middel van deze
methode is uitgeschakeld, wordt het
niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
QHet systeem kan worden geactiveerd
wanneer
OHet contact AAN staat.
ODe Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
ODe rijsnelheid lager is dan ongeveer
10 km/h.
ODe selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
WAARSCHUWING
QWaarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
QErvoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
OBeschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
OPlaats geen stickers of elektronische
onderdelen zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluo-
rescerende), een mistlamp, een spatbor-
dantenne of een draadloze antenne in de
buurt van een radarsensor.
OStel de omgeving van de sensor niet
bloot aan krachtige schokken. Als deze
wel aan krachtige schokken is blootge-
steld, laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hers teller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
voor- de achterbumper moet worden ver-
wijderd/geplaatst of vervangen.
OWijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
OBevestig geen afdekking op de kente-
kenplaat.
OHoud de bandenspanning op de juiste
waarde.
QWanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs werkt
als er geen kans op een aanrijding is.
OHet niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
OAls een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
QOpmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
OSpuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
ORicht bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 205 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 208 of 494

206
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QAls “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
QDetectie-informatie sensoren
OHet detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
OTijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is. • Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
QObjecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
OKabels, hekken, touwen, enz.
OKatoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
OZeer hoekige objecten
OLage objecten
OHoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
QSituaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
ODe sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
ODe sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
OWanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 206 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 211 of 494

209
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
QAfstand en zoemer
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. (→Blz. 209)
QWerking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
 De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30 cm, klinkt de zoemer continu.
 Als 2 of meer sensoren gelijktijdig
een statisch object signaleren, klinkt
de zoemer voor het dichtstbijzijnde
object.
 Zelfs als de sensoren in werking zijn,
kan het geluid van de zoemer in
sommige gevallen worden gedempt.
(functie automatisch dempen zoe-
mer)QAanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( →Blz. 84)
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren en
houd vervolgens ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
Globale afstand tot obstakelZoemer
Sensor voor:
100 cm - 60 cm
*
Sensor achter:
150 cm - 60 cm
*
Langzaam
60 cm - 45 cm*Gemiddeld
45 cm - 30 cm*Snel
30 cm - 15 cmContinuMinder dan 15 cm
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 209 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 212 of 494

210
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QDempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor wordt
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
 Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
 Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
 Als er een storing in een sensor aan-
wezig is of het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt.
 Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
 Als het contact UIT wordt gezet.
*: Indien aanwezig
QAls “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol,
zie handleiding) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
ODeze melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich opho-
pen.
OHet motorvermogen (motortoerental) wordt
beperkt bij een bepaalde hoeveelheid roet-
deeltjes. Er kan echter nog met de auto
worden gereden, tenzij het motorcontrole-
lampje gaat branden.
ORoetdeeltjes hopen zich sneller op wan-
neer er regelmatig korte ritten worden
gereden met de auto, wanneer er met lage
snelheden wordt gereden of als de motor
regelmatig wordt gestart in een extreem
koude omgeving. Overmatige ophoping
van roetdeeltjes kan worden voorkomen
door periodiek lange afstanden te rijden
waarbij het gaspedaal af en toe wordt los-
gelaten, zoals bij het rijden op autowegen
en snelwegen.
QAls het motorcontrolelampje gaat bran-
den of “Engine Maintenance Required
Visit Your Dealer” (Motor moet worden
onderhouden, ga naar uw dealer) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes
heeft een bepaald niveau overschreden. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*
Het benzineroetfiltersysteem ver-
zamelt met behulp van een uitlaat-
gasfilter roetdeeltj es in de uitlaat-
gassen.
Het systeem werkt om het filter
automatisch te regenereren,
afhankelijk van de voertuigcondi-
ties.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 210 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 214 of 494

212
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QActive Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
QHill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
QEPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
QNoodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
QSecondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
QAls het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC-/VSC-systeem in werking
is.
QUitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van de motor naar de wie-
len beperken. Als u op drukt om het
systeem uit te schakelen, kunt u de auto
waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction Con-
trol uitgeschakeld) wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
“Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 212 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 90 next >