sensor TOYOTA C-HR 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 475 of 812
4754-6. Rijtips
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Toyot a-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uit-
geruste deskundige of door een bandenspecialist. 
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspannin gssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 475  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 602 of 812
6027-1. Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg  dat  er  geen  water  in  de  motorruimte  komt.  Anders  kunnen  de   elektri-
sche componenten, enz. vlam vatten.
■ Bij  het  schoonmaken  van  de  voorruit  (auto's  met  ruitenwisser  me t
regensensor)
● Wanneer  het  bovenste  deel  van  de  voorruit  waar  de  regensensor  i s
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
● Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de re gensensor
wordt gehouden
● Als iets tegen de voorruit stoot
● Als  u  het  regensensorhuis  aanraakt  of  als  iets  in  aanraking  kom t  met  de
regensensor
■ Voorzorgsmaatregelen met be trekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze  voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
■ Voorzorgsmaatregelen  met  betrekking  tot  de  achterbumper  met  de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als  de  lak  van  de  achterbumper  is  geschilferd  of  bekrast,  kan  e en  storing
optreden  in  het  systeem.  Neem,  als  dit  gebeurt,  contact  op  met  een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zet  de  ruitenwisserschakelaar  in  de
stand OFF. 
Als  de  ruitenwisserschakelaar  in  de
stand  AUTO  staat,  kunnen  de  ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht
in  werking  treden.  Hierdoor  kunnen  uw
handen  bekneld  raken  en  kunt  u  ernstig
letsel  oplopen,  en  hierdoor  kunnen  de
ruitenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 602  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 603 of 812
6037-1. Onderhoud en verzorging
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Aantasting  van  de  lak  en  corrosie  van  de  carrosserie  en  onderde len
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
● Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak be vinden
• Na  het  rijden  in  gebieden  waar  sprake  is  van  veel  rook,  stof,  ijzerdeel-
tjes of chemische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
● Als de lak is geschilferd of bekrast, laat deze dan direct hers tellen.
● Verwijder  vuil  van  de  velgen  en  berg  ze  op  een  droge  plaats  op  om  te
voorkomen dat de velgen tijdens de opslag gaan corroderen.
■ Schoonmaken van de verlichting aan de buitenzijde
● Was deze met de nodige voorzichtigheid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met een harde borstel. 
Dit kan het oppervlak van de lampen beschadigen.
● Breng geen was aan op de lenzen. 
Was kan het lampglas beschadigen.
■ Voorkomen van beschadiging van de ruitenwisserarmen voor
Trek  eerst  de  ruitenwisserarm  aan  de  bestuurderszijde  omhoog  en   daarna
die aan de passagierszijde. Begin, als u de ruitenwisserarmen w eer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de passagierszijde.
■ Bij  gebruik  van  een  wasstraat  (au to's  met  ruitenwissers  met  regen-
sensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand OFF. 
Als  de  ruitenwisserschakelaar  in  stand  AUTO  staat,  kunnen  de  ru itenwis-
sers in werking treden waardoor de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen
raken.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 603  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 633 of 812
6337-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Uw  auto  is  uitgerust  met  een  bandenspanningswaarschuwingssys-
teem  dat  gebruikmaakt  van  bandenspanningssensoren  en  -zenders
om  een  lage  bandenspanning  te  signaleren  voordat  deze  tot  probl e-
men leidt.
Als  de  bandenspanning  onder  een  bepaalde  waarde  komt,  wordt  de
bestuurder  door  middel  van  een  waarschuwingslampje  gewaar-
schuwd. ( →Blz. 698)
◆Plaatsen van bandenspanni ngssensoren en -zenders
Bij  het  vervangen  van  banden  of  velgen  moeten  de  bandenspan-
ningssensoren en -zenders  ook worden geplaatst.
Als  er  nieuwe  bandenspanningss ensoren  en  -zenders  geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den  geregistreerd  in  de  bandensp anningswaarschuwingssysteem-
ECU  en  moet  het  bandenspanni ngswaarschuwingssysteem  wor-
den  geïnitialiseerd.  Laat  de identificatiecodes  van  de bandensp an-
ningssensoren  en  -zenders  registreren  door  een  erkende  Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 635)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als  het  bandenspanningswaarschu wingssysteem  wordt  geïnitiali-
seerd,  wordt  de  actuele  bandenspanning  als  referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 633  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 635 of 812
6357-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Auto's met kleurendisplay
Druk  op < of >  van  de  bedieningstoetsen  van  het  instrumenten-
paneel om   te selecteren. ( →Blz. 129)
Druk  op  ∧ of ∨   van  de  bedieningstoetsen  van  het  instrumenten-
paneel  om  “Voertuiginstellingen”  te  selecteren  en  druk  vervol-
gens op   om het menu weer te geven.
Druk  op ∧ of ∨  van  de  bedie-
ningstoetsen  van  het  instru-
mentenpaneel om 
  te  selecte-
ren  en  houd  vervolgens 
ingedrukt.
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt er een melding weer ge-
geven  op  het  multi-informatiedisplay  en  knippert  het  waarschu-
wingslampje lage bandenspanning 3 keer.
◆Registreren van identificatiecodes
De  bandenspanningssensoren  en  -z enders  zijn  voorzien  van  een
unieke  identificatiecode.  Bij  het  vervangen  van  een  bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te  registreren.  Laat  de  identific atiecodes  registreren  door  een
erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
4
5
6
7
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 635  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 636 of 812
6367-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De  banden  beschadigingen  vertonen,  zoals  insnijdingen,  scheuren   of  bar-
sten  die  zo  diep  zijn  dat  het  binnenmateriaal  zichtbaar  wordt  en  bulten  die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem  contact  op  met  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/rep arateur  of
een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundig e  als  u  er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen
Als  de  identificatiecode  van  de  bandenspanningssensor  en  -zende r  niet  is
geregistreerd,  werkt  het  bandenspanningswaarschuwingssysteem  ni et  cor-
rect. Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden  die  ouder  zijn  dan  6  jaar  moeten  altijd  door  gekwalifice erd  werk-
plaatspersoneel worden  gecontroleerd,  zelfs  als  er  niet  of  nauw elijks  met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Periodieke controle  van de bandenspanning
Het  bandenspanningswaarschuwingssysteem  vervangt  de  periodieke  con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf re gelmatig de
bandenspanning.
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 636  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 637 of 812
6377-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Situaties  waarin  het  bandenspa nningswaarschuwingssysteem  mogelijk
niet goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd. 
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er  is  een  band  vervangen  door  een  exemplaar  dat  niet  de  voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als  de  auto  bedekt  is  met  sneeuw  of  ijs,  vooral  bij  de  wielen  of  de  wiel-
kasten.
• Als  de  bandenspanning  aanzienlijk  hoger  is  dan  de  voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensor en -zender zijn geb ruikt.
• Als  de  identificatiecode  op  de  bandenspanningssensoren  en  -zenders niet  is  geregistreerd  in  de  bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In  de  buurt  van  een  televisiezendmast,  elektriciteitscentrale,  tankstation,
radiozender,  videowall,  luchthaven  of  andere  locatie  waar  sterke  radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als  u  een  draagbare  radio,  mobiele  telefoon,  draadloze  telefoo n  of  een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer  de  bandenspanning  snel  daalt,  zoals  bij  een  klapband,  d an  ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 637  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 638 of 812
6387-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den. 
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als  u  het  contact  tijdens  de  initialisatie  per  ongeluk  UIT  hebt   gezet,  dan  is
het niet noodzakelijk de resetschakelaar in te drukken, omdat de initialisatie
automatisch  herstart  wordt  wanneer  het  contact  de  volgende  keer  AAN
wordt gezet. 
● Als  u  per  ongeluk  de  resettoets  i ndrukt  wanneer  initialiseren  niet  nodig  is,
breng  de  banden  dan  op  de  juiste  spanning  wanneer  ze  koud  zijn  en  voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspan ningswaarschuwingssysteem
De  eventuele  waarschuwing  van  het  bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op  de omstandigheden waaronder het  systeem ge ïnitiali-
seerd  is.  Daarom  laat  het  systeem  mogelijk  zelfs  een  waarschuwi ng  zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de dru k hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het  systeem.
■ Als  de  initialisatie  van  het  bandenspanningswaarschuwingssystee m
niet voltooid is
De  initialisatie  kan  worden  uitgevoerd  in  enkele  minuten.  In  de   volgende
gevallen  worden  de  instellingen  echter  niet  opgeslagen  en  zal  h et  systeem
niet  goed  werken.  Laat,  als  herhaalde  pogingen  de  bandenspannin g  op  te
slaan mislukken, zo snel mogelijk de auto nakijken door een erk ende Toyota-
dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere  naar  behoren  gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als  het  systeem  wordt  geïnitialiseerd,  knippert  het  waarschuwin gslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor h et instellen
niet op het multi-informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft  geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes
De  identificatiecodes  van  de  bandenspanningssensoren  en  -zender s  van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem  voor  meer  informatie  over  het  wijzigen  van  de  identificati ecodes  con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur  of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 638  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 643 of 812
6437-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Repareren  of  vervangen  van  banden,  velgen,  bandenspanningssenso -
ren, zenders en ventieldopjes
● Neem  voor  het  verwijderen  en  plaatsen  van  wielen,  banden  of  ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste  deskundige  omdat  de  bandenspanningssensoren  en  -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet  niet  de  dopjes  weer  op  de  ventielen  aan  te  brengen.  Als   de  ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en  wegen met
kuilen. 
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de  banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden  vermin-
dert.  Bovendien  kunnen  de  banden  zelf  en  de  velgen  en  carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor  en  -zender  mogelijk  niet  goed.  Neem  wanneer  ban-
denreparatievloeistof  is  gebruikt  zo  snel  mogelijk  contact  op  m et  een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof  de  bandenspanningssensor  en  -zender  wanneer  de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 633)
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning  ontstaat
Rijd  niet  verder  als  de  bandenspanning  te  laag  is,  anders  kunne n  de  ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 643  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 647 of 812
6477-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders  (behalve  het  compacte  reservewiel)  voor  het  bandenspanning swaar-
schuwingssysteem,  dat  in  een  vroegtijdig  stadium  waarschuwt  als de
bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 633)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik  alleen  de  in  deze  handleiding  aanbevolen  maat  velgen  en   ban-
den.  Een  andere  maat  kan  resulteren  in  een  slechtere  controle  o ver  de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen  is voor
een  tubeless  band.  Als  u  dat  wel  doet,  kan  dat  leiden  tot  een  o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren. 
Door  het  gebruik  van  olie  of  vet  worden  de  wielmoeren  mogelijk  te  vast
aangedraaid  waardoor  de  bouten  of  de  velg  beschadigd  kunnen  rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken,  wat kan
leiden  tot  een  ongeval  met  ernstig  letsel  als  gevolg.  Verwijder   olie  of  vet
van de wielbouten of wielmoeren.
● Plaats  de  wielmoeren  met  de  schuine
kant  naar  het  wiel  toe.  Als  de  wielmoe-
ren  worden  geplaatst  met  de  schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren  waardoor  het  wiel  tijdens  het  rijden
kan  losraken.  Dit  kan  leiden  tot  een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Ta p s  
gedeelte
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 647  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM