sensor TOYOTA C-HR 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 648 of 812
6487-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als  u  dat  wel  doet,  kan  er  tijdens  het  rijden  lucht  uit  de  band  ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
■ Vasthouden van de wielen ( auto's met 16 inch velgen)
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
●
Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op de
bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werkza amhe-
den uit  te laten  voeren door een erkende  Toyota-dealer of herst eller/repara-
teur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  d eskundige.
Ga  ook  voor  de  aanschaf  van  bandenspanningssensoren  en  -zenders   naar
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen. 
Bij  niet-originele  velgen  kan  niet  worden  gegarandeerd  dat  de  b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken. 
■ Omgaan  met  de  decoratieve  kunststo fdelen  (auto's  met  16  inch  ban-
den)
Als tijdens het rijden een ratelend geluid te horen is in de de coratieve kunst-
stofdelen  of  een  vreemd  geluid  uit  de  omgeving  van  de  banden  ko mt,  laat
dan uw banden nakijken door een erkende Toyota-dealer of herste ller/repa-
rateur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.
Gebruik  niet de wieldop  om  het  wiel vast
te houden, omdat de wieldop daarbij kan
losraken,  waardoor  het  wiel  op  de  grond
valt.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 648  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 696 of 812
6968-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Wanneer  het  waarschuwingslampje knippert  (en  een  zoe-
mer klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
→ Laat  de  auto  onmiddellijk  nakijken  door  een  erkende
Toyota-dealer  of  hersteller/reparateur  of  een  andere
naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskun-
dige.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden:
Geeft  aan  dat  het  PCS  (Pre-Crash  Safety-systeem)  tijde-
lijk niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Een gedeelte rondom de radarsensor of de camerasen-
sor is vuil of bedekt door condens, ijs, stickers, enz.
→ Verwijder  het  vuil,  de  condens,  het  ijs,  de  stickers,
enz. ( →Blz. 292, 293)
• Er wordt niet aan de bedrijfscondities voor de radarsen- sor of camerasensor (temperatuur, enz.) voldaan
→ Er  kan  in  dit  geval  worden  gereden.  Het  PCS  (Pre-
Crash  Safety-systeem)  wordt  ingeschakeld  als  er
weer  aan  de  bedrijfscondities  (temperatuur,  enz.)
wordt voldaan.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het  VSC  (Vehicle  Stability  Control-systeem)  of  het  PCS
(Pre-Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide sys-
temen zijn uitgeschakeld.
→ Schakel  om  het  PCS-systeem  in  te  schakelen  zowel
het VSC-systeem als het PCS-systeem in. 
(→ Blz. 302, 464)
*3
(Geel)
Controlelampje  (waarschuwingszoemer)  LDA  (indien
aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LDA (Lane
Departure Alert met stuurregeling)
→ Als  “Lane  Departure  Alert  Unavailable”  (Lane  Depar-
ture  Alert  niet  beschikbaar)  wordt  weergegeven  op
het  multi-informatiedisplay,  zet  dan  het  LDA-systeem
uit,  ga  een  stukje  rijden  met  de  auto  en  zet  dan  het
LDA-systeem weer aan. ( →Blz. 320) 
Als  er  een  andere  meldin g  wordt  weergegeven  dan
hierboven,  volg  dan  de  aanwijzingen  die  in  de  mel-
ding worden gegeven.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 696  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 700 of 812
7008-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Waarschuwingslampje  (waarschuwin gszoemer)  elektrische  stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijde lijk daalt, kan
het  waarschuwingslampje  van  de  elektrische  stuurbekrachtiging  g aan  bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Bij  sommige  uitvoeringen  gaat  het  motorcontrolelampje  branden  a ls  de
brandstoftank  geheel  leeg  gereden  is.  Vul  de  brandstoftank  onmi ddellijk  als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten wee r uit. 
Neem  contact  op  met  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/rep arateur  of
een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundig e  als  het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■ Detectiesensor  voorpassagier,  controlelampje  veiligheidsgordel  en
waarschuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het controlelampje laten  knipperen  en de  waarschuwingszoemer  la ten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor  wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band n iet lek is.
Als de band lek is: →Blz. 710, 730
Als de band niet lek is:
Gebruik  de  volgende  procedure  wanneer  de  banden  voldoende  zijn  afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als  het  waarschuwingslampje  zelfs  na  enkele  minuten  niet  uitgaa t,  contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisat ie uit. 
( →Blz. 634)
Het  waarschuwingslampje  kan  weer  gaan  branden  wanneer  bovenstaa nde
handelingen  zijn  uitgevoerd  zonder  eerst  de  banden  voldoende  te  laten
afkoelen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 700  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 701 of 812
7018-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Het  waarschuwingslampje  lage  ba ndenspanning  gaat  mogelijk  brand en
door een nat uurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een  natuurlijke  oorzaak,  zoals  het  onvermijdelijke  spanningsver lies  dat  op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door  temperatuurveranderingen.  In  dat  geval  zal  het  waarschuwin gslampje
na  een  paar  minuten  uitgaan  als  de  banden  weer  op  de  juiste  spa nning
gebracht zijn.
■ Als  een  wiel  wordt  vervangen  door  het  reservewiel  (auto's  met  r eserve-
wiel)
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het volwaardige reservewiel is voor-
zien  van  een  bandenspanningssensor  en  -zender.  Als  de  bandenspa nning
van  het  reservewiel  te  laag  is,  zal  het  waarschuwingslampje  lage  banden-
spanning  gaan  branden.  Bij  een  lekke  band  zal  het  waarschuwings lampje
lage  bandenspanning  niet  uitgaan,  ook  al  is  het  wiel  met  de  lek ke  band  ver-
vangen  door  het  reservewiel.  Vervang  het  reservewiel  door  het  w iel  met  de
gerepareerde  band  en  breng  de  band  op  de  juiste  spanning.  Het  w aarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan .
Auto's  met  compact  reservewiel:  Het  compacte  reservewiel  is  nie t  voorzien
van  een  bandenspanningssensor  en  -zender.  Bij  een  lekke  band  za l  het
waarschuwingslampje  lage  bandenspanning  niet  uitgaan,  ook  al  is  het wiel
met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de j uiste span-
ning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een pa ar minu-
ten uitgaan.
■ Omstandigheden  waaronder  het  bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt
→Blz. 637
■ Als  het  waarschuwingslampje  lage  bandenspanning  regelmatig  gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat  branden
nadat  het  gedurende  1 minuut  heeft  geknipperd  wanneer  het  contac t  AAN
wordt  gezet,  laat  het  systeem  dan  nakijken  door  een  erkende  Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uitge-
ruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat  branden
nadat  het  gedurende  1 minuut  heeft  geknipperd  wanneer  u  tussen  g eregis-
treerde  wielensets  wisselt,  controleer  dan  of  de  juiste  wielens et  is  geselec-
teerd.
■ Waarschuwingszoemer
De  zoemer  is  in  sommige  gevallen  niet  hoorbaar,  zoals  in  een  lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 701  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 724 of 812
7248-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Als de band te hard wordt opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spannin g aan-
geeft.
Zet  de  compressor  weer  aan  als  de  spanning  onder  de  voorgeschre ven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat  de  band  met  de  bandenreparatieset  is  gerepareerd,  moet  he t  ventiel
bij een definitieve reparatie worden vervangen.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt,  gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
Druk  op  de  knop  om  wat  lucht  te  laten
ontsnappen.
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag
e 724  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 729 of 812
7298-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een  band  mag  alleen  met  de  bandenreparatieset  worden  gerepareer d
indien  de  beschadiging  is  veroorzaakt  door  perforatie  van  het  l oopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef. 
Verwijder  de  spijker  of  de  schroef  niet  uit  de  band.  Door  het  verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor  de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
● De  reparatieset  is  niet  waterbestendig.  Zorg  dat  de  bandenrepar atieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijd ens regen.
● Zet  de  bandenreparatieset  niet  op  een  stoffige  ondergrond,  zoal s  in  het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunn en er storin-
gen optreden.
● Houd  de  fles  tijdens  het  gebruik  niet  ondersteboven,  om  schade  aan  de
compressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit  de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als  er  benzinedruppels  op  de  reparatieset  terechtkomen,  kan  de  set
defect raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan  komen.
● Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
● Berg  de  reparatieset  op  in  de  gereedschapshouder  onder  de  afdekmat,
buiten bereik van kinderen.
● Demonteer  de  reparatieset  niet  en  breng  geen  wijzigingen  aan.  S tel
onderdelen  als  de  bandenspanningsmeter  niet  bloot  aan  schokken.  Hier-
door kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor  en  -zender  mogelijk  niet  goed.  Neem  wanneer  ban-
denreparatievloeistof  is  gebruikt  zo  snel  mogelijk  contact  op  m et  een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof  de  bandenspanningssensor  en  -zender  wanneer  de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 633)
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Page 729  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 741 of 812
7418-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op  de  band  van  het  compacte  reservewiel  staat  aan  de  zijkant  de  aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik). 
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in  noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. 
(→Blz. 772)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het  compacte  reservewiel  is  niet  voorzien  van  een  bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven  door  het  bandenspanningswaarschuwingssysteem.  Verder  zal,  als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een  lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als  uw  auto  een  lekke  voorband  krijgt  op  een  weg  die  bedekt  is  met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang  een  van  de  achterwielen  van  de  auto  door  het  compacte  r eserve-
wiel.  Voer  onderstaande  stappen  uit  en  monteer  sneeuwkettingen  op  de
voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang  het  wiel  met  de  lekke  voorband  door  het  wiel  dat  van  de  achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 741  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 743 of 812
7438-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd  er  rekening  mee  dat  het  reservewiel  speciaal  ontworpen  is  voor
gebruik  onder  uw  auto.  Gebruik  uw  reservewiel  daarom  niet  onder   een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang  het  reservewiel  zo  snel  mogelijk  door  een  wiel  met  een  stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling  remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet  alleen  kan  het  volgende  systeem  niet  optimaal  worden  gebru ikt,  maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de  aandrijflijn:
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking  bij  gebruik  van  het  compacte  reservewiel  (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het  compacte  reservewiel  is  niet  ontworpen  voor  gebruik  bij  hog e  snelhe-
den.  Het  niet  opvolgen  van  deze  voorzorgsmaatregel  kan  leiden  t ot  een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer  voor  het  rijden  of  het  gereedschap  en  de  krik  weer  goed  zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem)
*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
*
: Indien aanwezig • Dynamic Radar Cruise Control
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent Parking 
Assist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 743  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 744 of 812
7448-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
OPMERKING
■Rijd  voorzichtig  over  oneffenheden  in  het  wegdek  heen  als  het  c om-
pacte reservewiel onder de auto  gemonteerd is (indien aanwezig)
De  auto  ligt  lager  op  de  weg  als  het  compacte  reservewiel  is  ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met  sneeuwket tingen en het  compacte reservewiel (indien  aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel. 
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren  en  -zenders  contact  op  met  een  erkende  Toyota-dealer  of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste  deskundige,  omdat  de  bandenspanningssensoren  en  -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor  en  -zender  mogelijk  niet  goed.  Neem  wanneer  ban-
denreparatievloeistof  is  gebruikt  zo  snel  mogelijk  contact  op  m et  een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde  en  uitgeruste  deskundige.  Vervang  bij  het  vervangen  van
de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 633)
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Page 744  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM 
Page 780 of 812
7809-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
*1: De standaardinstelling verschilt per land.
*2: Auto's met monochroomdisplay:Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Portugees, Russisch, Turks
Auto's met kleurendisplay:
Duits,  Frans,  Spaans,  Italiaans,  Portugees,  Nederlands,  Zweeds, Noors,
Deens,  Russisch,  Fins,  Grieks,  Pools,  Oekraïens,  Turks,  Hongaar s,  Tsje-
chisch, Slowaaks, Roemeens
*3: Alleen auto's met kleurendisplay
*4: 2  van  de  volgende  items:  actueel  brandstofverbruik  (weergave  m eter),
actueel brandstofverbruik (numeriek display), gemiddeld brandst ofverbruik
(sinds  resetten),  gemiddeld  brandstofverbruik  (sinds  starten),  gemiddeld
brandstofverbruik  (sinds  tanken),  gemiddelde  rijsnelheid  (sinds   resetten),
gemiddelde rijsnelheid (sinds starten), verstreken tijd (sinds  resetten), ver-
streken  tijd  (sinds  starten),  afstand  (actieradius),  afstand  (sinds  starten),
leeg.
■
Instrumentenpaneel ( →Blz. 122, 132)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Sensorgevoeligheid voor 
vermindering van de hel-
derheid van het instru-
mentenpaneel afhankelijk 
van de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor 
terugzetten van de helder-
heid van het instrumen-
tenpaneel op het oor-
spronkelijke niveau afhan-
kelijk van de lichtsterkte 
buiten
Standaard-2 - 2––O
123
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book  Pag e 780  Tuesday, September 6, 2016  4:16 PM