TOYOTA COROLLA 2020 Instructieboekje (in Dutch)

Page 211 of 610

209
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
OPMERKING
■Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempe-
daal geleidelijk in om de auto tot stilstand
te brengen.
●Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( Blz. 529,
544)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig bescha-
digd raken:
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
als de auto vast is komen te zitten in mod-
der of zand, moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwaliteit
van de olie en vloeistoffen voor de
motor, de hybridetransmissie, enz.
●Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de werking
van alle koppelingen, lagers, enz.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 209 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 212 of 610

2104-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat
het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers
door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
●Plaats als u de acht erstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter- stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de hoedenplank
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 210 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 213 of 610

211
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Controleer het maximaal toelaatbare
aanhangwagengewicht, het maximaal
toelaatbare voertuiggew
icht (GVW), de
maximale asbelasting (MPAC), en de
maximaal toelaatbare kogeldruk voor-
dat u met een aanhangwagen gaat rij-
den. ( Blz. 570)
Toyota adviseert gebruik te maken van
een originele Toyota trekhaak/afneem-
bare trekhaak voor uw auto. Ook
andere geschikte en kwalitatief verge-
lijkbare trekhaken mogen worden
gebruikt.
Voor auto's waarbij de trekhaak de ver-
lichting of kentekenp laat blokkeert,
moet het volgende in acht worden
genomen:
 Monteer geen trekhaak die niet een-
voudig kan worden verwijderd of
weggeklapt.
 Als een trekhaak niet gebruikt wordt
moet deze worden verwijderd of
weggeklapt.
Rijden met een
aanhangwagen
Uw auto is in eerste instantie ont-
worpen voor het vervoer van per-
sonen en hun bagage. Het rijden
met een aanhangwagen zal een
negatief effect hebben op de rij-
eigenschappen, prestaties, rem-
vermogen, duurzaamheid en het
brandstofverbruik. Met name bij
het rijden met een aanhangwagen
hangen uw veiligheid en comfort
af van de juiste uitrusting en een
voorzichtig rijgedrag. Voor uw vei-
ligheid en die van anderen, mag de
aanhangwagen niet te zwaar wor-
den beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden
met een aanhangwagen en houd u
aan de voorschriften die gelden
voor de aanhangwagen.
De Toyota-garantie dekt geen
schade of storingen die ontstaan
bij het bedrijfsmatig rijden met een
aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een aan-
hangwagen gaat rijden eerst een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige voor meer infor-
matie. In sommige landen zijn er
namelijk wettelijk e voorschriften
voor het rijden met aanhangwa-
gens.
Maximale gewichten
Trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 211 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 214 of 610

2124-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Totaal aanhangwagengewicht en
maximaal toegestane kogeldruk Totaal aanhangwagengewicht
Het gewicht van de aanhangwagen plus het
gewicht van de lading mag het maximale
aanhangwagengewicht niet overschrijden.
Het is gevaarlijk om di t gewicht te overschrij-
den. ( Blz. 570)
Als u met een aanhangwagen rijdt, raden wij
u aan een stabilisator te gebruiken (om slin-
geren te voorkomen).
Maximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogel-
druk hoger is dan 25 kg of 4% van het maxi-
male aanhangwagengewicht. Laat de
kogeldruk de aangegeven waarde niet over-
schrijden. ( Blz. 570)
■Informatielabel (typeplaatje)
Maximaal toelaatbaar voertuigge-
wicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passa-
giers, bagage, trekhaak, auto en kogeldruk
mag het maximaal toelaatbare voertuigge-
wicht niet met meer dan 100 kg overschrij-
den. Het is gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbe-
lasting
De achterasbelasting mag de maximale
asbelasting niet met meer dan 15% over-
schrijden. Het is gevaarlijk om dit gewicht te
overschrijden. Het maximale aanhangwa-
gengewicht is bepaald bij tests op zeeni-
veau. Houd er rekening mee dat het
motorvermogen en het maximale aanhang-
wagengewicht op grotere hoogten lager zijn.
Belangrijke punten met
betrekking tot het beladen van
een aanhangwagen
WAARSCHUWING
■Als het maximaal toelaatbare voer-
tuiggewicht of de maximale asbelas-
ting wordt overschreden
Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregel kan leiden tot een ongeval, met
ernstig letsel tot gevolg.
●Verhoog de aanbevolen bandenspan-
ning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3
psi). ( Blz. 576)
●Rijd niet harder dan 100 km/h of niet
harder dan de wettelijke limiet voor
auto's met een aanhangwagen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 212 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 215 of 610

213
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
516 mm (20,31 in.)
2 516 mm (20,31 in.)
3 1.080 mm (42,51 in.) 4
583 mm (22,95 in.)
5 300 mm (11,81 in.)
6 18 mm (0,70 in.)
*1
17 mm (0,66 in.)*2
714 mm (0,55 in.)*1
13 mm (0,51 in.)*2
8365 mm (14,37 in.)*1
392 mm (15,43 in.)*2
*1: Auto's zonder verzwaarde vering
*2: Auto's met verzwaarde vering
■Informatie over banden
●Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa
(0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) als er een aan-
hangwagen getrokken wordt. ( Blz. 570)
●Verhoog de bandenspanning van de aan-
hangwagen tot de waarde die de fabrikant
van de aanhangwagen opgeeft voor de
combinatie van aanhangwagengewicht en
belading.
■Verlichting
Neem voor het plaatsen van aanhangwagen-
verlichting contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige, aangezien onjuiste
plaatsing de verlichting van de auto kan
beschadigen. Houd u bij het plaatsen van
aanhangwagenverlichting aan de wettelijke
voorschriften in uw land.
■Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwa-
gen af gedurende de eerste 800 km als er
onderdelen van de aandrijflijn van de auto
vervangen zijn.
■Veiligheidscontroles voor het rijden met
een aanhangwagen
●Controleer of de maximale kogeldruk voor
de trekhaak/trekhaak met afneembare
kogel niet overschreden wordt. Houd er
rekening mee dat het gewicht van de aan-
hangwagen moet worden opgeteld bij het
gewicht van de auto. Controleer verder of
door het rijden met de aanhangwagen de
maximale asbelasting niet overschreden
wordt.
●Controleer of de lading op de aanhangwa-
gen goed vastgezet is.
Montagepositie voor de
trekhaak/afneembare trekhaak
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 213 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 216 of 610

2144-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
●Maak, indien u het achteropkomend ver-
keer niet goed kunt zien met de standaard
buitenspiegels, gebruik van extra buiten-
spiegels. Stel de armen van deze extra
spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd
maximaal zicht bieden op de weg achter u.
■Onderhoud
●Als met de auto regelmatig met een aan-
hangwagen wordt gereden, moet er vaker
onderhoud worden uitgevoerd omdat de
auto zwaarder belast wordt dan bij het rij-
den zonder aanhangwagen.
●Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een
aanhangwagen is gereden alle bouten van
de trekhaak nogmaals vast.
De auto zal anders aanvoelen als u met
een aanhangwagen rijdt. Neem de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht om een ongeval en ernstig letsel te
voorkomen:
■Controleer de elektrische aanslui-
ting tussen de aanhangwagen en
de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte
afstand gereden te hebben en contro-
leer, net als voor het wegrijden, of de
verlichting van de aanhangwagen
werkt.
■Oefen het rijden met een aan-
hangwagen
 Oefen het rijden met een aanhang-
wagen in een omgeving zonder of
met weinig verkeer, zodat u leert hoe
de combinatie aanvoelt bij het keren,
stoppen en achteruitrijden.
 Houd tijdens het achteruitrijden het
stuurwiel stevig vast en draai het
stuurwiel rechtsom om de aanhang-
wagen naar links te sturen en
linksom om de aanhangwagen naar
rechts te sturen. Verdraai het stuur-
wiel altijd geleidelijk om stuurfouten
te voorkomen. Laat iemand u bij het
achteruitrijden begeleiden om de
kans op een ongeval te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de
afstand tot uw voorligger minimaal
gelijk zijn aan de totale lengte van uw
auto en de aanhangwagen. Voorkom
plotselinge remmanoeuvres die tot een
slip zouden kunnen leiden. Als de auto
in een slip raakt, zou u de controle over
de auto kunnen verliezen. De kans
hierop is vooral aanwezig tijdens het rij-
den op een nat of glad wegdek.
■Acceleratie/stuurcom-
mando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhang-
wagen de auto raken. Reduceer uw
snelheid voordat u een bocht nadert en
neem bochten met een zodanige snel-
heid dat plotseling remmen niet nodig
is.
OPMERKING
■Als de achterbumperversterking van
aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trek-
haak niet direct in contact komt met het
aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in con-
tact komen, ontstaat er een reactie die te
vergelijken is met corrosie, waardoor het
desbetreffende gedeelte verzwakt wordt
en er schade kan ontstaan. Breng daarom
op het contactvlak een roestwerend mid-
del aan.
Advies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 214 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 217 of 610

215
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aans
nijden van boch-
ten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Snijd bochten daarom
ruimer aan dan u zou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanhangwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in stand D staan.
(Blz. 223)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. (
Blz. 563)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
(  Blz. 212)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schak el terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 215 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 218 of 610

2164-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 216 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 219 of 610

217
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4-2.Rijprocedures
1
Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. ( Blz. 227)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven. Als dit
niet wordt weergegeven, kan het hybride-
systeem niet worden gestart.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand
van het contact worden gestart.
5Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Als het hybridesysteem niet kan wor-
den ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( Blz. 83)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de buitentemperatuur laag is, bij-
voorbeeld bij rijden in de winter
●Als het hybridesysteem gestart wordt, knip-
pert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het contro-
lelampje READY continu brandt. Continu
branden betekent dat de auto in beweging
kan komen.
●ZWE213-uitvoeringen*: Als het batterijpak-
ket (tractiebatterij) extreem koud is (tempe-
ratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
hybridesysteem mogelijk niet gestart wor-
den. Probeer in dat geval het hybridesys-
teem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van het batterijpakket is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
*: De modelcode staat vermeld op het type-
plaatje. ( Blz. 570)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
 Blz. 77
■Als de 12V-accu is ontladen
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
met het Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg Blz. 559om het hybridesysteem
opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
 Blz. 497
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
 Blz. 141
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het hybri-
desysteem gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 217 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page 220 of 610

2184-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
 Blz. 141
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting) weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in-
en uitgeschakeld. Wacht in dat geval met
het bedienen van de startknop. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van
het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Wanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
 Blz. 82
■Batterij elektronische sleutel
 Blz. 497
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 557 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 218 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 610 next >