TOYOTA COROLLA 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 301 of 606

299
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
QAls “Exhaust Filter Full See Owner’s
Manual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol,
zie handleiding) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
ODeze melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich opho-
pen.
OHet vermogen van het hybridesysteem
(motortoerental) wordt beperkt bij een
bepaalde hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan
echter nog met de auto worden gereden,
tenzij het motorcontrolelampje gaat bran-
den.
ORoetdeeltjes hopen zich sneller op wan-
neer er regelmatig korte ritten worden
gereden met de auto, wanneer er met lage
snelheden wordt gereden of als het hybri-
desysteem regelmatig wordt gestart in een
extreem koude omgeving. Overmatige
ophoping van roetdeeltjes kan worden
voorkomen door periodiek lange afstanden
te rijden waarbij het gaspedaal af en toe
wordt losgelaten, zoals bij het rijden op
autowegen en snelwegen.
QAls het motorcontrolelampje gaat bran-
den of “Hybrid System Malfunction Out-
put Power Reduced Visit Your Dealer”
(Storing in hybridesysteem, geredu-
ceerd uitgangsvermogen, ga naar uw
dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes
heeft een bepaald niveau overschreden. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.GPF-systeem
(benzineroetfilter)*
Het benzineroetfiltersysteem ver-
zamelt met behulp van een uitlaat-
gasfilter roetdeeltjes in de uitlaat-
gassen.
Het systeem werkt om het filter
automatisch te regenereren,
afhankelijk van de voertuigcondi-
ties.
OPMERKING
QVoorkomen dat het benzineroetfilter-
systeem niet goed werkt
OGebruik geen andere brandstof dan het
voorgeschreven type brandstof
OBreng geen wijzigingen aan de uitlaat-
pijp aan
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 299 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 302 of 606

3004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
QABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
QBrake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
QVSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
QVSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
QTRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
QActive Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
QHill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
QEPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
QNoodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
QSecondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er ech-
ter rekening mee dat dit aanvul-
lende systemen zijn en vertrouw
niet in al te sterke mate op deze
systemen als u de auto bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 300 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 303 of 606

301
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
QAls het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
QUitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken. Als u op drukt
om het systeem uit te schakelen, kunt u de
auto waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen
door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
QZowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC uit
te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( →Blz. 212)
QWanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitges chakeld. Als de melding
niet verdwijnt neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
QVoorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
ODe selectiehendel staat in een andere
stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit
bergop wegrijden).
ODe auto staat stil
OHet gaspedaal wordt niet ingetrapt
ODe parkeerrem is niet geactiveerd
QAutomatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
ODe selectiehendel staat in stand P of N.
OHet gaspedaal wordt ingetrapt
ODe parkeerrem wordt geactiveerd
OEr zijn maximaal 2 seconden verstreken
nadat het rempedaal is losgelaten.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 301 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 304 of 606

3024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QBijgeluiden en trillingen die worden ver-
oorzaakt door ABS, Brake Assist, VSC,
TRC en Hill Start Assist Control
OHet is mogelijk dat u tijdens het starten van
het hybridesysteem of bij het wegrijden
een geluid in de motorruimte hoort wan-
neer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in
een van deze systemen.
ODe volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
QWerkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
OWerkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
OWanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig
is van het remsysteem.
OWerkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer nadat na het
uitschakelen van het hybridesysteem een
of twee minuten zijn verstreken.
QGeluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
QGeluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
QAutomatisch opnieuw inschakelen van
de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitge-
schakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
OAls het contact UIT wordt gezet
OAls alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
QWerkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
ODe TRC/VSC kan in werking treden
ODe bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
OHet systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
OHet rempedaal wordt losgelaten
QGereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en sc hakel het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
QVoorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
ODe alarmknipperlichten zijn uit
ODe werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h
OHet systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 302 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 305 of 606

303
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
QAutomatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
ODe alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
OHet systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat
QWerkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
ODe rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
OEr zijn componenten beschadigd
QAutomatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
ODe rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
OEr verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
OHet gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
QHet ABS werkt niet effectief als
ODe maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
OEr sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
QDe remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
OAls wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
OAls wordt gereden met sneeuwkettingen
OAls wordt gereden op slechte wegen
OAls wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
QDe TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
QDe Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
OVertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
OWanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
QDe Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
OVertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
OIn tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
QAls de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 303 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 306 of 606

3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
QAls het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC en de VSC alleen in
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
QVervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken
niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het vervangen van de wielen of
banden.
QOmgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
QSecondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 304 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 307 of 606

305
4
4-6. Rijtips
Rijden
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. (
→Blz. 298)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( →Blz. 104)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen
positief effect op het brandstofverbruik.
In stand N werkt de benzinemotor,
maar kan er geen elektriciteit worden
opgewekt. Ook bij gebruik van de air-
conditioning, enz. wordt het vermogen
van het batterijpakket (tractiebatterij)
verbruikt. 
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.
 Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan wor-
den opgeladen door tijdens het rij-
den het gaspedaal iets te laten opko-
men.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u in een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto zachtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit helpt het benzinever-
bruik te beperken.
Tips voor rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Bedienen van de
selectiehendel
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal
Bij het remmen
Files
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 305 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 308 of 606

3064-6. Rijtips
Rijd met een constante snelheid. Neem
als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap
rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden geregene-
reerd tijdens het decelereren.
Maak alleen gebruik van de airconditio-
ning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge tempera-
turen de recirculatiemodus. Dit beperkt
de belasting van de airconditioning en
vermindert ook het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt
pas automatisch uitgeschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn
en verbruikt dus brandstof. Het brand-
stofverbruik kan worden verminderd
door overmatig gebruik van de verwar-
ming te vermijden.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofver-
bruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving ver-
oorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
hoger verbruik veroorzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het sei-
zoen. Zware bagage leidt tot een hoger
brandstofverbruik. Neem geen onno-
dige bagage mee. Ook een groot impe-
riaal leidt tot een hoger brandstofver-
bruik.
Opwarmen van de motor is niet nodig,
omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitge-
schakeld. Als vaak korte afstanden
worden gereden, warmt de motor her-
haaldelijk op en ook dat kan leiden tot
een hoger brandstofverbruik.
Rijden op de snelweg
Airconditioning
Controle van bandenspanning
Bagage
Opwarmen voor het rijden
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book
Page 306 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 309 of 606

307
4
4-6. Rijtips
Rijden

Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleen-
heid
• Ruitensproeiervloeistof
 Laat de toestand van de 12V-accu
controleren door een monteur.
 Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor de winter
WAARSCHUWING
QRijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, wat kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
OGebruik banden met de voorgeschreven
maat.
OZorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
ORijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
OMonteer winterbanden op alle wielen.
QRijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en dodelijk
of ernstig letsel het gevolg zijn.
ORijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
OVermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
OVermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
OMinder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
OGebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet. (indien aanwezig)
OPMERKING
QRepareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 307 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 310 of 606

3084-6. Rijtips
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
 Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het aircond itioningsysteem.
 Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, aan
de onderzijde van de auto, rond de
banden of op de remmen, en verwij-
der deze indien dat het geval is.
 Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan de
conditie van de weg aan. 
Parkeer de auto en zet de selectie-
hendel in stand P, maar activeer de
parkeerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren
niet vrij komen. Blokkeer bij het par-
keren van de auto de wielen zonder
de parkeerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, het-
geen kan leiden tot een ongeval.
 Controleer als de auto geparkeerd is
zonder de parkeerrem te activeren of
de selectiehendel niet uit stand P
kan worden gezet
*.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als
wordt geprobeerd deze vanuit stand P in
een andere stand te zetten zonder het
rempedaal in te trappen. Als de selectie-
hendel niet uit stand P kan worden gezet,
kan er een probleem aanwezig zijn in het
schakelblokkeersysteem. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 308 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 610 next >