steering TOYOTA COROLLA 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 168 of 606

1664-2. Rijprocedures
QAanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 131
QStuurslotfunctie
ONadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
OAls het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
OOm te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in-
en uitgeschakeld. Wacht in dat geval met
het bedienen van de startknop. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van
het stuurslot weer functioneren.
QAls het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
QWanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
→ Blz. 80
QBatterij elektronische sleutel
→ Blz. 430
QBedienen van de startknop
OAls de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
OAls u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
QPersoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 491 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
WAARSCHUWING
QStarten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
QWees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval met dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg.
OPMERKING
QStarten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 166 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 222 of 606

2204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
Lane Centering-functie in werking is door de
positie van de voorligger in de gaten te hou-
den.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
QVoorwaarden voor werking van de func-
ties
OLane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend,
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 222)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
OStuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist”
(stuurassistentie) in van het multi-
informatiedisplay is ON (aan). ( →Blz. 514)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 221)
OWaarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 514)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 222)
OLane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist” (stuurassistentie) en “Lane Centre” (mid-
den rijstrook) in van het multi-informa-
tiedisplay is ON (aan). ( →Blz. 514)
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 220 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 293 of 606

291
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Obstruction” (obstructie)
“Try Another Location” (probeer
andere locatie)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
waar obstakels aanwezig zijn vóór de auto en de auto
kan niet naar voren rijden tot het beginpunt voor ach-
teruitrijden.

De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt, aangezien er obstakels aanwezig zijn
vóór de auto. Gebruik parkeerplaatsen waar
zich geen obstakels voor bevinden.
“Narrow Space” (smalle ruimte)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer er
onvoldoende ruimte voor en achter de auto is bij het
wegrijden van een parkeerplaats na het fileparkeren.
→De auto kan niet wegrijden met behulp van de
ondersteuningsregeling, aangezien er onvol-
doende ruimte voor en achter de auto is. Con-
troleer vóór het wegrijden of de omgeving vei-
lig is.
“Unavailable” (niet beschikbaar)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend in een gebied
waar geen obstakels aanwezig zijn vóór de auto of
waar obstakels aanwezig zijn naast de auto en de
auto kan niet wegrijden van de parkeerplaats na het
fileparkeren.
→De ondersteuningsregeling kan niet worden
gebruikt bij het wegrijden, aangezien er obsta-
kels aanwezig zijn naast de auto of het wegrij-
den kan eenvoudig handmatig worden uitge-
voerd. Controleer vóór het wegrijden of de
omgeving veilig is.
“Pressure Applied to Steering Wheel”
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het
stuurwiel wordt vastgehouden.
→ Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. De ondersteuningsre-
geling treedt in werking.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot
stilstand)
De auto rijdt en de ondersteuningsregeling wordt
gestart terwijl het stuurwiel wordt vastgehouden.
→Breng de auto tot stilstand en volg de aanwij-
zingen van het systeem om de ondersteu-
ningsregeling te starten.
MeldingSituatie/oplossing
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 291 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 295 of 606

293
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
QWanneer de bediening tijdelijk wordt onderbroken
MeldingSituatie/oplossing
“Steering Wheel Turned” (stuurwiel
gedraaid)
De bestuurder houdt het stuurwiel vast tijdens de
ondersteuningsregeling.

Breng de auto tot stilstand en laat uw handen
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De rijsnelheid wordt tijdens de ondersteuningsrege-
ling hoger dan 7 km/h
→Breng de auto tot stilstand en laat uw handen
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
“Pressure Applied to Steering Wheel”
(stuurwiel wordt vastgehouden)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelij k is onderbroken en het
stuurwiel stevig wordt vastgehouden.
→ Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. Breng vervolgens de
auto tot stilstand om de ondersteuningsrege-
ling weer te starten.
“Stop the Vehicle” (breng de auto tot
stilstand)
De S-IPA-schakelaar wordt ingedrukt terwijl de onder-
steuningsregeling tijdelij k is onderbroken en de auto
rijdt.
→ Laat uw handen op het stuurwiel rusten zon-
der druk uit te oefenen. Breng vervolgens de
auto tot stilstand om de ondersteuningsrege-
ling weer te starten.
“Resume” (hervatten)
De ondersteuningsregeling wo rdt tijdelijk onderbro-
ken (kan opnieuw worden gestart)
→ Breng de auto tot stilstand en laat uw handen
op het stuurwiel rusten zonder druk uit te oefe-
nen. Druk vervolgens op de S-IPA-schakelaar
om de ondersteuningsregeling weer te starten.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 293 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 463 of 606

461
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
QAls “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het olie-
peil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto op
een helling stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of de
melding verdwijnt.
QAls “Hybrid System Stopped Steering
Power Low” (Hybridesysteem uitge-
schakeld. Weinig stuurbekrachtiging)
wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld tijdens
het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
QAls “Hybrid System Overheated Output
Power Reduced” (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd uitgangsver-
mogen) wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware omstandighe-
den. (Bijvoorbeeld wanneer u een lange
steile helling op rijdt.)
Oplossing: →Blz. 497
QAls “Traction Battery Needs to be Pro-
tected Refrain from the Use of N Posi-
tion” (Tractiebatterij moet worden
beschermd. Vermijd het gebruik van
stand N.) wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven als
de selectiehendel in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan niet
worden geladen als de selectiehendel in
stand N staat. Zet de selectiehendel daarom
in stand P als de auto stilstaat.
QAls “Traction Battery Needs to be Pro-
tected Shift into P to Restart” (Tractie-
batterij moet worden beschermd. Zet
selectiehendel in stand P om opnieuw
te starten) wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven wanneer
het batterijpakket (tractiebatterij) bijna leeg is,
doordat de selectiehendel een bepaalde peri-
ode in stand N heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de selectie-
hendel in stand P en herstart het hybridesys-
teem.
QAls “Shift Out of N Release Accelerator
Before Shifting” (Zet selectiehendel in
andere stand dan N. Laat vóór het scha-
kelen het gaspedaal los) wordt weerge-
geven
Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de
selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de selectiehen-
del in stand D of R.
QAls “Press Brake when Vehicle is Stop-
ped Hybrid System may Overheat”
(Trap rempedaal in wanneer auto stil-
staat. Hybridesysteem is mogelijk over-
verhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt om
de auto op een helling op zijn plaats te hou-
den, enz. Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
QAls “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt weerge-
geven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Bedien de volgende
keer dat u het hybridesysteem start het hybri-
desysteem gedurende ongeveer 5 minuten
om de 12V-accu op te laden.
QAls “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
ODe led-koplampen (indien aanwezig)
OAutomatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
QAls er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 202, 450)
OPCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig)
OLTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 461 Monday, October 11, 2021 11:32 AM