sensor TOYOTA GT86 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 214 of 464

214
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
FT86_EE

De dimlichten inschakelen wanneer de auto op een donkere plaats
geparkeerd staat
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een ande re naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kunn en worden geconfigureerd
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→ Blz. 449)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
Schakel de motor uit terwijl de licht-
schakelaar in stand of UIT staat,
trek de lichtschakelaar naar u toe en
laat hem los. De dimlichten gaan gedu-
rende ongeveer 30 seconden branden
om de omgeving van de auto te verlich-
ten.
De lichten doven onder de volgende
omstandigheden:
●Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: Het contact wordt AAN
gezet.
● Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Het contact wordt AAN
gezet.
● De lichtschakelaar wordt ingescha-
keld.
● U trekt de lichtschakelaar naar u toe
en laat hem los.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 214 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 236 of 464

236
2-5. Rij-informatie
FT86_EE
WAARSCHUWING

Als wordt gereden met sneeuwkettingen
● Auto's met een bandenreparatieset: Wanneer een band lek is, kan deze
tijdelijk worden gedicht. Gebruik bij een tijdelijk gedicht lek geen sneeuw-
ketting om de band. Als een van de achterbanden lek is en sneeuwkettin-
gen moeten worden gebruikt, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
● Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
• Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte sneeuwkettingen of niet harder dan 30 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
• Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
• Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
• Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat uzeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
Ga altijd uiterst voorzichtig te werk bij het rijden met sneeuwkettingen; over-
moedig rijden omdat u met sneeuwkettingen rijdt kan een ernstig ongeval tot
gevolg hebben.
OPMERKING
■ Gebruik van sneeuwkettingen
Gebruik alleen sneeuwkettingen met het juiste formaat voor uw banden om
de carrosserie of wielophanging niet te beschadigen.
■ Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, kan het gebeuren dat banden-
spanningssensoren en -zenders niet goed functioneren.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 236 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 316 of 464

316
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
FT86_EE
Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningss ensoren en -zenders gemonteerd
worden, moeten de ID-codes van deze componenten worden gere-
gistreerd in de bandenspannings waarschuwingssysteem-ECU en
moet het bandenspanningswaarschuw ingssysteem worden geïnitiali-
seerd. Laat de identificatiecodes van de bandenspanningssensoren
en -zenders registreren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( →Blz. 318)
Auto's met een reservewiel van hetzelfde type als de gemon-
teerde wielen
Wissel de banden zoals aan-
gegeven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de ban-
den ongeveer elke 10.000 km
van plaats te wisselen om een
gelijkmatig slijtagepatroon en
een langere levensduur van de
banden te verkrijgen.
■Bandenspanningswaarschuwingssysteem
Uw Toyota is uitgerust me t een bandenspanningswaarschu-
wingssysteem dat gebruikmaak t van bandenspanningssensoren
en -zenders om een lage bandenspanning te signaleren voordat
deze tot ernstige problemen leidt. ( →Blz. 377)
Voor
86_OM_EE_OM18058E.book Page 316 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 318 of 464

318
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
FT86_EE
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het con-
tact enkele minuten AAN staan
en zet het vervolgens UIT.
Auto's zonder Smart entry-syste em en startknop: Laat het
contact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in
de stand ACC of UIT.
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noodz akelijk om de identificatiecode te
registreren. Laat de identificatiecodes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
STAP5
86_OM_EE_OM18058E.book Page 318 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 319 of 464

319
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4
Onderhoud en verzorging
FT86_EE

Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
● De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of
barsten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten
die duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege
de grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet cor-
rect. Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje voor de
bandenspanning branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft
om aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de
banden is gereden en de banden niet lijken te zijn beschadigd.
■ Periodieke controle van de bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de
bandenspanning.
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval raakt de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Brede banden (auto's met 17 inch banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen op besneeuwde en/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
■ Als u per ongeluk op de resetknop van het waarschuwingssysteem
voor lage bandenspanning drukt
Als de initialisatie is uitgevoerd, breng dan de banden op de voorgeschreven
spanning en initialiseer het bandenspanningswaarschuwingssysteem opnieuw.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 319 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 323 of 464

323
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4
Onderhoud en verzorging
FT86_EE
OPMERKING

Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, zenders en ventieldopjes
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of banden-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere ventieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de
bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer
bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 316)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen. Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de
bandenspanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden
vermindert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosserie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden en velgen (auto's met 17 inch banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom op het volgende:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage
bandenspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of eroverheen. Anders
kunnen de banden en velgen ernstig beschadigd raken.
■ Als tijdens het rijden de ba ndenspanning te laag wordt
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de banden
en/of velgen ernstig beschadigd raken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 323 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 327 of 464

327
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4
Onderhoud en verzorging
FT86_EE

Vervangen van velgen
De velgen van uw Toyota zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en -
zenders voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een
vroegtijdig stadium waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het
vervangen van velgen moeten er bandenspanningssensoren en -zenders
worden geplaatst. ( →Blz. 316)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
●Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in ee n slechtere controle over de auto.
●Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit vet of olie aan op de wielbouten en wielmoeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
●Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Taps gedeelte
86_OM_EE_OM18058E.book Page 327 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 328 of 464

328
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
FT86_EE
OPMERKING

Vervangen van bandenspan ningssensoren en -zenders
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 328 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 379 of 464

5
379
5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
FT86_EE
*: Waarschuwingszoemer bestuurders- en vo
orpassagiersgordel:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder
en de voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste
20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastge-
maakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
■ Detectiesensor voorpassagier en waarschuwingssysteem en waar-
schuwingszoemer veiligheidsgordel voorpassagier
●Als er bagage wordt geplaatst op de voorpassagiersstoel kan de detectie-
sensor het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer
laten klinken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht
niet goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau. Het
lampje gaat niet uit als op de resetknop van het waarschuwingssysteem
bandenspanning wordt gedrukt.
■ Het waarschuwingslampje lage bandenspanning kan gaan branden
door een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning kan gaan branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 379 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 380 of 464

380
5-2. Stappen die genomen moet
en worden in noodgevallen
FT86_EE
■Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
●Als de identificatiecode op de bandens panningssensoren en -zenders niet
is geregistreerd in de bandenspa nningswaarschuwingssysteem-ECU.
●Als de bandenspanning 380 kPa (3,87 kg/cm2 of bar, 55 psi) of meer
bedraagt.
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, die dezelfde
radiografische signalen uitzendt.
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie.
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen en in de wiel-
kasten.
● Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd. Ook het gebruik van
sommige typen banden in combinatie met Toyota-velgen kan ervoor zor-
gen dat het systeem niet goed werkt.
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt.
● Als er zich in de bagageruimte een groot metalen object bevindt dat de
ontvangst van signalen kan verstoren.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende ongeveer 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat bran-
den nadat het ongeveer 1 minuut heeft geknipperd wanneer het contact
AAN wordt gezet, laat het systeem dan nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 380 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 next >