TOYOTA GT86 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 464

41
1-2. Openen, sluiten en vergrendel
en van de portieren en de achterklep
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
● Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij de achterbumper bij het ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de vloer of in een portiervak, het dashboardkastje of een extra opbergvak
als de motor wordt gestart of de stand van het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt
van de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van
de ontvangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waar-
genomen dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portie-
ren worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische
sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
kunnen de portieren door een willekeur ige persoon worden vergrendeld
en ontgrendeld.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de
motor mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
● De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware
regenbui of in een wasstraat, wanneer de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer
30 seconden automatisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend
en gesloten worden.)
● Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door
de instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep
kan het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat
geval de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 41 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 42 of 464

42
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
FT86_EE

Aanwijzingen voor het vergrendelen van de portieren
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren moge-
lijk niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendel-
sensor opnieuw aan.
● Auto's zonder supervergrendeling: Wanneer de vergrendelactie is uitge-
voerd met de vergrendelsensor, worden maximaal tweemaal achter
elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens worden geen identifica-
tiesignalen gegeven.
● Als de portiergreep tijdens het wassen van de auto nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kan het por-
tier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Plaats de elektro-
nische sleutel in dit geval op een afstand van ten minste 2 m van de auto,
maar zorg dat de sleutel niet gestolen wordt, en ga verder met het was-
sen van de auto.
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
tijdens het wassen van de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een
zoemer. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon
en probeer deze nogmaals te bedienen.
■ Aanwijzingen voor de ontgrendelfunctie
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep
kan het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat
geval de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek uw handschoenen uit en raak
de sensor aan de achterzijde van de greep opnieuw aan.
● Als de portiergreep tijdens het wassen van de auto nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kan het por-
tier herhaaldelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Plaats de elektro-
nische sleutel in dit geval op een afstand van ten minste 2 m van de auto,
maar zorg dat de sleutel niet gestolen wordt, en ga verder met het was-
sen van de auto.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat
een portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 42 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 43 of 464

43
1-2. Openen, sluiten en vergrendel
en van de portieren en de achterklep
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
● Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel
niet binnen een afstand van 2 m van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgescha-
keld. ( →Blz. 449)
■ Voor een juiste be diening van het systeem
● Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het
systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem
gesignaleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het
alarm kan per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren
per ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
● Laat de elektronische sleutel niet in de bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten van de sleutel functioneert
mogelijk niet als de sleutel zich op bepaalde locaties bevindt, zoals vlak
bij een reservewiel of in de binnenrand van de bagageruimte, of door de
omstandigheden waarin de sleutel zich bevindt (zoals in een tas van
metaal(folie) of dicht bij een metalen voorwerp) of in de buurt van sto-
rende radiogolven. ( →Blz. 60)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren, ontgrendelen van de
achterklep: Gebruik de mechanische sleutel. ( →Blz. 416)
● Starten van de motor: →Blz. 417
86_OM_EE_OM18058E.book Page 43 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 44 of 464

44
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
FT86_EE

Leegraken batterij elektronische sleutel
● De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar.
● Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto
als de motor wordt uitgezet. ( →Blz. 382)
● Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de bat-
terij ook ontladen wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt.
De volgende symptomen geven aan dat de batterij van de elektronische
sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de batterij indien nodig. ( →Blz. 332)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het LED-controlelampje in de sleutel gaat niet branden.
● Laat, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de
elektronische sleutel niet liggen in de buurt van de volgende elektrische
apparaten met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Inductiekookplaten
• Tafellampen
■ Als de batterij van de elektronische sleutel geheel ontladen is
→ Blz. 332
■ Als het Smart entry-systeem met star tknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren, ontgrendelen van de
achterklep: Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel.
(→Blz. 51, 416)
● Starten van de motor en wijzigen van de standen van het contact:
→Blz. 417
● Uitzetten van de motor: →Blz. 419
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een ande re naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kunn en worden geconfigureerd
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 449)
86_OM_EE_OM18058E.book Page 44 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 45 of 464

45
1-2. Openen, sluiten en vergrendel
en van de portieren en de achterklep
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
■Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
86_OM_EE_OM18058E.book Page 45 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 46 of 464

46
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
FT86_EE
86_OM_EE_OM18058E.book Page 46 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 47 of 464

47
1-2. Openen, sluiten en vergrendel
en van de portieren en de achterklep
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
86_OM_EE_OM18058E.book Page 47 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 48 of 464

48
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
FT86_EE
- Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type.
- Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 48 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 49 of 464

49
1-2. Openen, sluiten en vergrendel
en van de portieren en de achterklep
1
Voordat u gaat rijden
FT86_EE
86_OM_EE_OM18058E.book Page 49 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 50 of 464

50
1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
FT86_EE
WAARSCHUWING

Waarschuwing met betr ekking tot beïnvloeding van elektronische
apparatuur
● Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de anten-
nes van het Smart entry-systeem met startknop. ( →Blz. 35)
De radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de
momenten waarop deze worden uitgezonden, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. R aadpleeg vervolgens uw arts om na
te gaan of de instapfunctie moet worden uitgeschakeld.
● Gebruikers van medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pace-
makers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten
contact opnemen met de fabrikant of leverancier van deze producten om
te informeren of radiosignalen invloed uitoefenen op deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van der-
gelijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het uitschakelen van de instapfunctie.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 50 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 470 next >