TOYOTA GT86 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 221 of 528

221
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
Claxon
■Na het afstellen van het stuurwiel
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed vergrendeld is.
Als het stuurwiel niet goed vergrendeld is, klinkt de claxon we llicht niet.
( Blz. 98)
Druk op of vlak bij het symbool
om te claxonneren.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 221 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 222 of 528

222
86_EE (OM18089E)
2-2. Instrumentenpaneel
Meters en tellers
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse
besturing.
De positie van de schakelaars kan iets afwijken bij auto's met
rechtse besturing.
Met monochroomdisplay
Met kleurendisplay
Ty p e A Ty p e B
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 222 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 223 of 528

223
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
Analoge snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut.
Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in de tank aanwezig is.
Koelvloeistoftemperatuurmeter (indien aanwezig)
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer.
Digitale snelheidsmet
er (indien aanwezig)
Geeft de rijsnelheid aan.
Multi-informatiedisplay, k ilometerteller en dagteller
Blz. 232, 237
Toets DISP (indien aanwezig)
Blz. 235
Toets ODO/TRIP
Blz. 234, 238
Schakelaar km/h MPH (indien aanwezig)
Elke keer dat de schakelaar wordt ingedrukt, wijzigt het display in
de meter tussen km/h en MPH.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 223 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 224 of 528

224
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18089E)
Dimmer dashboardverlichting
De helderheid van de dashboardver lichting kan worden ingesteld.
Helderder
Donkerder
■Tellers en display worden verlicht als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry -systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■ Helderheid van de dashboardverlichting
Wanneer de parkeerlichten voor of de koplampen worden ingeschak eld,
wordt de dashboardverlichting gedimd. Wanneer echter de regelkn op voor
de helderheid van het instrumentenpaneel helemaal naar boven wordt
gedraaid, wordt de dashboardverlichting niet gedimd, ook al zijn de parkeer-
lichten voor of de koplampen ingeschakeld.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 224 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 225 of 528

225
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
OPMERKING

Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen ervan
● Laat de naald van de toerenteller niet in het rode gebied komen dat het
maximumtoerental aangeeft.
● In de volgende situaties is de motor mogelijk oververhit. Breng in dat geval
de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand en controleer de
motor nadat deze volledig is afgekoeld. (
Blz. 486)
• Auto's met monochroom multi-informatiedisplay: de koelvloeisto ftem-
peratuurmeter komt in het rode gebied
• Auto's met kleuren multi-informatiedisplay: het waarschuwingsl ampje
hoge koelvloeistoftemperatuur knippert of brandt
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 225 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 226 of 528

226
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18089E)
Controlelampjes en waarschuwingslampjes
De controlelampjes en waarschuwingslampjes op het instrumenten-
paneel en centrale paneel infor meren de bestuurder over de stat us
van de diverse systemen in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgen de
afbeelding alle controle- en waarschuwingslampjes brandend
afgebeeld.
Instrumentenpaneel (met monochroomdisplay)
Instrumentenpaneel (met kleurendisplay)
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 226 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 227 of 528

227
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
Middenpaneel
86_OM_Europe_OM18089E.book Page
227 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 228 of 528

228
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18089E)

Controlelampjes
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfs-
status van de verschille nde systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (Blz. 219)Schakelstandindicator
(Blz. 216)
(Auto's met handgeschakelde transmissie)
Controlelampje groot-
licht ( Blz. 254)Schakeladviesindicator
(Blz. 216)
(Auto's met handgeschakelde transmissie)
Controlelampje mistlam-
pen voor ( Blz. 259)
(Blauw)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
lage koelvloeistof-
temperatuur
Controlelampje
mistachterlicht
( Blz. 259)Controlelampje
Traction Control
(Blz. 269)
Controlelampje
antidiefstalsysteem
(B l z . 111 )Controlelampje Hill Start
Assist Control AAN
(Blz. 275)
(indien aan-
wezig)
Controlelampje Smart
entry-systeem met
startknop ( Blz. 196)Controlelampje
TRC OFF ( Blz. 269)
Schakelstandindicator
en schakelbereik-
indicator (Blz. 209)
Controlelampje
VSC OFF ( Blz. 270)
(Auto's met een automatische transmissie)
Schakeladviesindicator
(Blz. 211, 213)Controlelampje
TRACK ( Blz. 270)
(Auto's met een automatische transmissie)
Controlelampje SPORT
(Blz. 210)
(indien
aanwezig)
Toerentalindicator
( Blz. 186)
(Auto's met een automatische transmissie)
*2
*1, 3
*3
*1
*1
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 228 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 229 of 528

229
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
*1:
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om
aan te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
doven nadat de motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden
verstreken zijn. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met Smart entry -systeem en startknop
Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om
aan te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
doven nadat de motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden
verstreken zijn. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*2: Het controlelampje gaat branden wanneer de koelvloeistoftemper a-
tuur te laag is.
*3: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*4: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat he t
controlelampje branden.
Controlelampje SNOW
( Blz. 210)Controlelampje cruise
control ( Blz. 263)
(Auto's met een automatische transmissie)(Groen)
(indien
aanwezig)
(indien
aanwezig)
Controlelampje SET
( Blz. 263)
Controle-
lampje aan/
uit-schake-
laar airbag
(Blz. 178)
(indien
aanwezig)
Controlelampje lage
buitentemperatuur
( Blz. 250)*4
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 229 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 230 of 528

230
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18089E)

Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storin-
gen in de systeme n van de auto. (Blz. 417, 426)
*1:Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om
aan te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
doven nadat de motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden
verstreken zijn. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Auto's met Smart entry -systeem en startknop
Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om
aan te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze
doven nadat de motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden
verstreken zijn. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet uitgaat. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje knippert geel om een storing aan te geven. Het groe ne
lampje knippert snel om aan te geven dat het stuurslot niet is ont-
grendeld.
*3: Het lampje gaat geel branden om een storing aan te geven.
(Rood)(indien
aanwezig)(indien
aanwezig)(Geel)
(indien
aanwezig)(Geel)(indien
aanwezig)
(bestuur-
der)(voor-
passagier)
(indien
aanwezig)(indien
aanwezig)
*1*1*1*1*1*1*1
*1*1*2*3*1*1
*1*1*4*1
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 230 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 530 next >