TOYOTA GT86 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 251 of 528

251
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)

Weergave G-krachten
● Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto, komt de weer-
gave van de remvloeistofdruk mogelijk niet tot het maximale niv eau, ook
al wordt het rempedaal volledig ingetrapt.
● Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten, wordt de we er-
gave van de mate van verdraaiing van het stuurwiel mogelijk tij delijk uit-
geschakeld. Nadat u een tijdje met de auto hebt gereden, wordt de
weergave weer ingeschakeld.
■ Onderbreking van de weergave van de instellingen
● De instellingen kunnen niet gewijzigd worden tijdens het rijden . Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand voordat u instellingen wijzigt.
● Als er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven, kan het inst el-
scherm tijdelijk niet worden bediend.
■ Gebruik van de stopwatch
Als de motor wordt afgezet terwijl de stopwatch in werking is, stopt de stop-
watch en wordt de tijd tot aan dat punt opgeslagen.
■ Weergave buitentemperatuur
● Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buiten-
temperatuur weergegeven.
• Als de auto erg warm is, bijvoorbeeld doordat de auto in de zo n staat.
• Als de motor stationair draait of als de auto langzaam rijdt, bijvoorbeeld
in een file, of wanneer de motor wordt afgezet en vervolgens di rect
daarna weer wordt gestart.
• Als de werkelijke buitentemperatuur buiten het weergavebereik ligt.
● Wanneer “  ” gedurende ten minste ongeveer 1 minuut wordt weerge-
geven of wanneer de buitentemperatuur niet wordt weergegeven, i s het
systeem mogelijk defect. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 251 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 252 of 528

252
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18089E)

LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijn en. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING
■ Waarschuwingen voor het g ebruik tijdens het rijden
● Wanneer u het multi-informatiedisplay tijdens het rijden bedien t, let dan
extra goed op de veiligheid rondom de auto.
● Kijk tijdens het rijden niet voortdurend op het multi-informatiedisplay, aan-
gezien u anders voetgangers, objecten op de weg, enz. over het hoofd
kunt zien.
■ Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens he t informa-
tiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het informatiedis-
play trager reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige v ertraging
weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ontstaan tussen het schakelen door
de bestuurder en de weergave van de ingeschakelde versnelling o p het dis-
play. Deze vertraging kan de bestuurder doen besluiten nogmaals terug te
schakelen, waardoor er snel en te sterk op de motor wordt afgeremd en er
een aanrijding kan ontstaan, mogelijk met ernstig letsel tot ge volg.
■ Waarschuwing bij het instellen van het display
Aangezien de motor tijdens het instellen van het display moet d raaien, dient
de auto te worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventil atie. In
een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het scha-
delijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto terechtko-
men. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■ Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt, dient de motor te draai en terwijl
de displayinstellingen worden aangepast.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 252 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 253 of 528

253
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volg t in
te schakelen:
Uit
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld. (Blz. 255)
De koplampen, de par-
keerlichten voor/dagrij-
verlichting (Blz. 255)
enzovoort gaan auto-
matisch aan en uit.
(Auto's zonder Smart
entry-systeem en start-
knop: Wanneer het
contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-
systeem en startknop:
Wanneer het contact
AAN staat.)
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kente-
kenplaat- en dash-
boardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
lichten (behalve de
dagrijverlichting) gaan
branden.
(indien
aanwezig)
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 253 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 254 of 528

254
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
86_EE (OM18089E)
Inschakelen van het grootlicht
Druk bij ingeschakelde kop-
lampen de hendel naar voren
om het grootlicht in te schake-
len.
Door de hendel weer in de mid-
denstand te zetten, wordt het
grootlicht uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de
koplampen in- of uitgeschakeld.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 254 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 255 of 528

255
2-3. Bedienen van ver
lichting en ruitenwissers
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
■Dagrijverlichting
● Auto's met automatische transmissie: Om uw auto overdag beter z icht-
baar te maken voor andere weggebruikers, wordt de dagrijverlich ting
automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart en de parke errem
wordt gedeactiveerd als de lichtschakelaar uit of in de stand A UTO staat.
(Brandt helderder dan de parkeerli chten voor.) Dagrijverlichting is niet
ontworpen voor gebruik in het donker.
● Auto's met handgeschakelde transmissie: Om uw auto overdag bete r
zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de dagrijve rlich-
ting automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart en de parkeer-
rem wordt gedeactiveerd als de lichtschakelaar uit of in de sta nd AUTO
staat. (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijver lichting is
niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
De sensor voor de automatische verlich-
ting bevindt zich aan passagierszijde.
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets
over de sensor heen geplaatst wordt of
als er iets op de ruit wordt aangebracht
waardoor de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 255 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 256 of 528

256
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
86_EE (OM18089E)

Automatisch uitschakelsysteem verlichting (indien aanwezig)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplam-
pen worden automatisch uitgeschakeld als de sleutel uit het con tactslot
wordt genomen.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of z et de licht-
schakelaar eenmaal in de stand UIT en daarna weer in stand
of .
Auto's met Smart entry -systeem en startknop
Wanneer de lichtschakelaar in stand of
staat: De koplampen
worden automatisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt geze t.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of z et de licht-
schakelaar een keer in de stand UIT en daarna weer in de stand

of .
■ Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact UIT wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend als de sleutel uit het contactslot is genomen en
de verlichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Een zoemer klinkt als het contact UIT wordt gezet en het bestuu rdersportier
geopend wordt terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■ Automatische verticale koplampverstelling
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aa ntal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding va n andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 256 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 257 of 528

257
2-3. Bedienen van ver
lichting en ruitenwissers
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
■Energiebesparende functie (indien aanwezig)
Onder de volgende omstandigheden gaan de koplampen en overige v erlich-
ting na 20 minuten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● De sleutel is uit het contactslot genomen (auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop) of het contact is UIT gezet (auto's met Smar t entry-
systeem en startknop).
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschake ld:
● Als het contact AAN wordt gezet
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 257 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 258 of 528

258
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
86_EE (OM18089E)

De dimlichten inschakelen wanneer de auto op een donkere plaats
geparkeerd staat
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-d ealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en
uitgeruste deskundige kunne n worden geconfigureerd
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen
 Blz. 509)
OPMERKING
■Voorkomen van ont lading van de accu
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
Schakel de motor uit terwijl de licht-
schakelaar in stand of UIT staat,
trek de lichtschakelaar naar u toe en
laat hem los. De dimlichten gaan gedu-
rende ongeveer 30 seconden branden
om de omgeving van de auto te verlich-
ten.
De lichten doven onder de volgende
omstandigheden:
● Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: Het contact wordt AAN
gezet.
● Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Het contact wordt AAN
gezet.
● De lichtschakelaar wordt ingescha-
keld.
● U trekt de lichtschakelaar naar u toe
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 258 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 259 of 528

259
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
Schakelaar mistlampen
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: De koplampen of p arkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
De mistlampen zorgen voor uitst ekend zicht bij ongunstige rijom-
standigheden, zoals bij regen of mist.
Schakelt de mistlampen
voor en de mistachterlichten
uit
Schakelt de mistlampen
voor in
Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt
losgelaten, keert de ring terug
naar de stand .
Door de schakelaarring nog-
maals te draaien, worden
alleen de mistachterlichten uit-
geschakeld.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 259 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page 260 of 528

260
2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
86_EE (OM18089E)
Ruitenwissers en -sproeiers
Als de intervalstand wordt geselecteerd, kan het wisinterval worden
gewijzigd.
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hende l
als volgt te bewegen:
Intervalstand
Lage snelheid ruitenwissers
Hoge snelheid ruitenwis-
sers
Enkele slag
Verlengt het interval van de
wisserwerking
Verkort het interval van de
wisserwerking
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 260 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM

Page:   < prev 1-10 ... 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 ... 530 next >