ESP TOYOTA HIGHLANDER 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 325 of 562

323
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Gebruik de bedienin
gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen.
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren en
druk vervolgens op .
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linker- en
rechterzijde van de achterbumper. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat
de Blind Spot Monitor goed werkt.
●Houd de sensoren en de omgeving
ervan op de achterbumper te allen tijde
schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de Blind Spot Monitor
mogelijk niet en wordt er een waarschu-
wingsmelding ( Blz. 314) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10 minu-
ten met de auto terwijl aan de bedrijfscon-
dities voor de BSM-functie ( Blz. 325)
wordt voldaan. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
wanneer de waarschuwingsmelding niet
verdwijnt.
●Plak geen stickers op de sensor of de
omgeving ervan op de achterbumper.
●Stel de sensor en de omgeving ervan op
de achterbumper niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt ver-
plaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk
niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omge- ving van de sensor aanwezig zijn of als
een deel van de sensoren is losgekomen.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor
of de omgeving ervan op de achterbum-
per aan.
●Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als een
sensor of de achterbumper moet worden
verwijderd/geplaatst of vervangen.
●Breng geen andere kleur lak dan een
officiële Toyota-kleur aan op de achter-
bumper.
In-/uitschakelen van de Blind
Spot Monitor
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 323 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 343 of 562

341
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fiet-
sendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
●In geval van bewegende objecten (vlag-
gen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek,
enz.)
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
●Roosters en goten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
*: Indien aanwezig
■Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) (indien
aanwezig)
Er worden ultrasoonsensoren gebruikt
om bij rijden met een lage snelheid of
achteruitrijden stilstaande objecten,
zoals een muur, te signaleren in het
detectiegebied. ( Blz. 348)
■Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden) (indien aanwezig)
Er worden radarsensoren achter
gebruikt om bij achteruitrijden nade-
rende auto's in het detectiegebied ach-
ter de auto te signaleren. ( Blz. 351)
PKSB (Parking Support
Brake)*
Het Parking Support Brake-
systeem bestaat uit de volgende
functies die werken bij rijden met
een lage snelheid of achteruitrij-
den, bijvoorbeeld bij het parkeren.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met een
gesignaleerd object groot is, wordt
een waarschuwing geactiveerd om
de bestuurder aan te sporen om uit
te wijken. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd object
zeer groot is, worden de remmen
automatisch bekrachtigd om te hel-
pen een aanrijding te voorkomen of
om de impact van een aanrijding te
helpen verminderen.
PKSB-systeem (Parking
Support Brake)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 341 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 364 of 562

3624-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan
het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt inge-
trapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) gemi-
nimaliseerd zodat er minder brandstof
verbruikt wordt. (Blz. 352)
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. ( Blz. 105)
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer
stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen
positief effect op het brandstofverbruik.
In stand N werkt de benzinemotor,
maar kan er geen elektriciteit worden
opgewekt. Ook bij gebruik van de air-
conditioning, enz. wordt het vermogen
van het batterijpakket (tractiebatterij)
verbruikt. 
Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektro-
motor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.

Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het bat-
terijpakket (tractiebatterij) uit waar-
door de auto meer brandstof ver-
bruikt. Het batterijpakket kan worden
opgeladen door tijdens het rijden het
gaspedaal iets te laten opkomen.
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elek-
trische energie worden geregenereerd
tijdens het decelereren.
Herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog
brandstofverbruik. Raadpleeg de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel
mogelijk. Laat, als u in een file komt te
staan, het rempedaal geleidelijk opko-
men zodat de auto zachtjes vooruitrijdt
en vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit helpt het benzinever-
bruik te beperken.
Rijden met een
hybrideauto
Besteed aandacht aan de vol-
gende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Gebruik van de ECO-rijmodus
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Bedienen van de
selectiehendel
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal
Bij het remmen
Files
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 362 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 369 of 562

367
4
4-6. Rijtips
Rijden

Vanwege het specifieke ontwerp
hebben terreinauto's een hoger
zwaartepunt dan gewone personen-
auto's. Door dit specifieke ontwerp-
kenmerk kan deze categorie auto's
eerder over de kop slaan. Terrein-
auto's hebben een aanzienlijk gro-
tere kans om over de kop te slaan
dan andere auto's.
 Een voordeel van de grotere bodem-
vrijheid is een beter zicht op de weg,
waardoor u beter kunt anticiperen.
 Een vierwielaangedreven auto is niet
ontworpen om bochten met dezelfde
snelheid te nemen als gewone per-
sonenauto's, net als lage sportwa-
gens niet zijn ontworpen om in het
terrein te presteren. Daarom kan de
auto bij scherpe bochten en een te
hoge snelheid over de kop slaan. Uw auto is niet specifiek ontworpen
voor het rijden in het terrein. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om problemen te voorkomen als het
absoluut noodzakelijk is in het terrein te
rijden.

Rijd alleen in gebieden waar off-
road-auto's mogen rijden.
 Respecteer particulier eigendom.
Vraag toestemming aan de eigenaar
voordat u een privéterrein betreedt.
Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's
Deze auto behoort tot de categorie
auto's die een grotere bodemvrij-
heid en een kleinere spoorbreedte
hebben in verhouding tot de
hoogte van het zwaartepunt.
Kenmerken terreinauto's
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen bij terrein-
auto's
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
altijd in acht om de kans op ernstig letsel
en schade aan uw auto tot een minimum
te beperken:
●Als een auto over de kop slaat, heeft
een inzittende zonder veiligheidsgordel
een aanzienlijk grotere kans op ernstig
letsel dan een inzittende die wel een
veiligheidsgordel dr aagt. Alle inzitten-
den dienen daarom gebruik te maken
van hun gordels.
●Vermijd waar mogelijk scherpe bochten
en abrupte manoeuvres.
Het verkeerd bedienen van deze auto
kan resulteren in het verliezen van de
controle over de auto of in het over de
kop slaan van de auto, waardoor zeer
ernstig letsel kan ontstaan.
●Door het laden van voorwerpen op het
imperiaal (indien aanwezig) zal het
zwaartepunt hoger komen te liggen.
Vermijd hoge snelheden, snel optrek-
ken, het maken van scherpe bochten,
plotseling remmen en abrupte manoeu-
vres, om te voorkomen dat u de controle
over de auto verliest of dat de auto over
de kop slaat door een bedieningsfout.
●Matig bij rukwinden altijd uw snelheid.
Door het profiel en het hogere zwaarte-
punt is uw auto gevoeliger voor zijwind
dan een gewone auto. U hebt meer con-
trole over de auto als u langzamer rijdt.
●Rijd niet horizontaal over steile hellin-
gen. Recht omhoog of recht naar bene-
den rijden wordt aanbevolen. Uw auto
(en elke andere vergelijkbare terrein-
auto) kan gemakkelijker opzij omslaan
dan voor- of achterover.
Terreinrijden
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 367 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 370 of 562

3684-6. Rijtips
Betreed geen afgesloten gebieden.
Respecteer hekken, afsluitingen en
borden die u de toegang ontzeggen.
 Blijf op de gebaande paden. Pas, als
het nat is, uw rijtechniek aan of ga
langzamer rijden om schade aan het
terrein te voorkomen.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor terrein-
rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
altijd in acht om de kans op ernstig letsel
en schade aan uw auto tot een minimum
te beperken:
●Rijd voorzichtig bij terreinrijden. Neem
geen onnodige risico's door op gevaar-
lijke plaatsen te rijden.
●Pak de spaken van het stuurwiel niet
vast als u door terrein rijdt. Een plotse-
linge hobbel kan het stuurwiel verdraaien
en uw handen verwonden. Houd beide
handen en vooral de duimen op de bui-
tenkant van de stuurwielrand.
●Controleer altijd de werking van de rem-
men direct na het rijden door zand,
modder, water of sneeuw.
●Controleer na het rijden door lang gras,
modder, zand, riviertjes, over stenen,
enz. of er geen gras, takken, papier,
doeken, stenen, zand, enz. aan de
onderkant is blijven hangen of vastzit.
Verwijder dergelijke onregelmatigheden
van de onderkant van de auto. Als met
de auto wordt gereden terwijl deze
materialen onder de auto vastzitten of
blijven hangen, kan de auto kapot gaan
of kan er brand ontstaan.
●Als u over onverharde wegen of door
ruw terrein rijdt, rijd dan niet met hoge
snelheid, spring niet met de auto, maak
geen scherpe bochten, raak geen voor-
werpen, enz. Dit kan ervoor zorgen dat
u de controle over de auto verliest of
over de kop slaat, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan. Bovendien bestaat
dan de kans dat er kostbare schade ont-
staat aan de wielophanging en het
chassis van de auto.
OPMERKING
■Voorkomen van waterschade
Neem alle veiligheids maatregelen in acht
om er zeker van te zijn dat er geen water-
schade aan het batterijpakket (tractiebat-
terij), het hybridesysteem of andere onder-
delen ontstaat.
●Water in de motorruimte kan ernstige
schade aan het hybridesysteem veroor-
zaken. Water in het interieur kan kort-
sluiting veroorzaken in het batterijpakket
(tractiebatterij) dat zich onder de achter-
stoelen bevindt.
●Water dat in de hybridetransmissie
komt, beschadigt de transmissie. Het
controlelampje kan gaan branden en er
kan mogelijk niet met de auto gereden
worden.
●Water kan het vet van de wiellagers
spoelen, roestvorming veroorzaken en
zorgen voor storingen. Het water kan in
de transmissie terechtkomen, waardoor
de smerende eigenschappen van de
olie afnemen.
■Tijdens het rijden door water
Indien u door water wilt rijden, bijvoorbeeld
bij het oversteken van een beekje, contro-
leer dan eerst de diepte van het water, de
bodemgesteldheid en de toegankelijkheid
van de oever aan de overzijde. Rijd lang-
zaam en vermijd diep water.
■Controle na terreinrijden
●Zand en modder in de remtrommels en
op de remschijven kunnen de remcapa-
citeit nadelig beïnvloeden en beschadi-
gingen veroorzaken aan onderdelen
van het remsysteem.
●Voer na een dag terreinrijden altijd een
onderhoudsinspectie uit nadat u door
ruw terrein, zand, modder of water hebt
gereden.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 368 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 426 of 562

4246-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer de radiateur en de conden-
sor en verwijder eventueel vuil. Als een
van bovenstaande onderdelen erg vuil
is of als u niet zeker bent van de staat
ervan, laat dan uw auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.Als een sproeier niet werkt of een waar-
schuwingsmelding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay, is het
sproeierreservoir mogelijk leeg. Vul
ruitensproeiervloeistof bij.
OPMERKING
■Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water
om te voorkomen dat het de lak of onder-
delen aantast.
Controle van radiateur en
condensor
WAARSCHUWING
■Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen de
radiateur of de condensor niet aan, aange-
zien deze heet kunnen zijn.
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als het
hybridesysteem warm is of nog werkt. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 424 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 442 of 562

4406-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:

Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning (bijvoorbeeld omdat u de rijsnel-
heid aanzienlijk gaat veranderen).
 Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning omdat er een andere banden-
maat gemonteerd is.
 Bij het wisselen van wielen.
 Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( Blz. 442)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en schakel het hybridesys-
teem uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 526)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren. 5
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en houd ver-
volgens ingedrukt.
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk
vervolgens op .
7 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Set Pressure”
(stel bandenspanning in) en houd
vervolgens ingedrukt.
“Setting TPWS” (ins tellen TPWS) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display en het waarschuwingslampje
lage bandenspanning knippert 3 keer.
Wanneer de melding verdwijnt, is de
initialisatie voltooid.
Er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay. Ook wordt “-
-” weergegeven voor de bandenspan-
ning van elke band op het multi-infor-
matiedisplay terwijl het bandenspan-
ningswaarschuwingssyst eem de positie
van de band bepaalt.
Rijd met een snelheid van ongeveer 40
km/h of hoger gedurende 10 tot 30
minuten tot de bandenspanning van
elke band op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven.
Als de initialisatie is voltooid, wordt de
bandenspanning van elke band weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met een
snelheid van ongeveer 40 km/h of
hoger, kan de initialisatie worden vol-
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 440 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 444 of 562

4426-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Ga als volgt te werk
bij het registreren van de identificatie-
codes:
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 526)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
5 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en houd ver-
volgens ingedrukt.
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk
vervolgens op . 7
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Change Wheel”
(wielen wijzigen) en druk vervol-
gens op totdat het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning
3 keer langzaam knippert.
De modus voor het wijzigen van de wielen-
set wordt geactiveerd en de registratie wordt
gestart.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Als de
registratie wordt uitgevoerd, gaat het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
gedurende ongeveer 1 minuut knipperen en
blijft het vervolgens branden. “--” wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band.
8Rijd met een snelheid van ongeveer
40 km/h of hoger gedurende 10 tot
30 minuten.
Als de registratie is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning en
wordt de bandenspanning van elke band
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
registratie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden. Als
de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de procedure
vanaf het begin.
9Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(Blz. 440)
■Bij het registreren van identificatiecodes
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
Registreren van
identificatiecodes
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 442 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 509 of 562

507
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursins
tellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
 Blz. 531)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de f unctie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( Blz. 150)
■Ontgrendelen van het portier
Gebruik de mechanische sleutel
(Blz. 134) om de volgende handelin-
gen uit te voeren:
1 Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
■Aan de sleutel gekoppelde functies
1 Sluiten van de ruiten en het schuifdak
*
(draaien en vasthouden)
2 Openen van de ruiten en het schuifdak
*
(draaien en vasthouden)
Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*: Indien aanwezig
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( Blz. 151) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dergelijke gevallen
kunnen de portieren en de achter-
klep worden geopend of kan het
hybridesysteem worden gestart
volgens onderstaande procedure.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 507 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page 517 of 562

515
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
LOW-streepje
Radiateurdop
5 Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water gebruikt
worden als u geen koelvloeistof bij de hand
hebt.
6Schakel het hybridesysteem en de
airconditioning in en controleer of
de koelventilator van de radiateur
draait en of er geen koelvloeistof
lekt uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de aircon-
ditioning wordt ingeschakeld direct na een
koude start. Controleer of de ventilator draait
door ernaar te luisteren en te voelen of er
luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker
van bent de airconditioning nog een aantal
keer in en uit. (De ventilator werkt mogelijk
niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
7Als de koelventilator niet draait:
Zet het hybridesysteem onmiddellijk
uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
8Controleer of “Engine Coolant Temp
High Stop in a Safe Place See
Owner's Manual (Temperatuur koel-
vloeistof te hoog. Breng auto op vei-
lige plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding)” wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
Als de melding niet verdwijnt:
Zet het hybridesysteem uit en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt weergegeven:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als “Hybrid System Overheated Out-
put Power Reduced” (Hybridesys-
teem oververhit. Gereduceerd uit-
gangsvermogen) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
1 Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand.
2 Schakel het hybridesysteem uit en
open de motorkap voorzichtig.
3 Controleer nadat het hybridesys-
teem is afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
Radiateur
Koelventilator
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 515 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 next >