TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 391 of 578

389
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
initialisatie worden voltooid als er gedurende
langere tijde met de auto wordt gereden.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisa-
tie na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
■Wanneer initialiseren
●De initialisatie wordt uitgevoerd als rijsnel-
heid ongeveer 40 km/h of hoger is.
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem kunt u zelf initialiseren maar afhanke-
lijk van de rijomstandigheden en de rijom-
geving kan het enige tijd duren voordat de
initialisatie voltooid is.
■De initialisatieprocedure
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de initialisatie weer handma-
tig te starten, omdat de initialisatie automa-
tisch wordt herstart wanneer het contact de
volgende keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer de initialisatie
opnieuw uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. Normaliter duurt de initialisatie onge-
veer 30 minuten.
• Er wordt niet gereden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg • Er wordt gereden in de buurt van andere
auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisatie
na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en rijd
vervolgens nogmaals met de auto.
●Als er tijdens de initialisatie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de initialisatieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de initialisatie
niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt he t systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
Als de bandenspanning van elke band nog
steeds niet wordt weergegeven, laat dan de
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 389 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 392 of 578

390
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
Ga als volgt te werk bij het registreren
van de identificatiecodes:
1Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, zet het contact UIT,
wacht gedurende ten minste onge-
veer 15 minuten en voer de proce-
dure uit.
2 Start het brandstofcelsysteem.
(→Blz. 178)
3 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
4 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens inge-
drukt.
5 Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
6 Druk op of om “Change
Wheel” (wielen wijzigen) te selecte-
ren. Houd vervolgens ingedrukt
tot het waarschuwingslampje lage
bandenspanning 3 keer langzaam
knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
Als de registratie wordt uitgevoerd, gaat het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gedurende ongeveer 1 minuut knippe-
ren en blijft het vervolgens branden. “---”
wordt op het multi-informatiedisplay weerge-
geven voor de bandenspanning van elke
band.
7Rijd gedurende ongeveer 10 tot 30
minuten met een snelheid van 40
km/h of hoger.
De registratie is voltooid wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning
dooft en de bandenspanning van elke band
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de
registratie worden voltooid als er gedurende
langere tijd met de auto wordt gereden. Als
de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de procedure
vanaf het begin.
8Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem.
(→Blz. 388)
■Bij het registreren van identificatiecodes
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
Registreren van
identificatiecodes
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 390 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 393 of 578

391
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
●De identificatiecodes kunt u zelf registre-
ren maar afhankelijk van de rijomstandig-
heden en de rijomgeving kan het enige tijd
duren voordat de registratie voltooid is.
■Annuleren van de identificatiecodere-
gistratie
●Zet, om de identificatiecoderegistratie te
annuleren nadat deze is gestart, het con-
tact UIT voordat u gaat rijden.
Als er met de auto wordt gereden nadat de
identificatiecoderegistratie is gestart, start
dan de identificatiecoderegistratieproce-
dure nogmaals om de registratie te annule-
ren en zet het contact vóór het rijden UIT.
●Als de identificatiecoderegistratie is gean-
nuleerd, knippert het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende ongeveer
1 minuut wanneer het contact AAN wordt
gezet en blijft vervolgens branden. Het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
werkt wanneer het waarschuwingslampje
lage bandenspanning dooft.
●Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, is de identifi-
catiecoderegistratie mogelijk niet goed
geannuleerd. Start de identificatiecodere-
gistratieprocedure nogmaals om de regis-
tratie te annuleren en zet het contact vóór
het rijden UIT.
■Als identificatiecodes niet goed zijn
geregistreerd
●In de onderstaande situaties duurt de iden-
tificatiecoderegistrati e mogelijk langer dan
gebruikelijk of is registratie niet mogelijk.
Normaliter duurt de registratie ongeveer 30
minuten.
• De auto is niet geparkeerd gedurende ten minste ongeveer 20 minuten voordat er
met de auto gereden wordt
• Er wordt niet gereden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger
• Er wordt gereden op een onverharde weg
• Er wordt gereden in de buurt van andere auto's en het systeem herkent de banden-
spanningssensoren en -zenders van uw
auto niet tussen die van andere auto's
• Er bevindt zich een wiel met bandenspan- ningssensor en -zender in of in de buurt
van de auto Als de registratie na ten minste een uur rijden
niet is voltooid, herhaal dan de identificatie-
coderegistratie vanaf het begin.
●Als er tijdens de registratie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de registratieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de identifi-
catiecoderegistratie niet gestart of is de
registratie niet goed voltooid en werkt het
systeem niet goed. Voer de identificatieco-
deregistratieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer langzaam knip-
pert wanneer wordt geprobeerd om de
identificatiecoderegistratie te starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de identificatiecodere-
gistratie gedurende ongeveer 10 minuten
met de auto is gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de identificatie-
coderegistratie niet kan worden voltooid na
het uitvoeren van de bovenstaande proce-
dure.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 391 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 394 of 578

392
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
 Activeer de parkeerrem.
 Zet de selectiehendel in stand P.
 Schakel het brandstofcelsysteem uit.
■Krik en gereedschap
Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel.
Daarom is uw auto ook niet uitgerust met de
onderstaande gereedschappen voor het ver-
vangen van een band. U kunt deze aanschaf-
fen bij een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Wielmoersleutel
●Krik
●Krikslinger
Ver vangen van een band
Krik de auto uitsluitend op met de
krik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten.
Als de auto wordt opgekrikt terwijl
de krik niet goed is geplaatst, kan
de auto beschadigd raken of van
de krik vallen en ernstig letsel
veroorzaken.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het vervangen van
de band moeilijk gaat.
Voor het opkrikken van de auto
WAARSCHUWING
■Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe lei-
den dat de auto van de krik valt, wat tot
ernstig letsel kan leiden.
●Gebruik de krik uitsluitend voor het ver-
wisselen van een wiel of de montage en
het verwijderen van sneeuwkettingen.
●Gebruik voor het verwisselen van ban-
den onder deze auto geen krik van een
andere auto.
●Zet de krik op de juiste wijze onder het
kriksteunpunt.
●Zorg ervoor dat er zich geen lichaams-
delen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
●Start het brandstofcelsysteem niet en
ga niet met de auto rijden als deze door
de krik wordt ondersteund.
●Krik de auto niet op als er nog iemand in
de auto aanwezig is.
●Plaats niets op of onder de krik als de
auto wordt opgekrikt.
●Krik de auto niet verder op dan voor het
verwisselen van het wiel noodzakelijk is.
●Plaats de auto op bokken als u onder de
auto moet zijn.
●Zorg wanneer u de auto laat zakken dat
er niemand onder komt. Breng mensen
in de buurt op de hoogte van het laten
zakken.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 392 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 395 of 578

393
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
1Plaats wielblokken.
2 Draai de wielmoeren iets los (één
slag).
3 Draai deel van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het kriksteunpunt.
De aanduidingen van de kriksteunpunten
bevinden zich onder de dorpel. Deze duiden
de kriksteunpunten aan.
4Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
5 Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op de
grond, om krassen op de velg te voorkomen.
Verwijderen van een wiel
WielPositie wielblok
Links voorAchter het rechter
achterwiel
Rechts voorAchter het linker
achterwiel
Links achterVoor het rechter
voorwiel
Rechts achterVoor het linker
voorwiel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 393 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 396 of 578

394
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
1Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak
aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de
wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los
kan raken.
2Plaats het wiel en draai elke wiel-
moer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Draai de wielmoeren zover vast totdat de
sluitringen contact maken met de velg.
Ruitensproeiers
Ve l g
3 Laat de auto zakken.
4 Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
140 Nm (14,3 kgm, 103 ft•lbf)WAARSCHUWING
■Vervangen van een band
Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen niet aan direct nadat met de auto
is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wie-
len en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen
tijdens het verwisse len van een wiel, enz.
met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot
brandwonden.
Plaatsen van het wiel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 394 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 397 of 578

395
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Gevolgen van een onjuiste banden-
spanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning
kan de volgende gevolgen hebben:
●Hoger brandstofverbruik
●Verminderd rijcomfort en een slechte
handling
●Kortere levensduur van de banden als
gevolg van slijtage
●Een onveilige auto
●Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt,
laat deze dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Instructies voor het controleren van de
bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspan-
ning op het volgende:
●Controleer de bandenspanning alleen als
de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilge-
staan of niet meer dan 1,5 km heeft gere-
den, kunt u de bandenspanning voor
koude banden correct aflezen.
●Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de
juiste bandenspanning heeft op basis van
alleen het uiterlijk.
●Het is normaal dat de spanning van een
band na een rit is opgelopen aangezien
warmte wordt gegenereerd in de band.
Laat na het rijden geen lucht uit de banden
lopen om de spanning te verlagen.
●Verdeel de passagiers en het gewicht van
de bagage gelijkmatig over de auto.
WAARSCHUWING
■Bij het plaatsen van het wiel
Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de wiel-
moeren losraken, waardoor het wiel van
de auto af kan lopen, wat kan leiden tot
ernstig letsel.
●Breng nooit olie of vet aan op de wiel-
bouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden
de wielmoeren mogelijk te vast aange-
draaid waardoor de bouten of de velg
beschadigd kunnen raken. Bovendien
kunnen door gebruik van olie of vet de
wielbouten of wielmoeren loslopen,
waardoor het wiel los kan raken en een
ernstig ongeval kan ontstaan. Verwijder
olie of vet van de wielbouten of wiel-
moeren.
●Laat zo spoedig mogelijk na het vervan-
gen van een wiel de moeren met een
aanhaalmoment van 140 Nm (14,3 kgm,
103 ft.lbf) vastzetten.
●Plaats een beschadigde wieldop niet
opnieuw, omdat deze tijdens het rijden
los kan raken.
●Gebruik bij het aanbrengen van een wiel
uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn
ontworpen voor het desbetreffende wiel.
●Bij gescheurde of vervormde bouten,
schroefdraad van moeren of boutgaten
van het wiel, dient de auto te worden
gecontroleerd door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
→ Blz. 388
Bandenspanning
Zorg ervoor dat de banden de
juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste
eenmaal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter
aan de bandenspanning eens per
twee weken te controleren.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 395 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 398 of 578

396
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Let er bij het vervangen van velgen op
dat deze hetzelfde draagvermogen,
dezelfde diameter, velgbreedte en ET-
waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar
bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
 Velgen van verschillende maten of
types
 Gebruikte velgen
 Verbogen velgen die hersteld zijn
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem, dat in een vroegtijdig stadium waar-
schuwt als de bandenspanning te laag wordt.
Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden
geplaatst. ( →Blz. 387)
WAARSCHUWING
■Een goede bandenspanning zorgt
voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
Als de banden niet de juiste spanning heb-
ben, kunnen onderstaande zaken zich
voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
●Overmatige slijtage
●Ongelijkmatige slijtage
●Slecht rijgedrag
●Mogelijke klapband door oververhitting
●Luchtlekkage tussen de band en velg
●Wielvervorming en/of beschadiging van
de band
●Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg van
voorwerpen op het wegdek, verbin-
dingsstukken of scherpe randen in het
wegdek, enz.)
OPMERKING
■Controleren en op de juiste spanning
brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en
vocht in het inwendige van de ventielen
doordringen. Hierdoor kan de afdichting in
gevaar komen, wat kan leiden tot een
lagere bandenspanning.
Velgen
Als een velg verbuigingen of
scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen
worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto
moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 396 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 399 of 578

397
7
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Gebruik uitsluitend de wielmoeren
van Toyota en de juiste wielmoer-
sleutel voor uw lichtmetalen velgen.
 Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is
verwisseld, een band is gerepa-
reerd of is vervangen.
 Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
 Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die
geplaatst dienen te worden met een
kunststof of rubber hamer.
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
●Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in een
slechtere controle over de auto.
●Gebruik nooit een binnenband bij een
poreuze velg die ontworpen is voor een
tubeless band.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Plaatsen van wielmoeren
Breng nooit olie of vet aan op de wielbou-
ten of -moeren. Door het gebruik van olie
of vet worden de wielmoeren mogelijk te
vast aangedraaid waardoor de bouten of
de velg beschadigd kunnen raken. Daar-
naast kunnen de wielmoeren loslopen en
de wielen losraken, wat kan leiden tot een
ongeval met ernstig letsel als gevolg. Ver-
wijder olie of vet van de wielbouten of wiel-
moeren.
■Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er tijdens
het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ont-
staan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspannings-
sensoren en -zenders
●Omdat het repareren of vervangen van
een band invloed kan hebben op de
bandenspanningssensoren en -zen-
ders, adviseren we u deze werkzaam-
heden uit te laten voeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige. Ga ook voor de aanschaf van ban-
denspanningssensoren en -zenders
naar een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden
gegarandeerd dat de bandenspannings-
sensoren en -zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 397 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 400 of 578

398
Handleiding_Europa_M62060_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met linkse besturing:
1Zet het contact UIT.
2 Open het dashboardkastje.
3 Verwijder het paneel. 4
Ontgrendel de afdekkap van het fil-
ter ( ), haal de afdekkap van het
filter uit de klauwen ( ) en verwij-
der de afdekkap van het filter.
5 Verwijder de filterhouder.
6 Verwijder het interi eurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de
aanduiding UP naar boven gericht.
Auto's met rechtse besturing:
1 Zet het contact UIT.
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig
worden vervangen om de optimale
werking van de airconditioning te
behouden.
Verwijderen van het
interieurfilter
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 398 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page:   < prev 1-10 ... 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 431-440 ... 580 next >