TOYOTA PROACE CITY EV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 241 of 352
241
In geval van pech
8
4.12V-compressor met een flacon bandenreparatievloeistof en een sticker met snelheidslimietVoor het tijdelijk repareren van een band en het aanpassen van de bandenspanning.
WARNI NG
Opbergen van het gereedschap (auto met elektrische aandrijflijn)
Berg de 12V-compressor en de flacon met bandenreparatievloeistof 4 op in de tas zoals aangegeven in de afbeelding.
Het opbergvak in de voetenruimte bij de voorpassagiersstoel is klein. Berg om de klep te kunnen sluiten het gereedschap op de oorspronkelijke plaats op: wielblok 1 naast
de tas, sleepoog 2 bovenop de tas met het oog naar buiten, Torx-sleutel 3 boven op de tas, 12V-compressor en de flacon met bandenreparatievloeistof 4 in de tas.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de bandenreparatieset.
Met reservewiel
5.Wielsleutel.Hiermee kunnen de wielbouten worden verwijderd en kan de krik worden uit- en ingedraaid.
6.Krik.Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7.Gereedschap voor het verwijderen van sier-/wieldoppen (afhankelijk van de uitrusting).Hiermee kunnen, indien aanwezig, de sierdoppen van de wielbouten van een lichtmetalen velg of de wieldop van een stalen velg worden verwijderd.
8.Dop voor slotbouten.Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slotbouten worden verwijderd.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het reservewiel.
WARNI NG
Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto en is afhankelijk van de uitrusting.Gebruik het niet voor andere doeleinden.
NOTIC E
De krik dient uitsluitend gebruikt te worden voor het verwisselen van een wiel met een beschadigde of lekke band.De krik heeft geen onderhoud nodig.De krik voldoet aan de Europese normen, zoals vastgelegd in de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
NOTIC E
Bepaalde delen van de krik, zoals de schroefdraad of de scharnierpunten, kunnen letsel veroorzaken: raak deze niet aan.Verwijder voorzichtig alle sporen van smeervet.
Page 242 of 352
242
Bandenreparatieset
De bandenreparatieset bestaat uit een compressor en een flacon met bandenreparatievloeistof. Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in het loopvlak van de band bevindt.
NOTIC E
De elektrische installatie van de auto biedt de mogelijkheid om een compressor aan te sluiten op de 12V-aansluiting en te gebruiken voor de duur die nodig is om een gerepareerde lekke band op spanning te brengen.
WARNI NG
Only the 12 V socket located at the front of the vehicle can be used to power the compressor.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.
Reparatieprocedure
WARNI NG
Verwijder niet het voorwerp (spijker, schroef, enz.) uit de band dat de lekkage heeft veroorzaakt.
► Parkeer de auto zonder het verkeer te belemmeren en activeer de parkeerrem.
► Volg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten, gevarendriehoek, veiligheidsvest, enz.) overeenkomstig de geldende wetgeving in het land waar u zich bevindt.► Zet het contact UIT.► Haal de dop van het ventiel van de lekke band en bewaar deze op een schone plaats.
► Sluit de slang van de flacon met bandenreparatievloeistof aan op het ventiel van de lekke band en zet hem stevig vast.► Sluit de slang van de compressor aan op de flacon met bandenreparatievloeistof.
► Controleer of de schakelaar van de compressor in stand “O” staat.► Rol de voedingskabel, die onder de compressor is opgeborgen, volledig uit.► Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van de auto.► Bevestig de sticker met de snelheidslimiet.
WARNI NG
De sticker met de snelheidslimiet moet in het interieur, in het gezichtsveld van de bestuurder, worden geplakt om hem/haar te herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is gerepareerd.
► Zet het contact AAN.
► Activeer de compressor door de schakelaar in stand “l” te zetten tot de bandenspanning 2 bar bedraagt. De bandenreparatievloeistof wordt onder druk in de band gespoten; neem gedurende deze handeling de slang niet los van het ventiel (kans op spatten).
Page 243 of 352
243
In geval van pech
8
WARNI NG
Als na ongeveer 7 minuten de spanning van 2 bar niet is bereikt, is de band niet te repareren; neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
► Zet de schakelaar in stand “O”.► Haal de stekker van de compressor uit de 12V-aansluiting in de auto.► Breng de dop aan op het ventiel.► Verwijder de set.► Verwijder de flacon met bandenreparatievloeistof en berg deze op.
WARNI NG
De bandenreparatievloeistof is schadelijk bij inname en irriterend voor de ogen.Houd de vloeistof buiten het bereik van kinderen.De uiterste gebruiksdatum van de vloeistof is op de flacon vermeld.Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij een TOYOTA-dealer of een officieel inzamelpunt.Vergeet niet om bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe flacon met bandenreparatievloeistof te kopen.
► Ga onmiddellijk ongeveer 5 kilometer met lage snelheid (tussen 20 en 60 km/h) rijden, zodat de vloeistof het lek kan dichten.► Zet de auto stil, controleer de reparatie en meet de bandenspanning met de set.
WARNI NG
Rijd na het repareren van een band met de bandenreparatieset niet meer dan 200 km met een snelheid van maximaal 80 km/h.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om de band te laten vervangen.
Bandenspanning controleren/
aanpassen
The compressor can be used, without injecting sealant, to check and, if necessary, adjust the tyre pressures.► Haal de dop van het ventiel van de band en bewaar deze op een schone plaats.
► Rol de slang uit die onder de compressor is opgeborgen.► Sluit de slang aan op het ventiel en zet hem stevig vast.► Controleer of de schakelaar van de compressor in stand “O” staat.► Rol de voedingskabel, die onder de compressor is opgeborgen, volledig uit.► Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van de auto.► Zet het contact AAN.► Schakel de compressor in door de schakelaar in stand “I” te zetten en breng de band op de spanning die is aangegeven op het bandenspanningslabel van de auto. Om de bandenspanning te verlagen: druk op de zwarte knop op de slang van de compressor, bij de aansluiting op het ventiel.
WARNI NG
Als na 7 minuten de spanning van 2 bar niet is bereikt, is de band beschadigd; neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
► Zet zodra de gewenste spanning is bereikt, de schakelaar in stand “O”.► Verwijder de set en berg deze op.► Plaats de ventieldop.
Page 244 of 352
244
WARNI NG
Wanneer de bandenspanning van een of meer banden is aangepast, moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem opnieuw worden geïnitialiseerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Reservewiel
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.
► Parkeer de auto zonder het verkeer te belemmeren en activeer de parkeerrem.► Volg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten, gevarendriehoek, het dragen
van een veiligheidsvest, enz.) overeenkomstig de geldende wetgeving in het land waar u rijdt.► Zet het contact UIT.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.
► Als de auto is uitgerust met een trekhaak, krik dan de auto aan de achterzijde op (bij krikpunt B) tot er voldoende ruimte is om het reservewiel te kunnen verwijderen.
Het reservewiel verwijderen uit de
houder
► Open de achterklep of achterdeuren (afhankelijk van de uitvoering).
► U hebt nu toegang tot de in de dorpel geplaatste bout van de reservewielhouder.
► Draai de bout los met behulp van de wielsleutel, tot de reservewielhouder laag genoeg hangt om de haak van de reservewielhouder los te maken.
► Haal de reservewielhouder los van de haak en leg het reservewiel in de buurt van het te vervangen wiel.
Page 245 of 352
245
In geval van pech
8
Het reservewiel aanbrengen in de
houder
► Leg het wiel voor de reservewielhouder.► Beweeg het reservewiel geleidelijk in de reservewielhouder door het heen en weer (van links naar rechts) te bewegen tot het bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.► Bevestig de reservewielhouder aan de haak en draai de bout volledig vast met de wielsleutel.
Verwijderen van een wiel
WARNI NG
Parkeren van de autoParkeer de auto op een plaats waar u het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat deze op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.Schakel bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de eerste versnelling in om de
wielen te blokkeren, activeer de parkeerrem, behalve als deze in de automatische stand staat, en zet het contact UIT.
Selecteer bij een auto met een automatische transmissie stand P om de wielen te blokkeren, activeer de parkeerrem, behalve als deze in de automatische stand staat, en zet het contact UIT.Controleer of het waarschuwingslampje voor de parkeerrem op het instrumentenpaneel brandt.De inzittenden moeten de auto verlaten en op een veilige plaats blijven wachten.Plaats indien nodig een wielblok tegen het wiel kruislings tegenover het te verwisselen wiel.Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.
NOTIC E
Wiel met wieldopDemonteren van het wiel: verwijder eerst de wieldop door deze met behulp van de wielsleutel bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.Plaats na het monteren van het wiel de
wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk vervolgens de rand ervan rondom met de hand vast.
► Als uw auto is uitgerust met stalen velgen, verwijder dan de wieldop met gereedschap 7.► Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen velgen, verwijder dan de sierdoppen van de wielbouten met gereedschap 7.► Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet dan dop 8 op wielsleutel 5 om de slotbout los te draaien.► Draai de andere bouten los (zonder ze te verwijderen) met uitsluitend wielsleutel 5.
NOTIC E
Wiel met wieldopDemonteren van het wiel: verwijder eerst de wieldop door deze met behulp van de wielsleutel bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.
Page 246 of 352
246
► Plaats het voetstuk van de krik op de grond, recht onder een van de twee krikpunten A of B.
Gebruik het krikpunt dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt.
► Draai krik 6 uit tot de kop van de krik krikpunt A of B raakt; het middelste deel van de kop van de krik moet goed tegen het contactvlak van krikpunt A of B drukken.► Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel gemakkelijk te monteren.
WARNI NG
Kans op letsel!Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik wegglijden of wegzakken.Plaats de krik uitsluitend onder krikpunt A of B onder de auto en controleer of het middelste deel van de kop van de krik goed tegen het contactvlak van het krikpunt van de auto drukt. Anders kan de auto beschadigd raken en/of de krik losschieten.
► Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.► Verwijder het wiel.
Monteren van een wiel
► Plaats het wiel op de naaf.► Draai de bouten met de hand vast.► Draai de slotbout met wielsleutel 5 en dop 8 voorlopig vast.► Draai de overige wielbouten voorlopig vast met alleen wielsleutel 5.
► Laat de auto volledig zakken.► Vouw krik 6 op en verwijder deze.
Page 247 of 352
247
In geval van pech
8
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met wielsleutel 5 en dop 8 vast.► Draai de overige wielbouten vast met alleen wielsleutel 5.► Berg het gereedschap op.
NOTIC E
Bevestiging van een stalen reservewiel
Indien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het reservewiel de ringen van de bouten A de stalen velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische contactvlak B van de bouten dat het wiel stevig vastzit.
Na het verwisselen van een
wiel
Berg het wiel met de lekke band op in de houder.
WARNI NG
Bij een niet-volwaardig reservewiel
Bepaalde rijhulpsystemen moeten worden uitgeschakeld (bijvoorbeeld Active Safety Brake en de Adaptive Cruise Control).Rijd niet sneller dan 80 km/h en niet verder dan 80 km.Het rijden met meer dan één reservewiel van dit type is niet toegestaan.Monteer de wieldop van het vervangen wiel niet op het reservewiel.
WARNI NG
Ga naar een Toyota-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Laat controleren of de bouten van het reservewiel goed zijn vastgezet en of de band de juiste spanning heeft.Laat de lekke band nakijken. Na controle kan de monteur u vertellen of de band kan worden gerepareerd of moet worden vervangen.
NOTIC E
Wiel met wieldopPlaats bij het monteren van het wiel de wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk de wieldop vervolgens over de hele omtrek met de palm van uw hand op zijn plaats.
NOTIC E
Op dit label zijn de bandenspanningen aangegeven.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de identificatie van uw auto en met name dit label.
Page 248 of 352
248
Vervangen van een lamp
NOTIC E
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de lampen.
WARNI NG
De koplampunits zijn voorzien van een lampglas van polycarbonaat met een beschermende coating:– Reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek en gebruik geen schoonmaak- of oplosmiddelen.– Gebruik een spons en zeepsop of een pH-neutraal product.– Wanneer u met een hogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op de koplampen, lampunits en de randen ervan gericht, om beschadiging van de beschermende coating en de afdichtrubbers te voorkomen.
WARNI NG
Bij het vervangen van een lamp moet het contact UIT zijn en moet de verlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn, anders bestaat het risico op ernstige brandwonden.Raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek.Het is van belang dat u uitsluitend anti-ultravioletlampen (UV) monteert om beschadiging van de koplamp te voorkomen.Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp van hetzelfde type en met dezelfde specificaties. Vervang de lampen per paar om verschillen in lichtsterkte te voorkomen.
WARNI NG
Openen van de motorkap/toegang tot de lampenGa voorzichtig te werk wanneer de motor nog warm is; er bestaat een risico op brandwonden.
Houd rekening met voorwerpen of kleding die in de bladen van de koelventilator kunnen komen: risico van verstikking!
NOTIC E
Halogeenlampen (Hx)Controleer voor een goede kwaliteit van de verlichting of de lamp op de juiste wijze in de behuizing is geplaatst.
WARNI NG
Na het verwisselen van een lampVoer voor de montage dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde uit.Sluit uiterst zorgvuldig de beschermkap om ervoor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Led-koplampen en overige
verlichting met leds
Afhankelijk van de uitvoering betreft het de volgende typen koplampen of overige verlichting:– Dagrijverlichting/positielicht.
WARNI NG
Neem voor het vervangen van dit type lamp contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 249 of 352
249
In geval van pech
8
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen. Verwijder ze als volgt:
Type AGlassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Type BLamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en draai deze linksom.
Type CHalogeenlamp: maak de borgveer los.
Type DHalogeenlamp: draai de lamp linksom.
NOTIC E
Controleer na het voltooien van de handelingen de werking van de verlichting.
Verlichting voor
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vervangen van een lamp en in het bijzonder over de typen lampen.
1.Positielicht/dagrijverlichting.Type A, W21/5W
2.Grootlicht.Type C, H1
3.Dimlicht.Type C, H7
4.Richtingaanwijzer.Type B, PY21W
5.Mistlamp.Type D, H11
Zijknipperlicht
Type A, WY5W-5W (oranje)
– Druk het zijknipperlicht naar achteren en trek het los.– Breng het zijknipperlicht aan door het er naar voren toe in te steken en vervolgens naar achteren te bewegen.De oranje lampen (richtingaanwijzers en zijknipperlichten) moeten worden vervangen door lampen van dezelfde kleur en met dezelfde specificaties.
Page 250 of 352
250
Dimlicht
Type C, H7
► Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken. ► Draai het geheel ten opzichte van de behuizing.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Parkeerlicht/dagrijverlichting
Type A, W21/5W
► Draai de stekker een kwartslag rechtsom.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.