TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Page 101 of 690
1001-3. Antidiefstalsysteem
Page 102 of 690
1011-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
Page 103 of 690
1021-3. Antidiefstalsysteem
Page 104 of 690
1031-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
Page 105 of 690
1041-3. Antidiefstalsysteem
Page 106 of 690
1051-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
Page 107 of 690
1061-3. Antidiefstalsysteem
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwij deren kan
de juiste werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
Page 108 of 690
107
1
1-3. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
Super vergrendeling∗
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en controleer
of alle portieren gesloten zijn.
Bij gebruik van de instapfunctie:
Raak binnen 5 seconden tweemaal het sensorgebied van de buiten-
portiergrepen voor aan de buitenzijde aan.
Met de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op .
Bij gebruik van de instapfunctie: Houd de buitenportiergreep va n het
voorportier vast.
Bij gebruik van de afstandsbediening: Druk op .
∗: Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel v an buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Uitschakelen van de supervergrendeling
WAARSCHUWING
■ Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen word en
geopend.
Page 109 of 690
1081-3. Antidiefstalsysteem
Alar m∗
Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandig heden geactiveerd:
● Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie of de afstandsbediening. (De
portieren zullen automatisch opnieuw worden vergrendeld.)
● De motorkap wordt geopend.
● De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto binnen.)
● Als de hellingsensor een verandering van de helling van de auto
signaleert. (indien aanwezig)
● De achterruit wordt stukgeslagen.
Sluit de portieren en de achterklep
en vergrendel alle portieren met
de instapfunctie of de afstandsbe-
diening. Na 30 seconden wordt
het systeem automatisch inge-
schakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra
het controlelampje niet meer con-
stant brandt maar knippert.
∗: Indien aanwezig
Het alarm
Inschakelen van het alarmsysteem
Page 110 of 690
1091-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
Voer een van de onderstaande handelingen uit om het alarm te deac-
tiveren of uit te schakelen:
● Ontgrendel de portieren met de instapfunctie of de afstandsbedi e-
ning.
● Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele secon -
den gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
■ Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.
■ Zaken die gecontroleerd moeten w orden alvorens de auto te vergrende-
len
Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het ala rm en dief-
stal te voorkomen:
● Er is niemand in de auto.
● De ruiten en het schuifdak (indien aanwezig) zijn gesloten voor dat het alarm
wordt ingeschakeld.
● Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de au to achterge-
bleven.
■ Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het systeem gedeactive erd.)
Deactiveren of uitschakelen van het alarm
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
● Iemand in de auto opent een portier of
de motorkap.