TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Page 211 of 690
2103-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de bagageaf dekking,
op de vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het
hybridesysteem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waarge nomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de p ortieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
● Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er ee n grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tij dens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geope nd en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worde n door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portier en mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven. (indien aanwezig)
Page 212 of 690
2113-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 208)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en ra ak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde va n de por-
tiergreep.
● Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Laat in dat geval de portie rgreep los
en controleer of de portieren worden ontgrendeld voordat u opni euw aan de
portiergreep trekt.
● Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, w orden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portier en nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgesc hakeld.
( →Blz. 657)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronisc he sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mecha nische
sleutel. ( →Blz. 627)
● Starten van het hybridesysteem: →Blz. 628
Page 213 of 690
2123-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar.
● Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als
het hybridesysteem wordt uitgeschakeld. ( →Blz. 597)
● Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raa kt de batterij
ook ontladen wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebrui kt. De vol-
gende symptomen geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel
mogelijk ontladen is. Vervang de batterij indien nodig. ( →Blz. 543)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt
niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het LED-controlelampje in de sleutel gaat niet branden.
● Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorte n, de elek-
tronische sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgend e elektri-
sche apparaten met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met s tartknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 661)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. ( →Blz. 186, 627)
● Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van h et contact:
→Blz. 628
● Uitschakelen van het hybridesysteem: →Blz. 312
Page 214 of 690
2133-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
■Verklaringen voor het Smart entry-systeem met startknop
Page 215 of 690
2143-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Page 216 of 690
2153-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
Page 217 of 690
2163-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Page 218 of 690
2173-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
Page 219 of 690
2183-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Page 220 of 690
2193-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel