TOYOTA RAV4 HYBRID 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Page 351 of 622
3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid
van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het systeem
het remsysteem in (de remlicht en gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid
van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger gehand-
haafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verla gen om een veilige afstand
tot de voorligger te creëren, kl inkt er een naderingswaarschuwi ng.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt door het systeem stilge-
zet). Als uw voorligger begint te rijden, wordt het rijden met de volgregeling hervat wan-
neer u op de schakelaar +RES drukt of het gaspedaal intrapt (be diening om weg te
rijden). Als de bediening om weg te rijden niet wordt uitgevoer d, zorgt de regeling van
het systeem ervoor dat uw auto stil blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid v an 80 km/h of hoger een rij-
strook naar links opschuift (auto's met linkse besturing) of een rijstrook naar rechts
opschuift (auto's met rechtse besturing), zal de auto snel accelereren zodat het voertuig
op de rijstrook naast u sneller kan worden ingehaald.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het sys-
teem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1 Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en er
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. Druk nogmaals op
de schakelaar om de cruise control uit te
schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar
gedurende ten minste 1,5 seconden inge-
drukt wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-
snelheidsregelmodus. ( →Blz. 353)
2 Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer
30 km/h of hoger) en druk op de
schakelaar -SET om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
C
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 350 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 352 of 622
351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk, om de ingestelde snelheid te
wijzigen, op de schakelaar +RES of -
SET totdat de gewenste snelheid
wordt weergegeven.
1
Verhogen van de snelheid
(behalve wanneer de auto door
het systeem is stilgezet in de
afstandsregelmodus)
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar
ingedrukt om de snelheid te wijzigen en
laat hem los als de gewenste snelheid is
bereikt.
Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Europa
Fijnafstelling: 5 km/h*1 of 5 mph*2 telkens
als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
Behalve Europa
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens
als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
In de constante-snelheidsregelmodus
( →Blz. 353) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens
als de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Zolang de schakelaar
ingedrukt wordt gehouden, wordt de snel-
heid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid
getoond wordt in “MPH”
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger als
volgt gewijzigd:
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
Wijzigen van de
tussenafstand
(afstandsregelmodus)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 351 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 353 of 622
3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1Lang
2 Gemiddeld
3 Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN wordt
gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het
symbool voor een voorligger ook
weergegeven.
Selecteer een afstand in de onder-
staande tabel. Houd er rekening mee
dat de aangegeven afstanden over-
eenkomen met een rijsnelheid van 80
km/h. De tussenafstand is afhankelijk
van de rijsnelheid. Wanneer de auto
wordt stilgezet door het systeem,
stopt de auto op een bepaalde tus-
senafstand, afhankelijk van de situa-
tie. Druk op de schakelaar +RES als uw
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt
ook hervat als u het gaspedaal intrapt
wanneer uw voorligger begint te rij-
den.
1
Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uit-
geschakeld als het rempedaal wordt inge-
trapt. (Als de auto is stilgezet door het
systeem, wordt de snelheidsinstelling niet
geannuleerd als het rempedaal wordt
ingetrapt.)
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m
(160 ft.)
GemiddeldOngeveer 40 m (130 ft.)
KortOngeveer 30 m
A
Hervatten van het rijden met
de volgregeling als de auto
is stilgezet door het systeem
(afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten
van de snelheidsregeling
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 352 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 354 of 622
353
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2
Als u op de schakelaar +RES
drukt, wordt de cruise control her-
vat en wordt de ingestelde rijsnel-
heid hervat.
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decele-
reren door middel van de cruise con-
trol niet mogelijk is, zal het scherm
gaan knipperen en een zoemer klin-
ken om de bestuurder te waarschu-
wen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
als een andere bestuurder vóór u
invoegt terwijl u een voorligger volgt.
Trap het rempedaal in om voldoende
afstand tot uw voorligger te houden.
■Mogelijk worden geen waar-
schuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden
mogelijk geen waarschuwingen
gegeven als de tussenafstand klein
is.
Als de snelheid van de voorligger
gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
Als de voorligger extreem lang-
zaam rijdt
Direct nadat de snelheid van de
cruise control is ingesteld
Bij het intrappen van het gaspe-
daal
Wanneer de constante-snelheidsre-
gelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rij-
den, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus
alleen wanneer de afstandsregelmo-
dus niet goed werkt als gevolg van
een vuile radar.
1 Houd bij uitgeschakelde cruise
control de cruise control-hoofd-
schakelaar gedurende ten minste
1,5 seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is gedrukt,
gaat het controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control branden. Vervolgens gaat
het controlelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als de
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise
control uit staat.
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer
30 km/h of hoger) en druk op de
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)Selecteren van de
constante-
snelheidsregelmodus
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 353 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 355 of 622
3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
schakelaar -SET om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid:
→Blz. 351
Uitschakelen en hervatten van de inge-
stelde snelheid: →Blz. 352
Wanneer deze functie is ingescha-
keld en het systeem in de afstandsre-
gelmodus ( →Blz. 349) werkt en een
verkeersbord met een snelheidslimiet
wordt gesignaleerd, wordt de her-
kende snelheidslimiet weergegeven
met een pijl omhoog/omlaag. De
ingestelde snelheid kan tot de her-
kende snelheidslimiet worden ver-
hoogd/verlaagd door de schakelaar
+RES/-SET ingedrukt te houden.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de
herkende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de
herkende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist inscha-
kelen/uitschakelen via het scherm
op het multi-informatiedisplay.
( →Blz. 149)
Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA)
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 354 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 356 of 622
355
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer
30 km/h of hoger is.
(Als de snelheid echter wordt ingesteld
terwijl de rijsnelheid lager is dan onge-
veer 30 km/h, wordt de snelheid inge-
steld op ongeveer 30 km/h.)
■Accelereren na het
instellen van de
rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren.
Na het accelereren gaat de auto weer rij-
den met de ingestelde snelheid. Als de
afstandsregelmodus is ingeschakeld,
neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot
onder de ingestelde snelheid, zodat de
afstand tot de voorligger gehandhaafd
blijft.
■Als de auto stopt ti jdens rijden met
de volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schake-
laar is gedrukt het rijden met de
volgregeling hervat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden
nadat uw auto is gestopt begint te rijden,
wordt het rijden met de volgregeling her-
vat.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automa-
tisch uitgeschakeld in de volgende situa-
ties.
●De VSC is geactiveerd.●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren
omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.●De parkeerrem is geactiveerd.●De auto wordt door het systeem stilge-
zet op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilge- zet, wordt het volgen van de voorligger
in de volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheids- gordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stil- gestaan.
Als de afstandsregelmodus om een
andere dan de hierboven genoemde rede-
nen automatisch uitgeschakeld wordt, kan
er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Automatisch uitschakelen van de
constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan
ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder onge-
veer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwe-
zig zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist (auto's met
RSA) werkt mogelijk niet goed wan-
neer
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet goed
in situaties waarbij de RSA mogelijk niet
goed werkt of niet goed signaleert
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 355 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 357 of 622
3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
( → Blz. 345). Controleer daarom, wanneer
u deze functie gebruikt, het weergegeven
verkeersbord met de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de
ingestelde snelheid mogelijk niet gewijzigd
in de herkende snelheidslimiet door het
ingedrukt houden van de schakelaar
+RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
buiten het snelheidsbereik van het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoor-
baar zijn en de reactie van het rempedaal
kan veranderen, maar dit duidt niet op een
storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers voor de Dynamic Radar Cruise
Control met volledi g snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te infor-
meren dat hij tijdens het rijden extra moet
opletten. Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschuwingsmel-
ding en volg de aanwijzingen op.
( → Blz. 322, 537)
■Omstandigheden w aarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en
afhankelijk van de omstandigheden het
rempedaal wanneer het systeem onvol-
doende decelereert of bedien het gaspe-
daal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt
er mogelijk geen naderingswaarschuwing
( → Blz. 353) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rij-
den
●Voertuigen met een relatief kleine ach-
terzijde (aanhangwagens zonder lading,
enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rij-
den
●Als door omringend verkeer opgewor-
pen water of sneeuw de signalering door
de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande
gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk
niet op de juiste manier signaleert, werkt
het systeem mogelijk niet goed.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 356 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 358 of 622
357
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als u op een weg rijdt die wordt omge-
ven door een constructie, zoals in een
tunnel of op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de inge-
stelde snelheid na acceleratie van de
auto door intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Ingestelde snelheid
Indicatoren
■BedieningsschakelaarsSchakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Schakelaar -SET
Uitschakeltoets
Cruise control*
Met de cruise control kan een
ingestelde snelheid worden
vastgehouden zonder dat hier-
voor het gaspedaal hoeft te wor-
den ingetrapt.
Systeemonderdelen
A
B
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 357 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 359 of 622
3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in
te schakelen.
Het controlelampje cruise control wordt
weergegeven.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
cruise control uit te schakelen.
2Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer
30 km/h of hoger) en druk op de
schakelaar -SET om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
wordt weergegeven.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
Bedien, om de ingestelde snelheid te
wijzigen, de schakelaar +RES of de
schakelaar -SET totdat de gewenste
snelheid is bereikt.
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de
cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de
cruise control-hoofdschakelaar als deze
niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de vol-
gende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de
controle waardoor een ongeval met ern-
stig letsel kan ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of
sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling
kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
●Bij het rijden met een aanhangwagen*
of tijdens het slepen in een noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kun-
nen trekken. ( →Blz. 274)
Instellen van de rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 358 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 360 of 622
359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar
ingedrukt om de snelheid te wijzigen en
laat hem los als de gewenste snelheid is
bereikt.
De ingestelde snelheid wordt als
volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h
*1 of 1 mph*2 tel-
kens als de schakelaar wordt
bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snel-
heid kan continu worden verhoogd of
verlaagd totdat de schakelaar wordt
losgelaten.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
1 Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de constante-snelheidsre-
geling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
onderbroken als het rempedaal wordt
ingetrapt.
2Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de constante-snel-
heidsregeling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnel-
heid van hoger dan ongeveer 30 km/h.
■De cruise control kan worden
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
■Accelereren na het instellen van de
rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccele-
reerd worden. Na de acceleratie gaat de
auto weer rijden met de ingestelde snel-
heid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden
verhoogd zonder de cruise control uit te
schakelen door eerst naar de gewenste
snelheid te accelereren en vervolgens
op de schakelaar -SET te drukken om
de nieuwe snelheid in te stellen.
Uitschakelen en hervatten
van de constante-
snelheidsregeling
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 359 Friday, March 22, 2019 11:40 AM