brake sensor TOYOTA RAV4 PHEV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 427 of 666
425
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Er wordt langzaam gereden en het 
rempedaal wordt niet of te laat 
ingetrapt
■Wanneer het gaspedaal diep 
wordt ingetrapt
■Wanneer de auto de verkeerde 
kant op rijdt doordat de verkeerde 
schakelstand is geselecteerd
Blz. 413
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Parking 
Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
met betrekking tot de sensoren in acht 
(  Blz. 413). Het niet in acht nemen van 
de voorschriften kan er toe leiden dat een 
sensor niet goed werkt, waardoor een 
ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren 
niet.
●Vervang een defecte sensor uitsluitend 
door een originele sensor.
●Stel een sensor en zijn omgeving niet 
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze 
altijd schoon.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 425  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 428 of 666
4265-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt ( Blz. 170, 171) en aan alle 
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of  lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de  rijrichting van de auto, op een afstand van 
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeli ng van het hybride-
systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  onmiddellijk moet worden geremd om een 
aanrijding te voorkomen.
WAARSCHUWING
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor wordt blootgesteld aan een 
krachtige schok, werkt het systeem 
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen in 
de wagenhoogte of de hellingshoek van 
de auto ervoor kunnen zorgen dat de sen-
soren objecten niet juist signaleren, dat 
het systeem niet werkt of dat het systeem 
onnodig werkt.
■Als de Parking Support Brake-functie 
(voor stilstaande objecten) onnodig 
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op 
een spoorwegovergang
Als de Parking Support Brake-functie (voor 
stilstaande objecten) onnodig in werking 
treedt op een spoorwegovergang e.d., 
wordt de remregeling na ongeveer 2 
seconden uitgeschakeld, zodat u verder 
kunt rijden en de plek kunt verlaten. De 
remregeling kan ook worden geannuleerd 
door het rempedaal in te trappen. Wan-
neer u het gaspedaal intrapt nadat de rem-
regeling is geannuleerd, kunt u weer 
verder rijden en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van de 
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet 
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met 
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks 
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed 
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met 
stoom de stoom niet rechtstreeks op de 
sensoren, omdat dit er toe kan leiden 
dat een sensor niet meer goed werkt.
■Wanneer moet de Parking Support 
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de 
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er 
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt 
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als 
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of 
omlaag staat door de belading van de 
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip, 
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is 
geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een was-
straat
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 426  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 429 of 666
427
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding  voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m 
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m 
van de auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( Blz. 418) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande 
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al 
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor 
een obstakel en wordt er een waarschuwing 
gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren 
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de 
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw en andere materialen die 
ultrasoongolven slecht weerkaatsen
●Objecten die niet loodrecht op de grond 
staan, objecten die niet in een rechte hoek 
ten opzichte van de rijrichting van de auto 
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de 
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel 
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota 
Parking Assist-sensor is  ingeschakeld of niet 
(  Blz. 415), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingescha-
keld ( Blz. 421) en de sensoren voor of 
achter een object signaleren en de remrege-
ling en de begrenzingsregeling van het hybri-
desysteem worden uitgevoerd, klinkt de 
zoemer van het Toyota Parking Assist Sen-
sor-systeem om de geschatte afstand tot het 
object aan te geven.
■Omstandigheden waaronder de Parking 
Support Brake-functie (voor stilstaande 
objecten) mogelijk werkt, zelfs als er 
geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de 
onderstaande, werkt de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) 
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
• Wanneer op een grindweg of in een omge- ving met hoog gras wordt gereden
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 427  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 430 of 666
4285-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wanneer richting een spandoek of vlag,  een laaghangende tak of een slagboom 
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt 
gereden
• Als er een constructie aan de rand van de  weg aanwezig is (zoals bij het rijden in een 
smalle tunnel, over een smalle brug of op 
een smalle weg)
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdek- king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven 
afvoergoten
• Bij het omhoog of omlaag rijden op een  steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een  grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
• Bij transport op schepen of trucks
• In een wasstraat met een bewegende  wasinstallatie
• In een parkeergarage met autolift of par- keerplaatsen met meerdere verdiepingen
• In een ondergrondse parkeergarage
• Bij constructies op de grond (verkeers- drempels, kattenogen, enz.)
• Bij hoogteverschillen
• Bij het rechtuitrijden of een bocht naar  rechts
• Bij leidingen voor het smelten van sneeuw
• Bij apparaten voor het detecteren van  voertuigen, zoals verkeerslichten, appara-
ten voor het signaleren van verkeersop-
stoppingen of apparaten voor het 
signaleren van lege parkeerplekken op 
parkeerterreinen
• Bij spoorlijnen
• Bij H-vormige stalen balken
• Als er aan beide zijden auto's staan of als  er een auto aanwezig is die lijkt op deze 
auto
●Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld  ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is 
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken) • Bij zware regenval of als er veel water op 
een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of 
een zandstorm
• Bij sterke wind
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto  ultrasoongolven worden geproduceerd 
door claxons, voertuigdetectiesystemen, 
motorfietsmotoren, luchtremmen van 
vrachtwagens, sonarsystemen van andere 
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een van de sensoren is 
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten 
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd  door een aanrijding o.i.d.
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, 
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van  een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 428  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 431 of 666
429
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld 
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is 
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op  een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of 
een zandstorm
• De sensor is bevroren. (Het ontdooien van  de sensor zal het probleem oplossen.)
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een  gesignaleerd obstakel een object bevindt 
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets,  fiets of voetganger voor de auto langs 
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen  stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige  weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor  bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto  ultrasoongolven worden geproduceerd 
door claxons, voertuigdetectiesystemen, 
motorfietsmotoren, luchtremmen van 
vrachtwagens, sonarsystemen van andere 
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een van de sensoren is 
geplaatst
●Veranderingen in de auto
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd  door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting die een sensor kan hinde- ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), 
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er  een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er verf of een sticker op de sensor is  aangebracht
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situa-
ties zoals hieronder aangegeven wan-
neer in de rijrichting van de auto een 
auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een 
auto en het rempedaal wordt niet 
of te laat ingetrapt
Blz. 408
Parking Support 
Brake-functie (voor 
voertuigen die achterlangs 
rijden)
*
Als een radarsensor achter een 
auto signaleert die van rechts of 
links achter nadert en het systeem 
bepaalt dat de kans op een aanrij-
ding groot is, acti veert deze func-
tie de remmen om de kans op een 
aanrijding met de naderende auto 
te verkleinen.
Voorbeelden van het in wer-
king treden van de functie
Soorten sensoren
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 429  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 432 of 666
4305-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt ( Blz. 170, 171) en aan alle 
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of  lager.
• Er naderen voertuigen de auto van rechts  of links achter de auto met een snelheid 
van meer dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding met een naderende auto 
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeli ng van het hybride-
systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat  een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs 
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met  normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA 
(  Blz. 411). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook 
al signaleert de RCTA een auto en wordt er 
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Parking 
Support Brake-functie (voor voertuigen 
die achterlangs rijden) een auto niet 
signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs ri jden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of 
objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de auto 
naderen
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking Sup-
port Brake (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
met betrekking tot de radarsensoren ach-
ter ( Blz. 408) in acht. Het niet in acht 
nemen van de voorschriften kan er toe lei-
den dat een sensor niet goed werkt, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren 
niet.
●Vervang een radarsensor achter uitslui-
tend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren achter 
beschadigd raken en houd de radarsen-
soren en hun omgeving op de bumper 
te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor achter wordt blootgesteld aan 
een krachtige schok, werkt het systeem 
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
●Neem de voorzorgsmaatregelen met 
betrekking tot het omgaan met de radar-
sensor achter in acht. ( Blz. 408)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 430  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 433 of 666
431
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een 
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van 
obstakels
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling 
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde 
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, 
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links 
achter de auto naderen met een snelheid 
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links 
achter de auto naderen met een snelheid 
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt 
er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen 
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de 
onderstaande, werkt de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans 
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een 
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende 
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij 
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en 
metalen objecten, zoals een vangrail, 
muur, verkeersbord of geparkeerde auto, 
die mogelijk elektrisc he golven richting de 
achterzijde van de auto reflecteren, kort is 
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals 
een ventilator van een airco-unit, in de 
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of 
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een 
sproeier
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 431  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 434 of 666
4325-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed 
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, 
signaleren de radarsensoren een object 
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk 
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van 
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak 
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Wanneer een voertuig naast uw auto het 
detectiegebied van een radarsensor blok-
keert
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), 
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er 
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of 
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een sticker of  een elektronisch onder-
deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een radarsensor is geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met 
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert 
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links  achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt • Wanneer u achteruitrijdend een bocht 
maakt
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats
• Bij het achteruitrijden op een helling met  een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in  het detectiegebied
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 432  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 440 of 666
4385-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■E-Four (elektronisch on-demand 
AWD-systeem)
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar vierwielaandrijving 
(AWD), wat bijdraagt aan betrouwbaar 
rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden van 
omstandigheden waaronder het sys-
teem overschakelt op AWD zijn het 
nemen van bochten, heuvelopwaarts 
rijden, wegrijden of accelereren en als 
het wegoppervlak glad is ten gevolge 
van sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt 
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten 
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien 
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een 
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert 
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway 
Control in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het 
aandrijfvermogen van het hybridesysteem 
naar de wielen beperken.
Als u op   drukt om het systeem uit te 
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk 
gemakkelijker los krijgen door te ‘schomme-
len’.
Schakel het TRC-systeem uit door   snel 
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.
Druk nogmaals op   om het systeem weer 
in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer 
Sway Control
Houd   meer dan 3 seconden ingedrukt 
terwijl de auto stilstaat om de TRC/VSC/Trai-
ler Sway Control uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden 
en “Tractiecontrole UIT” wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op   om de systemen weer 
in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld 
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is 
beschikbaar) Het waarschuwingslampje 
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 361)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 438  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM 
Page 442 of 666
4405-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Gereduceerde bekrachtiging door het 
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem 
tegen oververhitting te beschermen als er 
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen 
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Probeer als dat het 
geval is minder frequent te sturen of breng de 
auto tot stilstand en schakel het hybridesys-
teem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10 
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 
km/h.
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het om een 
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende 
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het niet om 
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een 
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder 
de volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary 
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10 
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de 
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book  Pa ge 440  Wednesday, February 3, 2021  2:42 PM