TOYOTA SUPRA 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 251 of 512
251
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Als de ingestelde snelheid te hoog is
voor een bocht, wordt de snelheid in de
bocht iets verminderd. Bochten worden
echter mogelijk niet van tevoren door
het systeem herkend, dus pas in boch-
ten uw snelheid zelf aan.
Het detectiebereik van het systeem is
beperkt. In scherpe bochten kunnen
situaties voorkomen waarbij een voor-
ligger niet of te laat wordt gedetecteerd.
Bij het naderen van een bocht kan het
ook voorkomen dat door de kromming
van de bocht het systeem tijdelijk op
voertuigen op een andere rijstrook rea-
geert. Als het systee
m daarop reageert
door de auto te laten decelereren, kunt
u dit verhelpen door kort het gaspedaal
in te trappen. Zodra u het gaspedaal
loslaat, neemt het systeem de regeling
van de rijsnelheid weer over. In bijvoorbeeld de volgende situaties
kan de auto niet automatisch wegrijden:
Op een steile helling omhoog.
Voor een verhoging in het wegdek.
Bedien in dergelijke situaties het gas-
pedaal.
Bij ongunstige weers- of lichtomstan-
digheden kan er sprake zijn van de vol-
gende beperkingen:
Slechtere detectie van voertuigen.
Kortstondig uit beeld verdwijnen van
reeds gedetecteerde voertuigen.
Voorbeelden van ongunstige weers- of
lichtomstandigheden:
Natte wegen.
Sneeuwval.
Smeltende sneeuw.
Mist.
Tegenlicht.
Blijf opletten tijdens het rijden en rea-
geer zelf op veranderingen in de ver-
keerssituatie. Grijp indien nodig actief
in door te remmen, te sturen of uit te
wijken.
De ingestelde snelheid wordt ook aan-
gehouden bij hellingafwaarts rijden. Bij
hellingopwaarts rijden is het afhankelijk
van het beschikbare motorvermogen
mogelijk dat de ingestelde snelheid niet
wordt gehaald.
Rijden in bochten
Wegrijden
Weer
Motorvermogen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 251 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 252 of 512
2523-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
*: indien aanwezig
Wanneer de systemen in de auto (bij-
voorbeeld Speed Limit Info) een andere
snelheidslimiet voor de weg detecteren,
kan deze waarde als nieuwe snelheids-
limiet worden ingesteld voor de vol-
gende systemen:
Handbediende snelheidsbegrenzer.
Cruise control.
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
De gedetecteerde snelheidslimiet wordt
voorgesteld als nieuwe ingestelde snel-
heid. Het betreffende systeem moet zijn
ingeschakeld om de voorgestelde snel-
heid als ingestelde snelheid te gebrui-
ken. Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Speed Assistant” (snelheidsassis-
tent)
Er wordt een melding op het instrumen-
tenpaneel weergegeven als het sys-
teem en de cruise control zijn
ingeschakeld.
Speed Limit Assist*
Principe
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beperkin-
gen van het systeem kan het niet op elke
verkeerssituatie afzonderlijk op de juiste
wijze reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de omstan-
digheden op de weg aan. Houd de ver-
keerssituatie in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
De gewenste snelheid kan abusievelijk
verkeerd ingesteld of opgeroepen worden.
Er bestaat een kans op ongevallen. Houd
bij het instellen van de snelheid rekening
met de omstandigheden op de weg. Houd
de verkeerssituatie in de gaten en grijp in
als de situatie dit vereist.
Overzicht
Toetsen op het stuurwiel
ToetsFunctie
Handmatig instellen op de
voorgestelde snelheidslimiet.
In-/uitschakelen en instellen
Weergave op het instrumenten-
paneel
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 252 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 253 of 512
253
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
In de handbediende modus kan een
gedetecteerde snelheidslimiet handma-
tig als ingestelde snelheid voor de
cruise control worden geselecteerd. U kunt de voorgestelde snelheidslimiet
exact overnemen, maar ook met een
tolerantie van -15 km/h tot +15 km/h.
Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Speed Assistant” (snelheidsassis-
tent)
4 “Adjust speed limits” (snelheidsli-
mieten instellen)
5 Bevestig de gew enste instelling.
De Speed Limit Assist werkt op basis
van het Speed Limit Info-systeem.
Houd rekening met de beperkingen van
het Speed Limit Info-systeem, zie blz.
182.
In bepaalde landen kunnen weergege-
ven snelheidslimieten niet of slechts
gedeeltelijk worden overgenomen, bij-
voorbeeld in combinatie met snelheids-
informatie van het navigatiesysteem.
Cruise control zonder afstandsrege-
ling: afhankelijk van het systeem kun-
nen snelheidslimieten mogelijk niet
automatisch worden overgenomen.
Snelheidslimieten die verderop van
kracht worden, worden mogelijk alleen
overgenomen voor de Dynamic Radar
Cruise Control.
Het systeem reageert mogelijk niet op
snelheidslimieten al s het navigatiesys-
teem de positie van de auto niet met
zekerheid kan vaststellen.
SymboolFunctie
Het controlelampje gaat bran-
den in combinatie met het
symbool voor het snelheids-
regelingssysteem:
Speed Limit Assist is actief en
de gedetecteerde snelheidsli-
mieten kunnen handmatig
worden geselecteerd voor het
weergegeven systeem.
Gedetecteerde andere snel-
heidslimiet die direct van
kracht is.
Een afstandsvermelding
naast het symbool geeft een
eventuele aanstaande wijzi-
ging van de snelheidslimiet
aan.
Controlelampje brandt groen:
de gedetecteerde snelheidsli-
miet kan worden geselec-
teerd met de toets SET.
Zodra de snelheidslimiet is
geselecteerd, wordt een
groen vinkje weergegeven.
De gedetecteerde snelheidsli-
miet handmatig selecteren
Druk op de toets als het symbool
SET in het wit wordt weergege-
ven.
De ingestelde snelheid aanpas-
sen
Beperkingen van het systeem
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 253 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 254 of 512
2543-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Parking Sensors helpt u bij het parke-
ren van de auto. Wanneer objecten
voor of achter de auto langzaam wor-
den genaderd, wordt de bestuurder hier
door geluidssignalen en een weergave
op het regeldisplay op geattendeerd.
Afhankelijk van de uitvoering: objecten
aan de zijkant van de auto die worden
gedetecteerd door de ultrasoonsenso-
ren aan de zijkant kunnen ook worden
gemeld door de flankbeschermings-
functie, zie blz. 257.
De ultrasoonsensoren waarmee de
afstand tot objecten wordt gemeten
bevinden zich in de bumpers en, afhan-
kelijk van de uitvoering, aan de zijkant
van de auto.
De reikwijdte van deze sensoren
bedraagt ongeveer 2 m, afhankelijk van
het object en de omgevingscondities.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de
auto zich op ongeveer 70 cm afstand
van een object bevindt en een aanrij-
ding dreigt.
Bij objecten achter de auto klinkt het
geluidssignaal al eerder, zodra de
afstand minder is dan ongeveer 1,50 m. Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren:
• Ultrasoonsensoren in de bumpers.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. 52.
Parking Sensors
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beperkin-
gen van het systeem kan het niet op elke
verkeerssituatie afzonderlijk op de juiste
wijze reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de omstan-
digheden op de weg aan. Houd de ver-
keerssituatie in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als Parking Sensors is geactiveerd en met
een hoge snelheid wordt gereden, kan het
door de fysieke omstandigheden voorko-
men dat u te laat wordt gewaarschuwd. Er
bestaat een kans op letsel of schade.
Matig uw snelheid bij het naderen van een
object. Rijd voorzichtig weg zolang Par-
king Sensors nog niet actief is.
Overzicht
Toets in de auto
Toets Parking Assist-systeem
Sensoren
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 254 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 255 of 512
255
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het systeem wordt in de volgende situ-
aties automatisch ingeschakeld:
Als de selectiehendel in stand R
wordt gezet bij draaiende motor.
Afhankelijk van de uitvoering: bij het
naderen van gedetecteerde objec-
ten, als de snelheid lager is dan
ongeveer 4 km/h. De activeringsaf-
stand is afhankelijk van de situatie.
Automatische inschakeling bij het sig-
naleren van obstakels kan worden in-
en uitgeschakeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Parking” (parkeren)
4 Indien van toepassing: “Automatic
Parking Sensors activation” (auto-
matisch inschakelen Parking Sen-
sors)
5 “Automatic Parking Sensors active.”
(automatisch inschakelen Parking
Sensors actief)
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
Afhankelijk van de uitvoering wordt ook
de weergave van de desbetreffende
camera ingeschakeld. Het systeem wordt uitgeschakeld zodra
een bepaalde afstand of snelheid wordt
overschreden.
Schakel het systeem indien nodig
opnieuw in.
Aan: de led gaat branden
Uit: de led gaat uit.
De beelden van de achteruitrijcamera
worden weergegeven als de achteruit-
versnelling is ingeschakeld en op de
toets van het Parking Assist-systeem
wordt gedrukt.
Afhankelijk van de uitrusting kan het
systeem niet handmatig worden uitge-
schakeld wanneer de achteruitversnel-
ling is ingeschakeld.
■Algemeen
Bij het naderen van een object wordt de
positie daarvan door een onderbroken
geluidssignaal aangegeven. Als bijvoor-
beeld een object links achter de auto
wordt genaderd, klinkt het geluidssig-
naal vanuit de luidspreker links achter.
Hoe kleiner de afstand tot het object
wordt, hoe korter de intervallen tussen
de pieptonen worden.
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Automatisch uitschakelen bij vooruitrij-
den
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets van het Parking
Assist-systeem.
Waarschuwing
Geluidssignalen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 255 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 256 of 512
2563-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Zodra de afstand tot een gedetecteerd
object korter is dan ongeveer 20 cm,
klinkt het geluidssignaal ononderbro-
ken.
Als zich gelijktijdig zowel voor als ach-
ter de auto objecten op een afstand van
minder dan ongeveer 20 cm bevinden,
klinkt een afwisselend ononderbroken
geluidssignaal.
Het onderbroken of ononderbroken
geluidssignaal stopt als de selectiehen-
del in stand P wordt gezet.
Als de auto stilstaat, stopt het onderbro-
ken geluid na korte tijd.
■Volumeregeling
Het volume van het geluidssignaal van
Parking Sensors kan worden ingesteld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Sounds” (geluiden)
4 “Volume settings” (volume-instellin-
gen)
5 “Parking Sensor” (Parking Sensors)
6 Stel de gewenste waarde in.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
De nadering van een object wordt weer-
gegeven op het regeldisplay. Verder
verwijderde objecten worden al weerge-
geven voordat een geluidssignaal klinkt.
Deze weergave verschijnt zodra
Parking Sensors wordt geactiveerd.
Het detectiegebied van de sensoren
wordt in de kleuren groen, geel en rood
weergegeven als er objecten binnen dit
gebied worden gedetecteerd.
Er worden koerslijnen weergegeven om
het inschatten van de benodigde ruimte
te vergemakkelijken.
Als de beelden van de achteruitrijca-
mera worden weergegeven, kan wor-
den overgeschakeld naar het scherm
van Parking Sensors of, indien nodig,
naar een ander scherm met obstakel-
markeringen:
1Duw de controller indien nodig naar
links.
2Bijvoorbeeld “Parking sensors”
(Parking Sensors)
RCTA-functie (Rear Cr oss Traffic Alert),
zie blz.
262: afhankelijk van de uitrus-
ting wordt in de weergave voor Parking
Sensors ook gewaarschuwd voor voer-
tuigen die voor of achter de auto vanaf
de zijkant naderen.
Visuele waarschuwing
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 256 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 257 of 512
257
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De noodremfunctie van Parking Sen-
sors voert bij een dreigende aanrijding
een noodstop uit.
Vanwege de beperkingen van het sys-
teem kan een aanrijding niet onder alle
omstandigheden worden voorkomen.
De functie is beschikbaar wanneer
langzamer dan stapvoets achteruit
wordt gereden of gerold.
De remingreep kan worden onderbro-
ken door het gaspedaal in te trappen.
Nadat de auto door de noodremfunctie
tot stilstand is gebracht, is het mogelijk
om langzaam verder te rijden richting
het obstakel. Trap daarvoor het gaspe-
daal voorzichtig in.
Als het gaspedaal dieper wordt inge-
trapt, trekt de auto op de normale
manier op. U kunt op elk moment zelf
remmen.
Het systeem maakt gebruik van de
ultrasoonsensoren van Parking Sen-
sors en het Parking Assist-systeem. Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Parking” (parkeren)
4 “Active PDC emergency interven-
tion” (noodremfunctie parkeerhul-
psysteem actief)
5 “Active PDC emergency interv.”
(noodremfunctie parkeerhulpsys-
teem actief)
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebruikte bestuurders-
profiel.
Het systeem waarschuwt voor obsta-
kels aan de zijkant van de auto.
Het systeem maakt gebruik van de
ultrasoonsensoren van Parking Sen-
sors en het Parking Assist-systeem.
Afhankelijk van de uitvoering:
noodremfunctie, Parking Sen-
sors met noodremfunctie
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een risico
op een ongeval. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd
altijd de verkeerssituatie en de omgeving
van de auto in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
Inschakelen/uitschakelen van het
systeem
Afhankelijk van de uitvoering:
zijdelingse parkeerhulp
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 257 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 258 of 512
2583-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Er worden obstakelmarkeringen weer-
gegeven aan de zijkanten van de auto
ter bescherming van de flanken.
Gekleurde markeringen: waarschu-
wing voor gedetecteerde obstakels.
Grijze markeringen, gearceerd vlak:
er zijn geen obstakels gedetecteerd.
Geen markeringen, zwart vlak: de
omgeving van de auto is nog niet
gescand.
Het systeem toont alleen stilstaande
obstakels die bij het langsrijden al zijn
gedetecteerd door de sensoren.
Als een obstakel vervolgens van plaats
verandert, wordt dit niet gedetecteerd
door het systeem. Als de auto enige tijd
stilstaat, worden de markeringen zwart.
Het gebied naast de auto moet dan
opnieuw worden gescand. Voor meer informatie:
• Ultrasoonsensoren, zie blz. 52.
Bepaalde omstandigheden en objecten
kunnen de ultrasone metingen bemoei-
lijken, zoals:
Obstakels en personen aan de rand
van de rijstrook.
Reeds aangegeven lage objecten,
zoals stoepranden, kunnen in het
blinde bereik van de sensoren
terechtkomen voordat of nadat een
ononderbroken geluidssignaal klinkt.
Als het systeem zijn limiet nadert, kan
zich een vals alarm voordoen.
Schakel om vals alarm te voorkomen
(bijvoorbeeld in een automatische was-
straat, zie blz. 52), het automatisch
activeren van Parking Sensors bij
detectie van obstakels uit.
Display
Beperkingen van de zijdelingse
parkeerhulp
Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een risico op een
ongeval. Pas uw rijstijl aan de omstandig-
heden op de weg aan. Houd altijd de ver-
keerssituatie en de omgeving van de auto
in de gaten en grijp in als de situatie dit
vereist.
Systeembeperkingen van de
sensoren
Beperkingen van de ultrasone
metingen
Vals alarm
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 258 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 259 of 512
259
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Er wordt een voertuigmelding weerge-
geven.
Er is een storing opgetreden in Parking
Sensors. Laat he
t systeem nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De achteruitrijcamera helpt bij het ach-
teruit inparkeren en bij het manoeuvre-
ren. Hiertoe worden de beelden van de
omgeving achter de auto op het regel-
display weergegeven.
Assistentiefuncties, bijvoorbeeld hulplij-
nen, kunnen ook worden weergegeven
op het display. Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren:
• Achteruitrijcamera.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. 50.
Het systeem wordt automatisch inge-
schakeld als de selectiehendel in stand
R wordt gezet bij draaiende motor.
Het systeem wordt uitgeschakeld zodra
een bepaalde afstand of snelheid wordt
overschreden.
Schakel het systeem indien nodig
opnieuw in.
Storing
Er wordt een wit symbool weer-
gegeven en het detectiegebied
van de sensoren wordt donker
weergegeven op het regel-
display.
Achteruitrijcamera
Principe
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een kans
op ongevallen. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd
altijd de verkeerssituatie en de omgeving
van de auto in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
Overzicht
Afhankelijk van de uitrusting: toets in
de auto
Toets Parking Assist-systeem
Sensoren
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Automatisch uitschakelen bij
vooruitrijden
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 259 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 260 of 512
2603-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Aan: de led gaat branden
Uit: de led gaat uit.
De parkeerhulpfuncties worden weer-
gegeven op het regeldisplay.
Als de beelden van de achteruitrijca-
mera niet worden weergegeven, wijzig
dan de weergave via Toyota Supra
Command:
1 Kantel de controller indien nodig
naar links of rechts.
2 “Rear view camera ” (achteruitrij-
camera)
De beelden van de achteruitrijcamera
worden weergegeven.
De achteruitrijcamera is ingescha-
keld.
Houd het detectiegebied van de
camera vrij. Uitstekende ladingen of
dragersystemen die niet zijn aange-
sloten op een trekhaakaansluiting
kunnen het detectiebereik van de
camera beperken. Een aantal assistentiefuncties kan
gelijktijdig actief zijn.
De assistentiefuncties kunnen handma-
tig worden geactiveerd.
1
Kantel de controller indien nodig
naar links.
2 Afhankelijk van de uitrusting:
“Camera picture” (camerabeeld)
3
“Parking guide lines” (parkeerrijlij-
nen).
De koerslijnen en dr aaicirkellijnen worden
weergegeven, zie blz.
260.
“Obstacle marking” (obstakelmar-
kering).
Afhankelijk van de uitrusting worden de door
Parking Sensors gedetecteerde obstakels
weergegeven door middel van markeringen,
zie blz.
261.
■Koerslijnen
Aan de hand van de koerslijnen kunt u
de benodigde ruimte bij het parkeren en
manoeuvreren op een vlak wegdek
inschatten.
Afhankelijk van de uitrusting:
handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets van het Parking
Assist-systeem.
De weergave inschakelen via Toyota
Supra Command
Voorwaarden voor werking
Weergave op het regeldisplay
Algemeen
Parkeerhulplijnen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 260 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM