ESP TOYOTA SUPRA 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Page 286 of 498
2844-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
De auto is standaard uitgerust met een
antiblokkeersysteem (ABS).
Rem voluit in situaties die dit vereisen.
De auto blijft best uurbaar. Eventuele
obstakels kunnen worden ontweken
door zo soepel mogelijk te sturen.
Een pulserende beweging van het rem-
pedaal en geluiden van het hydrauli-
sche systeem duiden erop dat het anti-
blokkeersysteem (ABS) in werking is.
Onder bepaalde omstandigheden hoort
u het geluid van de geperforeerde rem-
schijven die in werking zijn. Dergelijke
geluiden hebben geen effect op de wer-
king en veiligheid van de remmen. Rem om de paar kilometer licht bij nat
weer, op grindwegen en bij zware
regenval.
Zorg ervoor dat u hierbij andere wegge-
bruikers niet hindert.
De warmte die door het remmen wordt
gegenereerd, zorgt ervoor dat de rem-
schijven en -blokken droog worden en
beschermt ze tegen corrosie.
Zo is er onmiddellijk remvermogen
beschikbaar als dat nodig is.
■Algemeen
Gebruik, als u een lange of steile hel-
ling af rijdt, de versnelling waarbij u het
minst hoeft te remmen. Anders kan het
remsysteem oververhit raken en kan de
remwerking verslechteren.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Als u met een te hoge snelheid door te
diep water rijdt, kan water doordringen in
de motorruimte, het elektrische systeem
en de transmissie. Er bestaat een kans op
schade. Overschrijd de maximale water-
diepte en de maximumsnelheid, zoals
hierboven gespecificeerd,
niet bij het rijden
door water.
Veilig remmen
Algemeen
Voorwerpen die de bediening van de
pedalen belemmeren
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de voetenruimte van de
bestuurder kunnen ervoor zorgen dat een
pedaal niet volledig kan worden ingetrapt
of dat een ingetrapt pedaal niet kan opko-
men. Er bestaat een risico op een ongeval.
Berg voorwerpen in de auto goed op en
zorg ervoor dat ze niet in de voetenruimte
van de bestuurder terecht kunnen komen.
Gebruik alleen vloer matten die geschikt
zijn voor de auto en goed kunnen worden
vastgezet aan de vloer. Gebruik geen
losse vloermatten en plaats niet meerdere
matten boven op elkaar. Zorg ervoor dat er
voldoende ruimte overblijft bij de pedalen.
Zorg ervoor dat vloermatten nadat ze zijn
verwijderd, bijvoorbeeld om ze schoon te
maken, weer goed worden vastgezet.
Natte wegen
Helling af rijden
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 284 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 288 of 498
2864-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
De auto beschikt over diverse technolo-
gieën voor het beperken van het brand-
stofverbruik en de emissie.
Het brandstofverbruik is afhankelijk van
diverse factoren, bijvoorbeeld de rijstijl,
de toestand van de weg, het onderhoud
en omgevingsfactoren.
Een aantal maatregelen, zoals een
gematigde rijstijl en regelmatig onder-
houd, kunnen het brandstofverbruik
verlagen en de belasting van het milieu
verminderen.
Extra gewicht verhoogt het brandstof-
verbruik.Op de auto geplaatste onderdelen kun-
nen een nadelige invloed hebben op de
stroomlijn en kunnen het brandstofver-
bruik verhogen.
Geopende ruiten verhogen de lucht-
weerstand en daarmee het brandstof-
verbruik.
Banden kunnen op een aantal manie-
ren invloed hebben op het brandstof-
verbruik. De bandenmaat kan bijvoor-
beeld invloed hebben op de hoeveel-
heid brandstof die de auto verbruikt.
Controleer de bandenspanning min-
stens tweemaal per maand en voordat
u een lange rit maakt en corrigeer de
bandenspanning indien nodig.
Een te lage bandenspanning verhoogt
de rolweerstand en daarmee het brand-
stofverbruik en de slijtage van de ban-
den.
Breng de motor niet op temperatuur
door deze stationair te laten draaien,
maar rijd meteen weg en houd daarbij
gematigde motortoerentallen aan.
Brandstof besparen
Uitrusting
Beperken van het
brandstofverbruik
Algemeen
Verwijder onnodige lading
Verwijder op de auto geplaatste
onderdelen na gebruik
Sluit de ruiten
Banden
Algemeen
Regelmatig controleren van de ban-
denspanning
Rijd onmiddellijk weg
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 286 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 289 of 498
287
4
4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Op deze manier wordt de koude motor
zo snel mogelijk op bedrijfstemperatuur
gebracht.
Door te anticiperen op de wegsituatie
en een soepele rijstijl aan te houden
wordt het brandstofverbruik beperkt.
Vermijd onnodig accelereren en rem-
men.
Houd voldoende afstand tot uw voorlig-
ger.
Rijden met lage motortoerentallen zorgt
voor een lager brandstofverbruik en
minder slijtage.
Let op de schakelstandindicator, zie
Blz. 170, indien de auto hiermee is uit-
gerust.
Haal uw voet van het gaspedaal en laat
de auto uitrollen totdat hij stopt als u
een verkeerslicht nadert dat op rood
staat.
Haal uw voet van het gaspedaal en laat
de auto uitrollen als u helling af rijdt.
Tijdens het uitrollen wordt de brandstof-
toevoer onderbroken. Zet de motor UIT als u langere tijd stil-
staat, bijvoorbeeld voor een verkeers-
licht, bij een spoorwegovergang of in
een file.
Het Stop & Start-
systeem van de auto
zet de motor automatisch uit tijdens stil-
staan.
Door de motor uit te zetten en weer te
starten zijn het brandstofverbruik en de
emissies lager dan wanneer de motor
voortdurend draait. Er wordt al brand-
stof bespaard als de motor slechts
enkele seconden wordt uitgezet.
Functies als de stoelverwarming of ach-
terruitverwarming ve rbruiken veel ener-
gie en verhogen het brandstofverbruik,
met name in stadsverk eer en bij filerij-
den.
Schakel deze functies uit als u ze niet
nodig hebt.
Laat de auto regelmatig onderhouden
voor een zo laag mogelijk verbruik en
een lange levensduur. Toyota raadt aan
de onderhoudswerkzaamheden te laten
uitvoeren door Toyota.
Rijd anticiperend
Vermijd hoge motortoerentallen
Laat de auto uitrollenZet de motor UIT als u langere
tijd stilstaat
Uitzetten van de motor
Stop & Start-systeem
Schakel functies uit die niet
gebruikt worden
Zorg voor goed onderhoud
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 287 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 328 of 498
3265-1. MOBILITEIT
U kunt tot maximaal 1 liter olie van de
volgende specificatie gebruiken om bij
te vullen:
Als er geen geschikte motorolie
beschikbaar is, kunt u tot maximaal 1
liter olie van de volgende specificatie
gebruiken om bij te vullen:
■ACEA-uitvoering
■Viscositeit (SAE)
Oliën uit viscositeitsklassen met een
hoge viscositeit kunnen het brandstof-
verbruik verhogen.
Voor meer informatie over de specifica-
ties van geschikte oliën en viscositeits-
klassen kunt u terecht bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De fabrikant van uw auto raadt u aan
de motorolie door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige te laten ver-
versen.
Veiligheidsaanwijzingen
OPMERKING
Olieadditieven kunnen de motor beschadi-
gen. Er bestaat een kans op schade.
Gebruik geen olieadditieven.
OPMERKING
Het gebruik van een verkeerde motorolie
kan leiden tot storingen in en schade aan
de motor. Er bestaat een kans op schade.
Let er bij het kiezen van de motorolie op of
de motorolie voldoet aan de oliespecifica-
ties.
Geschikte motoroliesoorten
Benzinemotor
Originele Toyota-motorolie SN 0W-20 C5
voor GR Toyota Supra
BMW Longlife-17 FE+ 0W-20
Alternatieve motoroliesoorten
ACEA C2.
ACEA C3.
SAE 0W-20.
SAE 5W-20.
SAE 0W-30.
SAE 5W-30.
SAE 0W-40.
SAE 5W-40.
Olie verversen
OPMERKING
Als de motorolie niet op tijd wordt ververst,
kan dat leiden tot een snellere slijtage van
de motor en dus tot schade aan de motor.
Er bestaat een risico op materiële schade.
Overschrijd het in de auto aangegeven
onderhoudsinterval niet.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 326 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 330 of 498
3285-1. MOBILITEIT
5Het koelvloeistofniveau is in orde
als het iets onder het Max.-merkte-
ken op de vulpijp staat.
6 Draai de dop vast.
1 Laat de motor afkoelen.
2 Open de motorkap, zie Blz. 321.
3 Draai de dop op het koelvloeistofre-
servoir iets linksom en laat de druk
ontsnappen.
4 Draai de dop van het koelvloei-
stofreservoir.
5 Vul indien nodig langzaam bij tot het
juiste niveau is bereikt; vul niet te
veel bij.
6 Draai de dop vast.
7 Laat zo snel mogelijk de bron van
het koelvloeistofverlies in orde
maken.
■Afvoeren
Houd u bij het afvoeren van koelvloei-
stof en koelvloeistofadditieven aan de
ter plaatse geldende milieuregels. Alle sproeierkoppen worden vanuit één
reservoir van vloei
stof voorzien.
Gebruik voor het sproeiersysteem een
mengsel van kraanwater en geconcen-
treerde ruitensproeiervloeistof, indien
nodig aangevuld met antivries.
Aanbevolen minimaal vulniveau: 1 liter.
Bijvullen
Ruitensproeiervloeistof
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Sommige antivriesproducten kunnen gif-
tige stoffen bevatten en licht ontvlambaar
zijn. Er is een kans op brand en dodelijk
letsel. Volg de instructies op de verpakkin-
gen. Houd antivries uit de buurt van ver-
brandingsbronnen. Schenk onder-
houdsproducten niet over in andere fles-
sen of flacons. Houd
onderhoudsproducten buiten het bereik
van kinderen.
WAARSCHUWING
Ruitensproeiervloeistof kan ontsteken en
tot ontbranding komen bij contact met hete
motoronderdelen. Er bestaat een kans op
letsel of schade. Vul alleen ruitensproeier-
vloeistof bij als de motor is afgekoeld. Sluit
vervolgens de dop van het sproeierreser-
voir volledig.
OPMERKING
Aan de ruitensproeiervloeistof toege-
voegde additieven met siliconen, die
ervoor zorgen dat het water over de ruiten
parelt, kunnen het sproeiersysteem
beschadigen. Er bestaat een kans op
schade. Voeg geen additieven met silico-
nen toe aan de ruitensproeiervloeistof.
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 328 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 331 of 498
329
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEITHet ruitensproeiervloeistofreservoir
bevindt zich in de motorruimte.
Het gebruik van onverdunde geconcen-
treerde ruitensproeiervloeistof of anti-
vries op alcoholbasis kan leiden tot
onjuiste meldingen bij temperaturen
lager dan -15°C.
OPMERKING
Het mengen van verschillende geconcen-
treerde ruitensproeiervloeistoffen of anti-
vriesproducten kan schade aan het sproei-
ersysteem tot gevolg hebben. Er bestaat
een kans op schade. Meng geen verschil-
lende geconcentreerde ruitensproeier-
vloeistoffen of antivriesproducten met
elkaar. Volg de instructies en mengverhou-
dingen die op de verpakkingen zijn aange-
geven.
Overzicht
Storing
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
329 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 332 of 498
3305-1. MOBILITEIT
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Het onderhoudssysteem geeft aan
welke onderhoudswerkzaamheden
nodig zijn om te helpen de veiligheid op
de weg en de veiligheid van de auto te
behouden.
De exacte benodigde werkzaamheden
en de onderhoudsintervallen verschil-
len mogelijk, afhankelijk van de land-
specificaties. Vervangingswerkzaamhe-
den, vervangingsonderdelen, bedrijfs-
middelen en slijtagematerialen worden
apart berekend. Voor meer informatie
kunt u terecht bij een dealer van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde
dealer of gespecialiseerde werkplaats. Condition Based Service (CBS) stelt
het vereiste onderhoud vast met behulp
van sensoren en speciale algoritmen
die de omstandigheden waarin de auto
wordt gebruikt bewaken.
Het systeem maakt het dus mogelijk
om de omvang van de onderhouds-
werkzaamheden af te stemmen op het
individuele gebruiksprofiel.
Informatie over onderhoudsvereisten,
zie Blz. 169, kan worden weergegeven
op het regeldisplay.
Periodes waarin de auto niet wordt
gebruikt en de accu losgenomen is,
worden buiten beschouwing gelaten.
Laat in dergelijke gevallen tijdsafhanke-
lijke onderhoudsprocedures, bijvoor-
beeld voor de remvloeistof en, indien
van toepassing, de motorolie en het
microfilter/geactiveerde koolstoffilter,
bijwerken door een dealer van de fabri-
kant of een andere gekwalificeerde
dealer of gespecialiseerde werkplaats.
Onderhoud
Uitrusting
Onderhoudssysteem
Condition Based Service (CBS)
Principe
Algemeen
Stallingsperiodes
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
330 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 333 of 498
331
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Laat onderhoud en reparaties uitvoeren
door een dealer van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde dealer of
gespecialiseerde werkplaats.
De uitgevoerde onderhoudswerkzaam-
heden worden geregistreerd in de
onderhoudsgegevens en de voertuig-
gegevens. De vermeldingen zijn, net
als bij een onderhoudsboekje, bewijs
voor regelmatig onderhoud.
Geregistreerd onderhoud wordt weer-
gegeven op het regeldisplay, zie
Blz. 169.
Laat het periodiek onderhoud aan uw
auto uitvoeren volgens het onder-
houdsschema.
Zie het onderhouds- en garantieboekje voor
het onderhoudsschema.
Laat het periodiek onderhoud aan uw
auto uitvoeren volgens het onder-
houdsschema.
Zie het garantie- en onderhoudsboekje voor
de volledige informatie over het onderhouds-
schema.
Laat het periodiek onderhoud aan
uw auto uitvoeren volgens het
onderhoudsschema.
De aanwijzing van de kilometerteller of de
verstreken tijd (wat het eerste is bereikt)
bepaalt wanneer periodiek onderhoud nood-
zakelijk is, zoals aangegeven in het onder-
houdsschema.
Na de laatste onderhoudsbeurt van het
onderhoudsschema dient het onderhoud
met dezelfde intervallen te worden voortge-
zet.
Waar naartoe voor goed onder-
houd?
Het is verstandig uw auto naar uw Toyota-
dealer te brengen voor onderhoud en
andere inspecties en reparaties.
Toyota-monteurs zijn goed opgeleide speci-
alisten. Zij blijven bij door de meest recente
service-informatie die zij van de fabriek ont-
vangen door middel van technische mede-
delingen, servicetips en trainingen. Zij leren
het werken aan Toyota's voordat zij aan uw
auto gaan werken. Dat lijkt u toch ook de
beste manier?
Uw Toyota-dealer beschikt over speciale
Toyota-gereedschappen en onderhoudsap-
paratuur. Dit draagt ertoe bij dat het werk
beter en voordeliger kan gebeuren.
De werkplaats van uw Toyota-dealer kan al
het periodiek onderhoud aan uw auto
betrouwbaar en voordelig verrichten.
Rubber slangen (van het koel-, verwar-
mings-, rem- en brandstofsysteem) dienen
door gekwalificeerd werkplaatspersoneel
volgens het onderhoudsschema van Toyota
te worden gecontroleerd.
Rubber slangen zijn extra belangrijke onder-
houdsgevoelige onderdelen. Laat vervuilde
of beschadigde slangen onmiddellijk vervan-
gen. Rubber slangen verslijten door het
ouder worden, resulterend in zwellen, schu-
ren of scheuren.
Onderhoudsgeschiedenis
Onderhoud en reparatie
Vermeldingen
Displays
Periodiek onderhoud (Europa)
Periodiek onderhoud
(Australië)
Periodiek onderhoud
(behalve Europa en Australië)
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 331 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 357 of 498
355
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
De led knippert groen als de verbin-
ding met het noodnummer tot stand
is gebracht.
Als een noodoproep wordt verzonden via de
alarmcentrale van Toyota worden gegevens
naar de alarmcentrale van Toyota gestuurd
om te bepalen welke hulp geboden moet
worden. De gegevens bestaan bijvoorbeeld
uit de actuele locatie van de auto, als deze
bepaald kan worden.
Als er door de alarmcentrale van Toyota vra-
gen worden gesteld die niet beantwoord
worden, worden automatisch hulpdiensten
ingeschakeld.
Zelfs als u de alarmcentrale van Toyota niet
meer hoort via de luidsprekers, hoort de
alarmcentrale u mogelijk nog steeds praten.
De alarmcentrale van Toyota beëindigt
de noodoproep.
*: indien aanwezig
De brandblusser kan worden gebruikt
om autobranden te blussen.
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto en de nationale marktversie, heeft
de auto mogelijk een brandblusser.
De brandblusser bevindt zich in de
auto, bijvoorbeeld achter de bekerhou-
der of in het dashboardkastje. Open de gespen op de bevestigings-
band.
Volg, om de brandblusser te gebruiken,
de instructies van de fabrikant die op de
brandblusser staan en de meegele-
verde info
rmatie.
Brandblusser*
Principe
Algemeen
Overzicht
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van de brandblusser kan
letsel veroorzaken. Er bestaat een kans op
letsel. Neem de volgende informatie in
acht bij gebruik van de brandblusser:
●Adem het blusmiddel niet in. Als het
blusmiddel wordt ingeademd, breng het
slachtoffer dan in de frisse lucht. Als het
slachtoffer ademhalingsproblemen
heeft, neem dan onmiddellijk contact op
met een arts.
●Voorkom dat het blusmiddel in contact
komt met de huid. Langdurig contact
met het blusmiddel kan ervoor zorgen
dat de huid uitdroogt.
●Voorkom dat het blusmiddel in contact
komt met de ogen. Als het in contact
komt met de ogen, spoel ze dan onmid-
dellijk met veel water. Raadpleeg een
arts als u last blijft houden.
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de voetenruimte van de
bestuurder kunnen ervoor zorgen dat een
pedaal niet volledig kan worden ingetrapt
of dat een ingetrapt pedaal niet kan opko-
men. Er bestaat een risico op een ongeval.
Berg voorwerpen in de auto goed op en
zorg ervoor dat ze niet in de voetenruimte
van de bestuurder terecht kunnen komen.
Verwijderen van de
brandblusser
Gebruik van de brandblusser
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page 355 Friday, September 24, 2021 10:31 AM
Page 358 of 498
3565-1. MOBILITEIT
1Plaats de brandblusser in de hou-
der.
2 Haak de gespen vast en sluit ze.
Laat de brandblusser elke 2 jaar con-
troleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Noteer de volgende onderhoudsdatum
voor de brandblusser.
Vervang de brandblusser na gebruik of
laat hem vullen.
Als de accu ontladen is, kan de motor
met behulp van twee startkabels wor-
den gestart via de accu van een andere
auto. Gebruik alleen startkabels met
volledig geïsoleerde klemmen. 1
Controleer of de accu in de andere
auto 12 volt aangeeft. Informatie
over de spanning wordt aangege-
ven op de accu.
2 Schakel de motor van de andere
auto uit.
3 Schakel alle elektrische verbruikers
in beide auto's uit.
De starthulpaansluiting in de motor-
ruimte dient als pluspool van de accu.
Een speciale aansluiting op de carros-
serie dient als minpool van de accu in
de motorruimte.
Voor meer informatie:
Overzicht van de motorruimte, zie
Blz. 320.
Open het klepje van de pluspool (+)
van de accu.
Schakel vóór het starten alle onnodige
elektrische verbruikers, bijvoorbeeld de
radio, van beide auto's uit.
1 Open het kapje van de starthul-
paansluiting.
Opbergen van de brandblusser
Onderhoud en bijvullen
Starthulp
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Door onder spanning staande onderdelen
aan te raken kunt u een elektrische schok
krijgen. Er bestaat een kans op (dodelijk)
letsel. Raak geen onderdelen aan die
onder spanning zouden kunnen staan.
WAARSCHUWING
In de verkeerde volgorde aansluiten van
de startkabels kan vonken veroorzaken. Er
bestaat een kans op letsel. Houd u aan de
juiste volgorde bij het aansluiten.
OPMERKING
Contact tussen de carrosserieën van de
twee auto's kan leiden tot kortsluiting tij-
dens de hulpstart. Er bestaat een kans op
schade. Zorg ervoor dat de carrosserieën
geen contact maken.
Voorbereidingen
Starthulpaansluitingen
Aansluiten van de kabels
Supra_OM_General_OM9A066E_1_2111.book Page
356 Friday, September 24, 2021 10:31 AM